Benoeming-en, enz. Waarom zou dit ook niet ten aanzien van de danskunst kunnen geschieden? Immers die kunst was reeds van onzen vroegsten tijd af een geliefde en populaire uitspanning. De beoefenaren der danskunst in Nederland hadden al reeds lang idee op zulk een congres, en zoo gebeurde het dan ook, dat vroeger in Amsterdam zulk een vergadering werd gehouden. Dezer dagen nu wordt een dergelijke bijeen komst gehouden in de vrijmetselaars-loge op den Fluweelen Burgwal te 's Hage. Het hoofddoel der vergadering is om meer eenheid in den dans in de verschillende streken van ons land te brengen en dien te veredelen. Tevens zal in die bijeenkomst een medaille uitgereikt worden aan dien dansmeester, welke een nieuwen en tevens goeden ronde-dans heeft uitgevonden. (D. v.'sGr.) De eerste prijs in de Haarlemsche paardenloterij, i bestaande in een sociable met twee bovenlandsche merriën, is ten deel gevallen aan den heer Wuste, wonende op het buitenverblijf „Eindenhout" op den Wagenweg over de Spanjaardslaan, bij Haarlem. Een allertreurigst ongeluk vond jl. Zaturdag nacht te Vlaardingen plaats. Een zesjarig knaapje lag nevens zijn twee zusjes rustig te slapen, toen de moeder omstreeks twee uren na middernacht met de petroleumlamp in de hand het bed naderde om naar de kinderen te zien. Op dit oogenblik sprong de lamp vaneen en de brandende olie kwam op het bed, op het hoofd en ook in den mond van het jongentje neder, zoodat het kind na een smartelijk lijden twee uren later stierf. Bij het admissie-examen bij de Kon. Militaire Academie te Breda zijn van de 43 adspiranten 29 tot de lessen toegelaten. Er waren 148 plaatsen opengesteld. Men meldt uit Tilburg, dd. 31 Julij: „'t Is ons een waar genoegen te kunnen berigten, dat de toestand der beide slagtoffers van het jongste spoorweg ongeluk naar omstandigheden gunstig mag heeten." Jl. Woensdag is in Zeeland weder een prachtig en vruchtbaar werk tot stand gekomende inpoldering van de schengen, waardoor 550 hectaren vruchtbaar land zijn droog gelegd, die worden geschat een waarde van minstens 1 millioen gulden te vertegenwoordigen. Het werk, door het domein en enkele particulieren ondernomen, is den 23 Dec. jl. aan besteed en aangenomen door den heer L. Kalis Kz. te Sliedrecht voor f 248,400. De dijk, die rondom den nieuwen polder is gelegd, heeft een lengte van 2500 meters, en is eerst na een tweemaal mislukte poging dien dag geheel ge sloten. De zeesluis, die in den dijk is gebouwd, verschaft uitwatering aan 6000 hectaren land. Uit de legerplaats bij Millingen meldt men dd. 1 Aug. aan het Hbl.: „De werkzaamheden voor het in gereedheid brengen van de legerplaats maken groote vorderingen. Reeds is men bezig met het opslaan van de tenten; op verschillende punten is men begonnen met het versieren van het kamp, door het planten van dennenboomen uit de naburige bosschenop de lijn der cantines verrijzen eenige fraaije cantines. De opperbevelhebber wordt den 8 dezer verwacht. De eerste troepenkorpsen zullen den 10 dezer aankomen." Te Dalfsen is Vrijdag jl. nieuwe rogge ter markt gebragt en werd tot f 9.h, f 10.25 verkocht. Van de klei- en woudstreken in Friesland meldt men, dat de varkens schier huis aan huis door de gevreesde varkensziekte zijn aangetast; reeds honderden mestelingen (mestvarkens) zijn dientengevolge gestorven en nog is het einde niet over te zien. In hare tweede zitting heeft de te Groningen gehou den vergadering van het Nederl. Onderwijzers-Genootschap beraadslaagd over eenige wenschelijke wijzigingen in de bepalingen der wet van 1857, welke door eene daartoe benoemde commissie waren voorgesteld. De grondslagen, waarop de voorgestelde bepalingen rusten, zijn de volgende 1. De gemeentelijke inrigting van ons onderwijs moet be houden blijven. 