Benoeming-en, enz. Buitenland. minste inschrijver de heer W. Galman, te Amsterdam, voor f 4647. 4. Het herstellen van 's rijkszeewering op het eiland Wieringen; minste inschrijver de heer B. Swets, alhier, voor f 6600. 5. Het herstellen van 's rijks zeewerken op het eiland Markenminste inschrijver de heer JTool, te Wognura, voor f 9800. De totale opbrengst van de Noordhollandsche Staats- spoorlijn HelderUitgeestZaandam was over Maart f 26,523.39 en over April f 2 7,113.151 De bevestiging en intree van den beroepen predikant P. Th. Wielandt, te Wieringerwaard, zal op Zondag den 19 dezer plaats hebben. In de fondsveiling, gisteren gehouden door G. Theod. Bom, in het Odéon, te Amsterdam, is het maandwerk Het Leeskabinet, sedert ruim 40 jaren uitgegeven door H. Frijlink te Amsterdam, verkocht voor de som van f 3250, aan den heer D. Noothoven van Goor te Leiden. De heer W. Stumpff heeft van zeer vele inrigtingen en personen blijken van sympathie ontvangen bij gelegenheid van het 25jarig bestaan van het Park te Amsterdam, waarvan hij directeur is. Uit de geabonneerdeu vormde zich, gelijk gemeld is, eene commissie, ten einde hem een blijvend aandenken te vereeren. Door de sociëteit „Ons Genoegen", die van den aanvang af, dus ook 25 jaren, in het Park gevestigd was, werd hem een zilveren thee-servies aangeboden. De Maatschappij „Caecilia" schonk hem het eere-diploma. Door het bestuur van het Kon. Zoöl. Genoot schap „Natura Artis Magistra" werd hem eene prachtige pendule met vazen ten geschenke gegeven, en de Zang- vereeniging „Amstels Mannenkoor" bood hem de medaille van verdienste aan. Een particulier heeft den heer Stumpff een met goud gemonteerden dirigeerstok geschonken, en de aandeelhouders der Maatschappij „het Park" gaven hem in klinkende munt een bewijs van erkenning zijner ver dienstelijke directie. Het jongste volksconcert in het Park is door 7300 per sonen bijgewoond. Volgens een rapport der Amsterdamsche gezondheids commissie worden in de hoofdstad 1315 kelders bewoond, waarvan vloer en muren steeds vochtig zijn, 1404, die anderhalf meter of dieper beneden den beganen grond liggen, 1000, waarin geen man van middelbare lengte regt op kan staan. In 977 „door menschen bewoonde ruimten" dringt nooit een lichtstraal door. Te Vinkeveen verdronken eergisteren twee personen onder het baden. Prof A. Pierson is naar het Vad. verneemt eervol ontslagen uit zijn betrekking aan de hoogeschool te Heidelberg. Naar men verneemt is te 's Hage de instructie afge- loopen, welke gevoerd is in zake mevrouw C. M. H. Boreel, geb. Dedel, en haar koetsier T. Coehooru, die, gelijk men weet, aangeklaagd zijn van: 1. in den avond van den 17 der verleden maand, onder de gemeente Wassenaar, op het terrein van het paleis van het Huis ten Bosch, het rijtuig, waarin mevrouw Boreel gezeten was, buiten nood zaak, zoodanig te plaatsen, dat de vrije doorgang voor den optogt der liedertafels, welke dien avond voor gemeld paleis zanguitvoeringen moesten geven en, vergezeld van een ontzettende menigte belangstellenden van den Bezuidenhout in aantogt waren, werd verminderd2. van feitelijk weiger achtig te zijn geweest en gebleven dat rijtuig, op verzoek van den commissaris van rijkspolitie den heer van Schermbeek en den brigadier der rijks veld wacht P. Yerwer, zoodanig te plaatsen, dat het geen hinder kon veroorzaken, hetgeen des te meer ongepast was, omdat er zich kort na het geschil uit eigen beweging personen hebben aangemeld, die ver klaarden, des noodig, bereid te zijn om te getuigen, dat