Benoemingen, enz.
STATFY-GKmUL.
Japan tot wreking van ondervonden hoon of in onze over-
zeesche bezittingen tot behoud en verzekering van ons gezag,
de oorlog overschreed onze grenzen niet Limburg daar
entegen werd van de voor het bewaren onzer neutraliteit
zoo gevaarlijke betrekking tot Duitschland ontheven. Wij
konden ons rustig wijden aan de werken des vredes, aan de uit
breiding onzer welvaart, aan de ontwikkeling van ons volk.
Gedurende 's Konings regeering werden onze staatsspoor
wegen aangelegd, onze havens en waterwegen verbeterd,
groote werken van openbaar nut ondernomen. De binnen-
landsche tolliniën werden opgeheven, onze tarieven verlaagd,
onze accijnsen gedeeltelijk afgeschaft. Onze nijverheid
verkreeg eene nieuwe vlucht, onze handel nam met ieder
jaar toe, het telegraafwezen werd ingevoerd, het postwezen
verbeterd, stoomvaartdiensten op Oost-Indië en Noord-
America werden tot stand gebracht. Onze landbouw geraakte,
begunstigd door het vrij verkeer, tot vroeger nooit gekenden
bloei. Overal in den lande heerscbten beweging en voor
uitgang, overal waren de bewijzen van voorspoed zichtbaar.
De bevolking nam belangrijk toe, steden en dorpen, vooral
de aan de spoorwegen gelegene, werden uitgebouwd en
verfraaid. Door schulddelging mochten wij miljoenen aan
renten besparen en voor nuttige doeleinden aanwenden.
In onze West-Indische koloniën werd de slavernij geheel
afgeschaft. Voor het onderwijs werd meer gedaan dan
ooit te voren, het lager hervormd, het middelbaar geschapen,
beide werden met ijver en mildheid bevorderd. Zie, al
gedenken wij ook de rampen, die ons vaderland in denzelfden
tijd getroffen hebben (cholera, veepest, overstroomingen en
groote branden), hoe helt de schaal ten goede over, hoe
begunstigd waren wij boven andere volken, hoe gelukkig
was onze tijd boven vorige tijden, hoe gezegend was de
regeering des Konings!
Dat alles stemt ons ook tot dankbaarheid bij ons vreug
debetoon, tot dankbaarheid, die onze feestviering heiligt.
Eere brengen wij op onzen feestdag den Koning, dien wij
als het hoofd van onzen Staat eerbiedigen en liefhebben,
maar eere vooral ook aan den Koning der Koningen, den
almachtigen God, van wien alle goede giften en gaven
afdalen. Hem bovenal onze dank gewijd, die ons met
vrijheid, voorspoed en een goeden Koning heeft beschonken,
die Nederland en Oranje tot elkander heeft gebracht.
Beware Hij onzen Koning nog vele jaren het leven, en
doe Hij het Huis van Oranje in ons middelen zetelen tot
in lengte van dagen 1
Binnenland.
HELDER en NIEUWEDIEP, 9 Mei.
De uitslag der verkiezing voor twee leden der Provin
ciale Staten alhier is als volgt. Er zijn uitgebragt 161 geldige
stemmen. Herkozen de heeren mr. K. J. C. Stakman Bosse
met 148 en S. Keijser Sz. met 134 stemmen. Verder zijn
uitgebragt op de heeren A. B. Mentz 7, P. Altena er, W.
H. Bruno Bok ieder 3 en R. Boomsma 2 stemmen.
Te Scliagen zijn gekozen de heeren H. Koomen met 603
en K. Breebaart met 537 stemmen. Op den heer C. E.
Perk waren 331, op den heer Th. J. Wallerl80 stemmen
uitgebragt.
Te Alkmaar is gekozen de heer mr. D. F. van Leeuwen
met 262 stemmen. Op den heer P. A. van der Drift
waren 128 stemmen uitgebragt.
Te Hoorn is gekozen de heer jhr. mr. D. van Akerlaken,
Te Enkhuizen zijn herkozen de heeren K. de Jong en
R. Kooijman Pz.
De mailboot Madura, van Batavia naar hier, is den
4 dezer te Suez aangekomen en den 7den het kanaal
ingegaan.