2. De handhaving der kerkelijk-neutrale en tevens zedelijk godsdienstige school. 3. Werkelijke invoering van leerpligtigheid. 4. De grootst mogelijke vrij heid voor het bijzonder onderwijs. Die grondslagen zijn bij acclamatie goedgekeurd, en vervolgens zijn eenige der voorgestelde bepalingen aangenomen. De verdere behan deling dezer zaak is daarop verdaagd tot de volgende ver gadering. Bij den rijtoer, jl. Vrijdag door de te Groningen vergaderde onderwijzers gemaakt, is een der wagens in eene sloot gevallen. In dezen wagen zaten 5 personen, waaronder ook een paar dames, onderwijzeressen-afge vaardigden. Eene dezer laatste bekwam een kneuzing aan den linkerarm, terwijl twee der heeren een geringe kwetsuur in 't aangezigt bekwamen. Spoedig werd geneeskundige hulp ingeroepen en de wonden verbonden. Op sommige plaatsen in het arrondissement Maastricht is onder het vee de mond en klaauwziekte uitgebroken, terwijl bovendien in het naburige Heugem zich een tot hiertoe onbekende ziekte heeft geopenbaard, waaraan reeds 18 beesten zijn bezweken. Intusschen schijne de veeartsen het middel gevonden te hebben om ook deze laatste ziekten te bestrijdenalthans zijn vier beesten door een spoedige geneeskundige behandeling volkomen hersteld. De mail uit Batavia, loopende tot 20 Junij, is gisteren middag aangekomen. Nieuws is er niet. De cholera neemt niet toe. De oogst staat op Java volgens de berigten goed. Van Atsjin geen tijding. Men leest in het Handelblad onder den titel: Worden beuken niet door den bliksem getroffen? Onder vele andere wetenswaardigheden deelt Camille Flammarion het volgende mede, in zijn in 1874 te Parijs, bij Hachette Cie., uitgegeven werk: L'Atmospliére. Description des grands phénomènes de la nature, in boek 6, hoofdstuk 4: Statistique de la foudre: „Sommige soorten van boomen schijnen meer den bliksem aan te trekken dan andere. De Grieken en Romeinen meenden, dat de laurierboom nooit door den bliksem werd getroffen. In onze streken heeft tot dusver de beuk den naam gehad van voor den bliksem veilig te wezen, maar dit is, gelijk men zien zal, niet volkomen juist. Onder de menigvuldige gevallen, welke ik sedert jaren aanteekende, zijn er 116 van boomen die door den bliksem getroffen werden. Zij zijn als volgt over de verschillende boomsoorten verdeeld 54 eiken, 24 populieren, 14 ijpen, 11 notenboomen, 10 den nen, 7 wilgen, 6 pijnboomen, 6 beuken, 5 esschen, 4 peren- boomen, 4 kersenboomen, 3 catalpa's, 3 kastanjes, 2 linden, 2 appelboomen, 1 sorbeboom, 1 moerbeiboom, 1 els, 1 bastaard ebbenboom, 1 acasia, 1 robina-pseudo-acacia, 1 vijgenboom, 1 oranjeboom, 1 olijfboom, 0 berk en 0 ahorn. Men zal hieruit bespeuren, dat niet uitsluitend de hoogte van den boom ter zake doet en het lijstje zou wezenlijk het vermoeden wekken, dat de soort invloed oefent. Immers hoe anders te verklaren, dat moerbeiboomen, olijven en ahornen zoo zelden worden getroffen, terwijl ze toch in sommige streken in zoo grooten getale worden gevonden? Toch oefent ook de hoogte der boomen blijkbaar invloed, want