de politie beleefd en bedaard is te werk gegaan. Nog verneemt men, dat de processtukken ter examinatie naar den procureur-generaal zijn verzonden en wil men weten dat het nog niet uitgemaakt zeker schijnt te zijn, of de zaak wel naar de openbare teregtzitting zal worden verwezen en, zoo ja, of dan nog wel beide beklaagden zullen teregtstaan. Wat hiervan ook zij, zooveel is zeker, dat mevrouw Boreel reeds verdriet genoeg van het in den avond van den verjaardag onzer beminde Koningin, met haar voor gevallene zal hebben gehad, al ware het slechts alleen ook al moge dit enkel geschied zijn om aan eene for maliteit te voldoen om aan den regtcr-commissaris te moeten verklaren, dat men „nooit in handen van de justitie of politie is geweest." Het kan wel niet anders of de ontknooping van dit regtsgeding wordt met de meeste belangstelling te gemoet gezien. (H. N.) De gemeenteraad van 's Hage heeft eene verordening tot wering der openbare dronkenschap aangenomen. De bedreigde boete is van f 1 tot f 10. Het sprookje „Asschepoester", dat in het Cirque Carré met zulk een buitengewoon succes door kinderen wordt opgevoerd, geeft een inzender in het Utr. Dagblad aanleiding om te protesteeren tegen het medewerken van kinderen in kermisvertooningen van allerlei aard. Te Utrecht is dat sprookje ook herhaaldelijk opgevoerd, en met applaus begroet. Eenige dagen later bezweek aan een korte hevige ziekte een der kinderen, die in die vertooning hadden medegewerkt. Dat kind was, evenals de anderen, door de moeder voor een zekeren prijs aan den ondernemer afgestaan, moest alle avonden laat opblijven en in de ingestudeerde rol mede werken. De schrijver wijst op de historie van Anna Rob- berta, in den roman van „Robbert de Moor" van Koopmans van Boekeren, en vooral op het geval met een 9jarigen Engelschen knaap, die, uit een circus gevlugt, in beklagens- waardigen toestand werd opgenomen in de diaconessen- inrigting te Kaiserswerth. Op elke kermis kan men die arme mishaudelde stumpers zien, die in gezelschap van acrobaten enz. rondzwerven, zonder onderwijs, bij avond en nacht, in verpeste lokalen, tusschen allerlei boosheid. De schrijver in het Utr. Dagblad dringt er ernstig op aan, dat deze „blanke slaven" in bescherming worden genomen. Voorshands dient een bepaling te worden gemaakt, dat kinderen beneden zekeren leeftijd niet mogen medewerken in kermisvertooningen. Ook de bedelarij door kinderen j en hier heeft de schrijver meer bepaald het oog op Utrecht gevestigd moet streng geweerd worden. (V.) Het Zuider-zendingsfeest zal op de Hollandsche hoeve bij Goes plaats hebben. De openingsrede zal worden gehouden door dr. M. Cohen Stuart, te Utrecht. Verder zullen spreken: ds. J. G. Knottnerus, te Dordrecht, J. Esser, te 's Hage; dr. P. J. Hoedemaker, te Rotterdam; Joh. van 't Lindenhout, ds. P. Bartstra, te KlundertA. van Schelve, reizend predikant op Bevelandds. J. H. Wiersma, te 's Bosch; ds. J. C. K. Nonhebei, te Vlaardingen; ds. J. H. Verhoeff, te Maassluis; S. Bromet, zendelingsleeraar onder Israël; ds. J. H. Baart de la Faille, te Ridderkerk en ds. J. Drost, te Leiden, die de slotrede zal houden. Het feest is, zooals men weet, op 15 Julij bepaald. Men meldt uit Axel, dd. 7 dezer: „De naburige gemeente Koewacht was gisteren getuige van eene gruweldaad. Een oppassend en alom geacht landbouwer A. Geerts, met zijn broeder in het hooi wer kende, werd door een geweerschot van het leven beroofd. Iemand, in de nabuurschap woonachtig, die aan de zuster der beide broeders een