Benoeming-en, enz.
B u i te n 1 a n d.
Frankrijk.
Engeland.
Duitschland.
geweest. Volgens officiëele berigten heeft deze ziekte
geheerscht in 44 gemeenten, en dus een groot terrein
gehad, waarover zij zich kon uitbreiden. Het ziekte-karakter
was kwaadaardig, de sterfte-verhouding ongunstig, en evenwel
heeft zij, bij een duur van een halfjaar, slechts 312 menschen
weggerukt.
Onder de paarden der veldartillerie te Arnhem is
de kwade droes uitgebroken. Zes paarden zijn reeds
afgemaakt.
Op verscheidene plaatsen in Friesland worden de
graslanden door de rupsen zoodanig benadeeld, dat sommige
plekken totaal kaal zijn.
Te Akkrum, waar met 't krooningsfeest zoovele
ongeregeldheden hebben plaats gehad, heeft men voor de
tweede maal feest gevierd, 't Geheele dorp was in feest
gewaad en werd des avonds door lampions verlicht; een
en ander werd met een vuurwerk besloten. Er heerschte
toen volmaakte orde.
Uit het noorden des lands wordt gemeld, dat een
dorre oostenwind, vergezeld van een zwaren veendamp,
allerwege een onaangenamen toestand teweegbrengt. Hoewel
de verbouw van boekweit, bij duizenden hectaren wederom
ondernomen, zeer productief is voor de belanghebbende
landbouwers, neemt zulks niet weg, dat de lastige veenrook
die steden en dorpen doortrekt, het aantal tegenstanders
van het veenbranden steeds doet toenemen.
Met betrekking tot de verbranding van lijken, deelt
de Tijd mede, dat te Berlijn eene vereeniging is opgerigt,
waarvan de leden tegen een jaarlijksche contributie van
f 2.35 na hun dood zullen verbrand worden. Eene vereeniging
van dezelfde strekking te Breslau telde reeds 60 leden.
Daar bedroeg de jaarlijksche contributie f 0.90, maar de
kosten der verbranding komen voor rekening der nagelaten
betrekkingen van den overledene. Door het gemeentebestuur
van Weenen is aan den hoofdingenieur voor de gemeente
werken opgedragen een oven in te rigten voor de ver
branding van lijken, benevens eene groote zaal, waar de
lijken, vóór de verbranding, verzameld worden, voor gevallen
van schijndood. Voor deze zaal is door eene oude dame
f 30,000 beschikbaar gesteld. In Italië vindt de zaak nog
weinig bijval. Te Milaan is op eene vergadering van voor
standers van het beginsel besloten, aan het Parlement
eene wet te verzoeken, waarbij het verbranden van lijken
voorgeschreven of veroorloofd wordt. Te Bern, in Zwitser
land, is reeds eene inrigting voor lijkenverbranding in aan
bouw. De oven kost f 3000.
Een Noorman schrijft aan het Utr. Dagbl.
„Zoo rust dan eindelijk 't koude noorden
Van kinderzang en feestgedruisch,,,
maar de couranten zijn nog in de magt der correspon
denten, die alle lezers vervelen, behalve die, welke het
feestverhaal van de plaats hunner inwoning met verklaar
baren wellust bestudeeren.
De jeugd heeft in het noorden het hoogste woord gehad
en de chocolaad-fabrieken, alsmede de koek-ovens zijn er
wel bij gevaren. Ook is een scheepsvracht oranjepapier en
oranjelint verbruikt, terwijl de apotheken nog groot debiet
hebben van borst-bonbons, als probaat middel tot genezing
van heeschheid. Er is den 12 Mei en volgende dagen
ontzettend gezongen door de schoolbevolking en daar dat
bijna overal geschiedde in de open lucht, bij niet ondub-
belzinnigen regen en sterk gedreven wind, is er veel ver
koudheid opgedaan.
Van zingen gesproken, zijn er ook krooningsliedjes ter
markt gebragt, die wolfaliedjes zullen worden
De tijd zal 't leeren, maar weinige zeker blijven onder
de menigte voortleven.