van eene groep hoornen op het vlakke veld zal door gaans de hoogste worden getroffen. Daarvan zijn ons onderscheidene voorbeelden bekend. Allerlei omstandigheden werken blijkbaar medeof de boomen al dan niet op zich zeiven staan; of de bodem oneffen dan wel vlak is; hoe de ligging is met betrekking tot de buide vorm van de bladerkroon, en die van den wortel. Het meest worden boomen getroffen, wier wortel diep ligt en te gelijk over eene groote oppervlakte verspreid." Aldus schrijft Flammarion, uit wiens mededeelingen althans dit blijkt, dat het volksgeloof ten aanzien van beuken ongegrond is, daar hij beweert zes gevallen te kennen, waarin beuken door den bliksem werden getroffen. In hoever voor het overige zijne waarnemingen juist en volledig genoeg zijn, om de gevolgtrekkingen, die hij maakte te regtvaardigen, moeten wij in het midden laten. Met betrekking tot hetzelfde berigt merkt men ons op „dat onder beuken geen gras groeit, wat voor weiland toch wel een behoefte is." De bedoeling zou dan ook, meenen wij, niet zijn om een weiland in een bosch te veranderen. Dat de omtrek van een enkelen boom, bij voorbeeld op de melkplaats, geen gras oplevert, zal zulk eene schade niet wezen. Volgens de Re/ue Brittannique wordt het volgende mengsel tegenwoordig aan de liefhebbers onder den pseu doniem van Jamaïca-ruhm voorgezet Fijn geraspte oude schoenen 2 kilogram. Dito eikenschors500 gram. Kruidnagelen15 Versche teer15 Melasse alcohol180 liter. De tentoonstelling te Zaandam. Te Zaandam is jl. Zondag eene tentoonstelling geopend welke ten volle de aandacht verdient van allen, die belang stellen in de geschiedenis van de Zaanstreek, van een streek, om hare eigenaardigheden teregt de opmerkzaamheid over- waardig. De Zaanlandsche oudheden en merkwaardigheden die in het gemeentehuis zijn bijeengebragt, vormen eene expositie eenig in haar soort, en de commissie, die aan gespoord door de veelvuldige studiën, welke wijlen de heer Jacob Koning Jbzn. junior over den Zaankant heeft uit gegeven, tot het organiseren der tentoonstelling besloot, heeft waarlijk eer van de wijze waarop zij zich van hare taak heeft gekweteneen taak, die wel is waar werd ver ligt door de groote medewerking en belangstelling welke de commissie mogt ondervinden, maar niet te min zeer veel omvattend is geweest. Die commissie bestond uit de heeren: mr. A. Greebe, burgemeester van Zaandam, voor zitter; C. Korff, wethouder van Zaandam, eerelid; J. C. van Wessem jr., idem idem; H. Zwaardemaker, penning meester; C. Hondius, E. Smit Gz., P. Latenstein, E. G. Verkade, P. F. Dekker, H. Kluijver, mr. C. Visser en J. Ebmeijer, te Zaandam; T. Duijvis Jz., Jb. Honig en M. K. Honig, te Koog a/d Zaan; J. J. Honig, secretaris, mr. M. Donker en A. Smit Gz., te Zaandijk; B. H. van Vleuten en J. M. van Gelder, te Wormerveer; J. Schaap, te KrommenieJ. Kwantes en S. Bon, te AssendelftM. Grootes Pz. en Js. de Jong, te Westzaan; A. van der Wijk en H. Brat, te Oostzaan; J. Wildschut, te Jisp en H. Stant, te Wormer. De heer Greebe opende in bijzijn van eenige genoodigden met eene rede de tentoonstelling. Wat hij zeide baseerde zich geheel op de inleiding der voorrede van den degelijk bewerkten catalogus, welke inleiding als volgt luidt „Onze tijd, een tijd van beweging, vooruitgang en ver nieuwing op menig gebied, kenmerkt zich tevens door liefde en vereering van het verledene, door Mstorischen