Benoemingen, enz. België. Frankrijk. voor ,/luïje timmerman" enz., omdat hij een hunner vóór eenigen tijd, wegens overtreding der politieverordening, bekeurd had. Herhaalde malen maande W. hen aan om bun weg te vervolgen en wilde zelf ook huiswaarts keeren, toen hij door de drie gasten werd achtervolgd en na een menigte insultatiën aangegrepen, zoodat een worsteling hiervan het gevolg was. De buren en omstanders maakten aan deze vechtpartij een einde en raadden de strijdenden nogmaals aan zich naar huis te begeven, waaraan echter alleen W. gevolg gaf, evenwel niet om te huis te blijven, maar om eenige oogenblikken later terug te keeren met een dolkmes, waarvan hij zich in zijn kamer voorzien had. Hiermede gewapend, begaf hij zich tot de koetsiers en vroeg hun of zij hun scheldwoorden en verwijtingen vol hielden, waarop door zekeren J. Hansen, bijgenaamd „bolle Jan" en knecht bij den stalhouder Verhagen, bevestigend werd geantwoord. In toorn hierover ontstoken, bragt W. zijn tegenpartij toen met het mes eensklaps een drietal wonden, waarvan een onder het hart, toe, met het betreurenswaardig gevolg, dat de getroffene, na eenige uren in het gasthuis verpleegd te zijn geweest, onder vreeselijke smarten ten 4 ure den volgenden ochtend deu geest gaf. Beide slagtoffers van toorn en opgewondenheid waren vaders van gezinnen, zoodat twee familiën thans in diepen rouw en ellende gedompeld zijn. De officier van justitie met den commissaris van politie hebben onmiddelijk dien morgen een naauwkeurig onderzoek en voorloopig getuigenverhoor ingesteld, waarna de dader naar het huis van arrest is overgebragt, terwijl men te vergeefs naar het gebezigde wapen gezocht heeft. (D. v. 's Gr.) Generaal Verspijck is jl. Woensdag avond te 's Hage aangekomen. Men meldt uit Amsterdam, aan het D. v. 's Gr., dd. 30 Julij: „Voor de vijfde maal heeft zekere heer S. heden middag de publieke beurs-opinie getrotseerd en den tempel van Plutus betreden, ondanks hij reeds vier malen er minder zacht uit verwijderd was. Den heer S. wordt het feit ten laste gelegd, dat hij, in dividenden-Handelmaatschappij gespeculeerd hebbende, bij de afrekening van zijn schulde naren honderd percent heeft geïnd en daarentegen aan zijn schuldeischers maar zestig percent heeft uitbetaald of aan geboden. Nu zou dit op zichzelf genomen, iets zijn, wat wel meer gezien wordt, doch het leelijke zit hierin, dat genoemde heer S. meer zou hebben ontvangen als winst dan hij aan verlies tegen het volle bedrag zou behoeven te betalen. Zelfs moet hij, zoo zegt althans het gerucht, er zich op hebben laten voorstaan, dat hij wel twee honderd percent zou kunnen betalen, als hij maar wilde. De wil echter zou hem ontbreken, nu de regter, die den windhandel in divi denden-Handelmaatschappij brengt onder het artikel der wet, dat spel en weddingschap verbiedt, den wanbetaler dekt. De schuldeischers evenwel en hun aanhang willen dien man niet meer aan de beurs zien, maar hij, gewapend met een rhinoceros-huid, verkiest er te zijn en van daar de herhaalde botsing, die heden zulk een dreigende houding heeft aangenomen, dat de politie met getrokken sabel er bij te pas is gekomen en bij het Openbaar Ministerie door eenige kalme beursbezoekers een aanklagt is ingediend tegen de rustverstoorders. Het is te verwachten, dat, nu de heeren van de beurs zei ven geen orde schijnen te kunnen houden, eindelijk het vooroordeel of liever de domme meening worde opgeheven, als zou de politie niet