Ook in de Dijkstraat, Zwaanstraat en Langestraat zijn
eerepoorten opgerigt en allerwege in de gemeente ontwaart
men het maken van aanstalten voor het weldra te vieren
feest. Het feestprogramma is heden in het licht verschenen
het voorspelt een paar genotrijke dagen.
Door onzen vroegeren plaatsgenoot, den heer P.IIaagsma,
zijn met het oog op de aanstaande feesten in het licht
gegeven twee werkjes, waarvan wij de kennismaking wel
kunnen aanbevelen. De titels zijn: 1. Gezangen bij de
feestviering der 25jarige.regering van Z. M. Willem III
als Koning der Nederlanden; en 2. Gelegenheidsreis 1849
1874. De gedichtjes laten zich vrij goed lezen en behoeven
niet onder te doen voor verreweg de meeste gelegenheids—
s zangen. Het prozastukje munt uit door eene, inzonderheid
voor zeevarenden, aangename inkleeding.
De permanente commissie der Israëlietische kerk heeft
de opperrabbijnen en assessoren in het Rijk uitgenoodigd,
met de kerkbesturen in hun ressort in overleg te treden
tot regeling der godsdienstige viering van den 25sten ver
jaardag van Z. M. troonsbestijging, opZaturdag, den 12 Mei
onmiddelijk voorafgaande, of den omiddelijk daaropvolgenden.
Z. M. de Koning, daartoe door het centraal comité
van den Nederl. Weerbaarheidsbond aangezocht, heeft
goedgevonden de bestuursleden en officieren van de.Nederl.
Weerbaarheids-vereenigingen den 13 dezer te Amsterdam
te ontvangen. Deze ontvangst zal geschieden in het gebouw
van het feest-concours buiten de Willemspoort.
Het aantal kinderen dat gecontribueerd heeft tot het
kindergeschenk aan Z. M. den Koning bedraagt ongeveer
400,000.
Naar men zegt zou de Prins van Edinburg, schoonzoon
van den Keizer van Rusland, hier te lande komen om zijn
schoonvader te begroeten en naar Engeland te geleiden.
Te midden van tal van geschriften, bestemd tot
genoegen en nut van het lezend publiek, is bij oud en jong
steeds in groote mate de aandacht gevestigd geweest op
„De Aarde en hare Volkenuitgave van de heeren
Kruseman en Tjeenk Willink. Door keurige platen zoowel
als door hoogstbelangrijke beschrijvingen van landen en
volken, muntte dit werk steeds uit en bleef het ook na de
eerste lezing zijne waarde behouden. De reisverhalen, de tafe-
reelen der zeden en gewoonten van de onderscheidene volken,
de beschrijvingen van belangwekkende natuurtooneelen,
werden blijkbaar aan de beste schrijvers en verhalers ontleend,
uit de geschriften van hen, die heinde en verre die oorden
bezochten. De reeds verschenen afleveringen van den tegen-
woordigen jaargang toonen duidelijk aan dat redactie en
uitgever voortstreven, ten einde dit werk hoe langer hoe meer
aan zijn titel te doen beantwoorden. Wij meenen wél te
doen met de aandacht op deze uitgave te vestigen; er
wordt veel gelezen dat verreweg zoo belangrijk en wetens
waardig niet is als deze nuttige uitspanningslectuur.
De heer J. H. Maronier spreekt in „de Hervorming"
het gerucht tegen, dat pèreHyaciuthe de aanzienlijke som(flOOO)
hem voor zijne overkomst naar Leiden geschonken, bedongen
had. De heer Maronier kan het tegendeel verzekeren.
Hyacinthe had zich met vergoeding der reiskosten tevreden
gesteld.
Eene voor acht dagen te Noordwolae (gem. West
stellingwerf) gehouden bruiloft eindigde hoogst treurig.
De bruidegom, die wegens eene aanvankelijk ligte onge
steldheid de partij niet bijwoonde, was aan 't einde daarvan
een lijk.
