1874. N°. 85.
Vrijdag 17 Julij.
32 Jaargang.
KENNISGEVING.
Binnenland.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: HOLE JIPLEIN, «1°. 163.
HELDERSCIIE
MEliWEDIKPER ('01 RAM.
„Wij huldigen het goede.'
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatuedag namiddag.
A-bonnemeatsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Prijs der Adyertentiën Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Grooto letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-ïndië
via Brindisi.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt, ter voor
koming van ongelukken, ter algemeene kennis, dat, te beginnen
met den 21 dezer maand tot ongeveer het midden der maand
September aanstaande, door de Artillerie SCHIETOEFENINGEN
zullen worden gehouden van de batterij KAAPHOOFD en bet fort
KIJKDUIN, waardoor een gedeelte van het terrein ten zuiden van
dat fort, ter breedte van ongeveer 300 en ter lengte van 500 meters
tijdens het vuren onveilig zal zijn.
Op de dagen dat gevuurd wordt, zal eene roode vlag op het
fort KIJKDUIN en een roode vlag aan het einde der rooilijn op
een uit den omtrek zigtbaar punt geheschen worden.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
den 4 Julij 1874. STAKMAN BOSSE.
HELDER en NIEUWEDIEP, 16 Julij.
Zr. Ms. opnemings-stoomschip Hydrograaf vertrok giste
ren, Zr. Ms. stoomschepen Pontianak en Bandjermassing
zullen in het laatst dezer week de reis via Suez naar
Oost-Indië aanvaarden. De eerste met bestemming Bata
via, de beide laatsten Atsjin. Laatstgenoemde bodem
deed jl. Dingsdag een proeftogt, welke zeer goed
heeft voldaan; liet liep 9 mijl ruim in de wacht. Het
schieten o. a. met de beide vuurmonden van 18 centimeter
veroorzaakte aan boord geene moeijelijkheden. De Ponti
anak maakte eenige dagen te voren den proeftogt, die
mede aan de verwachting beantwoordde.
Het état-major van de Hydrograaf is zamengesteld als
volgt: jhr. T. E. de Brauw, luit. ter zee 1ste kl. kom-
mandant; D. J. W. A. G. Coops, luit. ter zee 2de kl.
oudste officier; W. J. Struick en H. J. Kleijnhens, luits.
ter zee 2de kl.; J. H. Calineijer, F. van den Berg, P.
T. M. van Leeuwen, H. P. Netscher en F. C. Granpré
Molière, adelborsten 1ste kl.W. F. Clous, off. van gez.
2de kl.; D. A. van der Laan, off. van adm. 2de kl.
Van de Pontianak: J. H Commijs, luit. ter zee lste kl.
kommandant; A. F. J. Frackers, luit. ter zee 2de kl.,
oudste officier; G. A. v. d. Mieden en L. G. Kakebeeke
luits. ter zee 2de kl.; W. A. Palm, adelborst lste kl.;
P. C. Buijze, off. van gez. 2de kl.; IT. J. van der Meer,
off. van adm. 3de kl.
Van de Bandjermassing: E. L. Ehnle, luit. ter zee lste kl.,
kommandant; P. Heijning, luit. ter zee 2de kl., oudste
officier; H. T. Kouwenberg eu J. A. Kloek, luits. ter zee
2de kl.L. Adriani, adelborst lste kl.M. Steensma, off.
van gez. 2de kl.P. K. S. Metman, off. van adm. 3de kl.
De Huwelijks-Courant.
{Slot.)
