1874. N°. 88.
Vrijdag 24 Julij.
32 Jaargang.
BEKENDMAKING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
GEMEENTERAAD.
Binnenland.
RELDERSCHE
E\ IVIEUWEDIEPER COURANT.
.Wij huldigen het goede."
y. Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
'-y Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Kalken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië
via Brindisi.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Zitting van Dingsdag den 21 Julij 1874.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 13 leden; afwezig met kennisgeving van verhin
dering de heeren van Kelckhoven, de Lange, Boom en Groen.
De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd.
Door den Voorzitter worden, namens het Dag. Best., ter tafel
gebragt de rekeningen, dienst 1873, van de gemeente, bet Bur
gerlijk Armbestuur, het Algemeen Weeshuis en de dd. Artillerie-
Schutterij, die volgenderwijze sluiten
Bekening van de gemeente: Ontvangsten f 184,862.91$
Uitgaven - 162,346.92
Van het Burgerlijk Armbestuur
Batig saldo f 22,515.99$
Ontvangsten f 11,395.02
Uitgaven - 10,734.43
Batig saldo f 660.59
Van bet Algemeen Weeshuis: Ontvdiigsten f 16,435.25$
Uitgaven - 15,434.86$
Van de dd. Artillerie-Schutterij:
Batig saldo f 0.39
Ontvangsten f 903.74
Uitgaven - 885.71$
Batig saldo f 18.02$
Tot het onderzoek dezer rekeningen splitst zich de Baad in
drie afdeelingen, elke onder presidium van een der leden van het
Dag. Best., volgenderwijze1ste afdeeling de heeren Braaksma,
van Veen, Hugenholtz, de Breuk en Boom; 2de afdeeling de
heeren Maalsteed, Werendliju Smit, Berghuijs, van Kelckhoven en
de Lange; 3de afdeeling de heeren Giltjes, Jelgersma, Janzen
en Groen. De vergaderingen der afdeelingen zullen op 27, 28
en 29 dezer plaats hebben.
Met eenparige stemmen wordt vastgesteld eene suppletoire be
grooting, dienst 1874, noodig tot geregelde verantwoording van
onderscheidene uitgaven.
Met eenparige stemmen wordt benoemd tot hulponderwijzer aan
de gemeente-school No. 5 de heer J. Verweij de Winter, thans
hulponderwijzer te Naaldwijk. Ter dezer gelegenheid wordt door
den Voorzitter medegedeeld, dat thans het hulppersoneel zeer weinig
talrijk is met het oog op de behoeftede benoemde toch was de eenige
sollicitant (een sollicitant, de heer v. d. Tuuk, had zijne sollicitatie
ingetrokken). Hij wees er op, dat het op den duur welligt noo
dig zal zijn de traetementen nog meer te verhoogen.
De Voorzitter herinnert, dat in de vorige vergadering is besloten
om zich te wenden tot de Hooge Begering met verzoek om vrij
stelling van de verpligting tot oprigting eener middelbare school
in deze gemeente. In antwoord daarop wordt gelezen een besluit
van Z. M. den Koning, waarin de gevraagde vrijstelling wordt
verleend tot het einde van den cursus 1875/76. Aangenomen voor
kennisgeving.
Op voorstel van HH. Commissarissen van het Gemeente-Zieken
huis en de Apotheek wordt besloten aan den opzigter M. Koorn,
ter tegemoetkoming in de kosten voor het houden eener dienstbode,
te verleenen eene gratificatie groot f 25.
Br wordt gelezen eene missive van den heer Commissaris des
Konings in dit gewest, houdende mededeeling dat de veldwachter
P. Groot, met ingang van 1 Julij 11,, uit zijne betrekking op
eervolle wijze is ontslagen. Namens het Dag. Best. stelt de Voor
zitter voor om aan dien veldwachter, die 48 jaren lang de gemeente
heeft gediend, eene toelage te verleenen van f 300 's jaars. Met
eenparige stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.
