1874. N°. 61.
Vrijdag 22 Mei.
32 Jaargang.
Het Amsterdanische Programma,
INENTING EN HERINENTING.
Binnenland.
HELDERSCHE
M NlEUWEDIEPËIt COURANT.
,Wij huldigen het goede."
Verschijnt 1)ing*dag-, Donderdag- en Zatusdag namiddacr.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: 8! O L N F L E IX, SP. 183.
Prijs der Advertentiën Tan 14 regels 60 cont,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDA.OEN DER BRIEVENMAILS:
Naar Oost-Jndiêvia Triest 27 Mei 's avonds 6 u.
Marseille 22 Mei, 's avonds 6 u.
Brindiei 12 Junij, 's avonds 6 u.
Curayao en Suriname, 1 Junij, 's morg. 6 u.
Kaap de Goede Hoop, via Southampton23 Mo
's morg. 6 u.
Bij de beraadslagingen in de Tweede Kamer naar aan
leiding der interpellatie van den heer Messchert van
Vollenhoven over den oorlog met Atsjin, verrastte de heer
van Houten de natie niet alleen door zijne voor de regeering
welwillende taal, maar ook door den wensch, dat de liberale
partij, en desgelijks de anti-revolutionaire, een programma
zou vaststellen, hetgeen, naar hij hoopte, zou leiden tot
verbetering van onzen staatkundigen toestand en tot hand
having van de waardigheid der Kamer, ook tegenover de
aanvallen, waaraan vele leden dikwerf in de pers zijn
blootgesteld.
Opmerkelijk was deze wensch in den mond van den
lieer van Houten, een der erainentste leden van de fractie
der liberale partij, welke men die der jonge of geavanceerd
liberalen zou kunnen noemen en een tijd lang haar orgaan
vond in het dagblad het Noorden. Men weet hoe deze
fractie, waaraan kennis en ijver niet ontzegd mogen worden,
zich weinig verdraagzaam betoonde jegens de oudere libe
ralen vaak doctrinairen genoemd en de uit hunne
a-ijen voortgekomen ministersen, het in eene parlementaire
vergadering onmisbare gemeen overleg volslagen uit het
tsog verliezende, het tot stand komen van wetten belemmerde,
liet bestaan der liberale regeering in gevaar en de liberale
partij zelve bij het volk in discrediet bracht, en haar tot
amchteloosheid veroordeelde. De afkeuring, door de pers
iliierover te kennen gegeven, of laat ons liever aannemen
«Se ontstane overtuiging, dat de gevolgde gedragslijn geene
goede uitkomsten geven kon, maar tot schade van de
liberale zaak en van het algemeen belang voeren moest,
schijnt bedacht gemaakt te hebben op de wenschelijkheid
van een programma, tot afbakening van datgeen wat de
gezamenlijke liberale partij beoogt, wat zij, vooral nu zij
nog regeeringspartij is, door eendrachtige samenwerking
moet trachten tot stand te brengen.
Schier gelijktijdig met de redevoering van den heer van
Houten bevatten de dagbladen het bericht, dat reeds sedert
den aanvang des jaars in de residentie, met uitnemend
goed gevolg, herhaalde bijeenkomsten waren gehouden door
«en aantal leden der Tweede Kamer, behoorende tot de
verschillende nuances der liberale partij; met het doel om
eene betere aansluiting tusschen de liberale leden onderling
en een naauwer verband tusschen hen en het liberaal-
gezinde deel der natie te vestigen. Ook uit deze mede-
•deeling bemerkt men, dat de mannen van de practijk, de
Yolksvertegenwoordigers, het gevaarlijke van den toestand
•erkend hebben en hunne pogingen inspannen om hem te
verbeteren. Reeds dit is een zeer gelukkig verschijnsel;
zelfs zonder dat het door den heer van Houten verlangde
programma geformuleerd en den volke verkondigd wordt,
iis toenadering heilzaam en zal zij gunstig op de kiezers
terugwerken, onder welke beter overeenstemming en samen
werking niet minder noodig is.
