Onze Plaatselijke Feestviering-
Benoemingen, enz.
Gaan wij zóó, naauw vereenigd, op den tot hiertoe
gevolgden weg voort!
Spannen wij, elk in zijn kring, onze krachten
in, om de belangen van het Vaderland, dat ons
dierbaar is, te bevorderen, om het op de plaats,
die het te midden der beschaafde volken inneemt,
met eere te handhaven.
Amsterdam, 12 Mei 1874. WILLEM.
Bij de plegtigheid in de Nieuwe Kerk was de Koning
gekleed in generaals uniform, de Koningin in blaauwe zijde
met witte shawl en prachtig kantwerk. Zij was getooid
met een prachtigen diamanten diadeem en een witten sluijer.
Het U. D. bevat onder den titel: 12 Mei 1874, het
volgende gedicht van dr. N. Beets.
Meidorens zenden zoeten geur
Aan frissche oranjes tegen
Lief bloemgewas van elke kleur
Ontwaakt op veld en wegen
De steden zijn met groen \crsierd,
Met slingers, bogen, kransen,
De feestklok luidt, de feestvlag zwiert
En wappert van de transen.
De vorst heeft vijf-en-twintig jaar
Zijn Koningskroon gedragen,
En nog valt zij zijn hoofd niet zwaar
Bij 't klimmen van zijn dagen.
God spaar die kroon! God spaar dat hoofd!
Uw hart, uw huis, mijn Koning!
Uw levenszon blinke onverdoofd,
Als op den dag der krooning.
Ga voort, trouw Volk! met nieuwe vreugd,
Naar 's Hemels welbehagen,
Door kinderliefde en burgerdeugd
Zijn staf en stoel te schragen!
Strik vaster nog uw eendragtsband,
In schaduw van de olijven,
En moog, in 't dankbaar Nederland,
Zijn kleur oranje blijven!
Het kindergeschenk aan den Koning is gisteren morgen
aan Z. M. ten paleize aangeboden door eene deputatie van
13 Amsterdamsche kinderen. De burgerweesjongen Willem
Hendrik Cornelissen voerde het woord. De Koning ant
woordde Dank je wel, van Speijkje. Denk je ook bij de
Marine te komen?
Namens de Nederlandsche Vrijmetselarij is op 12 Mei
door Prins Frederik der Nederlanden den Koning een
adres van hulde aangeboden. Tevens heeft genoemde
Orde eenen gedenkpenning doen slaan, welke in goud,
zilver en hrons aan Z. M. den Koning, en in zilver en
brons aan de overige leden van het Koninklijk Huis zou
worden aangeboden.
Het geschenk, dat door de officieren der schutterij
aan Z. M. den Koning wordt aangeboden, bestaat in een
kolossaal monumentaal plateau, vervaardigd van massief
zilver, versierd met het koninklijk wapen, de wapens der
verschillende provinciën, attributen der schutterij, en artis-
tike ornamentiek, waarin prijken de koninklijke initialen,
terwijl men op een smaakvol aangebragten band in gouden
letters leest: „Hulde aan Z. M. den Koning Willem III.
Van de officieren der schutterij.' Op den lauwer- en
eikenkrans, die de koninklijke initialen omgeven, prijken
de cijfers van het jubileum, eveneens in goud.
Dit plateau is geheel bewerkt haut relief en in den
renaissance-stijl, en is een kunststuk, waar Nederland roem
op mag dragen.
Het is ontworpen en vervaardigd in de Koninklijke
Nederlandsche fabriek van J. M. van Kempen, te Voor
schoten.
Op last van Z. D. H. den bisschop van Haarlem
zal heden in alle R. C. kerken dier stad een plegtig
Te Deurn Laudamus worden gezongen ter gelegenheid van
het vijf-en-twintigjarig jubilé van Z. M. den Koning, en
is tevens vezocht vurig te danken voor de zegeningen en
weldaden, onder zijne regering genoten.
Jl. Dingsdag werd door de te Londen wonende Neder
landers een groot feestbanket gegeven. De Nederlandsche
gezant graaf Bijlandt nam het. voorzitterschap waar en
stelde een dronk in op den Koning en wees daarin op de
goede verstandhouding tusschen Engeland en Nederland.
Berigten uit Batavia, dd. 1 April, luiden o. a.
„Tot officieele viering van de vijf-en-twintigjarige troons
beklimming van Z. M. den Koning op 12 Mei a. s. is door
de regering voor geheel Indië een som van f 300.000
beschikbaar gesteld."