op de beurs mogen komen. De effecten-hoek heeft waarlijk wel een breideling noodig, opdat er geen beenen meer gebroken, geen heupen meer ontwricht, geen blaauwe oogen meer geslagen worden onder het doen van zaken." In het begin dezer week kwam een oud vrouwtje op het loterijkantoor van de heeren gebr. Mooijman te's Hage haar twintigste kooplot ter verwisseling voor de volgende klasse aanbieden en maakte reeds de daarvoor verdubbelde som van f 0.70 gereed, toen zij tot haar groote verbazing het verblijdende antwoord ontving, dat haar voor dit briefje f 850 ter hand gesteld zou worden. Het moedertje was in de voorgaande kla se buiten haar weten zoo gelukkig geweest, op het briefje in kwestie een gedeelte van de f 20,000 als prijs te trekken. (Het Vaderland.) Uit een moerassig stuk land, gelegen onder de gemeente Vlaardingen-Ambacht, waarvan het hooi pas gewonnen was, zijn in het begin der vorige week uit spleten, door lang durige droogte ontstaan, rook en vlammen, opstegen. Na vele vruchtelooze pogingen om dit ongewoon verschijnsel, dat zich reeds acht dagen heeft vertoond, te doen ophouden hoopt men er eindelijk in geslaagd te zijn, door middel van greppels te graven, water in de brandende spleten te leiden. (Delftsche Crt.) Gisteren middag geraakten te Arnhem de paarden van een rijtuig, waarmede een paar jonggehuwden van het stad huis terugkeerden, op het Velperplein op hol. De koetsier sprong of viel van den bok op den hoek van den Sint- Jansbuitensingel, en de paarden met het rijtuig renden voort de Hommelstraat in en den Hommelschen weg op, tot zij op de hoogte van het kerkhof, staande werden gehouden. Zoo ver bekend is, heeft het ongeval geen noodlottige gevolgen gehad en is het jonge paar, dat op deze wijze het huwelijks leven intrad, met den schrik vrij gekomen. Te Wilp bij Deventer is eergisteren een brand uit gebarsten waarbij acht huizen in de asch werden gelegd. Dertien huisgezinnen zijn daardoor van have en dak beroofd. In de jl, Woensdag, onder voorzitterschap van den heer A. van Otterloo, te Groningen gehouden 29ste alge- meene vergadering van het Nederlandsch Onderwijzers- Genootschap is besloten, dat de eerstvolgende algemeene vergadering, in Julij 1875, te Haarlem zal plaats hebben. Onder de behandelde en aangenomen voorstellen komt voor het volgende van het hoofdbestuur: a. dat de alge meene vergadering de wenschelijkheid der algemeene invoe ring van het sparen in de school uitspreke; b. dat zij de spaarbank des genootschaps tot bevordering van dat doel aanwijze, en c. dat zij het hoofdbestuur magtige om, in overleg met de directie der onderwijzers-spaarbank, zulke bepalingen en uitbreidingen aan het reglement dier inrig- ting toe te voegen als tot het bereiken van dat doel noodig geacht zullen worden. Uit het jaarverslag blijkt, dat het genootschap 163 afdee- lingen telde, tegen 160 in het voorgaand jaar en 2534 leden, tegen 2368 in 1872/73. De spaarbank en de levens verzekeringmaatschappij verkeerden in bloeijenden staat de paedagogische bibliotheek nam steeds toe. Een vermakelijk tooneel levert te Groningen tegenwoor dig de hardlooperij of liever de hardstoomerij op van de stoom- booten, die het Boterdiep bevaren. Ten gevolge eener verbe tering der machine en misschien tengevolge van wat ligter bouw, kan de Zoutkamper een weinig sneller vooruit dan de Groninger. Komen zij nu gelijktijdig aan te Onderdendam of achterhaalt de Zoutkamper hare zuster tusschen Onder dendam en Groningen, dan