Men zegt, dat ongeveer 180 onderwijzers de lier ter hand
hebben genomen, en berekent dat meer dan 800,000 liedjes
gedrukt zijn, waarvan zoo wat de helft koers heeft ge
nomen naar de respectieve zolders der heeren uitgevers.
Onder die beklagenswaardige zolder-juffers zijn er dan
ook met bedroefd weinig gratie en die zullen de ambulance
van de armee misdruk der ligting 1874 uitmaken.
De school, zeide ik daareven, heeft bij het krooningsfeest
het hoogste woord gehad, en waarom? 't Is goed dat de
jeugd nationale feesten meê viert, ja, die opvrolijkt, maar
als wij uit alle gemeenten, kleine en groote, hooren: ook
hier hadden wij den 12 Mei of een der eerstvolgende
dagen kinderfeest, dan werd daarmede eigenlijk ook gezegd
„de meerderjarigen, de ouderen, de staatsburgers wisten
niet, wat zij zouden aanvangen, om ook zich zeiven eene
bedrijvige rol te geven en iets te doen, 't welk getuigenis
zou geven van hunne vreugde over 't welvolbragte 25jarig
regeringswerk van Koning Willem III." Gepaste open
luchtvermakelijkheden voor volwassen menschen wie
noemt ze? En het ten uitvoer brengen daarvan in de
lieve wispelturige Mei, die het dit jaar dan ook bijzonder
heeft verbruid! Maar waarom, in aanzienlijke plaatsen, geen
feestelijk dinée van mannen en vrouwen gezamenlijk? Een
dinée, waar 't gehemelte gestreeld en 't hart door ernst
en scherts, door jok en luim, werd vervrolijkt? .Waarom
geen soupé, afgewisseld met declamatie en zang. Op die
wijze krijgt een belangrijk feest karakter en menig hartelijk
woord zou er gesproken, menig denkbeeld geopperd zijn,
dat ook nog vrucht droeg in later tijd.
Maar een dinée
Wie zou daar aanzitten? Ieder die 't couvert wilde
betalen? Zou dat gaan? Deze naast die en die naast
dezen! En als de heeren der schepping dat nu nog
niet zoo heel erg geneerde zouden er geen dames zijn,
die eene nabuursche kregen, bij wie ze onbeschrijfelijk
ongelukkig waren?
Men kan wel iets bedenken, dat in de theorie heel
amusant is, maar in de practijk te water valt en jammer
lijk verdrinkt.
Maar zijt gij dan nog zoo standenziek in 't liberale
noorden?
Op een anderen keer op die vraag een antwoord, dat
curieus genoeg kan zijn.
Stappen wij van het artikel krooningspret af, met enkele
aan- en opmerkingen.
't Geluk, dat Z. M. onzen Koning te beurt viel, van
25 jaren achtereen aan 't hoofd van 's lands regering te
staan, had vooral in het noorden, waar het constitutioneel
koningschap op hoogen prijs wordt gesteld, hooge waarde,
omdat Z. M. aan de strenge eischen van zoodanig koning
schap altijd volle geregtigheid liet wedervaren. De belang
rijkheid van zulk eene opvatting van het constitutioneel
regerings-privilegie wordt in 't noorden bij het meest intel-
lectueele gedeelte van het volk zoo gevoeld, dat de voor-
deelen, welke in menig opzigt verbonden zijn aan de
nabijheid van den troon, aan anderen niet zóó worden
benijd, als geschieden kon, zonder dat onredelijk te mogen
noemen.
„Die het digtst bij het vuur zit, warmt zich het best,"
is een waar spreekwoord en de Hollanders weten van hunne
positie ook wel te profiteeren. Bij verschillende gelegen
heden ondervindt het noorden wel degelijk wat het „uit
het oog uit het hart' beteekent, maar men is er groot
genoeg, om daarover niet te luide te klagen.
