Benoemingen, enz.
hebben verhoogd, naarmate elders nog voor kerkelijke
vrijheid en staatkundige gelijkheid wordt geleden en ge
streden. Zij zijn er trotsch op den naam van Nederlandsehe
Israëlieten te dragen, omdat zij er prijs op stellen aan het
vaderland te behooren en omdat zij weten, dat wie aan
Nederland behoort door Oranje wordt beschermd.
Moge het den Algoede behagen, Uwe Majesteit, omringd
van Haar, die aar. uwen troon zooveel luister bijzet, en
van de vorstelijke telgen, die der monarchie en het vader
land gelijkelijk tot eer en steun strekken, te sparen, in
lengte van dagen, tot heil van het lieve vaderland."
Amsterdam, 12 Mei 1874.
In naam der centrale commissie tot de algemeene
zaken van het Nederlandsch-Israëlietischkerk -
genootschap.
De permanente commissie,
van Nierop, Voorzitter.
van Ameringen, Secretaris.
Door de Nederl. Handelmaatschappij zijn bevracht de
volgende schepen, als: Antoinette, Wilhelmir.a Clara,
Pauline Constantia Eleonore, Telanak, Noordzee-Kanaal
en Thorbecke.
Jl. Dingsdag is door het provinciaal bestuur van
Noordholland o. a. aanbesteed: liet bouwen van eene school
te Veerburg, gemeente Anna Paulowna; minste inschrijver
de heer P. Wilms, te Anna Paulowna voor f 16,586.
Op den 12 en 13 dezer werd ook te Vlieland luisterrijk
feest gevierd; alhoewel het weder ongunstig was, werd er
Dingsdag voormiddags een optogt gehouden, die des namid
dags werd herhaald.
Woensdag was het weder veel beter, en werd de
optogt herhaald, in vereeniging met het loodspersoneel
en gevolgd door de schooljeugd. Donderdag namiddag
hebben er vermakelijkheden van de schooljeugd plaats
gehad. De woning van den burgemeester was prachtig
versierd, en des avonds was eene illuminatie ontstoken.
Men schrijft ons uit Callantsoog:
„Hoewel het algemeene Nederlandsehe feest in onze
gemeente op den 12 dezer niet is gevierd, maar tot een
lateren dag is uitgesteld geworden, is de gedenkwaardige
dag toch niet onopgemerkt voorbijgegaan.
Van alle woningen, alsmede van het raadhuis en van
den toren, wapperde reeds vroeg de vaderlandsche driekleur.
Om 8 ure, het begin van den gewonen morgenschooltijd,
verzamelde zich een 40 tal der meestgevorderde leerlingen
in het schoolgebouw, om vervolgens met den onderwijzer,
een bezoek aan enkele naburige dorpen te brengen. Vooraf
werd onder het zingen van feestliederen eene wandeling
door het dorp gedaan en daarna werd de togt aangevangen.
Eerst werd een bezoek aan het Zand gebragt. Daar hadden
de kinderen gelegenheid, den praclitigen optogt te bewonderen.
Zoo iets toch hadden hunne oogen nog nooit aanschouwd.
Vervolgens begaf de kinderstoet zich over Keinsmerbrug
naar Schagerbrug en werd er eindelijk, trots het regenachtige
weder een uitstapje naar Schagen ondernomen. Overal
werden de kleinen met gejuich begroet, doch de ontvangst
welke hun door eenige ingezetenen van Schagen werd
bereid, overtrof al het andere. In de feesttent werd de
schare op onbekrompen wijze onthaald en daarna werd zij,
op voorstel van den heer L. Hornong, kosteloos met rij
tuigen huiswaarts gebragt.
Eere den ingezetenen van Schagen, die het hunne hebben
bijgedragen tot verhooging der feestvreugde van de jeugd
van Callantsoog! Nimmer zal hunne daad uit het geheugen
van onderwijzer en kinderen en van allen, die tot deze in
betrekking staan, worden gewischt!"