Z. K. H. Prins Frederik is jl. Donderdag avond uit
Neuwied te 's Hage teruggekeerd.
In het hotêl Paulez te 's Hage is afgestapt de markies
d'Assche, uit Brussel, wien de hooge eer is te beurt gevallen
om namens Z. M. den Koning van België HD. gelukwenschen
aan Z. M. onzen geëerbiedigden Koning over te brengen
met zijne 25jarige regering. De gezant is vergezeld van
vier secretarissen.
Tot hetzelfde doel wordt eerstdaags te 's Hage verwacht
de heer Servais, president van de Luxemburgsche Volks
vertegenwoordiging. (V.)
Gisteren is te 's Hage aangevangen het verligt
examen voor onderofficieren, dingende naar den rang van
2den luit. der infanterie.
Men schrijft uit 's Hage aan de N. A. Crt.
„Zonder al te veel mij op het gebied der voorspellingen
te wagen, kan ik u toch wel mededeelen, dat, naar het
zich hier laat aanzien, het wetsontwerp tot afschaffing van
den zeepaccijns zal worden aangenomen, maar dat omtrent
het hooger onderwijs een nader uitstel van behandeling,
tot na het einde van het zittingsjaar, waarschijnlijk is te
achten."
Jl. Woensdag ongeveer half vier werden de heer
J. Colijn en zijne huisgenooten, aan de Bomkade, te
Dordrecht woonachtig, uit hunnen slaap gewekt door een
geweldig knallen, gevolgd door een dikken rook, zoodat
zij niet anders dachten dan dat het geheele onderhuis in
brand stond en zij zich (allen sliepen boven) langs een
plank naar beneden lieten glijden, met uitzondering van de
meid, die, op een ander gedeelte van het bovenhuis
slapende, nog gelegenheid had half gekleed langs de achter
deur een goed heenkomen te zoeken. Toen allen in vei
ligheid waren en men in het onderhuis een onderzoek
instelde, bleek het, dat het knallen en de rook veroorzaakt
waren door het zelfontbranden van 5 flesschen met ben-
gaalsch vuur, welke bij den heer Colijn ter bewaring
waren gesteld om dien dag met de Schoonhovensche boot
geëxpedieerd te worden. Gelukkig dat door den dikken
rook de vlam geene gelegenheid had zich verder mede te
deelen, zoodat alleen de zolder eenigzins geschroeid was
en de twee inmiddels aangerukte brandspuiten geene dienst
behoefden te doen. (D. C.)
In de laatste acht dagen zijn in de provincie Utrecht
meer dan 100 paarden door Fransche handelaren aange
kocht, meestal paarden van drie en vierjarigen leeftijd;
gemiddeld werd daarvoor tot f 500 per stuk betaald.
In den nacht van 7 Mei brak te Breda een hevige
brand uit, midden in de digt bevolkte Brugstraat. In
korten tijd lag een geheel huis en achterhuis in de asch.
Ondanks de goede werking van tal van spuiten was men
ten zes uur den brand eerst meester. Het tapijtmagazijn
van den heer Kimmel en de timmermanswinkel van den
heer Vermeulen zijn totaal uitgebrand.
Een droevig ongeluk valt hierbij te betreuren. Een
oude zieke dame, die boven Kimmel woonde, heeft men niet
kunnen reddenhaar lijk is later verbrand en vreeselijk
verminkt uit de puinhoopen gehaald.
