EEN NETTEN EN ZINDELIJKEN INBOEDEL,
ADVERTENTIËN.
Benoeming-en, enz.
Buitenland.
Frankrijk.
Duitschland.
Spanje.
Stoomvaart-Berig-ten.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
285ste STAATS LOTERIJ.
DERDE KDA.SSE.
p-
Marine-Haven Nieuwediep.
Correspondentie.
De Notaris B. WERENDLIJN SMIT
waaronder eenig- oud PORCELEIN
Om het hooge belang der zaak besloot de Synode het hieromtrent
uitgebragte rapport zoo spoedig mogelijk algemeen verkrijgbaar
te stellen.
In behandeling is thans, wat in het rapport, aangaande de voor
stellen der vorige Synode ter kerk-reorganisatie verder wordt
voorgedragen."
Met ingang van 21 Julij is de heer dr. G. A. Haremaker, laatst
student voor de militaire geneeskundige dienst bij het garnizoens
hospitaal te Amsterdam, benoemd tot oft'. van gez. 2de kl. bij de
zeemagt.
Gisteren is te Brussel het congres geopend, dat door de
Russische regering is uitgeschreven om te beraadslagen
over de regten der oorlogvoerende partijen. Vertegenwoordigd
zijn Rusland, Duitschland, Oostenrijk, België, Denemarken,
Spanje, Frankrijk, Engeland, Griekenland, Italië, Nederland,
Portugal, Zwitserland en Turkije. Nederland is vertegen
woordigd door de heeren van Lansberge, gezant, en van
der Schrieck, generaal. Zooals bekend is, is allengs aan
dat congres een veel grooter uitbreiding gegeven, dan eerst
het plan was. Het oorspronkelijk denkbeeld was om alleen
de gevangenen in den oorlog een betere behandeling te
verzekeren, maar er zijn nu zooveel punten bijgekomen,
dat men thans weinig minder van plan is, dan het eens te
worden over het min of meer volledige internationale code.
De gedelegeerde hebben besloten om de beraadslagingen
ten strengste geheim te houden.
De Ere Nouvelle meldt bet huwelijk van Millie—
Christine, de „tweehoofdige nachtegaal." Natuurlijk is het
alweêr een rijke Engelschman, die excentriek genoeg was
om haar ten huwelijk te vragen. De huwelijksplegtigheden
zullen tegen het einde dezer maand te Avignon plaats hebben.
De maire van die stad heeft echter aan eenige regtsgeleerden
van het hof te Aix om raad gevraagd, daar hij niet weet
of hij hier met één of met twee bruiden te doen heeft.
De Norddeutsche Allgemeine Zeitung heeft, gelijk reeds
uit een telegrafisch berigt bekend is, medegedeeld, dat de
Duitsche Regering voornemens is, zich voldoening te ver
schaffen voor den moord, door de Oarlisten op den be-
rigtgever van Duitsche couranten, den kapitein Schmidt,
gepleegd. Het desbetreffende artikel der Norddeutsche
luidt als volgt: „Men had dat voorval niet noodig om
zich in Duitschland een oordeel te vormen over de Car-
listen en hunne wijze van oorlogvoeren. Deze op blind
fanatisme steunende, alleen in ultramontaansche zamen-
zweringen en complotten hare eigenlijke bondgenooten
zoekende beweging kon in Duitschland geene sympathie vinden.
Maar na zulk een de algemeer.e verontwaardiging opwekkend
voorval is men geregtigd te vragen of en hoe het mogelijk
zal zijn, voldoening voor dezen moord te erlangen. Tegenover
een geciviliseerd leger, 't welk de beginselen van het vol-
kenregt als rigtsnoer van zijne handelingen erkent, zou het
betrekkelijk gemakkelijk zijn, voldoening te verkrijgen.
Maar tegenover de Carlisten, die in ontoegankelijke gebergten
door hunne wijze van oorlogvoeren meer het karakter van
eene rooverbende dan van een leger hebben, zal dit niet
zoo gemakkelijk vallen. Toch kan het niet betwijfeld worden,
dat de Rijksregering, in het belang der algemeene Europesche
beschaving en bewogen door het diep gekwetste Duitsche
nationale gevoel, de middelen zoekt en ook vinden zal om
de Carlisten te doen begrijpen, dat deze aan een gevangen
Duitscher gepleegde moord niet ongestraft kan blijven. Zoo
de mare van het Brusselsche congres tot die benden door
dringt, dan kunnen zij daaruit ook leeren, dat in de legers
der beschaafde natiën correspondenten en berigtgevers van
dagbladen regt hebben om als krijgsgevangenen behandeld
te worden."