't Getal van hen, die uit het noorden den 12 Mei Amsterdam
bezochten, was niet bijzonder groot. De exploitatie-maat
schappij van den staatsspoorweg achtte het niet noodig
een goedkoopen trein van Leeuwarden en Groningen naar
de hoofdstad te doen loopen. Zij had, volgens geruchten,
daarvoor verschillende redenen, waarvan er geen enkele
bijzonder gewigtig was. Van achteren beschouwd, had de
„teedere zorg" door de maatschappij in deze zaak op de
„achterhoekers" geappliceerd, een goed resultaat, want zelfs
een monsterachtige geestdrift is 12 Mei in het wonderbare
Amsterdam uitgeregend. Ook zijn er enkelen teruggekeerd,
die na naauwkeurige inspectie van hunne garderobe en na
eerlijke verificatie van hunne portemonnaies en portefeuilles
tot de zekerheid kwamen, dat de krooningsreis sporen en
wonden naliet, die niet met een dag of wat te heelen zijn.
Die conclusie maakte men doornat, en dit maakte haar
nog treuriger.
„Als Z. M. zijn gouden krooningsfeest viert, zeide onze
72jarige burgemeester, dan bedenk ik mij wel driemaal
eer ik naar Amsterdam ga, tenzij Mei 24 maal amende
honorable heeft gedaan."
Jl. Zondag en Maandag hebben in verschillende
gedeelten van België en in nagenoeg alle streken van
Frankrijk, van het departement van het Noorden tot dat
der Boven-Pyreneën, en te Rouaan zoowel als te Nancy,
zware onweders gewoed, die op vele plaatsen, met name
daar waar zij, zooals in het oosten en zuiden van Frankrijk,
van hevige hagelbuijen en stormvlagen vergezeld gingen,
eene belangrijke schade hebben aangerigt. Op een aantal
punten is de bliksem ingeslagen, waardoor wel groote ont
steltenis en hier en daar bedwelming en verwonding van
aanwezige personen veroorzaakt, maar, voor zoover blijkt,
niemand doodelijk getroffen is.
Berigten uit Batavia, dd. 25 April luiden o. a.
„Te Samarang, Soerabaija en Batavia worden toebe
reidselen gemaakt voor de feestelijke ontvangst der troepen
uit Atsjin. Die feesten zullen geheel of gedeeltelijk
zamentreffen met die van 12 Mei.
Men verzekert, dat de Zeeland door de Soerabaija
herwaarts wordt gesleept en dat het bevel over het blok-
kade-escader is overgegaan op den commandant van het
Metalen Kruis.
Tot rector van het pensionaat te Monster is benoemd de heer
W. Amelse, adsistent te Wester-Blokker.
De off. van adm. 3de kl. G. J. Guichard, laatst behoord heb
bende tot het escader in Oost-Indië en vandaar den 24 dezer
in Nederland teruggekomen, wordt met dien datum op non-activi
teit gesteld.
Oost-Inuië. Ingetrokken, op verzoek, het aan M. van der
Meer, Iste machinist bij de gouv.-marine, wegens ziekte verleend
2jarig verlof naar Nederland. Tijdelijk belast met de waarne
ming der betrekking van 2den mach. bij de gouv.-marine M. van
der Meer, thans Iste mach. bij die dienst. Benoemd bij de
gouv.-marine tot lsten stuurman H. Bierings, vroeger die betrek
king bekleed hebbende, onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd.
Bij Kon. besluit van 1 April 11. zijn goedgekeurd de statuten
van de op te rigten Hulpvereenigiug voor Christelijk Nationaal
Schoolonderwijs te Broek op Langedijk.
Bij koninklijk besluit van 23 dezer is bepaald, dat dit jaar, in
stede van 22, 24 adelborsten 3de kl. bij het Kon. Inst. voor de
Marine alhier zullen kunnen worden toegelaten.