Te Amsterdam b. v. bestaan twee liberale kiesvereeni-
giugen, de Grondwet en Burgerplicht, die meermalen dezelfde
candidaten voordragen en elkander steunen, maar ook
meermalen verschillende, ten bate van de tegenpartij en
tot nadeel van de liberale zaak, welke daardoor van nood
zakelijke ondersteuning in Kamer, Prov. Staten en gemeen
teraad verstoken wordt, en door dergelijke tweedrachtige
handelwijze niet in achting en invloed bij liet algemeen
-wint. Ook te Amsterdam zijn in beide kiesvereenigingen
mannen opgestaan, die begrepen, dat het zoo niet blijven
mocht, dat het anders en beter moest worden, en zeven
hunner hebben een programma ontworpen, dat zij wenschen
te doen dienen tot aansluiting, niet enkel van de liberalen
in de hoofdstad, maar ook van die in het geheele land.
Loffelijke poging, ook al zal zij het gevolg niet hebben,
hetwelk het zevental zich voorstelt!
De Standaard, het orgaan der anti-revolutionairen, heeft
het Amsterdamsche programma met vreugde begroet. Yan
liberale zijde was dat blad meermalen aangespoord om een
programma te geven, waaruit kon blijken, hoe de anti
revolutionairen hunne beginselen als regeerende partij,
hoe de „ordonnanciën Gods", waarmede zij steeds schermen,
op het staatsbestuur zouden toepassen. „Gij hadt tot heden
geen bruikbaar programma voegt het blad den liberalen
j toe anders zoudt ge nie't eerst nu er mêe te voorschijn
komen; en gij waart nog wel jaren regeerings-partijEn
I wilt gij nu reeds van ons, anti-revolutionairen, die pas
beginnen te leven en volstrekt geen aanspraak op het
i gezag maken, een regeeringsprogramma Hoe behendig
leze tactiek van den Standaard ook zij, eerlijk is zij niet.
Wat de Amsterdamsche heeren gemeend hebben te moeter.
geven als schema van beginselen, waarmede liberalen van
verschillende kleur zich kunnen vereenigen, is geenszins
nieuw en, meer of minder gewijzigd, vele malen elders
gezegd, b. v. nog ten vorige» jare, weinige weken vóór
de verkiezingen, door liet Handelsblad in een artikel //Het
vaandel der liberalen", ook door ons in dit blad besproken.
Wat de liberalen over het algemeen willen is voor niemand
een geheim, of door het Amsterdamsche programma open
baar geworden; en in zoo verre kan het als overbodig
beschouwd worden. Het bevat veel waarover niet het
minste verschil van gevoelen bestaat, en ten aanzieu /au
dat waaromtrent dit wel het geval is, zooals de leerplich
tigheid en het kiesrecht, eene zekere mate van rekkelijkhe d
en onbepaaldheid, waarmede vriend en vijand gelijkelijls
vrede kunnen nemen.
Gebrek aan uitvoerigheid kan het programma, dat over
volledige scheiding van Kerk en Staat, het onderwijs,
uitbreiding van het stemrecht, hervorming van 's lands
verdediging, van de rechtspleging en van het belastingstelsel,
over het sociale vraagstuk en het koloniaal beheer handelt,
niet verweten worden. Het somt op verschillend gebied
een aantal punten van wetgeving op, tot welker regeling
een tijdsbestek van vele jaren zou noodig zijn, en is dus
niet alleen een programma van beginselen, ;/een formulier
van eenigheid", maar tevens een regeeringsprogramma,
niet uitgegaan van de regeering, evenmin van de tot de
regeeringspartij behoorende Afgevaardigden, maar van 7
leden van 2 kiesvereenigingen, hetgeen aan het gezag van
het met de beste bedoelingen ontworpen stuk niet bevor
derlijk kan zijn. Het geeft, dunkt ons, in dit opzicht te
veel, veel ook wat, indien het tot uitvoering moest komen,
aanleiding tot moeilijkheid, verschil en verwijdering zou geven.