zin. Wij vreezen geene tegenspraak indien wij beweren dat men nimmer met meer ernst en volharding den sluijer heeft trachten op te ligten, waarachter zich en daden en toe standen van het voorgeslacht nog in zoo menig opzigt verbergen, dat men nimmer gedenkteekens van vroegeren tijd met meerderen ijver heeft opgespoord en met grootere naauwgezetheid onderzocht. Van waar dit schijnbaar tegenstrijdige in het streven van onzen tijd, dat driftige jagen naar het nieuwe en tegelijk die studie van het oude, welke van zoo innige en gemoede lijke waardeering getuigt? Wij zoeken de oplossing van het raadsel in de over tuiging, die zich hoe langer hoe meer van onze tijdgenooten meester maakt, dat het heden met zijne diepste vezelen wortelt in het verleden, dat geen ware vooruitgang moge lijk is, dan langs den natuurlijken weg van organische ont wikkeling en dat de geschiedenis in den grond der zaak evenmin sprongen maakt als de natuur. In één woord, wij gelooven dat men meer en meer de uitspraak van den dichter ter harte neemt: In 't verleden Ligt het heden, In het nu, wat worden zal. Steeds krachtiger laat de stem zich hooren van den tijdgeest, die geen droomerigen stilstand wil, noch wanhopige poging om het lijk van het verledene te galvaniseeren. Maar evenmin een dolzinnige luchtvaart, die een huivering wekkende of belagchelijken val voorspelt. Kennis verlangt hij en waardeering van het verleden als van den vrucht baren bodem, waarin de zaadkorrel der toekomst wortel schiet. Deze zinsneden waren als het ware de tekst dien de heer Greebe had gekozen. Na een terugblik op de geschie denis der Zaan, op het roemrijk industriëel en patriotisch verleden, deed hij uitkomen dat eene tentoongestelde ver zameling als die, welke nu was bijeengebragt, moest opwekken tot meer waardeering van de geschiedenis, tot navolging, tot energie, tot behartiging van het verleden. Met belangstelling werd de rede aangehoord en daarna begon de wandeling door de zalen van het gemeentehuis, belangeloos door het bestuur der gemeente afgestaan. De tentoonstelling maakt een alleraangenaamsten indruk, en hoewel eenige kostbare voorwerpen ontbreken, en de geschiedenis van het familieleven meer het onderwerp van inzendingen uitmaakt, toch kan men haar geslaagd noemen. Men vindt er zooveel merkwaardigs, zooveel dat als curiositeit kan worden beschouwd, dat eene dorre opsom ming slechts zou leiden tot eene copie van den uitvoerigen catalogus, die 1540 nummers telt. Om slechts enkelen te noemen is b. v. zeer curieus No. 527, zijnde een Doopboek van de Luthersche kerk te Zaandam van 1675 tot 1712, waarin o. a. een eigenhandig geschreven aantee- kening voorkomt van den pred. dier gemeente, ds. Georg Henri Petri, onder de verklaring van de geboorte van Antje Bruijn den 1 Sept. 1697, luidende als volgt: „NB. den overledene 18 Augs Dom. ii. p. Tria: 's morgens ten 8 uuren is de Czaar of grootvorst van Mosco- viën Pieter Alevewits, in een Ceuls schuitje met 6 Mos- cowiters alhier op Sardam incognito aangekomen, en heeft 8 dagen gelogeert op Krimbenborg bij een Smidsknecht van Boy Tijsen; daarna is hij na Amsterdam gevaren, alwaar zijn groote Ambassade was aangekomen; hij is 7 voeten lang, hij ging gekleed in Sardammer boerenkleederen, hij timmert t' Amsterdam op de admiraliteitswerfen is een liefhebber van schepen." Wat de kroon spant is het koralen tuintje met de ouderwetsche beeldjes dat