huwelijksaanzoek zoude hebben gedaan, doch daarop, met medewerking der broeders, een weigerend antwoord moet hebben bekomen, wordt als de vermoedelijke dader aangewezenalthans die persoon is niet te vinden en denkelijk naar het naburige België gevlugt." Te Deventer heeft een eenjarig kind een trekpot met kokend water van de tafel getrokken, waardoor het zulke hevige brandwonden bekwam, dat het den volgenden dag is overleden. Het heerlijke bosch te Assen, bekend onder den naam van „Sterrebosch," bood jl. Woensdag in zijn prachtig lom mer aan duizenden feestelingen 't genot aan van 't vierde Noordelijk Evangelisch Zendingsfeest, door goedgunstigheid van het gemeentebestuur van Drenthe's hoofdstad voor dit doel ook nu weder bereidvaardig afgestaan. Nog nimmer was het aantal feestgangers van heinde en verre zoo groot als dien dag; bedragende p. m. 12 a 13000 personen, allen per spoor, stoomboot of met wagens derwaarts gekomen. De heer Gesar Segers, predikant te Leiden, opende 't feest met eene rede over de zending, waarin hij vooral de hooge waarde er van deed uitkomen. Godsdienst en bescha ving, kunsten en wetenschappen hadden oneindig veel aan haar te danken. Met de hoop dat dit feest rijken zegen mogt afwerpen voor 't werk der zending en de Almagtige in 't midden mogt wezen om dit werk lief te hebben, gaf hij na een hartelijk gebed en nadat het tweede lied van 't programma gezongen was, het woord aan dr. A. Kuijper, van Amsterdam. Dr. Kuijper deed vooral uitkomen, dat de groote bewe ging op het gebied der zending in onze dagen stellig de voorbode is van eene groote omwenteling of omkeering op godsdienstig gebied, Hij trachtte aan te toonen, dat elke revolutie en omwenteling op staatkundig gebied ook vooraf gegaan was door deze of gene zaak, waaruit men kon opmaken dat er iets op til is, iets waaraan men het weten kan. Daarna wees hij er op, dat de mensch bij elke gioote gebeurtenis de neiging had om zich in de vrije natuur te begeven. Jezus ging reeds voor; na de hervorming zag men 't zelfde verschijnsel. Ook nu weêr zoekt men door middel der zendingsfeesten verkwikking in de natuur om daar in den broeder zijn God weêr te vinden. Na nog aangetoond te hebben, dat onze voorzaten vrij terrein, vrije beweging en vrijen arbeid voor de vrienden der zending hebben veroverd, maar ook de tegenstanders over deze gaven kunnen beschikken, eindigde hij met zijne geestverwanten tot voortdurenden strijd op te wekken. Dan kan men een maal een triumf aanheffen en is gesterkt om ook stervende het vaandel te kussen. Behalve den feestredenaar bij uitnemendheid kwamen nog 13 sprekers aan 't woord, waaronder 2 met het bepaalde doel (tot hiertoe nog verzuimd) om een overzigt te geven van den zendingsarbeid in 't vaderland en in andere werelddeelen. De feestviering ferm geleid en naar wensch door de hoofdcommissie geregeld, liep tot aller genoegen in de beste orde af. En werd bij 't begin en aan 't einde eene collecte gehouden, ditmaal bestemd voor onderscheidene zendingsvereenigingen. Het bedrag der collecte wordt geschat op ongeveer f 1000. De heerlijke feestzangen en liederen werden begeleid door het Asser-hoornmuziek, dat zich uitmuntend van zijn moeijelijke taak kweet. De berigten uit Batavia, dd. 3 Junij, luiden o. a. „Naar men verneemt, hebben de onder het garnizoen van Kotta Radja heerschende ziekten het noodig gemaakt, ongeveer een geheel bataillon, gedeeltelijk van Samarang, gedeeltelijk van Batavia, naar Atsjin, te zenden, ten einde de zieken te vervangen." „Het Alg. Dagblad berigt, dat met deze mail naar Europa vertrokken zijn de gepensioneerde generaal Verspijck en de op zijn verzoek eervol uit de militaire dienst ontslagen kolonel van Daalen; dat de generaal de Neve zich tot herstel van gezondheid te Buitenzorg bevond en dat omtrent het vertrek van den luit.