Men meldt uit NoordscharwoudeOp Dingsdag
12 dezer en Hemelvaartsdag had alhier de feestviering
plaats ter herdenking van 's Konings vijf-en-twintigjarige
regering. Het feest werd geopend met eene godsdienstige
zamenkomst in de Hervormde kerk, waar de predikant
eene toepasselijk rede hield, die afgewisseld werd door het.
gezang van de Liedertafel „Orpheus" en van de gemeente.
Na den afloop dezer godsdienstige zamenkomst werd de
schooljeugd onthaald, in tegenwoordigheid van hare ouders
en vele belangstellenden, in het feestelijk versierde lokaal
van P. de Geus Dz., en werden de bedeelden door een
extra gift verblijd. Dingsdagavond had er eene feestelijke
zamenkomst plaats van een groot aantal inwoners uit deze
en naburige gemeenten, bij welke gelegenheid de genoemde
liedertafel wederom welwillend verscheidene zangstukken
uitvoerde en menig hartelijk vaderlandsch woord gesproken
werd. Op Hemelvaartsdag had de optogt der school
kinderen plaats, die door goccl weder begunstigd, in de
beste orde afliep. Onderscheidene inwoners onthaalden de
kinderen op versnaperingen. Na den afloop van den optogt
ontvingen de kinderen de hun toegedachte feestprenten en
boekjes. Zoowel de kinderen als de overigen, die aan de
eenvoudige feestviering deelgenomen hebben, bewaren er
een aangenamen indruk van.
Op de overige dorpen van den LangedijkOudkarspel,
Zuidscharwoude en Broek op Langedijk, heeft het mede
niet aan feestelijkheden ontbroken. Te Broek' heeft men
zich tot een schoolfeest bepaald. Te Oudkarspel en te
Zuidscharwoude hadden volksspelen, optogten, zang- en
rederijkersuitvoeringen plaats. Jammer, dat sommige der
feestbedrijven door ongunstig weder niet dien indruk maakten
welken zij anders hadden kunnen te weeg brengen. Te
Zuidscharwoude en te Broek werd de feestviering ook ge
opend met eene godsdienstoefening.
De 12 dezer was voor de ingezetenen van Kolhorn
een ware feestdag. Het feest werd ten 81 ure door het
zanggezelschap in de kolfbaan geopend door het zingen
van eenige vaderlandsche liederen. De schooljeugd hield
een optogt. Volksspelen hadden plaats, alsturfrapen,
tobbevaren, tonrijden, roeiwedstrijd, hardloopen, enz. Alles
liep, niettegenstaande het ongunstige weer in de beste orde
af. Op de bruggen van den Waard- en Groetpolder
waren sierlijke eerepoorten opgerigt alsmede voor den ingang
van het directiehuis van Waard en Groet en in het midden
van Kolhorn. De illuminatie had den 14den plaats en
voldeed algemeen.
Onder voorzitting van Z. K. H. Prins Hendrik isjl. j
Dingsdag in het lokaal „Eensgezindheid" te Amsterdam de
algemeene vergadering gehouden van aandeelhouders in de
Stoomvaart—Maatschappij „Nederland." Het verslag lokte
geene aanmerkingen uit en de balans werd goedgekeurd.
Een Duitscher heeft in de Pieter-Jacobstraat te
Amsterdam, geld verteerende in een der danshuizen, een
bankbillet van 300 thalcr willen wisselen, en bood f 50
winst aan wie hem die dienst bewijzen kon en wilde. Hij
stootte bij meer dan een persoon het hoofd. Eindelijk vond
hij personen die zich lieten verlokken voor nog ruimer
winst, men zegt f 100, het billet te wisselen. Sedert is
gebleken dat het billet valsch was.
Jl. Maandagmorgen is door een jongen op de
Regulierstrracht te Amsterdam eene vrouwenhand gevonden
met een glacé handschoen bedekt. Hij heeft het voorwerp
gedeponeerd aan het politiebureau op het Leidscheplein,
van waar het naar het gasthuis is ovei'gebragt. Ver
moedelijk de oude (leelijke) grap, meermalen door leerlingen
in de chirurgie uitgevoerd. (Amst. Crt.)