Door de gezamenlijke Nederlanders te San Francisco
is aan Z M. den Koning een adres van gelukwensching
aangeboden, prachtig geborduurd op zijde en in een
foudraal van gouderts.
Volgens een bij het departement van Marine inge
komen berigt, is Zr. Ms. transportschip met stoom vermogen
Java, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee A. J. van
Mansvelt, den 12 April jl. uit de Simonsbaai naar
Nederland vertrokken.
De mailboot Koning der Nederlanden, vertrok den
11 dezer 's namiddags van Batavia.
De mailboot Celebes, van hier naar Batavia, den 10
dezer te Fort-Saïd aangekomen ging den volgenden morgen
het Kanaal in.
Behalve de tuigagie heeft het Ned. schip Djambi,
in publieke veiling te Kaapstad 1675 p. st. opgebragt.
Het blijkt zeker te zijn dat de heer von Bultzinglöwe,
burger gedelegeerde van het Roode Kruis bij de expeditie
naar Atsjin, het eerst in den kraton is geweest met een
Europeesch sergeant.
Voor zoover bekend is. zijn in den loop der week
van 3 tot en met 9 dezer in deze provincie uithoofde van
longziekte onteigend en afgemaakt 7 runderen, nl. 6 te
Haarlemmermeer en 1 te Sloten
Men meldt ons van Texel, dd. 13 dezer:
„Moge elders het krooningsfeest met geestdrift gevierd
worden, met meer enthousiasme, dan op ons eiland, 's vorsten
zilveren jubilé werd en nog wordt herdacht, kan zeker
geen feest gevierd worden. 't Is allerwege vlag en
groen wat men zietjubel, muziek en vreugdelied wat men
hoort. Men schijnt met elkander als 't ware te wedijveren,
om het feest zoo luisterrijk mogelijk te maken. Wij hopen
eerlang uitgebreider berigt omtrent onze feestviering te
kunnen mededeelen."
Ook te Schagen zijn de feestelijkheden in de beste
orde afgeloopen.
In de Kolfstraat te Dordrecht is een vierjarig kind
in een ketel met kokende pap gevallen. De vader nam
het kind oniniddelijk op en hield het onder de pomp, doch
het is spoedig overleden, waarschijnlijk nog meer van den
schrik dan van de bekomen brandwonden.
Ook te Maastricht, Groningen, Assen, Utrecht en
Kuilenburg heeft het Dingsdag gedurende de feestviering
bijna den geheelen dag geregend.
Te Soesterberg heeft jl. Zondag een jongman zijn
meisje, op den openbaren weg aldaar wandelende, met een
pistoolschot gedood. De dader is in handen van de justitie.
De Keizer van Rusland is jl. Dingsdag avond ten
10 ure te Vlissingen aangekomen, vergezeld van den Prins
van Oranje en Prins Hendrik. Hij werd ontvangen door
zijn schoonzoon, den hertog van Edinburgh, die daartoe
uit Engeland was overgekomen. Na een kort verblijf is
de Keizer vertrokken. Het keizerlijk jagt is echter in den
havenmond vastgevaren en was Woensdag morgen nog
niet los. De Prinsen hebben te Vlissingen overnacht.
(Van eene andere zijde meldt men, dat het stoomschip,
aan boord waarvan de Keizer zich bevindt, Woensdag
morgen vroegtijdig vlot is geraakt en de reis heeft voortgezet).
Daar het niet mogelijk was om den 12 Mei in kleine
plaatsen een muziekkorps te bekomen, heeft men in de
gemeente Rumpt (Gelderland) er iets anders op uitgedacht.
Op een grooten wagen zal men daar met een huisorgel
rondtrekken, waarop de hoofdonderwijzer der openbare
school de dorpelingen zal vergasten op feestmuziek en toe
passelijke liederen.
Jl. Zondag nacht heeft men te Stompwijk van den
bouwman L. de V. eene koe, die in de weide liep, de tong
uitgesneden.
Door het provinciaal kerkbestuur van Friesland is de
heer T. van Spall, na afgelegd examen, als candidaat tot
de heilige dienst toegelaten.
Gisteren zou, ter gelegenheid van 's Pausen verjaardag,
in het Vaticaan eene plegtige receptie worden gehouden.