-generaal van Swieten naar Nederland nog niets bekend was." Mevrouw G. te Amsterdam was onlangs op een familie feest genoodigd en trok bij die gelegenheid haar beste zijden japon aan. Dan, wie beschrijft haar verbazing, toen zij in een der zakken van dat kleedingstuk een handschoen van een militair vond en een programma van een Zondag-voor stelling in een schouwburg van den vierden rang. Het duurde niet lang of mevrouw en mijnheer kwamen, na eenig beraad, tot de gissing, dat Mietje de werkmeid, die den vorigen Zondag uit was geweest en eerst zeer laat was te huis gekomen, zoodat zij haar niet meer gezien hadden, de japon van mevrouw had aangehad. En wer kelijk bleek dit het geval te zijn, maar wat het grappigst, of als men liever wil het minst grappigst mogt heeten, was dat het aan het licht kwam, hoe de drie dienstmeiden van mevrouw G. telkens, als zij des Zondags met haar vreijer uitgingen, een japon van mevrouw hadden aangetrokken. „De kleêren," zeide zij, „hingen immers toch maar in de kast te muffen en zij hadden er goed op gepast!" Te Londen heeft men beproefd, om bijziende paarden door brillenglazen te helpen. Dit schijnt te lukkenalthans men verneemt, dat een oude schimmel er deftig met een bril rondwandelt. Te Parijs heeft men een hond, die door ouderdom zijne tanden had verloren, een gouden gebit ingezet, wat hem even uitstekende diensten doet als de bril aan den Londenschen schimmel. Zij, die goudvisschen in de bekende ouderwetsche glazen kommen houden, zullen zich te beklagen hebben, dat hunne vischjes sterven, ondanks al hun moeite en zorgen om ze in het leven te behouden. Het water wordt regelmatig verwisseld, het glas ter dege schoon gehouden, de kom buiten de zon gezet, en toch kunnen de diertjes niet in het leven blijven. Waaraan is dit dan toe te schrijven? Eenvoudig aan den hongerdood. Van elk ander schepsel begrijpt men, dat het ook eten moet, maar menigeen schijnt te denken dat goudvisschen zonder voedsel leven kunnen. Men meent dat zij van de diertjes in het water leven, doch die meening is eveneens ongerijmd. Men geve ze een paar maal 's weeks eenige wormpjes, en doe eenige zeeschelpen, na daarin een weinig Anacharsis Valisneria of waterviooltjes geplant te hebben, in de kom, waarbij men niet vergeten moet er eenige waterslakken in te werpen, die dienen moeten om het water te zuiveren, zoodat men niet zoo dikwijls het water behoeft te ververschen, en weldra zal men zien, dat in zoodanig miniatuur aquarium de goudvischjes, in plaats van te kwijnen, gezond blijven en even goed groeijen als in de wateren waaruit zij afkomstig zijn. De komeet Coggia heeft het hoofd op hol gebragt van een bejaard man te Parijs, Jacques Vérasson, die altijd bezig was met op wetenschappelijk en vooral astronomisch gebied naar de verwezenlijking van 't een of ander onbe reikbaar ideaal te zoeken. Het hinderde hem geweldig dat hij de ster niet het eerst gezien had, omdat zij hem, naar hij beweerde, toebehoorde. Hij voegde er bij, dat hij in 1816 geboren was op den dag der eerste verschijning van de komeet, dat hij zich sedert altijd met haar had bezig gehouden en dat hij er uitslui tend het regt van eigendom over gekregen had. Hij wilde haar nu gaan opzoeken om met haar in 