Hebben wij ons oog laten gaan over de vrouwelijke huwelijks-
candidaten, thans zijn wij genaderd tot het mannelijk personeel van
ons origineel blad. Laten wij over dat personeel ons oog gaan,
dan ontdekken wij dat de geestelijkheid van de Bngelsche kerk
geen zwarigheid maakt den niet meer ongewonen, maar toch waarlijk
niet orthodoxen weg te bewandelen tot het verkrijgen van een
wederhelft. Men telt daar vijf en twintig hoogeerwaardige eu
eerwaardige heeren, die, ter voldoening van hun lust tot trouwen,
van dezen weg gebruik maken. De meesten van die hoogeer
waardige en eerwaardige heeren behooren tot de Engelsche kerk;
en hunne neiging om welopgevoede dames van ongeveer dertig
jarigen leeftijd tot hunne echtgenooten te erlangen, openbaren zij
in hunne advertentiën. Een van deze heeren, een Presbyteriaan,
een vriend van varen en rijden, (zooals hij in zijne annonce mede
deelt) en die, zooals zijne vrouwelijke bekenden oordeelen, als een
voorbeeld van een goed en liberaal echtgenoot mag worden aange
merkt, verlangt in aanraking te komen met een dame, die verstandig
en goedhartig is, er goed uitziet en die over duizend pond sterling
aan baar geld beschikken kan. Daarop volgt een lange lijst van
hoofd-officieren, majoors, oversten en andere officieren van de in
de Oost-Indien verblijfhoudende troepen, die door tusschenkomst
van dit hulpvaardige blad het geluk van het huwelijks-leven
wenschen deelachtig te worden. Van eenigzins twijfelachtiger
gehalte schijnen ons de bedoelingen van een jong advocaat van
„buiffengewone beschaving, edelen inborst, onberispelijke manieren
en gewoonten, van een vurig temperament, aangenaam uiterlijk en j
henijdenswaardigen stand „te zijn, voor wien, zooals er waarlijk nog
bij te kennen gegeven wordt, „de aanzienlijkste gezelschapskringen
geopend staan."
Zeer interessant is de advertentie van een leeraar in de wiskunde,
die „zich met een der dochters van Eva wenscht te verbinden
en zich verlangt te vestigen op een stil en eenzaam landgoed, om,
zooals het noodlot zal beschikken, daar geluk of ongeluk roet
elkander te deelen;" of de volgende, die voor de medegedeelde
Naar
wij vernemen wordt Zr. Ms. scliroefstoomschip kwartier zou begeven om geschoren le worden, zou zeker
Cura9ao den 1 Aug. a. s. in dienst gesteld met bestemming verwonderd staan in plaats van bij een barbier, bij een
Oost-Indië. i bankier aan te landen.
Naar aanleiding van het berigt ook door ons opge
nomen, dat de komeet Coggia den 23 dezer op klaarlichten
dag zigtbaar zal zijn, meldt men: Inderdaad zal dit, volgens de
verklaring van den sterrekundige Hind, het geval zijn, doch
men verzuimde er bij te voegen, dat op dien dag een goede
telescoop noodig zal wezen.
De meesten zullen zich dus dezer dagen moeten verge
noegen de staartster des avonds te aanschouwen, welke
moeite rijkelijk beloond wordt door do schitterende pracht
van het verschijnsel, dat thans omstreeks middernacht in
zijn volle heerlijkheid prijkt.
II. M. de Koningin zal aanstaanden Zaturdag des
avonds van HDs. reis naar Mariënbad, en na Overijssel te
hebben bezocht, in de residentie terugkeeren. Daags
daarna hoopt H. M. de inwijding van de thans voltooide
kapel voor de badgasten te Scheveningen door ds. van
Oosterzee met hare tegenwoordigheid te vereeren.
Men schrijft ons van Texel, dd. 12 dezer:
„Op heden herdacht onze geachte genees-, heel- en
verloskundige, de heer A. E. Stiggelbout, zijn 40jarige
ambtsvervulling, waarvan deze 36 jaren op Texel practi-
seerde. De grijze jubelaris mogt zich verheugen in de
belangstelling van vele vrienden op dien dag, welke hem
een lang aanblijven toewenschen."
Men schrijft ons van Callantsoog, dd. 15 dezer
„Gisteren bad er in onze gemeente eene aandoenlijke
plegtigheid plaats, nl. de ter-aarde-besteliing van een man,
die in waarheid een vriend en raadsman van allen wilde
zijn. Die man was de heer C. Hoek, sedert 1873, lid van
den raad dezer gemeente.
Als zoodanig heeft hij zeer sterk geijverd voor de plaatsing
der nieuwe school en onderwijzerswoning in de kom der
gemeente. Hij heeft echter het nieuwe gebouw niet vol
tooid gezien.
Een slepende ziekte rukte den waardigen man op 43jarigen
leeftijd uit het midden der zijnen.
Bij de geopende groeve werd een hartelijk woord door
den onderwijzer der gemeente gesproken. Hij wees op de
daden des ontslapenen, en sprak den wensch uit, dat de
inwoners van Callantsoog aan weduwe en kinderen mogen
vergelden, wat Hoek voor allen heeft gedaan."
-De hoerenhofstede van Jb. Neef'kes, te Valkoog, is
jl. Vrijdag morgen, terwijl de eigenaar met kaas naar de
Alkmaarsche markt was, door brand vernield. Alies was
tegen brandschade verzekerd.