Jl. Maandag heeft de Fransche Maatschappij tot
bescherming der dieren hare jaarlijksche openbare vergadering
in de zaal van den schouwburg le Chatelet te Parijs
gehouden. In de rede, waarmede de heer Beaupré, voor
zitter der Maatschappij, de vergadering opende, deed hij
o. a. uitkomen, dat men het aan de tusschenkomst der
Maatschappij te danken had, dat het bloedige schouwspel
der stierengevechten in Frankrijk verboden was geworden.
De Maatschappij heeft 8 zilveren-vergulde, 72 zilveren,
150 bronzen, 22 „rappels van medailles, 106 eervolle
vermeldingen toegekend en een bedrag van 11.50 fr. in geld
uitgereikt. Eene der vergulde medailles is toegewezen aan
den Franschen dichter en letterkundige Champfleury voor
zijn geschrift „over de katten." Aan de gedeputeerden
Ducuing en Leroyer zijn eere-diploma's uitgereikt wegens
hunne in de Nationale Vergadering uitgebragte verslagen
over de wet tot bescherming der voor den landbouw nuttige
dieren en tot het tegengaan van de uitroeijing van vogels;
de prijs-Schickler is toegekend aan een koetsier van de
Omnibus-Maatschappij, König genaamd, wegens de uit
muntende verzorging zijner paarden. De overige prijzen
zijn te beurt gevallen aan vele andere koetsiers en voer
lieden van allerlei aard, aan slagters, gardiens de la paix,
soldaten, enz.
Offenbach geeft heden een bal te Parijs, om de hon
derdste voorstelling van den nieuwen Orphée aux Enfers
te vieren. Op de invitatie-kaart staat: „De dames worden
slechts in Joennnen-kostuum toegelaten."
H. M. de Koningin heeft jl. Zondag op Balmoral-Castle
het berigt ontvangen der geboorte van haar 22ste kleinkind
de tweede dochter namelijk der Koningin, Prinses Alice,
gehuwd met Prins Lodewijk van Hessen-Darmstadt, beviel
op den verjaardag der Koniogin, maar deze zal eerst eene
week later gevierd worden.
De omstandigheden der mishandeling van den Britschen
consul te San José en de onmiddelijke gevolgen van die
gebeurtenis worden in de New-Yorksche World van
13 Mei jl. als volgt medegedeeld:
„De heer John Magee, Britsch vice-consul te San José
de Guatemale, die een van de meest populaire ambtenaren
der kust is, had de vijandschap opgewekt van kolonel
Gonzales, den commandant dier havenplaats. De heer
Magee stond, daar hij eene half-ofSciële regeringsbetrekking
vervulde, buiten de jurisdictie van den kolonel; hetgeen
diens wrok vermeerderde. Den 24 April kwam het stoomschip
Arizona te San José aan, en juist deze dag was door
Gonzales gekozen om zijnen haat te koelen. Yroeg in den
ochtend ontbood hij den vice-consul bij zich, en toen deze
zich, wegens eene verlamming, verontschuldigde, zond de
commandant een detachement soldaten, met het bevel om
den heer Magee „dood of levend" voor hem te brengen.
De lijder werd toen op eene kar tot hem gebragt, beleedigd,
met de kolf van een pistool in het gezigt geslagen, gevan
gen gezet, en Gonzales gaf last hem 400 geeselslagen te
geven. De geneesheer protesteerde, verklarende, dat de
heer Magee onder die mishandeling bezwijken zou, en de
consulaire agent van de Vereenigde Staten leverde een
schriftelijk protest in. Gonzales antwoordde, dat de straf
voortgang moest hebben, dat hij den heer Magee den
volgenden ochtend vroeg zou doen doodschieten en daarna
alle vreemdelingen in San José om het leven zou doen
brengen. De heer Magee werd uit zijne gevangenis gehaald,
op den grond geworpen, van jas en vest ontdaan en door
soldaten vastgehouden, waarop vier soldaten hem 200
slagen toebragten, in tegenwoordigheid van den commandant,
die ze telde. Na den 200sten slag viel de heer Magee in
zwijm en de overige slagen werden tot den volgenden dag
uitgesteld. De commandant plunderde vervolgens het
kantoor van den Britschen consul en de huizen van andere
vreemdelingen en bragt den nacht met de soldaten in
dronkenschap door. Van tijd tot tijd begaf hij zich naar
zijn slagtoffer, hield hem een pistool voor en vroeg hem,
of het maar niet beter zou zijn een einde aan zijn lijden
te maken.