Naar de Pall Mali Gazette uit St. Petersburg ver
neemt, zou de Grootvorst Nikolaas, zoon van den Grootvorst
Constantijn, van het opperbevel over de voorgenomen
expeditie ontheven en ten zijnen huize onder arrest gesteld
zijn. De politie onderzoekt zijne papieren.
05» 18 en 13 Mei 18J4.
Met heel het dankbare vaderland en de Vorstelijke familie
vierden de ingezetenen dezer gemeente op 12 en 13 dezer
de blijde gebeurtenis mede van den 25sten verjaardag van 's Konings
troonsbestijging. Algemeen was op de aan 't feest voorafgaande
dagen de wensch, dat het weder de feestelijke stemming mogt ver-
hoogen. Die wensch is evenwel voor een deel onvervuld ge
bleven. Den geheelen eersten feestdag regende het en was het
weêr hoogst ongunstig. De optogt des middags ten 12 ure ving
aan, en was de indruk, die zoowel de afzonderlijke groepen gaven
als die het geheel opleverde treffend en verrassend, wanneer het
weder sehoon geweest ware, zou die indruk nog veel sterker zijn
geweest. Van dit deel der feestviering heeft de Commissie, die
organiserend optrad, veel, zeer veel succes gehad.
Konden wij uitweiden over de afzonderlijke deelen van dezen
schoonen optogt, dan zouden we in de eerste plaats moeten
hulde brengen aan de werkende leden van het Israëlitisch Jon-
gelings-Collegie „Eendragt haart genoegen," die in de zin
rijke voorstelling van de 12 stammen Israëls de optogt in be
langrijkheid hebben doen toenemen. De opoffering die zij zich in
alle opzigten hebben getroost moge hun eenigermnte zijn vergoed
door den dank van Helders ingezetenen, door de waardeering van
hun uitnemend plan en de uitmuntende uitvoering er van. Toen
zij 's avonds ten huize van den president van het Collegie zich in
hun costuum hadden vereenigd, ontvingen zij zeer talrijke blijken
aller ingenomenheid. Brengen wij hulde aan dat deel van den
optogt, dat regtstreeks door de feestcommissie was georganiseerd en
roemen we daarbij de inrigting an den Landbouwwagen, den Triomf
wagen, den wagen van Nijverheid en Handel en de Reddingboot
met „den held in stormgevaar" aan het roer, wij hebben niet minder
hulde over voor de afzonderlijke groepen, als: de verschillende Ver-
eenigingen, waaronder vooral de Vischclub „Coucordia." het Werf-
personeel, het personeel der fabrieken van den heer Bosch Reitz, en
de Heldersche en Huisduiner Kustharingtrekkers.
Laatstgenoemde corporatie, uit de kustharingtrekkers bestaande,
verdient in 't bijzonder eene eervolle vermelding, voor de flinke
wijze waarop hare leden zich allen gedurende dc beide feestdagen
onderscheidden. Daarover gaat bij de feestcommissie en bij de in
gezetenen maar ééne stem op: hulde dus niet het minst aan deze
flinke mannen, niet minder dan anderen, echte Hollandsche jongens,
's Avonds bragten onderscheidene leden der feestcommissie, met
den heer president aan 't hoofd, bezoeken bij verschillende ver
gaderde corporatiën en op eenige openbare plaatsen, overal dank
brengende voor de betoonde medewerking. Overal in de gemeente
heersckte dien avond, ondanks het gure weder, eene feestelijke
stemming; duizenden bewogen zich langs de straten, vuurwerken
werden ontstoken; kortom de feestvreugde was algemeen.
Niet minder verrassend en goed georganiseerd dan de optogt op
den eersten feestdag, was die der schooljeugd op Woensdag na
middag. Een getal van 2SÜ0 leerlingen der verschillende openbare
en bijzondere scholen trok van 't Havenplein op langs de Hoofd
gracht, den Kanaalweg en de Kerkgrackt, om zich daarna te ver-
deelen, gaande naar de onderscheidene scholen terug. Begunstigd
door fraai lenteweder was de bevolking in grooten, zeer grooten
getale op de been, om van dit indrukwekkend schouwspel getuige
te zijn. Onafzienbaar was de feesttrein, die in de beste orde met
vlaggen, vaandels en banieren langs de verzamelde volksmenigte
trok. In de scholen werd de jeugd op versnaperingen onthaald.