't huwelijk te treden. Sirius en Alpha van de Zwaan zouden dan zijn getuigen zijn. Men lette niet op die wartaal van den ongelukkige, maar nadat zijn huisgenooten hem den geheelen dag hadden hooren timmeren en zagen, keken zij vreemd op hem 's avonds een groot stellaadje voor zijn venster te zien opslaan. Denkende dat er weêr een nieuw mechanisch toestel op til was, lieten zij den man begaan, maar eenige oogenblikken later viel de ongelukkige uit de derde verdieping te pletter op de straat. Hij had een vlieg-machine opgerigt, om daarmede naar zijn komeet te vliegen. In Italië moet de warmte buitengewoon wezen. Te Brussel gaat men gebukt onder een temperatuur van 30° R. in de schaduw. Oost-Indië. Benoemd bij de gouv.-marine: tot machinist- leerling 1ste kl. L. A. Abrahams, thans smid en bankwerker aan het marine-etablissement te Soerabaija; tot mach.-leerl. 2de kl. P. H. Willemse, thans werkzaam aan de fabriek voor de marine en het stoomwezen te Soerabaija. De minister van Financiën, gelet op het koninklijk besluit dd. 1 Julij 1874, regelende het port der brieven, die door middel van de booten der Nederlandsche-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij tusschen Nederland en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika worden gewisseld, heeft den belanghebbenden verwittigt, dat de eerste verzending van brieven enz. uit Nederland met de bedoelde booten zal plaats vinden uit Botterdam op heden en verder des Zaturdags om de veertien dagen. De correspondentie voor de Vereenigde Staten, die met deze gelegenheid wordt verzonden, is aan de navolgende voorwaarden onderworpen: 1. Het port der gefrankeerde brieven bedraagt 15 cent per 15 grammen of gedeelte van 15 grammen. 2. De ongefrankeerde brieven zijn aan een verhoogd port van 15 cent voor eiken brief onderworpen. 3. Het port der gedrukte stukken en dat der monsters of stalen van koopwaren bedraagt 7 cent per 40 grammen of gedeelte van 40 grammen. Ongefrankeerd ter post bezorgde druk werken of monsters worden niet verzonden, maar zoo mogelijk aan de afzenders teruggegeven. 4. De ontoereikend gefrankeerde brieven, drukwerken en monsters worden, behalve met het ontbrekende bedrag, bij wijze van boete met een verhoogd port bezwaard, ten bedrage van 15 cent voor de brieven en van 10 cent de gedrukte stukken en monsters. 5. De aangeteekende brieven, drukwerken en monsters zijn, behalve aan het sub 1 en 3 vermelde port, bij vooruitbetaling te voldoen, aan een vast regt van 25 cent onder worpen, door de afzenders bier te lande te betalen. De gemeenteraad van Antwerpen beeft jl. Dingsdag, behoudens goedkeuring van de regering, besloten, eene leening van 60 millioen fr. uit te schrijveD, waarvan de opbrengst voor verschillende oogmerken strekken moet, namelijk25 millioen voor de te Antwerpen aan te leggen nieuwe maritime werken; 13 millioen voor de werken, die de pas opgerigte „Zuider-Maatschappij" zich voorna melijk ten doel stelt tot stand te brengen, den aanleg namelijk van eene nieuwe stadswijk op de gronden der Zuider-citadel6 millioen voor weldadige einden; 3 millioen voor het openbaar onderwijs: bouw van een athenaeum, van eene handelsschool, van eene middelbare school voor meisjes en van tien lagere scholen, vier voor jongens en zes voor meisjes; 3T35 millioen in het belang van kunsten en wetenschappenbijdrage voor den bouw van een nieuw museum, aankoop van de collectie Plantyn enz.; 8 millioen voor inrigtingen ter bevordering van den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2