Intusschen had zekere heer MoncriefFe naar de hoofdstad
om hulp getelegrapheerd en was de generaal Solano met
100 man van daar afgezonden en te acht ure in den
ochtend nabij San José aangekomen. De heer Magee
stond op het punt van op nieuw gegeeseld te worden,
toen de tijding kwam, dat hulp nabij was, en nu gaf hij
Gonzales den raad om aan boord van de Arizona te vlugten,
hem een brief belovende, ten einde hem bescherming te
verzekeren. Gonzales maakte daarvan gebruik en begaf
zich met drie man en den Amerikaanschen consulairen
agent naar het schip, waar intusschen de grootste opge
wondenheid heerschte. De passagiers hadden zich naar
den wal willen begeven om den heer Magee te ontzetten;
'tgeen hun dood zou geweest zijn, daar op de kade zes
veldstukken op het schip gerigt waren. Nu Gonzales
echter aan boord zou komen, werden op hem, niettegen
staande de maatregelen, door den kapitein van het schip
genomen, van boord drie schoten gelost, waarvan één hem
eene wonde toebragt. Hij keerde naar den wal terug,
waar hij door den generaal Solano gevangen genomen werd."
In telegrammen is reeds gemeld, dat Gonzales sedert
gefusileerd is. Hij was van den troep tot kolonel opge
klommen en een buitengewoon ruw man.
Bij de parade te Woolwich, ter eere van den Keizer
van Rusland gehouden, heeft het de bijzondere aandacht
getrokken, dat Z. M. den keizerlijken Prins, Louis Napoleon,
uit het gelid deed treden, een paard geven liet en hem aan
zijn zijde deed rijden evenals generaal Fleury, vroeger
Fransch gezant te St. Petersburg.
Het gerucht, dat de Prins in zijn examen niet zou
geslaagd wezen, wordt ten stelligste tegengesproken; in
tegendeel moeten zijn onderwijzers te Woolwich een zeer
gunstig oordeel vellen over zijn aanleg en bekwaamheid.
De Daily News deelt mede, dat de Keizer van
Rusland aan den commandant der zeemagt te Portsmouth
heeft verklaard, dat Z. M. binnen kort weder een bezoek
aan Engeland hoopt te brengen en dan zou Portsmouth
niet worden vergeten. Ook moet de Keizer, naar men
verzekert, te Vlissingen hebben gezegd, dat wanneer
hij nogmaals naar Engeland dacht te reizen, het accident
in de haven te Vlissingen Z. M. niet had afgeschrikt om
nogmaals de reisroute over Vlissingen te nemen.
De Times ontvangt berigt uit Philadelphia, dat Henri
Rochefbrt op reis is van San Francisco naar New-York
en aldaar den volgenden dag, hij maakt de reis over land,
zou aankomen. De partij der Commune en die der Inter
nationale te New-York maakten toebereidselen voor eene
schitterende ontvangst van den ontvlugten gedeporteerde.
Een duizendtal werklieden in de steenkoolmijnen van
Mould hebben het werk gestaakt, wegens loonsverminde
ring met 10 percent.
De Keizer heeft jl. Donderdag aan den Nederlandschen
gezant eene particuliere audiëntie verleend.
De Norddeutsche Zeitung doet uitkomen, dat hare
meening, waarin ook door de Prov. Correspondenz wordt
gedeeld, dat Frankrijk in geval van een oorlog met Duitschland
België wil vermeesteren, ook in België ingang begint te
vinden. Voor den wereldvrede zou het van belang zijn,