Duitschland.
Oostenrijk.
Spanje.
Amerika.
BERIGTEN BETREFFENDE DEN OORLOG MET ATSJIN.
Stoomvaart-Berigten.
Burg-evlijke Stand. Gemeente Helder.
Burgerlijke Stand. Gemeente Texel.
Marine-Haven Nieuwediep.
SCHAGER MARKT van HEDEN.
geweestafschaffing der slavernij, ouderwijs in Ierland en
hervorming van het kiesregt. Op liet voetstuk van het
thans onthulde gedenkteeken herinneren schoone bas-reliefs
deze en andere oogenbikken uit het leven van lord Derby.
„Hij vereenigde,,, aldus besloot de heer Disraëli, „den
hartstogt der staatkunde met de teederheid van het huiselijk
leven. Wij hebben hem dit standbeeld opgerigt, niet slechts
als een gedenkteeken, maar ook om te bezielen." Lmd
Malmesbury, een van lord Derby's oudste en beste vrienden,
heeft daarna over diens meer intime voortreffelijkheden van
hoofd en hart met warmte het woord gevoerd.
Onder het roodwild (herten enz.) in het Grunewold
in Pruissen, schijnt een zeer gevaarlijke epidemie te zijn
uitgebroken. Een gezelschap uit Berlijn vond jl. Zondag
niet minder dan acht herten, die reeds in staat van ont
binding verkeerden. Bij onderzoek is gebleken dat zij geen
wonden hadden. De beesten moeten een harden doodstrijd
hebben gehad; telkens toch als men een dood hert vond,
was de grond in de nabijheid sterk omgewoeld. Men kan
nagaan uit het gevonden aantal, dat de ziekte een groote
uitbreiding heeft; er wordt nu een onderzoek in de uitge
strekte bosschen gedaan en gedurig vindt men half ver
gane beesten.
Als een buitengewone zeldzaamheid verdient vermelding,
dat dezer dagen iemand bijna gelijktijdig twaalf maal is
gedecoreerd geworden. Dr. Alfred Jurnitschek, 1ste luit.
bij de rustende Oostenrijksche landweer, te Weenen, heeft,
als blijk van erkenning voor zijn uitstekende bemoeijingen
op het gebied der letterkunde gekregen: 1. de Oostenrijk
sche ridderorde van de IJzeren Kroon 1ste kl.2. het
kommandeurskruis der Russische Stanislasorde3. de Pruis-
sische Kroonorde 3de kl.; 4. het ridderkruis 1ste kl. der
Beijersche orde van Verdiensten van den Heiligen Michael
5. de Saksische Albrechtsorde6. het ridderkruis 1ste kl.
der Wurtembergsche Frederiksorde7. het ridderkruis
2de kl. der Groothertogelijk Hessische orde van Philippus
den Grootmoedige; 8. het ridderkruis der Mecklenburgsche
Huisorde van de Wendische Kroon9. het ridderkruis der
Brunswijksche orde van Hendrik den Leeuw; 10. het
ridderkruis 1ste kl. der Ernestinische huisorde van .Saksen
11. het ridderkruis 1ste kl. der huisorde van Albrecht den
Beer van Saksen-Anhalt12. het ridderkruis der orde van
Hertog Adolf van Nassau.
Volgens een rapport van het bestuur der Pampeluna-
Spoorwegmaatschappij, hebben de Carlisten gedurende het
jaar 1873 niet minder dan 19 stations en 49 huizen ver
brand, 9 bruggen, 400 kilometers telegraaflijnen en een
groot aantal spoorwegwaggons vernield en eenige spoorweg
beambten vermoord.
Chicago is jl. Dingsdag wederom door een geweldigen
brand geteisterd. Meer dan twintig blokken huizen zijn
verwoest. Vier spuitgasten zijn omgekomen.
Nadere bijzonderheden omtrent den moordaanslag;
op von Bismarck.
Uit Kissingen meldt men dd. 14 dezer:
Prins Bismarck is gisteren avond in den tuin van het Kur-
haus verschenen met de gewonde arm in een doek, en
iets later hebben de burgerij, de badgasten, de liedertafel
en de bad-kapel hem serenades gebragt. Morgen heeft in
de protestantsche kerk alhier een dankstond plaats.
Aan een aan het Dagblad ter inzage afgestaan schrijven
uit Kissingen, dd. 13 Julij, van de hand van een stadgenoot
die zich thans daar bevindt, ontleent genoemd blad het vol
gende met betrekking tot den op vorst von Bismarck
gepleegden moordaanslag: „Wij zaten juist aan tafel toen
de kellner met doodsbleek gelaat binnenstoof en uitriep]:
Bismarck ist todtsgeschossenIk behoef u de schrik der aan
wezigen niet te beschrijvenallen waren hevig ontsteld.