De Tijd meldt dat de heer August Wils, van Rotter
dam, sedert don Alfonso's terugkeer in Katalonië, door
den infant thans definitief benoemd is tot kommandant der
zouaven. Kommandant Wils berijdt thans hetzelfde paard,
dat zijnen- bij Igualada gesneuvelden broeder Ignace heeft
toebehoord.
Do oud-professor J. W. Brouwers, thans R. C.
pastoor aan de Hand van Leiden (waar hij een schoone
gothische kerk bouwt) heeft dezer dagen op zeer heusche
wijze de oud-Hollandsche gastvrijheid in practijk gebragt.
De huzaren, die naar 's Hage trokken, maakten een halt
in de nabijheid der nederige pastorie,'s morgens ten 81 ure.
De pastoor begaf zich terstond tot den commandeerenden
officier (baron van Lijnden?) en noodigde hem uit, met de
andere officieren een klein ontbijt in de pastorie te komen
gebruiken. Dit vriendelijke aanbod werd op de meest
gracieuse wijze aangenomen, en de bescheiden verontschul
diging van den kommandant, ten aanzien van eenige
verversching den 150 man kavalleristen aan te bieden, vond
bij den pastoor geen ingang. Hij liet terstond een vaatje
bier opensteken en een kistje sigaren werd den manschappen
prijsgegeven.
In de Ilaagsche Nieuwsbode komt het volgend inge
zonden stuk voor, dat ook hier eene plaats behoort te
vinden, wijl wij indertijd medewerkten om het plan van
A. Z. algemeen bekend te doen worden.
„Rotterdam, 14 Mei.
De ondergeteekende brengt door dezen aan A. Z., schrijver
van het ingezonden stuk in de Ilaagsche Nieuwsbode, waarin
hij de kinderen, die 12 Mei 14 jaar of daaronder werden,
opriep om zich schriftelijk bij de redactie van genoemd blad
aan te melden, zijnen hartelijken dank voor de verrassende
teleurstelling, die hij op 12 Mei jl. den jarigen kinderen
bereid heeft. Een der jarige jongens."
Het Vad. verneemt, dat, Z. M. de Koning na de
festiviteiten en het feestmaal te Rotterdam te hebben bijge
woond, niet, gelijk HD. voornemen was nog denzelfden
avond naar de residentie terug zal koeren, maar zich alsdan
via Feijenoord naar Rozendaal zal begeven ten einde in de
gelegenheid te zijn den Keizer, op zijne terugreize naar
Nederland, nogmaals te begroeten. Waarschijnlijk zal
Prins Hendrik den Koning vergezellen, die alsdan langs
den staatsspoorweg en verder over Utrecht per Rijnspoor
naar 's Hage zal vertrekken.
Het Vaderland deelt in zijn verslag over den intogt
van Z. M. den Koning in de residentie mede: Jammer
genoeg dat niet „allen" op een gepaste wijze hun geestdrift
lucht gaven. Een troep belhamels drong zoo hevig op naar
het rijtuig des Konings, onder het zingen van liederen die
allesbehalve de ooren van den Vorst zullen hebben gestreeld,
dat deze niet nalaten kon over dergelijke ongepaste
handelwijze van het lagere publiek zijn ontevredenheid te
kennen te geven. De jenever was ongelukkig genoeg ook
nu weder de schuldige. Thans nu de feestvierenden
lang in regen en nattigheid hadden staan wachten, deed
het misbruik van sterken drank, dien vloek onzer natie,
reeds in den morgen zijn boozen invloed gevoelen, en
hieraan is 't hoofdzakelijk toe te schrijven, dat de intrede
van den Vorst in de residentie door zulke hoogst oneerbiedige
en onbetamelijke handelingen is ontsierd. En wat zal de
politie vermogen tegen zulk een onzinnige bende, die door
den duivel der jenever wordt bezeten? Het eenige dat zij
zou kunnen, want met dronken lieden valt niet te redeneeren,
zou zijn er duchtig op in te houwen, maar hierdoor zou
het feest van den dag zoo ernstig zijn verstoord, dat er
van vreugde geen sprake meer kon zijn. Dit feit, in stede
van het te verzwijgen, hebben wij gemeend te moeten
releveeren, want er steekt een ernstige les tot waarschuwing
voor het vervolg in, die wij hopen dat niet verloren zal gaan.