De Arnh. Crt. kan een enkel woord van protest
niet onderdrukken om den feestdag van Koning en volk
te exploiteren. Het volgende ontleenen wij aan een hoofd
artikel dat genoemd blad daaraan wijdt
„Maar zoo wij op de feestvreugde en de feesten zeiven
geen aanmerking hebben, er is toch iets dat ons en zeker
zeer velen met ons hindert. Er heerscht een streven om
die sympathie van het Nederlandsche volk voor zijn con-
stitutionelen Koning te exploiteren om „er van te halen
wat er van te krijgen is." Het ligt mogelijk aan ons,
maar wij vertrouwen de inspiratie niet van die tallooze
gelegenheids-boeken en gelegenheids-verzen. Wel is het
zeker dat deze of gene letterkundige of dichter zich bijzonder
opgewekt gevoelde, om bij gelegenheid van des Konings
vijf-en-twintigjarige regering zijn hart uit te storten, en
voor de zoodanigen maken wij gaarne eene uitzondering;
maar wij vreezen dat aan het meeretideel dier litteraire
voortbrengselen de ondernemingsgeest der uitgevers en
boekhandelaren meer schuld heeft dan vaderlandsliefde of
dichterlijke aandrift. Openhartig gesproken, wel verre van
onzen feestzin te voelen stijgen, worden wij onaangenaam
te moede bij dien stortvloed van coupletten, op allerlei
wijzen te zingen; die met inspanning van alle rijmkrachten
aaneengehaakte regels, waaraan vorst en borst, Oranje en
Spanje, eeuw en leeuw, sieren en vieren, feest en geest
enz. een zweem van poëzie moeten geven.
Doch niet alleen de letterkunde offert dit bijna zouden
wij zeggen onheilig vuur op het altaar der dankbaarheid
ook anderen hebhen van den 12den Mei eene zaak van
speculatie gemaakt. Het Nederlandsche volk wordt van
alle zijden aangelokt om gelegenheids-voorwerpen te koopen
en tot gelegenheids-zaken mede te werken. Het is eene
rage, eene manie gewordenelk wil er iets aan verdienen
of er zijne kosten uithalen; het verbaast ons nog slechts,
dat niemand op het denkbeeld is gekomen om op 12 Mei
begrafenissen te organiseren voor hen, welke op dien dag
mogten verlangen begraven te worden. Men kan schier
geen winkel voorbijgaan, of er is iets toepasselijks uitge
stald, dat wel beschouwd volstrekt niet toepasselijk is,
maar slechts als zoodanig is gedecreteerd, en wanneer men
niet beter wist, zou men bijna overhellen om te gelooven,
dat het Krooningsfeest meer expresselijk is uitgedacht om
den bloei onzer kleine nationale industrie en van ons nati
onaal vertier te bevorderen. Het feest wordt op die wijze
meer middel dan doel en voor hem, die zich niet door den
schijn laat verblinden, maar een weinig dieper doordenkt,
verliest het ten eenenmale het karakter, hetwelk men er
zoo gaarne aan zou blijven toekennen. Men krijgt een
tegenzin in die gemaakte feestvreugde, in dat vertoon
waaronder het wezen geheel bedolven wordt."
Op de jl. Donderdag te Zutphen gehouden tweede
en laatste linnenmarkt in dit jaar werden aangevoerd 1030
rollen of 26,000 meter linnen. Voor het witte linnen werd
betaald 40 a 50 c., voor het grijze 24 40 c. per meter.
De handel was ditmaal redelijk geanimeerd.
De heer mr. J. Nanninga Uitterdijk oppert in de
Kamp. Crt. het denkbeeld, om ten voordeele der nagelatene
betrekkingen der gesneuvelden in Atsjin alsmede de ver
minkten in die expeditie, op 12 Mei in elke gemeente van
ons land bussen te stellen met het opschrift„Voor Atsjin",
omdat ieder Nederlander in de gelegenheid zij te midden
van de feestvreugde te denken aan den pligt, die op hem
rust, om iets af te zonderen voor hen, die in dezen krijg
ongelukkig zijn geworden.
Te Leeuwarden bij H. Kuipers is dezer dagen van
de pers gekomen eene brochure van den heer dr. J. G.
Ottema, getiteld: De Koninklijke Akademie en het Oera
Linda Boek. Belangrijk in dit vlugschrift vooral is het hoogst
gunstig oordeel door den bekenden taalkenner, dr. E. Verwijs,
in een brief aan den heer Over de Linden, geuit over het
bekende Handschrift. Verder wordt daarin medegedeeld
hoe het Handschrift in handen van den vorigen bezitter
is gekomen en wat door den heer Ottema is verrigt om
den inhoud onder de aandacht van het lezend publiek te
brengen, en de waarde er van te doen erkennen.