Eenige oogenblikken later kwam de kellner echter op nieuw
binnen met de geruststellende mededeeling, dat de Prins
slechts ligt aan de hand was gewond. Dat bleek ook waar
te zijn. Ziehier hoe de zaak is toegegaan. Gij kent die
huizen wel aan de overzijde der Saaie, die zoo hevig be
schoten zijnwelnu, daar heeft von Bismarck zijn intrek
genomen hij dr. Diruf. De vorst heeft de gewoonte, alle
middagen ten één ure, als ieder aan tafel zit naar de Saline
te gaan baden. Toen hij nu zijn rijtuig instapte stonden
er een paar menschen, die hem groetten. Daaronder bevond
zich ook de goochelaar Bellachini, wien Bismarck scheen
te kennen, want diens groet beantwoordde hij bijzonder.
Juist op het oogenblik dat hij den hoed daartoe afnam,
trof hem een schot in de hand. Had hij de hand dus niet
opgeheven gehad, dan zou het schot hem zeker in het
hoofd hebben getroffen.
Op het eerste oogenblik waren er niet veel menschen
bij. De eerste die den moordenaar greep was Lederer,
ook den Hagenaars welbekend, als tenor van de Duitsche
opera te Rotterdam, waarbij hij voor het aanstaand saizoen
weêr geëngageerd is. In zijn woede om te ontsnappen
beet de moordenaar hem in de hand. Lederer is nu de
held van den dagwaar hij zich vertoont, zijn hand in een
verband dragende, wordt hij door menschen omringd, zooals
op dit oogenblik in den Kurgarten, waar ik dezen schrijf.
De moordenaar is dadelijk gevat en heet, naar men
zegt, Kuilman. Hij zegt uit Maagdenburg te zijn en geen
medepligtigen te hebben. Hij zou het misdrijf alleen hebben
gepleegd uit wraak dat hij onder dienst moest. Onmidde-
lijk nadat de moordenaar naar het bureau van politie was
vervoerd, reed von Bismarck er zelf in een open rijtuig
met den bad-director heen. De Vorst ondervroeg hem
daar zelf, maar hij kon niets anders uit hem krijgen, dan
ik u boven schreef. Wij zagen hem van het politie
bureau terugkeeren. De straten waren zwart van menschen
en aan hun geroep van Hoch! scheen geen einde te komen
De Vorst groette allen. De menschen zijn zeer opgewonden."
Bismarck sliep dien nacht goed en zette Dingsdag de
kuur weer voort, alsof er niets was gebeurd. Het regende
dien dag natuurlijk telegrammen van gelukwensching, van
den Koning van Beijeren, van den Koning en de Koningin
van Wurtemberg, van steden en corporaties, en het zal de
geheele week nog wel zoo voortgaan.
Door Prins von Bismarck werden de lieden, die hem
eene serenade bragten, volgenderwijs toegesproken:
„Mijne Heerenik dank u voor de deelneming, dankt
God met mij dat Hij mij zoo zigtbaar bewaarde. Verder
zal ik hier geen woord over de zaak zelve spreken; de
regters zullen uitspraak doen. Dit alleen mag ik wel
constateren, dat de slag niet op mij was gemunt, maar op
de zaak, waaraan ik mijn leven wijd: die der éénheid, der
vrijheid en der onafhankelijkheid van Duitschland. En
wanneer ik ook mijn leven voor die zaak had moeten laten,
dan zou dat nog niet meer zijn geweest, dan wat vóór drie
jaren duizenden onzer landgenooten wedervaren is, die toen
hun goed en bloed op het slagveld lieten, 't Groote werk
waaraan ik mijn zwakke krachten wijdde, zal niet vernietigd
worden door middelen, als waarvoor God mij genadig
bewaarde, 't Zal voltooid worden door de kracht van het
vereenigd Duitschland. In deze hoop, verzoek ik u met
mij een Hoch uit te brengen op het vereenigd Duitschland
en zijne verbondene vorsten."
't Publiek voldeed daaraan en vervolgens stelde Prins
von Bismarck een Hoch op den Koning van Beijeren in.
Verslag der verrigtingen door de zeemagt in de wateren van
Atsjin, van 8 Maart tot 11 April 1874.
Vervolg.)
Den 23sten verliet het stoomschip Gouverneur-Generaal
Mijer de reede, ten einde een transport zieken naar Pa-
dang over te brengen en kwam Zr. Ms. stoomschip Citadel
van Antwerpen terug van zijne zending tot het rondbren
gen der proclamatiën van den civilen regerings-commis-
saris. Door den kommanderenden officier van dien bodem
werd gerapporteerd, dat Gighen de gestelde eischen aan
nam en de opperheerschappij van het Nederl.-Indische
gouvernement erkende; de andere onderhoorigheden hadden
voor langere of kortere termijnen uitstel gevraagd om de
zaak te bespreken. De gevolgen der blokkade deden zich
op die plaatsen, die aanvoer van levensmiddelen noodig
hadden, duchtig gevoelen, terwijl de cholera ontelbare
offers eischte.