begint een wedstrijd, die aan de vroegere toestanden op de Missisippi doet denken. De uit de veiligheidsklep ontsnappende stoom toont duidelijk aan, dat de stoker druk in de weer is en dat de ingenieur van 't stoomwezen wel scherp mag toekijken of 't met die klep wel in den haak is. Poemer volgt een schok, de Zoutkamper heeft met haar snoet de Groninger in haar achterste gestooten en die Groninger wil maar niet wijken. De passagiers kiezen partij, zij spreken niet meer van de boot maar van onze boot, het gepoempoem wordt herhaald, eindelijk schiet de Zoutkamp op zijde, maar Groningen tracht haar op den wal te duwende passagiers helpen een handje meê, maar overmagt doet zwichten, Zoutkamp streeft voorbij, laat zegevierend haar vlag over de wateren wuiven en brengt haar vracht juist anderhalve minuut eerder over dan de trage Groninger, 't Verschil is zelfs zoo groot, dat de eerstaangekomenen reeds hun kop koffij besteld hebben als de laatstaangekomenen nog op den drempel der jagtweide staan. (Pr. Gr. Crt.) Uit het Noorden des lands meldt men, dat de bekende roestvlekken en kleinere stipjes op de aardappelen ter grootte van erwten, zich op sommige soorten beginnen te vertoonen. Bepaaldelijk de muisjes zijn er door aangedaan. De vroeger afgevroren soorten zijn in de knolzetting nog achterlijk. Bij Bielgorod, in het Russische gouvernement Tula, is een meteoorsteen gevallen, en wel van zoodanige zwaarte en met zulk een kracht, dat hij vier voet diep in den grond drong. Hij weegt 257 pond, is 21 duim lang, 17 duim breed en 1 voet hoog. De Indépendance bespreekt de vraag, hoe men aard beziën eten moet. Zij gaat de verschillende wijze van toe bereiding namet rooden wijn, met champagne, me#;madera, met melk, met kirsch, met citroensap enz. en komt tot het besluit, dat de aardbeziën het lekkerste zijn met... eenige droppels goeden azijn op een bord aardbeijen. Hoe men in Amerika feest viert, blijkt weder uit deze kleine statistieke opgave omtrent hetgeen op 4 Julij jl. te New-York bij gelegenheid van een nationalen feestdag plaats had: een oploop, 6 brutale gevechten en 35 branden 40 kinderen werden ernstig gewond, 3 personen werden onmiddelijk gedood en een kind is levend verbrand. Is dat geene ellende genoeg voor een dag en die dag was een feest(?)dag Kinderwagentjes. Het volgende is ontleend aan een opstel van dr. K. Ledeganck, te Brussel, in het Belgisch tijdschrift voor opvoeding en onderwijs: De Toekomst. Al zijn de opmer kingen niet nieuw, zij mogen nog wel eens gehoord worden, daar het gebruik van kinderwagens eer toe dan afneemt. Gij hebt ze welligt, evenals ik, wel duizendmaal op de straat ontmoet, die bevallig opengeslagen coupétjes zonder voorspan, waarin het zorgvuldig ingebakerde kind zoo stil, zoo voorbeeldig braaf te rusten ligt. Gij zijt er welligt, evenals ik, menigmaal voor uit uwen weg gestapt. Mis schien waart gij vol bewondering voor de nieuwe uitvinding. Hoe zwaar het mij ook valle, ik moet u dienaangaande alle begoocheling ontnemen. Gij hadt het mis met uwe bewondering; neen, de uitvinding der kinderkoetsjes mag geen weldoener heeten. Spaar uwe loftuigingen voor betere dingen. Ik wil u intusschen op staanden voet bewijzen dat de uitvinding dier koetsjes iets schadelijks is, een stap achteruit in zake van kinderopvoeding. De eerste maal dat ik zulke koetsjes in 't oog kreeg, had ik het voorgevoel dat die nieuwigheid slecht moest zijn, juist omdat zij afbrak met het aloude gebruik