Hetzelfde blad verneemt, dat het bij het eiland Wight
gestationeerde Duitsche escader last ontvangt om op de
Spaansclie noordkust te gaan kruisen.
De heer Siegmund Hauthaler, de zijns ondanks ver
maard geworden pastoor van Walchsee, deelt in een brief
aan het WeenerVaterland zijne wederwaardigheden mede. De
bescheiden toon van dezen brief bewijst niet alleen, dat hij
de man niet was om zulk eene vermaardheid te zoeken en
medepligtig te zijn aan een aanslag op Bismarcks leven,
maar tevens dat hem geen wrok hoegenaamd bezielt tegen
de Beijersche justitie en de ooggetuigen van den aanslag,
die hem aanvankelijk van medepligtigheid verdacht hielden.
Zie hier wat hij schrijft:
„Reeds sinds 1864 ben ik gewoon eiken zomer een
pleizierreisje van 10, hoogstens 12 dagen te maken. Evenals
gewoonlijk was ook thans Beijeren het doel mijner reis,
en wel de steden München, Ingolstadt, Würzburg, Kissingen,
Bamberg, Erlangen, Regensburg en, zoo mogelijk, over
Passau naar München terug. Te Kissingen zou ik gekomen
zijn, ook al had Bismarck zich daar niet bevonden, maar
nu wilde ik toch ook gebruik maken van de gelegenheid
om dien magtigen man te zien. Met dat doel bevond ik
mij den 13 Julij, te half twee 's namiddags, met verscheidene
anderen bij het huis, door Bismarck te Kissingen bewoond
en dat op geringen afstand van de badplaats is gelegen,
aan gene zijde van de Frankische Saaie. De voorgevel is
naar het oosten gerigt, aan de noordzijde bevindt zich een
door een muur omgeven pleintje, dat dient om het rijtuig
van den Prins toegang te verschaffen.
Daar ik vermoedde, dat Bismarck zijn weg ter linker
zijde langs de Saaie zou nemen, plaatste ik mij regts van
den uitgang om den aanzienlijken badgast beter te kunnen
opnemen.
Het was een fout van me, dat ik niet beter geïnformeerd
had naar de rigting, die het rijtuig zou nemen, en daarvoor
moest ik zwaar boeten; want in plaats van zich links te
wenden, kwam de wagen op mij af; ik sprong terstond op
zij, en daarbij gingen voor den koetsier door het inhouden
der paarden omstreeks 2 a 3 seconden verloren. Naauwe-
lijks had ik mij aan de andere zijde geplaatst, of daar
knalde een schot, en toen ik in die rigting rondzag, ont-
waardde ik de magere gestalte van den misdadiger, dien
ik vroeger nooit gezien, nog veel minder gesproken had,
en die op dat oogenblik door een groot aantal omstanders
werd omringd en voortgesleept. Daarom is het groote,
onbeschaamde laster, als men zegt, dat ik met den dader
gesproken, ja zelfs door het opheffen van mijn arm hem
een signaal gegeven heb. Nadat ik zonder eenigen argwaan
had gewacht, totdat Bismarck, aan de hand gewond, in
zijn woning was teruggekeerd, begaf ik mij naar de brug
om door den Kur-tuin het station te bereiken, terwijl ik
voornemens was ten 2 ure te vertrekken, om wat vroeg
te Erlangen aan te komen. Op weg daarheen ontmoette
ik een aantal personen, onder wie er een was, die mij
scherp aanzag en met luide stem zeide: „Dat heeft weer
een van die Catholieke monsters gedaanMijns ondanks
antwoordde ik: „Wat kan ik daartegen doen?" Daarop
greep hij mij bij den hals en zou mij hebben mishandeld,
als niet een ander der omstanders zich mijner aangetrokken en
den aanvaller verwijderd had met de woorden„Hoe zal
't nog afloopen, als het zoo toegaat?"
Ten 2 ure vertrokken, werd ik bij mijn aankomst te
Schweifürt in arrest genomen. Om niet te wijdloopig te
worden, zal ik alleen vermelden, dat ik bij het eerste
verhoor nog in het onzekere was, waarop toch eigenlijk
de verdenking tegen mij was gegrond, en dat eerst bij het
tweede mij werd te kennen gegeven, dat een vertraging
van het rijtuig van den rijkskanselier en mijn haastig vertrek
daarvan de hoofdoorzaken waren. Den 16den des avonds
werd ik van Kissingen naar Schweifürt teruggebragt, en
den volgenden morgen tegen 9 uur werd mij mijn vrijspraak
aangekondigd.