In den avond van den 24sten vertrok de Ariadne naar
Pinang tot het overbrengen en afhalen van dépêches.
Zr. Ms. stoomschip Soerabaija, den 16den van Batavia
vertrokken, kwam den 25sten des namiddags ter reede
van Atsjin.
Naar aanleiding van de door den opperbevelhebber
gegeven order om de kampongs van Toekoe Nanta te
tuchtigen, namen den 25 Maart Zr. Ms. stoomschepen
Vice-Admiraal Koopman, Citadel van Antwerpen, Water
geus, Deli en Riouw positie bewesten Koeala Marassa, bij
welke scheepsmagt zich de Kinsbergen met den comman
dant der maritime middelen aan boord voegde. Het vuur,
door de schepen op de versterkingen en kampongs geopend,
werd gedurende 5 uren voortgezet en den volgenden
ochtend hervat en volgehouden totdat het op last van den
opperbevelhebber gestaakt werd. Uit eene vijandelijke
benting kreeg de Deli één schot in het voorschip op 0.7
meter boven de waterlijn. Na het eindigen van het vuur
keerden de schepen naar de reede terug, uitgezonderd
Zr. Ms. stoomschip Deli, dat vóór den pasar van Toekoe
Nanta post vatte.
De particuliere stoomer Prins Alexander vertrok den
26sten des avonds naar Singapore om aldaar te dokken.
Den 27 Maart kwam de Baron Mackay van Padang ter
reede van Atsjin terug.
Den 28sten ankerden ter reede de Engelsche brik Virgin
Mary en de St. Anthony, komende van Pinang en bestemd
naar Singkel, Baros en Padang. Dit vaartuig, dat noch
monsterrol, noch manifest kon vertoonen, werd aan een
zeer streng onderzoek onderworpen, doch daar niets verdachts
aan boord gevonden werd, kreeg het vergunning om zijne
reis naar Singkel voort te zetten.
De Semiroe kwam den 30sten terug van Pinang, werwaarts
de Mecca zich dienzelfden dag begaf om eene nieuwe
lading steenkolen te halen.
Den 31sten vertrok Zr. Ms. stoomschip Citadel van
Antwerpen weder naar de noordkust, zijnde aan den
commanderenden officier van dien bodem de functiën van
stations-commandant weder opgedragen.
Zr. Ms. stoomschip Deli werd aangewezen om voor Gighen
post te vatten, met opdragt om dat rijk van de zeezijde
te beschermen en tegenover de naburige staatjes de blokkade
te handhaven, wordende die voor Gighen opgeheven.
Dienzelfden avond vertrok Zr. Ms. stoomschip Admiraal
van Kinsbergen naar Pinang tot het overbrengen van spoed
vereischende dépêches van den opperbevelhebber.
(Wordt vervolgd.)
De Koning der Nederlanden zal den 15 Aug. a. s. van hier naar
Batavia vertrekken.
De Prins van Oranje, van hier naar Batavia, vertrok 14 Julij
's namiddags van Southampton.
De Billiton is den 10 dezer van hier te Batavia aangekomen.
De P. Caland, van Botterdam naar New-York, is 13 Julij te
Plymouth gearriveerd.
Opgave van af Dingsdag middag tot Donderdag middag.
ONDEBTEOUWD: Geene.
GETROUWD: A. Arons en A. M. Smittenaar. S. Goudsmit
en V. Glazer.
BEVALLEN: C. C. Meij, geb. Hoogerwerf, (Z.). J. Geus,
geb. Veenendaal, (Z.). A. Pluijlaar, geb. Bontes, (Z.).
OVERLEDEN: Geene. Levenloos aangegeven 1.
van 8 tot 15 Julij 1874.
ONDERTROUWD: Koenraad de Boer en Neeltje Vos. Cornelis
Bruijn, weduwnaar van Wijntje Koorn en Dirkje de Ridder.
GETROUWD: Geene.
GEBORENAaltje, dochter van Albert Blom en Marretje Bakker.
Neeltje, dochter van Siets Bakker en Trijntje Dijker. Jannette Anna,
dochter van Jan Boeper Wz. en Naantje Roeper. Simon, zoon van
Johannes Hemelrijk en Antje Geus. Helena Cornelia, dochter van
Jan Thomassen en Wilhelmina Jacoba Lammers. Jacoba, dochter
van Dirk Boon en Souwtje Rab.