Jl. Dingsdag is te Gorinchem de lOljarige koopman
Hartog Jacob Visser overleden. Tot in den laatsten tijd
van zijn leven zag men den grijsaard eiken Maandag in
de Koolestraat zijne waar (rozijnen, vijgen, enz.) den om
standers te koop aanbieden.
Jl. Dingsdag arriveerden de stafmuziek en het vaandel
van het 3de regement infanterie uit Bergen op Zoom te
Vlissingen, ten einde tegenwoordig te zijn bij den doortogt
van den Keizer van Rusland door Vlissingen. Het opont
houd in de haven heeft dus Z. M. niet afgeschrikt. De
Keizer wordt a. s. Vrijdag verwacht.
Jl. Maandag is aan de officieren van het Nederlandsch
er.cader te Vlissingen eene soiree musicale et dansante aan
geboden, die met veel succes i3 van stapel geloopen en bij
gasten zoowel als gastheeren de aangenaamste herinneringen
achterliet.
Te Arnhem overleed dezer dagen in 76jarigen
ouderdom de heer dr. IV. Bosch, oud—inspecteur der
geneeskundige dienst in Nederl.-Indië.
Het voorstel van Houten, gelijk het thans gewijzigd
is aangenomen, wordt door de Arnh. Crt. van zeer weinig
beteekenis geacht. Er zullen zekere bedrijven zijn, zegt genoemd
blad, die duidelijk vallen onder het verbod van art. 1; er zullen
andere bedrijven zijn, die even duidelijk vallen onder de
toelating van art. 2, maar tusschen deze twee duidelijk
heden in zullen er eene massa kostwinningen zijn, die het
uiterst moeijelijk zal wezen te klassificeren. Kindermeisjes
b. v. en jockeys beneden de 12 jaren vallen in de categorie
van art. 2; zij zijn dienstboden; maar wat zijn biljart
jongens? wat zijn de kinderen, die dienst doen op schuiten en
schepen? die waren langs de huizen rondventen? vallen zij
in de termen van art 2, of niet Waaronder vallen de
kleine ambachten? Is het, volgens art. 1, verboden, jongens
beneden 12 jaren bij den smid, den bakker, den schoen
maker, den kleêrmaker, den timmerman, metselaar, lood
gieter, en deze honderd kleine neringen, waar persoonlijke
dienst en dienst in huis verrigt wordt, in de leer te doen?
Of is dit geoorloofd volgens art. 2
In elk geval verdrijft de wet nu eenvoudig de kinderen
van den fabrieksarbeid naar den huis- en veldarbeid. Het
kind zal op eene andere wijze en met anderen arbeid den
kost verdienen en, hoogstwaarschijnlijk, om den kost te
verdienen, harder en langer moeten werken dan tot nu
toe het geval was. Het kind wordt volstrekt niet „tegen
overmatigen arbeid en verwaarloozing" beschermd.
Maar de Kamer heeft nu het hare gedaan. Wij hebben
nu, gelijk elke fatsoenlijke natie, eene wet op den arbeid
van kinderen. Nu zijn wij tevreden. Intusschen blijft
alles nagenoeg bij het oude.
In het begin van April is berigt, dat, de dam ter
afsluiting en droogmaking der nieuwe haven te Harlingen
bezweken is voor de drukking van het zeewater; thans
wordt gemeld, dat die dam hersteld is, en dat de haven
reeds gedeeltelijk drooggemalen is door twee stoomwerk
tuigen.
Te Akkrum heeft men het krooniugsfeest gevierd op
eene wijze, die hoogst betreurenswaardig mag heeten.