Wij betwijfelen of het wel veel meer zal uitwerken dan
de samensmelting der beide kiesvereenigingen. Voor hen,
die de liberale begrippen deelen, is een programma geen
vereischte meer, de liberale partij is in zekeren zin
eene conservatieve, eene beschermende tegen de nimmer
rustende reactie geworden, sints hare beginselen in onze
grondwet neergeschreven en door eene 25jarige toepassing
tot werkelijkheid geworden zijn. Voor hen die wetgevend
of regeerend optreden en geroepen zijn om ons volk op
het spoor van vrijheid en ontwikkeling te doen voortgaan,
eene taak den liberalen voorbehouden en hen als partij
te meer recht van bestaan gevende is het wenschelijk
eensgezind te zijn omtrent de wette» en maatregelen, welke
in de eerstvolgende jaren behooren beraamd en uitgevoerd
te worden. Eene overeenkomst omtrent de noodwendigheid,
de volgorde en de hoofdbeginselen van zulke wetten kan
gedurende een aantal jaren een richtsnoer voor eene staat
kundige partij zijn, een programma, dat vruchtbaar kan
zijn voor het vaderland, en dat, trouw gehandhaafd wor
dende, de liberalen weder kan voeren op het hun toekomende,
maar, door het te vaak voorbijzien van het voor het bestaan
der partij vereischte gemeen overleg, schier verbeurde
standpunt.
Wij hopen, dat de te 's Gravenhage gehouden samen-
sprekingen zoodanig gevolg mogen hebben. Wij vragen
niet of een programma en welk programma daar opgesteld
is, indien wij slechts bij de liberale Afgevaardigden meer
aaneensluiting, meer onderlinge waardeering, meer gemeen
overleg en partij-disciplir.e (die geenszins onafhankelijkheid
buitensluit) mogen ontdekken.
Een liberaal programma, handelende waarover allen het
eens zijn, is noodeloos; een, dat onder vage en rekbare
termen ook handelt over datgeen, waaromtrent in de eerste
tijden nog geen eenheid van inzichten te wachten is, des
gelijks. Als middel van propaganda onder hen, die wel
eens met de liberalen medegaan, maar ook wel eens met
anderen, onder de zoogenaamde vlottende kiezers, is het
evenmin dienstig, dezulken hebben behoefte aan een libe
ralen catechismus.
Door krachtig de hand te slaan aan hetgeen, volgens de
volksovertuiging, dringend verbetering behoeft, ons gebrekkig
belastingstelsel en onze kostbare en omslagtige rechtsbe-
deeling b. v. kan de liberale partij haar gezonken prestige
herstellen en zich verdienstelijk maken, ook zonder de
uitvaardiging van programma's. Dat zij het over de hoofd
zaken van dergelijke hervormingen eens zoekt te worden
is een eisch des tijds, de taak is belangrijk genoeg om den
ijver der partij te prikkelen en haar met verjeugdigd vuur
te bezielen.
Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt, ter
voldoening aan liet bepaalde bij art. 18 der wet van den 4 Decem
ber 1872 (Staatsblad No. 134) ter openbare kennis, dat, door den
plaatselijken Heelmeester, den Heer H. BITTER, op aanstaanden
DINGSDAG DEN 26 MEI des namiddags ten drie ure, in een
der localen van de werkinrigting op de K.ERKGRACHT eene
zitting zal worden gehouden tot kostelooze inenting en herinenting,
en maant belanghebbenden aan van die gelegenheid gebruik te maken.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 21 Mei 1874. L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 21 Mei.
De mailboot Prins van Oranje, van Batavia naar hier,
passeerde den 18 dezer Gibraltar; alles wel.
De mailboot Conrad is eergisterennamiddag van
Southampton naar Batavia vertrokken. Alles wel.
Men verzekert dat voor het departement van Marine
zes stoomkanonneerbooten, type Staunch, en twee stoom-
barkassen, de laatsten bestemd voor Oost-Indië, in aan
bouw zijn.