OVERLEDENGeene.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
5 Julij. 15 Julij. Java Packet. C.A.Trappen. Batavia.
15 Julij. Admiraal de Ruiter. J.L.Besseling. Batavia.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst
14 Julij. SouthernBelle. C.B.Robbins. vanVliet&Co. New-York.
14 Gesiena. J.S.Mulder. Hoogl.&v.Herw. Passaroeang
15 Begulus. C. Holte. vanVliet&Co. New-York.
15 CaspardeRobles.T.H.vanSlooten.Duinker&Goedk.Suriname
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Buiten- of Binnenhaven te lossen.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Eduard. T.J.Halberstadt. Baltimore. Tabak, van Vliet Co.
de Vrede. M. Ouweudag. Ornskoldsvick. Hout. Amons Co.
Ellen. H. Smith. van Vliet Co.
Viken. R. H. Ness. Kütka. Blikman &Co.
Hernosand. Y. D. de Jonge. Nerva. Amons Sc Co.
Freija. H. Eriksen. van Vliet 8e Co.
Vijf Vrienden. J. Verweij.
Hero. R. Earnshaw. Newcastle. Steenk. C. Berghuijs.
BrotherlyLove. J. Moffet. Shields. Duinker&Goedk.
Meerschaum. J. Hall. Seaham.
Vivid. J. Bedingfield. Sunderland. Order.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet)
1 -U3jn
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Thermometer
C.
Vochtigh.
procent.
Toestand
van
de zee.
Stand.
Afw.
Stand.
Afw.
12
nw. 1.7k.
764.59
f 4.57
18.2
- 1.4
0.87
Slecht.
8
ntw. 0.7 ii
768.80
f 8.80
15.8
- 2.0
0.77jVlak.
12
n. 2.5„
768.20
f 8.20
16.7
- 2.9
0.7 5 plecht.
Weersgesteldheid: 15 Julijl2 u. Helder, mooiweer.
16 Julij 8u. Digtbewolkt, mooi.
16Julijl2u. Digtbewolkt, mooi.
I.ATEBE 11HHIWTEV.
Zr. Ms. stoomschip Pontianak is heden namiddag te
half twee uur van hier naar zijne bestemming vertrokken.
Voor zoover bekend is, zijn in den loop der week, van
5 tot en met 11 dezer, in deze provincie, 4 runderen
uithoofde van longziekte onteigend en afgemaakt, nl. 1 te
Barsingerhorn, 1 te Landsmeer en 2 te Sloten.
Den 14 dezer is te Amsterdam gehouden de alge-
meene vergadering der Nederlandsche vereeniging tot
bevordering der koepok-inenting. De voorzitter, de heer
G. Marees RAz., opende do vergadering met eene rede,
waarin hij o. a. wees op den arbeid, dien deze vereeniging
in ons land nog te verrigten heeft, waar wettelijke bepa
lingen omtrent revaccinatie ontbreken Uit het verslag van
den secretaris, dr. J. Vroesom de Haan, bleek, dat in het
jaar 1873 vijf nieuwe afdeelingen zijn opgerigt en het
aantal leden met bijna 300 is vermeerderd. In de plaats
van de heeren G. Bosch en mr. van Naamen van Eemnes,
die hun ontslag hadden gevraagd, zijn tot leden van het
hoofdbestuur verkozen de heeren mr. H. D. Delprat, te
Rotterdam en mr. F. van Lanschot, te 's Bosch. Als de
plaats, waar in 1875 de algemeene vergadering zal gehouden
worden, is Groningen aangewezen.
Bij vonnis van het kantongeregt te Deventer zijn de
heeren J. Vincent (burgemeester van Holten), diens zoon
E. Vincent, Mohemius (gemeenteklerk), E. E. Harwich,
J. Wansink en J. A. Man, allen wonende te Holten,
wegens het in vereeniging van meer dan vier personen in
gesloten jagttijd schieten van een hert, zonder daartoe
voorzien te zijn van een concent of buitengewone magtiging
van den Commissaris des Konings, veroordeeld tot eene
geldboete van f 40 of subsidiaire gevangenisstraf van 7 dagen,
met verbeurdverklaring van het geschoten hert en de
geweren, of de waarde daarvoor te betalen aan het rijk,
invorderbaar bij lijfsdwang.
PER TELEGRAAF.
1 Paarden f 90a
Ossen - a
Stieren - 80all0
22 Gelde-Koeijen - 90a270
Kalf-Koeijen - 190a250
Vaarzen - 70a 90
Hokkelingen - a
8 Nucht.Kalveren- 6a 16
Vette Rammen - a
145 Schapen - 12a 28
17 Lammeren f 9 a 13
6 Bokken8cGeiten - 2 a 11
12 MagereVarkens - 8 a 12
66 Biggen - 2 a 3J
30 Kippen c. 30 a 50
25 Eenden - 30 a 60
Boter per kop -100 allO
Kaas per kilogram - 37fa 60
Kip-Eijeren per 100 -280 a300
Eend-Eijeren a