Het nieuwe Amsterdamsche adresboek 187475 bevat
o. a. een curieuse fout. Het raadslid Fuld wordt gepro
moveerd tot jonkheer, zonder dat daarvan bij de Hoogen
Raad van Adel iets hekend is. Het gilde der barbiers
wordt vermeerderd met den heer George Rosenthal, wonende
op de Heerengracht en kantoor houdende in de Spiegel
straat. De persoon, die zich naar dit aristocratische
niet behoeft onder te doen: „een deftig onderwijzer, begaafd met
een uitmuntend uiterlijk en met een warm gevoel, voor wien zich
de gelegenheid aanbiedt een winstgevende school te vestigen, wenscht
om deze reden in kennis te komen met eene dame van een goede
opvoeding en met eenige middelen, die zich tevens bereid verklaart
in deze nuttige onderneming de behulpzame hand te bieden. Drie
artsen, die een goede praktijk hebben en zes chirurgijns vertegen
woordigen het eorps van de jonge en trouwlustige Esculapen, die
door middel van deze huwelijks-courant de haven van het huiselijk
geluk en huiselijk leven wenschen binnen te loopen. De kunst
wordt slechts door een enkel individu en de letterkunde door een
heer van vijf voet en negen duim lengte, vertegenwoordigd, die
een weekblad in een interessant oord, dertig mijlen van Londen
verwijderd, redigeert, en door deze betrekking een jaarlijksch inkomen
van honderd twintig pond sterling erlangt. Tot deelgenoot dezer
positie en om het geluk zamen te genieten, zoekt hij„een schoone
dame met verstand, beschaving en gezegend met aardsche middelen,
die in hem" dit verzekert hij „een echtgenoot zal vinden,
die volkomen in staat is hare verdiensten naar waarde te schatten."
Vijf grondbezitters en drie eenvoudige pachters wenschen het
huwelijksbootje in te stappen met. dames, die lust en opgewektheid
hebben voor landhuishoudkunde. Wat de kooplieden betreft, onze
courant biedt daarvan een lijst van drie en twintig personen aan.
Vier ingenieurs, negentien die een ambachtsbedrijf uitoefenen,
eenige commiesen, één reiziger, drie „respectabele jongelieden"
drukken zich in duidelijke woorden uit, wat soort van vrouwen
door hen verlangd worden. Zelfs twee Engelsche lords bieden
zich op onze huwelijksmarkt aan, heide „in hunne beste jaren;"
de een „tussclien de vijftig en zestig jaren" de ander
„nauwelijks vijf en vijftig jaren oud." De laatste kondigt openlijk
aan, dat deze leeftijd met een oog van verschooning zal worden
aangezien, daar hij jaarlijks vier duizend pond sterling inkomen
heeft, en bereid is voor zijne weduwe, zoolang zij leeft, jaarlijks
duizend pond inkomen te verzekeren.
Onder de twee honderd vier en vijftig heeren, die naar den
echtelijken staat streven, hebben slechts elf de zoetigheden van
het huwelijksleven reeds genoten. Met uitzondering van één enkele,
De Brusselsche correspondent van de Amst. Crt.
meldt, dat een „Nederlandsch onderdaan» thans angst en
schrik verspreid in de bosschen nabij Boussu (Henegouwen.)
Die „Nederlandsche onderdaan" is een phyton (slang) van
het eiland Sumatra, twee meter lang en uit een menagerie
ontvlugt. Verscheidene menschert hebben het dier ontmoet
en niet dan met de grootste voorzigtigheid waagt men zich
in die streek.
Jl. Maandag zijn te 's Hage uit Dresden aangekomen
twee jeugdige zonen van den hertog van Saksen-Meiningen,
vergezeld van twee gouverneurs en verder gevolg. Zij
begaven zich onmiddellijk naar Scheveningen, waar zij op
eene villa hun intrek hebben genomen. Hunne komst heeft,
naar wij vernemen, ten doel den tijd te Scheveningen in
gezelschap van de zonen des Duitschen Kroonprins door to
brengen.
Ook de vijfde of laatste haringjager is te Vlaardingen
binnengekomen met 432 halve ton haring, waarvan 45 ton
maatjes zijn; de gezamenlijke aanbrengst is 1263 ton vollen,
255 ton maatjes 1518 ton haring; zijnde dergelijke
hoeveelheid nog nooit in den jaagtijd aangebragt.