Uit het noorden des lands meldt men, dat de bijkers met
hun „koningrijken" naar de koolzaadakkers in Noordholland
zijn vertrokken. De staat der bijen is aanvankelijk gunstig,
de meeste korven zijn goed door den winter gekomen en
beloven veel honig, althans bij behoorlijken bloeitijd der
zomervruchten.
Legio zijn de groote en kleine industriën, die bij feesten
als de aanstaande worden uitgedacht en uitgeoefend. Een
der velen, te curieus om niet te vermelden, deelt de Amst.
Crt. mede. In verschillende volkrijke buurten te Amsterdam
leest men aankondigingen als deze: Hier bewaart men
kinderen op 12 Mei tegen een civielen prijs, van des morgens
8 tot des avonds 12 uur, voorzien van middagkost." (Woor
delijk aldus afgeschreven.) Aan ouders, die vooraf toch
wel zouden willen berekenen wat het hun ongeveer kosten
moet om te kunnen gaan kijken, zonder door de zorg voor
hun kroost verhinderd te wordeu of het aan zijn lot over
te laten, en die de uitdrukking civiele prijs" wat rekkelijk
vinden, kunnen wij mededeelen dat de hoogste noteering,
die wij aantroffen „een kwartje per kind" is. Welligt wordt
bij partij een billijke korting toegestaan.
Niet de Kroonprins van Denemarken, maar de
Koning zelf zal zich dezen zomer naar IJsland begeven,
ten einde deel te nemen aan het duizendjarig jubilaeum.
De nieuwbenoemde surnumerair bij de posterijen K. J. L. Bolomey
is voorloopig ten postkantore alhier geplaatst.
Bij liet wapen der artillerie is o. a. benoemd tot kapt. 2de kl.,
(naar ouderdom van rang) de lste luit. W. P. Stakman, van het corps.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 7 Mei. De beraadslagingen zijn aan
gevangen over de wijziging der bepalingen nopens de beperkte
handligting. Het grootste bezwaar was dat het ontwerp zich niet
enkel bepaalde tot wering van misbruiken met afschrijving van
kapitalen op het grootboek, maar verder gaat en andere wijzingen
maakt omtrent de handligting: dit moest niet partieel geregeld worden.
Zitting vau Vrijdag 8 Mei. Het ontwerp tot wijziging der
artt. 480485 van het burgerlijk wetboek, nopens de beperkte
handligting, is in hoofdzaak onveranderd en ongeamendeerd aauge-
nomen, met 45 tegen 10 stemmen. Het ontwerp op de regterlijke
tucht zal voorloopig niet behandeld worden. De Kamer is daarna
op reces gescheiden.
Blijkens het uitvoerig afdeelingsverslag der Kamer omtrent
het wetsontwerp nopens den ijk van gasmeters heeft de Commissie
vau Rapporteurs, daar ook zij een op zichzelf staande regeling van
den ijk der gasmeters wenschelijk acht, gevraagd of de Regering
er bezwaar in zou zien, de daaromtrent vast te stellen bepalingen,
los te maken van de wet van 1869 en het onderwerp te doen worden
van een geheel nieuwe wet.
De Regering heeft die vraag ontkennend beantwoord, maar de
Commissie vau Rapporteurs is door dat antwoord niet overtuigd,
dat het onraadzaam zou zijn de vast te stellen bepalingen omtrent
den ijk der gasmeters het onderwerp te doen uitmaken van een
geheel nieuwe afzonderlijke wet.
B u ite n I a n d.
België.
In de Indépendance is thans opgenomen het relaas
van het overleg der regering, hetwelk voorafging aan de
beruchte verklaring door den hertog de Gramont, als
minister van Biunenlandsche Zaken, in de zitting der
Kamer van den 6 Julij 1870 voorgelezen, welke verklaring
de eerste, maar beslissende stap was tot den oorlog met
Duitschland. Daaruit blijkt, dat Napoleon aanvankelijk
geneigd was om den vrede te handhaven, maar door den
invloed der regering er toe gebragt was om den oorlog te
verklaren, ofschoon hij zelf al het gewaagde van die onder
neming inzag.
Frankrijk.
Maarschalk Mac Mahon heeft zijne inspectiereis aan-