De gondelvaart, die om de guurheid des weders Dingsdag na
middag moest worden afgewimpeld, had gisteren avond plaats en
gaf door flinke uitvoering algemeen veel genoegen. Ook nu weder
was eene ontelbare menigte op de been; vuurwerken werden
herhaaldelijk van de booten afgestoken en de vrolijke stemming,
die er alierwege heerschte, toonde allerduidelijkst, hoezeer ook
dit deel der feestviering in d^n smaak viel van het publiek.
Niet ongepast achten we het hier met erkentelijkheid te vermelden,
dat door den gezagvoerder van het Italiaansck stoomschip Madaloni
het gebruik der stoombarkas van dat vaartuig werd afgestaan voor
de gondelvaart op 't feest van onzen Koning, toen de tijdelijke
minister van Marine afwijzend beschikt had op 't verzoek om de
stoombarkas der Marine voor dit doel ten gebruike te hebben.
De machine der barkas, die aanvankelijk defect was, is, onder
de leiding van den officier-machinist van Aken, door de machinisten
Burger en Horn, met alles aan te wenden wat de kunst in dezen
vermogt, in zooverre gereed gekomen, dat het vaartuig aan het
doel beantwoordde. De bemoeijingen der genoemde heeren hebben,
bij den gunstigen afloop, aanspraak op aller waardeering.
In de Binnenhaven gekomen dreigde de goudelvaart een groote
ramp. Een ontstoken vuurpijl kwam in de kist met vuurwerk
teregt, doch door het overboord werpen der kist liep dit incident
nog gelukkig af. Alleen een der opvarenden werd eenigszins aan
't hoofd gewond.
De ingezetenen wedijverden met de commissie om alom in de
gemeente feest te doen heerschen. Overal wapperden vlaggen,
talrijk waren de versieringen van huizen en woonvertrekken. De
magazijnen van de heeren Janzen, Schade Oldenkott, Nas, de eere
poorten, reeds in vorige nommers vermeld, de wijkversieringen,
enz. toonden duidelijk aan hoezeer men op 't voetspoor der com
missie den feesttooi der gemeente bevorderde.
De ingezetenen gaven in 't algemeen door verlichting hunner
woningen en zeer velen door 't ontsteken van vuurwerk aan den
avond van de gondelvaart een feestelijk aanzien aan de gemeente
en verhoogden daardoor in groote mate het schitterende van dit
deel der feestviering.
De onderscheidene deelen van 't feest werden door flinke uit
voeringen van 't muziekkorps der Marine, onder directie van den
heer Weckesser opgeluisterd.
Aan het slot van dit verslag deelen wij mede de namen
van hen, die de Commissie hebben uitgemaakt van Hel-
der's feestviering: Mr. K. J. C. Stakman Bosse, burgemeester,
eere-voorzittermr. D. 1'. II. Aberson, president; E. L. baron
van Heeckeren van Walien, vice-presidentB. K. Boom, penning
meester; T. Mooy, secretaris; mr. Ch. Bosch Reitz, D. Aeijelts,
B. H. Polak- W. M. Camp, kolonel-stellingkommandant, eerelid;
W. Appel Jr., J. M. Brevet, G. Buhse, E. J. Bussing, A. Corver,
P, Groen, B. J. Herweijer, D. V. van Hoolwerff, H. E. A. Janzen,
S. Jaring, L. Klein, G. E. Kloosterhuis, P. Kos, L. A. Laureij,
J. C. Leich, W. J. Maalsteed, M. J. Manheim, J. F. Meijer, J.
H. de Meijer, A. G. F. van Nieuwenhuijse. H. Noot Hz., H. L.
Oudenhoven, W. F. II. van Riemsdijk, M. W. Ruijgh, J. Schuijt,
P. Uurbanus, Chr. van Veen, P. Verhey, A. B. Weber, jhr. J. A.
Wichers, A. Wonderiegem, J. Zander en C. D. Zur Mühlen.
Z. M. willende, in afwachting van de te doene meer algemeene
voordragten, voorloopig doen blijken van zijne liooge tevredenheid
over de houding van het leger bij de jongste expeditie tegen
Atsjin, en van zijne waardeering van de daarbij door den militairen
opperbevelhebber, tevens civiel regerings-eommissaris, en den twee
den bevelhebber van de gemelde expeditie op nieuw gegeven be
wijzen van moed, beleid en trouw, heeft goedgevonden in de Mili
taire Willemsorde te bevorderen: tot grootkruis Zr. Ms. adj. in
buitengew. dienst, Z. Exc. den luit.-gen. bij het leger in Nederl.-
Indiö" J. van Swieten, militair opperbevelhebber, tevens civile rege
rings-eommissaris van de tweede expeditie tegen Atsjin, en tot
kommandeur Zr. Ms. adj. in buitengew. dienst, den gen.-majoor
bij genoemd leger G. M. Verspijck, tweeden bevelhebber bij de:
gemelde expeditie.