Voor kennisgeving worden aangenomen deze mededeelingen
o. dat, ter vervanging van den eervol ontslagen veldwachter P.
Groot, tot dienaar van politie is aangesteld de op zijn verzoek
eervol ontslagen brigadier-titulair bij de Rijksveldwacht W. Beijer;
en i. dat bij de op 20 dezer gehoudene verificatie van de boeken
en de kas des Gemeente-Ontvangers een en ander is in orde be
vonden, in kas zijnde de som van f 36,044.74$.
Bij de gewone röndvraag erlangt de heer de Breuk het woord.
Hij wijst er op, dat de slooten nabij de kazerne der artillerie en
aan de Laan in den laatsten tijd behoorlijk zijn opgemaakt en van
het vuil ontdaan. Hij vindt dat uitmuntend, maar vreest, dat die
slooten spoedig weer op nieuw in zoo een slechten toestand zullen
geraken. Hij uit den wensch, dat bij eene volgende begrooting
eenig geld beschikbaar moge worden gesteld tot afdoende verbete
ring. Hij wijst ook op de Californiëstraat, waar de sloot er ook
allererbarmelijkst uitziet en een sterken gèur verspreidt.
De Voorzitter dankt den beer de Breuk voor de gemaakte op
merking, doch verzekert, dat thans reeds de noodige maatregelen
worden genomen om tot eene meer afdoende verbetering in deze
te geraken. In die slooten worden door de zorg van het Dag.
Best. duikers geplaatst en worden ze in verbinding gebragt met
het Helderech kanaal, zoodat ze een behoorlijken toevoer van water
verkrijgen.
De vergadering wordt hierop gesloten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
brengen ter openbare kennis, dat de REKENING van de
INKOMSTEN en UITGAVEN der gemeente over het dienstjaar
1873, gisteren den Raad aangeboden, op de Secretarie der gemeente
voor een ieder ter lezing nedergelegd en hetzij in druk, hetzij in
afschrift, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar is gesteld.
Burgemeester én Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 22 Julij 1874. L. VERHEY, Secretaris.
VERGADERING van den RAAD der gemeente TEXEL,
op Vrijdag 31 Julij 1874.
Punten van behandeling:
Ingekomen stukken.
Aanbieding Gemeente-rekening, dienst 1874.
De Burgemeester,
D. C. LOMAN.
HELDER en NIEUWEDIEP, 23 Julij.
Zr. Ms. schroefstoomschip Cura<;,ao, zal niet den 1 Aug.,
zoo als we in een vorig nummer meldden, maar den 15
dier maand in dienst gesteld worden en naar men ons
meedeelt de reis naar Oost-Indië via Kaap Hoorn maken.
Naar wij vernemen is door den kapt. ter zee K. F. R.
Andrau, ontslag aangevraagd als kommandant van het
Koninklijk Instituut voor de Marine, terwijl deze betrekking
zal worden opgedragen aan den kapt.-luit. ter zee J. W.
Binkes, die uit Oost-Indië is opontboden.
Een officier van het bezettingsleger in Atsjin
schrijft o. a.
„Van uit ons bivak zoo meldt hij hebben wij een
heerlijk gezigt op de hlaauwe bergen, die hun toppen fier
in de lucht dragen. Gij zult misschien Spaansch opzien
bij het hooren van het woord bamboe doeri, waarvan ik u
daarom nog even op de hoogte zal brengen.
De hamboe doeri is een struikgewas, dat een hoogte
bereikt van circa 12 ellen en een omvang van 6 tot 10
ellende stammen hebben 2 it 3 palm in doorsnede en
staan digt bij elkander, deze en ook de kleinere in elkander
gegroeide en gewrongen takken zijn voorzien van doornen,
zeer puntig en hard als metaal.