Men was namelijk om het ongunstige weder genoodzaakt
het vuurwerk uit te stellen en het gevolg hiervan was dat
een massa menschen hunne vrolijkheid vonden in het oprig-
ten van een brandstapel; hiertoe werd alles gebezigd wat men
onder zijn bereik kon krijgen, als hekken, steggen, enz. en nadat
een en ander 's nachts 1ure flink brandde, luidde men de
brandklok. Geachte ingezetenen, die de troep tot de orde
wilden doen terugkeeren, werden beleedigd en mishandeld.
Het was een schouwspel, zooals men het slechts bij wilden
kon verwachten, niet bij menschen, die beschaafd willen
heeten.
De politie is in deze zaak betrokken.
Te Kooten, in de gemeente Achtkarspelen, is het
krooningsfeest op den 12 dezer gevierd op eene wijze, die
wel eenig zal zijn geweest. Er werd een optogt gehouden,
voorstellendede aankomst van Koning Willem III den
11 Mei 1874 te Amsterdam. Men had er het koninklijk
rijtuig, den Koning en de verdere Vorstelijke familie,
kamerheeren, eerewacht, enz., enz., alles inderdaad zeer
smaakvol en fraai.
Blijkens het thans verspreide „Jaarboek der Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen voor 18721873" telde
deze vereeniging, bij het einde van haar 89ste levensjaar,
15,819 honoraire en contribuerende leden, d. w. 466 meer
dan in het vorige. De Maatschappij verheugt zich dus in
een flinken vooruitgang, welke uit nog meer bijzonderheden
van het jaarverslag is op te maken.
In ontvangst en uitgaaf bedroeg de rekening der
Maatschappij f 107,578.065, waaronder f 55,379.755 batig
saldo (reserve en kas-saldo). Over 1871/2 bedroeg dit
laatste cijfer f 48,984.06. In 1872/3 reikte de Maatschappij
93 eereblijken uit, en wel 21 aan onderwijzers wegens veel
jarige schooldienst, 45 aan verschillende personen voor
veelbeproefde trouw, 26 voor het redden van personen uit
het water en bij brand en 1 voor het tot staan brengen
van een hollend paard.
Uit Zurich wordt aan de Schwiibische Merkur gemeld,
dat het kasteel Arenenberg in gereedheid wordt gebragt
om Keizerin Eugénie en den keizerlijken Prins, niet slechts
tijdelijk, maar op den duur ten verblijf te verstrekken.
In den nacht van den 17 op 18 dezer heeft het te
Smirna sterk gevroren en de vorst groote schade aan de
rozijnen toegebragt.
De heer J. Prins Jr., thans Rijks ontvanger te Buiksloot e. a.,
is als zoodanig benoemd te Purmerend c. a.
De luit. ter zee 1ste kl. E. H. E. van Woelderen, behoorende
tot de rol van het wachtschip alhier, wordt met den laatsten dezer
op non-activiteit gesteld.
De luit. ter zee 2de kl. J. G. C. van Casteel is op zijn verzoek
met den laatsten dezer eervol uit de zeedienst ontslagen.
Buitenland.
België.
De heer Loyson (pater Hyacinthe) heeft, na zijn aan
Nederland gebragt bezoek, ook in België, te Antwerpen,
Brussel, Gent enz., voordragten gehouden. Dit heeft te
Brussel plaats gehad in het Cercle Artistique et Littéraire.
Hiertegen is door verscheidene leden dier sociëteit, den
graaf Duval de Beaulieu, den graaf d'Alcantara, den heer
Ern. de Borman enz., niet slechts geprotesteerd, maar zij
hebben dit protest ook van hun ontslag vergezeld doen
gaan. De verontwaardiging dier heeren over het ter be
schikking stellen van den katheder aan „een weggeloopen
kloosterling en een vijand van het Catholieke geloof" is-
nog te heviger geworden nadat de gewezen prediker van
Nötre-Dame bij zijne conferentie (over „la réforme dxt
catholicismete verstaan had gegeven, dat hij door het
bestuur van het Cercle tot het houden daarvan was „uit-
genoodigd."