Den 17den daaraanvolgende, des avonds na 7 uur, kwam
ik terug in Walchsee, waar ik door mijn gemeente met
vreugdeschoten werd ontvangen en naar mijn kerk geleid,
waar ik de Voorzienigheid, die alleen weet waartoe zulke
beproevingen nuttig zijn, dankte voor de zoo gelukkige,
spoedige opheffing mijner gevangenschap, 's Avonds brandden
er vreugdevuren in de vlakte en op de bergen. Overigens
kan ik mij niet beklagen over de Beijersche beambten van
justitie (ofschoon zij mij in het begin natuurlijk met wan
trouwen beschouwden), noch over het dienstpersoneel in de
beide gevangenissen; maar op een leeftijd van 63 jaar is
zulk een wederwaardigheid, vooral wanneer men vatbaar
is voor congesties, dubbel smartelijk, ofschoon het bewustzijn,
dat men vrij is van alle schuld, voor zulke wonden de
beste balsem is."
Voor geruimen tijd schoot een geneesheer te Elberfeld,
dr. S., een knoop door de luchtpijp in de long. Nadat alle
pogingen om hem daarvan te verlossen vruchteloos waren
gebleven, begaf de lijder zich naar Frankfort en hier ging
men over tot eene radicale kuur, namelijk eene kunstmatig
opgewekte bloedspuwing, waardoor de noodlottige knoop
weder uit de long werd verwijderd. Dit zeldzame geval,
zegt de Köln. Zeit., is wel geschikt om de aandacht van
geneeskundigen te wekken.
Elisabeth Lons, geboortig uit Nijmegen, welke 42 jaar
in het hotel Robbers, te Cleef, trouw en pligtmatig heeft
gediend, ontving van H. M. de Koningin-Keizerin van
Duitschland dezer dagen het gouden kruis voor trouwe
diensten.
Een hoedenfabrikant uit Darmstadt heeft Bismarck
zeven extra exemplaren vilten hoeden ten geschenke gege
ven, als een bewijs van blijdschap over het behoud des
rijkskanseliers.
Een berigt uit Barcelona, dd. 25 dezer, luidt:
„Een-en-veertig Carlisten, edellieden en geestelijken,
zijn in hechtenis genomen en naar het fort Altarazonas
gevoerd, bij wijze van represaille voor het doodschieten
van zooveel Republiekeinen door de Carlisten.
Bij Castelfullit is een groot gevecht geleverd tusschen
de kolonnes Merelo, Cagnas en Cirlot en de gansche
Carlistische krijgsmagt der provinciën Barcelona en Gerona.
De Carlisten werden geslagen met groote verliezen. De
jagers van Massille hebben bij Cuehillo twee Carlistische
kompagniën gedood, die weigerden zich over te geven
De P. Caland is jl. Zaturdag ochtend te New-York gearriveerd,
zijnde 10 J dag reis van af Plymouth.
De W. A. Scholten, kapt. Hus, is den 24 Julij van New-York
naar Rotterdam vertrokken.
De Maas is den 25 dezer van Maassluis naar New-York vertrokken.
Opgave van af Zaturdag middag tot Dingsdag middag.
ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene.
BEVALLENG. Kikkert, geb. Timmerman, (Z.). M. Labout,
geb. de Wijn, (D.). T. Poth, geb. Troost, (D.). C. Quak, geb.
Kamer, (Z.). J. A. F. A. de Haan, geb. Engelke, (D.). E.
Ostenbrug, geb. van Lier, (D.).
OVERLEDENJ. C. C. Butter, 15 maanden. A. Bruning,
47 jaren. H. Stijgers, 6 weken. V. Lastdrager, geb. Veen, 40
jaren. M. E. Grotjan, 4 maanden. Levenloos aangegeven 1.
Eerste lijst: No. 8699 25,000; No. 9822 f 1500;
No. 9593 en 18885 ieder 1000; No. 16766 en 16880
ieder ƒ200; No. 3311, 5803, 10895 en 17546 ieder 100.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet).
3-
3
Uren.
Windrigting
en
Barometer
mm.
Thermometer
C.
3
.5P e
3 8
O O
Toestand
van
Kracht.
Stand.
Afw.
Stand.
Afw.
de zee.
26
12
zwtz. 5k.
756.92
- 3.22
19.4
- 0.4
0.66
Slecht.
27
12
zwtw. 4„
756.21
- 3.97
19.8
f 0.0
0.72
28
8
notn. 0.1„
755.02
- 5.20
18.4
f 0.4
0.77
Vlak.