aan den ingang van de zalenrij staat, en daarna volgt de prachtige voorstelling van een kraamkamer uit de achttiende eeuw, zamengesteld op natuurlijke grootte uit louter anticiteiten, zoowel groote als kleine; deuren, muren, alles stamt uit den ouden tijd. Veel belangrijks uit den tijd toen Czaar Peter te Zaandam verblijf hield is te vinden, exemplaren van houtsnijkunst, van binnenhuizen in miniatuur, fraai gesneden schilderijen, teekeningen, prenten en honderden andere zaken, niet alleen voor den oudheidkenner, maar ook voor den onin gewijde van groote aantrekkelijkheid. Men leeft als het ware in het gemeentehuis te Zaandam op dit oogenblik in vroegere tijden en ziet zich verplaatst in een oud-Hollandsche omgeving, waarvan velen zich slechts een flaauw denkbeeld kunnen vormen. Wie dus wat wil Ieeren, ga naar Zaandam en bezoeke de tentoonstelling. Op een tabaksdoos vindt men nog een herinnering aan de Amsterdarasche beurs; bij de afbeelding nl. staat het volgende versje van den dichter Vos (overleden 1697): „Epheesen die roemt Op sijn kerk Atheenen op sijn Metzelwerk En Roomen op Sijn Heerschappy Maar al de Werlt Roemt Op Mij." Of toen ook. reeds de lui van de beurs gedrongen werden? De groenlandsvaart, door de Zaandammers zeer in practijk gebragt, wordt door vele afbeeldingen in de gedachten teruggeroepen, alweêr op een tabaksdoos vindt men dien aangaande o. a. het volgende versje „Al die nae Groenlandt vaert, Om Wall vis te vangen En p.st. daar aan een boom, Die werd daar opgehangen." Eenvoudigheid van zeden' vindt men in het volgende nl. in het bijschrift bij No. 505 in de catologus, luidende: „Een zilveren beker, geschenk van Czaar Peter aan Klaas Janssen Tromp, grootscheepmaker te Westzaan. Op herhaalde aanzoeken van Czaar Peter begaf deze Klaas Janssen Tromp zich in 1711 naar Rusland en werd daar eerste baas op de werf te Kasan. Voortdurend ontving hij daar bewijzen der gunst van Czaar Peter, o. a. het geschenk van eenigen zilveren bekers, op welke aan de eene zijde bij afwisseling eene roos of zonnebloem en aan de andere zijde het woord Kasan gegraveerd staat. Later werd Tromp op de boeijerwerf te Petersburg aangesteld, doch eerlang door zijnen zoon Cornelis Klaassen Tromp opgevolgd, terwijl hij zelf naar Westzaan terugkeerde. Voor zijn vertrek stond Peter hem een jaargeld toe te zijner keuze. De eenvoudige man beantwoordde deze gunst met het zeggen, zulks eerst met zijne vrouw te willen overleggen, niet wetende hoeveel hij juist noodig had! Hij ontving daarop een keizerlijken order in blanco en vulde dezelve later slechts voor een gering bedrag in." (Amst.Crt.) Met den 17 Aug. a. s. worden geplaatst aan boord van hetschroef- stoomschip Curaqao: de luit. ter zee 1ste kl. L. J. E. Hajenius, als 1ste officier; de luits. ter zee 2de kl. J. D. A. Nederburgh, W. A. Buijtendijk, O. Kreet de Virieu en jhr. W. Laman Trip de adelborsten 1ste kl. O. H. Kuijck, C. F. de Ruijter de Wildt, R. Betz en H. Rudolph; de off. van gez. 1ste kl. dr. D. Hellema; de off. van gez. 2de kl. dr. G. A. Haremaker; de off. van adm. lste kl. J. H. C. ten Hove, en de scheepsklerken J. F. de Meester en H. A. Engeringh. De luits. ter zee lste kl. J. M. Berends, H. J. van Broekhuijzen, C. de Klopper en de off. van gez. 2de kl. G. F. Rochat, laatst behoord hebbende tot het escader in O.-Iudië en vandaar eerstgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2