-Jl. Dingsdag hield het Nederlandsch Weerbaarheids-
bond te Utrecht eene vergadering, waarop 16 vereenigingen
vertegenwoordigd waren. De groote vraag was of dit jaar een
schietwedstrijd zou gehouden worden, na de financieële
mislukking van den laatsten wedstrijd. In stemming gebragt
verklaarden 10 er zich tegen, 1 zou zich bedenken en 10
bleven buiten stemming, zoodat de wedstrijd waarschijnlijk niet
doorgaat, tenzij de algemeene vergadering, welke in de
volgende maand le Utrecht bijeenkomt, er anders over mogt
beslissen.
Te Nuland is een merrippaard van den landbouwer
Jac. van Drunen op laaghartige wijze mishandeld. Met
een scherpsnijdend werktuig is het beest eene diepe snede
toegebragt van ongeveer een halven meter lengte, loopende
van den kop af over den hals tot bij de borst. Toen men
's morgens het misdrijf ontdekte, likte het veulen het bloed
uit de wond.
Het provinciaal geregtshof te Middelburg had jl.
Maandag vonnis te vellen over een lid van de regterlijke
magt. De heeren B. van der Veen, griffier bij het kanton-
geregt te Cortgene, en P. C. Broos, kantoorklerk, beiden
wonende te Colijnsplaat, waren beschuldigd van in den
avond van den 13 April jl. herhaaldelijk en opzettelijk
geweerschoten te hebben gelost, met het doel om de rust
te verstoren. Het scheen, dat het om een meisje te doen was,
en ter verontschuldiging voerden de beschuldigden hunnen
opgewonden toestand aan. Zij zijn veroordeeld tot f 7.50
boete of 1 dag subsidiaire gevangenisstraf en in de kosten.
Te Zierikzee heeft jl. Dingsdag een 13jarig meisje
een koperen oorbelletje ingeslikt, ten gevolge waarvan het
kind binnen korten tijd een lijk was.
die zich de grilligheid in het hoofd heeft gezet, een dame tot
wederhelft te erlangen, „van een slanke taille en met een aardig
klein voetje" zijn deze weduwnaars ten opzichte der vrouwelijke
bekoorlijkheden, die zij verlangen, niet zoo kieskeurig, als hunne
I medezoekers, maar die nog nimmer gehuwd zijn geweest. De
j laatsten, de nog nooit getrouwd geweest zijnden, plaatsen hun
1 licht en hunne verdiensten geenzins onder de korenmaat. Zoo
verlangt onder anderen „een Roomsch-Catholiek heer, met een
schoon geestvol uiterlijk, die er tien jaar jonger uitziet dan hij
werkelijk is, eene vrouw, maar zij moet er zeer aardig uitzien, een
uitnemend liefderijk karakter bezitten, vol geestige invallen zijn en
niet onbemiddeld wezen." Ook zij, die geen Engelschen zijn,
zooals Dnitschers, Franschen, Russen, Amerikanen en anderen
figureeren in een vrij aanzienlijk getal onder onze huwelijks-candi-
daten. Een Amerikaan van drie en dertig jaren oud, vijf voet en
zeven duim groot, blond, mét blauwe oogen en van een zeer goede
familie, met een bedrijf-kapitaal van vijf duizend pond sterling,
dat hem jaarlijks een zuivere winst van vijftien honderd pond sterling
opbrengt, verlangt zich met een jonge Engelsche dame, tussehen
de achttien en vijf en twintig jaren, van middelmatige grootte,
met zwarte oogen en haren, van een goede houding, vurig tempe
rament en eenig vermogen in betrekking gesteld te zien; het
i laatst verlangde is slechts bijzaak, de hoofdzaak is. dat bedoelde
dame alle andere opgenoemde eigenschappen bezit; zulke eigen
schappen, die door alle echte mannen op prijs worden gesteld."
Met dezen onhaatzuchtigen wensch van den blonden Yankéewillen
wij ons uittreksel uit het Londensehe Orgaan tot bevordering van
het huiselijk geluk besluiten. Wij meeneu, het gegevene is meer
dan genoegzaam om onzen lezers duidelijk te maken, hoe het
genoemde blad, voor slechts drie pences wekelijks, in een lang
gevoelde behoefte voorziet. Misschien zijn onze mededeelingen
van groot belang en daardoor dienstbaar, dat er ook in Nederland
iemand zal opstaan, die zich tot navolging gevoelt aangespoord.
Aan medearbeiders en medearbeideressen, die bovendien voor hunne
en hare mededeelingen nog betalen, zal het waarschijnlijk, indien
ook zulk een onderneming in ons land op touw wordt gezet, niét
ontbreken.