van het kind op den arm te dragen een gebruik dat alleszins op de vereischten der natuur is gegrond. Niemand zal betwisten, dat de regtstaande houding de natuurlijke houding van den mensch is. Te dien einde is den mensch ook een krachtig stelsel van spieren gegeven, die de wervelkolom stevig in evenwigt houden. De vroegtijdige oefening dezer spieren is een lioofdvereischte voor de ontwikkeling der llgchaamskracht. Het gebruik van de kinderen op den arm te dragen, is alleszins goed te keuren, het brengt van het eerste tijdstip des levens, al de spieren van hals, rug en lenden in eene noodzakelijke werking, welke voor gevolg heeft sterkte bij te zetten aan de toestellen die het hoofd regt houden, en den hals alsook den rug tot steun maken van het geheele ligchaam. Welnu, het gebruik der kinderkoetsjes schaft juist de heilzame oefening dezer spiertoestellen af, en wat erger is, door ze onbewegelijk te houden, gaat het hunne regel matige ontwikkeling te keer. Geef eens wel acht op die arme wichtjes, die gij overal op onze wandelingen en op onze straten en grachten in hunne koetsjes ontmoetallen slapen! Het aanhoudend voortschommelen van het rijtuig kan ze niet langer wakker houden; zij zien dus niets, zij hooren niets van al hetgeen hen omringt, zij blijven vreemd aan al de eerste indrukken, die een wakker kind op den arm zijner moeder van alle zijden ontvangt. Ik ben overtuigd dat al die schepseltjes, die het „voor- regt" genieten van een rijtuigje, achterlijke kinderen zullen worden. Zulk kind zal min vroeg gaan, min vroeg spreken, min vroeg zijne moeder toelagchen „Zachte Bedden maken weeke kinderen," dat wordt algemeen aangenomen; waarom dan nog buiten het bed, buiten slaaptijd, het kind zijne zoo noodzakelijke ligchaamsoefe- ningen te beperken? Ons ras munt al niet zoo zeer door ligchaamskracht uit, dat wij het nog meer zouden verslappen. „De moeder heeft het zoo lastig met dat zware kind op den arm. Maak toch hare wandeling niet tot eenen arbeid!" zult gij inbrengen. Ja, het is lastig inderdaad; maar zoo is de wil der natuurhet is de roeping der vrouw haar kind te dragen, evenals het den tengeren wijngaard opgelegd is, den druiven tros te dragen. En zoo de vrouw wist hoe schoon, hoe innemend, hoe hartroerend zij ons voorkomt met haar kind op den arm Ik zal mij nooit laten aanklappen, dat eene moeder, waardig dien naam, het kinderkoetsje zou hebben uit gedacht. Het kind neêrleggen waar zij het niet meer ziet ja zelfs niet meer aanraakter achter stappen midden in de drokke menigte, waar geen enkele indruk meer tot het ingeslapen kind komt, waar niets meer aan het kind de aanwezigheid der moeder herinnert.... znlk denkbeeld kan nooit in een moederhart zijn ontstaan. Aan den provoost in het vaste eorps dek- en onderofficieren op het wachtschip alhier, J. Cornelisse, is jl. Zondag uitgereikt de gouden medaille en een gratificatie van f 50, als belooning voor zijn 36jarige trouwe en eerlijke dienst bij de Marine. Buitenland. Jl. Maandag avond ontstond er brand in het beestenspel op de kermis te Brussel. Het publiek verkeerde in grooten angst en vlugtte naar alle zijden. Gelukkig was de brand van geen beteekenis en werd hij spoedig gebluscht. In eene in den onmiddelijken omtrek der stad Luik gelegen steenkolenmijn, la Charteuse genaamd, is jl. Maandag eene doorbraak ontstaan, vergezeld of gevolgd van eene belangrijke ontploffing van mijndamponheilen, die aan zeven personen, meerendeels verdienstelijke