In de gewone vergadering der letterkundige afdeeling
van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, den
18 dezer te Amsterdam gehouden, werd voorlezing gedaan
van een brief van den heer L. F. Over de Linden alhier,
zich beklagende, dat in de vorige vergadering door de
Academie zonder eenig naauwgezet en wetenschappelijk
onderzoek een ongunstig oordeel was uitgesproken in de
vraag over de echtheid en geloofwaardigheid van het
bekende Oera Linda Bock. Er werd besloten aan den
hqer Over de Linden een afdruk der notulen te zenden,
waaruit kan blijken, dat de Academie zich niet heeft uit
gelaten over de authenticiteit van het Oera Linda Bock,
maar alleen van oordeel was, dat het vereischte onderzoek
niet op den weg der vergadering lag en het alzoo niet
wenschelijk was, eene commissie te benoemen, ten einde
de in dezen verlangde voorlichting te verschaffen.
In een schrijven uit Atsjin van den 15 Maart
meldt een der dekofficieren, dat de land- en zeemagt in
Indië zich uitstekend hebben gedragen en het vaderland
trotsch op haar wezen mag. //Ik heb," zegt hij, „de expe
ditie tegen Bali, Boni en Borneo meêgemaakt, maar deze
oorlog spant de kroon. Wij hadden te strijden tegen een
vijand, die zijn grond hardnekkig verdedigde. Thans is hij
rustig; veel hoofden hebben zich aan het Nederlandsch
gezag onderworpen en in bijna alle kampongs wappert de
Nederlandsche vlag. Naar mijn inzien zal Atsjin met den
tijd wel eene goede kolonie worden, want het is een goed
en vruchtbaar land en zeer voordeelig gelegen voor den
handel."
De schrijver maakt met lof gewag van de diensten door
het verbeterde schietgeweer en geschut bewezen en getuigt
van het krachtig effect, dat het vuur van de „Zeeland"
heeft uitgeoefend, die van 9 tot 30 Dec. niet minder dan
11,000 kilogrammen buskruid verschoot en 2600 kogels,
die eene goede uitwerking hadden. De krijgsgevangen
Atsjinezen moeten dan ook verklaard hebben, dat zij veel
banger waren voor dit oorlogschip dan voor de geweren
der soldaten. (Arnh. Crt.)
Z. M. heeft een eigenhandig schrijven van geluk-
wensching ontvangen van Z. H. den Paus.
Aan Z. M. den Koning is den 12 Mei te Amsterdam
het volgende adres gerigt:
Sire
„Het Nederlandsch-Israelietisch kerkgenootschap, ver
tegenwoordigd door zijn centraal gezag, acht zich gelukkig
de tolk der eerbiedige gevoelens van alle Nederlandsche
Israëlieten te zijn bij gelegenheid der herdenking van
Uwer Majesteit 25jarige regering. Was die regering
gelukkig en voorspoedig voor het vaderland het Neder-
landsch-Israëlietisch kerkgenootschap mag zich in het
bijzonder verheugen, dat in dit belangrijk tijdvak, onder
Uwer Majesteits liberale regering, vele wetten en maat
regelen zijn tot stand gekomen, die de grondwettelijke
gelijkheid en bescherming van alle gezindheden waarborgen
en ook aan de Nederlandsch-Israëiitische kerk hebben ge
geven die mate van zelfstandigheid en zelfregeling, waarop
zij binnen de grenzen der grondwet den hoogsten prijs stelt.
Maar, Sire! al zijn die banden tusschen kerk en staat
losser geworden, de verknochtheid, die van oudsher bij de
Nederlandsche Israëlieten jegens het huis van Oranje heeft
bestaan, is niet veranderd, maar zoo mogelijk toegenomeu.
Als Nederlanders deelen zij in de liefde, die het gansche
volk U toedraagt als Israëlieten waardeeren zij des te
meer de instellingen, die de eenheid der natie verzekeren
en hare krachten onder Uwer Majesteits verlichte regering