De struiken noemt men stoelen en de naast elkander
geplante stoelen vormen de door ons zoo gevreesde bamboe
doeri heggen, die menig aanvoerder reeds de nachtmerrie
bezorgd hebben. Noch gladde, noch getrokken kanons
noch houwitsers, nog mortieren kunnen tegen de bamboe
doeri iets uitrigten. Alleen kruid en petroleum vormen
een middel ter opruiming, doch nu zet ik het elk leger in
drieën om mijnen aan te leggen of brand te stichten,
wanneer de vijand na lange inspanning holle horizontaal
geplaatste bamboe kokers door de bamboe stoelen heeft
gelegd en dan ongestraft de aanvallers een voor een kan
wegblazendit zijn de bamboe doeri heggen, onze couchemar,
onze ergste vijand, al is hij dan ook dood, zooals men in
de militaire wereld zegt. Juist omdat bij, de bamboe doeri,
dood is, spot hij met granaten, puntgranaten, puntgranaat-
kartetsen, kartetsen, holle kogels, Beaumont-kogels en alle
andere langzaam of snel om breedte of lengteas draaijende
projectielen. De vijand kan niet geraakt worden, tenzij
men als aanvaller zelf gebruik make van de horizontale
bamboe kokers en dit is geen gekheid, zooals gij begrij
pen zult."
Uit Kotta Radja schrijft dezelfde officier van den 10 Mei:
„Het bombardement heeft opgehouden en de Atsjinezen
zijn daarom weer wat korterbij gekomen; geregeld hoort
men om 't kwartier het veldgeschreeuw hunner in de boomen
zittende schildwachten, dat heel aardig is en geheel en al
door de keel wordt voortgebragtkunt gij dus heel hoog
zingen of schreeuwen en meer bepaald hoog beginnen en
langzaam dalen, dan kunt gij dezen hunnen uitroep wel
nabootsen: „Hoooo, hoo, ho, o, o, o!" De invallende
mousson doet de zee geweldig rollen en werkt schadelijk
op de gezondheid, waarmeê het bij de manschappen mise
rabel gesteld is, de gemiddelde sterfte bedraagt 6 per dag,
zoodat telkens aanvulling van Java noodzakelijk is. Er
wordt niet meer geopereerd, alleen gewerkt en wacht gedaan,
dat zeer afmattend is; een goed glas wijn houdt er de
officieren nog al eenigzins boven op, ofschoon ook velen
ziek zijn."
Z. M. de Koning wordt tegen den 20 Aug. a. s. uit
Montreux te 's Hage terugverwacht.
De minister van Buitenl. Zaken heeft op den 17 dezer
een bezoek afgelegd hij den Duitschen gezant te 's Hage,
graaf de Perponcher, om hem uit naam van onze regering
zijn afkeer te betuigen over den aanslag op het leven van
den rijkskanselier gepleegd en hem tevens geluk te wenschen
met den gelukkigen afloop, waardoor de Prins in het leven
werd gespaard. De minister voegde er bij, dat hij de over
tuiging koesterde, dat deze gevoelens door de geheele natie
worden gedeeld. (Het Vaderland.)
De N. Rott. Crt. geeft de volgende opgave van het
nieuwe ministerie:
Bnitenl. Zaken, baron van Zuylen; Financiën, graaf
SchimmelpenninckJustitie, den heer Wintgens; Oorlog,
generaal van der Schrieck; Koloniën, den heer van den
Bossche; Marine, den heer Nierstrasz.
Als een bijdrage tot de warenvervalsching in Neder
land deelt dr. J. Ariens Koppers mede, dat hij dezer dagen
een product, dat door een Amsterdamsch handelshuis als
een uitstekend surrogaat van meel is geïmporteerd, schei
kundig heeft onderzocht en tot het resultaat is gekomen,
dat het niets anders is dan fijngemalen gips.
Beroepen te Amsterdam, de heer G. Doedes, pred.
te Velsen.