mijnopzigters die borin gen en andere nasporingen ter ontdekking van oude Romein- sche badstoven deden, het leven gekost hebhen. L'Economiste Fran9ais trekt de uitkomsten en verwach tingen van den algemeenen oogst, met uitzondering van dien van Frankrijk, aldus zamen: „Oostenrijk-Hongarije rekent op een overvloedig beschot en op eene uitstekende hoedanigheid. Het is er zelfs op bedacht om den te ruimen aanvoer, dien het voorziet, door middel eener internationale markt af te zetten, die den 3den der volgende maand te Buda-Pesth zal worden gehouden. De spoorweg-maatschappijen zullen eene vrachtvermindering van 50 pCt. toestaan aan de kooplieden, die deze markt willen bezoeken. De oogst in Hongarije wordt geschat op 28 mill. hectol. tarwe, op 22 mill. hectol. rogge en op ruim 14| mill. hectol. gerst. In Duitschland verwacht men eene opbrengst van 80 a 85 pCt. van een gemiddelden oogst en aldus 5 a 10 pCt. meer dan in het vorige jaar. De oliezaden zullen 25 pCt. minder opleveren. De gerst belooft weinig en de haver nagenoeg niets. De berigten uit zuidelijk Rusland blijven bij voortduring voldoende. Dit is almede het geval met die, welke uit Turkije ontvangen worden. In Wallachije en in Rumelie laat de opbrengst een weinig te wenschen over. Van den oogst in Klein-Azië worden geene gunstige verwachtingen gekoesterd; het Turksche gouvernement heeft dan ook besloten, het verbod van uitvoer uit sommige landschappen te handhaven. Nederland zal, wat rogge betreft, een middelmatig gewas opleverende tarwe is daar te lande nog niet rijp, maar laat zich goed aanzien. In Engeland is de oogst in sommige districten aangevangen en belooft hij eene goede opbrengst, wat het koren betreft; de gerst zal 25 pCt. beneden een gemiddelden oogst opleveren. In de Vereenigde Staten eindelijk is de oogst, zoowel wat hoedanigheid als wat hoeveelheid aangaat, bevredigend uitgevallen, en een aan zienlijk gedeelte daarvan zal voor uitvoer bestemd kunnen worden." Te Beziers, nabij Montpellier, is een gebeurtenis voorgevallen, die uit een der ligtere blijspelen van Molière geknipt schijnt. Een zestienjarige jonge dame is smoorlijk verliefd op een jongmensch van 22 jaren, doch de ouders willen van een huwelijk niet hooren. Tweemaal heeft het paar reeds getracht zijn heil in de vlugt te zoeken, maar de waakzaamheid van ouders, vrienden en dienstboden verijdelde al hunne pogingen. Eindelijk, vóór eenige dagen, doet het jonge meisje met haar vader een wandeling. Op het oogenblik dat zij voorbij een groot logement komen, ontstaat daarbinnen plotseling een hevige twist. Een groote toeloop van volk is het gevolg en ook vader en dochter voegen zich bij de menigte. Het krakeel eindigt echter zooals het ontstaan was en terwijl het volk uiteen gaat, zich afvragende, wat toch eigenlijk de reden van het tumult is geweest, wil ook de oude heer zich naar huis begeven. Zijn dochter is echter uit zijn nabijheid verdwenen. Te vergeefs zoekt hij haar zoowel in als buiten het logement. Eindelijk helpt een medelijdend voorbijganger hem uit de onzekerheid en verhaalt, dat hij het jonge meisje met haar galant in een rijtuigje, met een ferm paard er voor, heeft zien heenrijden. Welken kant zij waren opgegaan, wist de man niet. Of het tumult in het hótel ook tot het afgesproken werk behoorde, is evenmin bekend. Tot nog toe is men het paar niet op het spoor. Te Aubervilliers is een muziektent ingestort, waarop

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2