28
12
wtz. 0.8„
754.36
- 5.86
19.2
- 0.6
0.83
Weêrsgesteldheid: 26 Julijl2 n. Ligtbewolkt, beneveld, mooi.
27 Julij 12 u. Ligtbewolkt, mooi.
28 Julij 8 u. Losbew, donder- en regenb., mooiw.
28 Julij 12 u. Ligtbewolkt, mooi.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
15 Julij. Admiraal de Ruiter. J.L.Besseling. Batavia.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkoms'.
25 Julij. Eucharis et Paul. IJ. Pirou. ZurMiihlen&Co. Girgenti.
26 EmanuelleMassone. C. Massone. Taganrog.
26 Anna&Sophia. K. Hoekstra.Hoogl.&v.Herw.Passaroeang
26 GioBattaRepetto. B. Carbone. Duinker&Goedk. Rangoon.
27 Carolina. P.v.Duijvenboden. Hoogl.&v.Herw. St. Ubes.
27 ChayFord. J. Stothard. Duinker&Goedk. Taganrog.
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Buiten- of Binnenhaven te lossen.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Finchale. C. Mew. Sunderland. Steenk. Duinker&Goedk.
Chip Chase. T. Reed. Newcastle. ZurMühlen&Co.
Seabam. C. Stobbs. Seaham. Duinker&Goedk.
Irene. J.H.Meijer. Lissabon. Stukg. ZurMühlen&Co.
Een ingezonden artikel moet wegens plaatsruimte tot het volgende
nummer blijven liggen.
X. vraagt wie eigentlijk het hoofd onzer brandweer is. Hij merkte
o. a. bij den laatst geheerscht hebbenden brand de grootste wanorde
op. Ware de Marine niet vertegenwoordigd geweest dan zou het
niet bij één perceel gebleven zijn. Ook waren een tweetal gemeente
spuiten defect. No. 6, o. a. de beste, kon eerst na een uur wer-
kens gebruikt worden. Het personeel bij die spuit behoorende bleek
geheel ongeoefend. Ook waren de brandhaken te klein. Meer
oefeningen met de spuiten en een flinke orde zijn hoofdvereischten
om met succes een dergelijken vijand te bestrijden. Ook vraagt X.
waarom was het terrein om het brandende perceel niet behoorlijk
afgezet?
I.ATÜBE HKKIUTKJV.
De werken aan het strand tot het afbrengen van de
König Wilhelm vorderen weinig. Een dertigtal werklieden
zijn bezig aan het vullen van zakken met zand, waarmeê
men aan bakboordzijde van het schip een dam hoopt te maken.
De stoombaggermachine werkt nog niet. Het is vooreerst
nog niet de moeite waard om een kijkje te gaan nemen.
Aan de Tijd wordt gemeld, dat de generaal Verspijck
gisteren te 's Bosch is aangekomen. Twee duizend burgers
en militairen van alle rangen zouden hem dien avond een
serenade brengen. Aan het station te Tilburg werd hem
eene ovatie met muziek gebragt.
Op de gisteren te Haarlem gehouden Julij-paarden-
markt zijn aangevoerd 497 paarden, waaronder zeer schoone
exemplaren en 6 veulens. De prijzen der paarden varieerden
tusschen f 75 1000, die der veulens van f 80 a 100;
Engelsche, Duitsche, Friesche, Geldersche en Noordhol-
landsche rassen waren vertegenwoordigd. De handel was
bijzonder vlug en er is door vreemde kooplieden veel voor
buitenlandsche rekening aangekocht.
Te Milligen is jl. Zondag avond een bootje gezonken,
waarbij eene moeder met drie kinderen het leven verloren.
De overige personen hebben zich gered.
^ëQOQOQOQOQOQOQOQOQOO QOQOQOQOQOQOOOOOQOG
Vijf-en-Twintigjarige Ëchtvereeniging
VAN
A. E. PETERSEN
EN
L. E. LAGE.
Elburg, 29 Julij 1874.
Ieder die iets te vorderen heeft van den
Kapitein ter Zee ANDRAU, wordt verzocht
de rekening in te zenden vóór den Sden
Augustus a. s.
zal, op WOENSDAG 5 AUGUSTUS 1874, des voor
middags ten 10 ure, in het HEEREN-LOGEMENT
bij den heer H. LAMPE, aan het Westplein, in
het openbaar verkoopen
I en hetgeen verder ten verkoop zal worden aangeboden.
De goederen zijn daags vóór den verkoop voor ieder te zien.