Beroepen bij de Evang. Luth. gemeente te 's Herto
genbosch, ds. C. H. ter Laag, te Weesp.
Bij de Christ. Geref. gemeente te Alkmaar is beroepen
de heer J. van der Linden, proponent, die tevens een
beroep heeft ontvangen naar Westmaas.
Aangenomen het beroep naar Peperga en Blesdijke,
prov. Friesland, door ds. M. Wassenaar, pred te Oude
Schild op Texel.
Aangenomen het beroep bij de Doopsgez. gemeente
te de Rijp, door ds. van Douwe, pred. te Borne; naar
Vlissingen, door ds. A. Snellen, pred. te Winterswijk.
Voor zoover bekend is, is in den loop der week van
12 tot en met 18 dezer in deze provincie slechts één rund
uithoofde van longziekte onteigend en afgemaakt. Het
geval kwam voor in de gemeente Haarlemmermeer.
Dat het publiek gaarne gebruik maakt van den
Oosterspoorweg, blijkt genoegzaam uit het belangrijk vervoer.
Jl. Zondag was de opbrengst uitsluitend voor die lijn
nagenoeg f 4700.
Men schrijft ons van Texel, dd. 23 dezer:
„De stoomboot „Ada Van Holland" vond gisteren op
de reede een ten onderst boven drijvende sloep. Na met
veel moeite anker en ketting te hebben geligt, en de boot
te hebben omgekanteld, scheen het een visschersvaartuig met
twee masten te zijn, waartusschen men meende dat nog een
stuk van een net zat bevestigd. Er was overigens nergens
eenig kenmerk of naam zigtbaar.
Later vernamen wij nog, dat dit vaartuig bij het schijf
schieten achter Kijkdnin heeft dienst gedaan, en er bij die
gelegenheden een zeil tusschen de beide masten als schijf
werd gespannen."
Jl. Zondag middag begaven zich te Koedijk vier
kinderen, waarvan het oudste twaalf en het jongste pas
vier jaren telde, in een schuitje om te spelevaren. Tot
schrik der ouders waren zij in den laten avond nog niet
te huis. Na lang zoeken vond men hen 's nachts ten 4
ure weder. Zij waren in de talrijke sloten van den Langen-
dijk, waarheen zij zich begeven hadden, verdwaald geraakt
en hadden tot op het genoemde uur toe te vergeefs be
proefd den terugweg te vinden.
De regtbank te Amsterdam heeft jl. Dingsdag uit
spraak gedaan in eene kwestie, voortspruitende uit specu
latie in dividenden Nederlandsche Handel-Maatschappij.
De heer B. was door zijne schuldeischers gedagvaard tot
betaling van het verschil in prijs, dat hij door speculatie
in dividenden aan hen geacht werd schuldig te zijn. De
regtbank wees echter vonnis in dien zin, dat de heer B.
zijnen schuldeischers wettelijk niets schuldig was, omdat
de transactie valt onder de termen van de wet, waarbij alle
verpligtingen, voortspruitende uit spel en weddingschap,
niet verhaalbaar zijn.
Men zal zich nog wel herinneren dat in den nacht
van 15 Sept. 1872 brand ontstond in het huis van den
bakker A. W. Meijer in de Torensteeg te Amsterdam. Al
de bewoners bevonden zich echter op de kermis en de
overburen, die zich met het gewoel in de straat van achter
hunne ramen vermaakten, hadden tevens gelegenheid
gehad het volgende op te merken. Even na 12 ure was
de bakker met zijne familie uitgegaan, nadat hij de winkel
deur behoorlijk had gesloten. Ongeveer een kwartier
daarna werd de deur door twee hun onbekende personen
geopend; daarna werd op de insteekkamer licht ontstoken
en telkens bewogen zich twee gestalten heen en weder.
Toen dit ongeveer 20 minuten geduurd had, verlieten die