Bij koninklijk besluit is verleend de titel van baron, overgaande
op hunne wettige mannelijke afstammelingen bij regt van eerstge
boorte, aan jhr. mr. H. II. Roëll, commissaris des Konings in de
provincie Noordholland en besloten in den Nederl. adel te ver
heffen met alle hunne wettige, zoo mannelijke als vrouwelijke af
stammelingen, mr. C. J. A. den Tex, burgemeester van Amsterdam.
In de Orde van den Nederl. Leeuw bevorderd tot comm. de
vice-adm. J. J. Wichers, en benoemd tot ridder in die orde:
jhr. mr. D. van Akerlaken; A. L. Dyserinck, pres. van de Kamer
van Kooph. en Fabr. te Haarlem; jhr. J. R. T. Ortt, inspect. van
den Waterstaat; M. C. Braat, gezagvoerder van de mailboot Koning
der Nederlanden van de Maatschappij Nederland; W. C. Klis en
J. K. van de Kruysse Pilaar, kapts. ter zee; A. J. van Mansvelt,
P. J. Buyskes, J. H. P. E. Kniphorst, W. Sluyterman van Loo
en jhr. H. O. Wichers, kapt.-luits. ter zee; W. M. Visser, luit.
ter zee le kl.D. Vreedenberg, kol.-comm. van het korps mariniersJ.
II. Stengel, luit.-kol. idemdr. F. J. van Leent, dirig. off. v. gcz.
bij de zeemagt; H. Engelsman Kleijnhens, kapt.-luit. ter zee titul.,
inspect. over het loodsw., de betonn., bebak. en verlicht, te Vlis
singen P. Roodzant, kapt.-luit. ter zee, idem idem te Hellevoetsluis.
Tot groot-officier van de Eikenkroon is benoemd: F. A.' A.
Gregory, vice-adiniraaltot officier: J. Ströhmsdorffer, J. P. M._
Gevelacr, L. G. G. van Loo, J. C. Santhageus en D. Aeijelts,
kapts. van het 7de reg. inf.D. P. C. Pottgieter van Laar, kol.
van het 4de reg. inf.J. H. van der Dussen, kapt. van het bat.
mineurs en sappeurs. k
Z. M. heeft goedgevonden in te stellen eene afzonderlijke
medaille, ter uitreiking aan allen, zonder onderscheid van rang of
graad, die deel hebben uitgemaakt van de in 1873 en 1874 of in
één dier jaren naar Atsjin gezonden, of in 1874 nog te zenden
zeemagt of expeditionaire troepen, of die daarbij in eenig burger
lijk ambt of bediening plaatselijk zijn werkzaam geweest.
De voormelde medaille zal worden vervaardigd uit het in Atsjin
gedurende de jongste expediticn veroverde geschut. Zij zal zijn
rond en verguld, dragende op de voorzijde 's Konings beeldtenis,
omringd door het gebruikelijk handschrift, en op de keerzijde het
opschrift: Atsjinomringd door een krans van lauweren
1 1873 en 1874
en eikebladeren.
Deze medaille wordt op de linkerborst gedragen aan een oranje
lint, ter breedte van 3.8 centimeter. Het lint wordt niet zonder
de medaille gedragen. De medaille wordt slechts eenmaal uitgereikt.
De minister van Oorlog, ontvangen hebbende een aantal rekesten,
waarbij door of ten behoeve van milicien-verlofgangers vrijstelling
wordt verzocht van het opkomen onder de wapenen voor de eer
lang te houden najaars-oefeningen, heeft ter kennis van de adres
santen gebragt, dat de belangen van de dienst niet toelaten hun
verzoek te bewilligen.
Te dezer gelegenheid worden de betrokken miliciens herinnerd,
dat zij, die wegens ziekte niet op den bepaalden dag onder de
wapenen komen, overeenkomstig de daaromtrent bestaande voor
schriften, zich na hunne herstelling bij hun corps zullen moeten
vervoegen, ten einde gedurende zes weken in den wapenhandel te
wórden geoefend.