Benoeming-en, enz. Frankrijk. Daitschland. Spanje. BER1GTËN BETREFFENDE DEN OORLOG MET ATSJIN. In overeenstemming met hun arbeidsvermogen werden de ver- schillende werktuigen door stoom, door paarden of handkracht in beweging gebragt. In de sloomdorschmachines was het vlegel stelsel, in de overige alleen het hekelstelsel toegepast. Het was te betreuren dal de groote uitgaven en de moeite, die de vereeni- ging zich getroostte ten behoeve van dezen wedstrijd, niet beloond werden door een mededingen van al de van elkander onderscheidene werktuigen, die tegenwoordig de aandacht verdienen door het systeem waarnaar, of de wijze waarop zij zamengesteld zijn. De inzending was niet groot. Het eene zespaards-stoomdorsch werktuig, dat strijdvaardig bleek, was van Marshall Sons Co., en behaalde den lsten prijs, evenals het driepaards-stoomdorschwerktuig uit die fabriek, dat ook alleen in het veld verscheen. Beiden werden ingezonden door Landré Glinderman, te Amsterdam. Van driepaards-dorsohwerktuigen waren twee inzendingen, beiden van eigen vinding, als van Wissekerke, mr. smid, te Anna Paulowna, die den lsten prijs behaalde, en van Breebaart Tool, landbouwers te Wieringen, die met den 2den prijs vereerd werden. De drie tweepaards-dorschwerktuigen die mededongen, kwamen van Wissekerke, te Anna Paulowna die den lsten, van gebr. Verhaag, te Steyl die den 2den en van Jn. Kuiper, landbouwer te Winkel, die met het werktuig van Enklaar Riphagen, gedreven door Bentall's rosmolen, den 3den prijs verwierf. Gebr. Verhaag, te Steyl behaalden met hun eenpaards-dorsch- werktuig den lsten prijs. Het tweede naar dit nummer mededingende werktuig werd niet beoordeelenswaardig geacht. Van de twee ingezondene handdorschwerktuigen kwam alleen het door Peignat Co., te Amsterdam aangebragte, in aanmerking, waaraan de 2de prijs werd toegekend. Een vierpaards-dorschwerktuig Tiny was ter opluistering inge zonden en werd door eene driepaards-locomobile in beweging gesteld. Wanmolens waren er negen ingezondenhet waren die van Corbett, van Hunt Tawel, van Hornsby, van Sawney en de te Groningen naar Amerikaansch model gemaakte. Met Corbett's molen A 2 behaalden Landré Glinderman, te Amsterdam den lsten; J. Peignat Co., te Amsterdam ontvingen voor den door hen inge zonden molen van Hunt den uitgeloofden 2den prijs. Op bijzonder gunstig weer viel niet te roemenvermoedelijk was dat ook mede de oorzaak, dat de toevloed van belangstellenden uit alle oorden, ofschoon belangrijk, niet zoo groot was als men vooraf wel zou ondersteld hebben. Eene allerinteressantste tentoonstelling van vee en vruchten van veld en hof, uitsluitend voortgebragt in den jeugdigen polder, was, naar aanleiding van den wedstrijd, door de afdeeling Anna Pau lowna der Holl. Maatschappij van Landbouw georganiseerd. De bezoekers kregen eene merkwaardige verscheidenheid te zien van voortbrengselen, die de landbouwers hadden weten af te dwingen aan den bodem, welken men, ruim vijf-en-twintig jaren geleden, zeiven met reuzenhanden op de zee heeft moeten veroveren. Na afloop van den wedstrijd vereenigde men zich gezellig aan tafel in een der localen van het spoorwegstation, tot dat einde door de directie welwillend afgestaan. De laatste spoortrein deed voor velen dit landbouwfeest eindigen, waaraan de goede muziek, die zoo belangeloos werd geschonken, eene hoogere wijding gaf. De ijver en de goede zorgen der Landbouw-Vereeniging in Holland's Noorderkwartier en van de afdeeling Anna Paulowna der Holl. Landbouw-Maatschappij, de medewerking der Holl. Spoorweg-Maatschappij en de gastvrijheid der ingezetenen van Anna Paulowna hebben zeker den meesten der aanwezigen een woord van welverdienden lof ontlokt. De heer J. A. Vlug, thans ontvanger der dir. bel. en acc. te Dirksland c. a., is benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te Midwoud c. a. Benoemd: tot directeur van het postkantoor te Edam, de heer J. Muus, thans directeur van het postkantoor te Medemblik. Buitenland. Jl. Dingsdag heeft de teraardebestelling van het stoffelijk overschot des heeren Guizot te St. Ouen-le-Pin plaats gehad. Vele voorname personen waren tegenwoordig. Naar men verzekert, was de heer Thiers echter niet aanwezig. Bij de langdurige ziekte van Guizot en de zekerheid van den doodelijken afloop, hadden de biografen ruime gelegen heid in tijds bouwstoffen voor de necreologie te verzamelen. Nu en dan vielen er reeds «snippers" van hun schrijftafel, het oprapen allezins waardig. Zoo vond men dezer dagen in een Fransch blad de volgende anecdote, die Guizot meermalen verhaalde als een les in de practijk van het politieke leven, door hem in Engeland ontvangen. Hij wandelde eens met lord Aberdeeu op diens goederen, en aan eene nette hoeve gekomen, zeide de Engelsche staatsman «die boerderij herinnert mij de eenige daad van geweld die ik in mijn leven bedreven heb." «Hoe zoo?" vroeg Guizot. «Wel", antwoordde lord Aberdeen, «ik had daar een pachter die mij in het district altijd den voet dwars zette. Hij stemde altijd tegen mij en mijne vrienden en sleepte bovendien de pachters in den omtrek mede «En toen hebt ge hem weggejaagd", viel Guizot zijn vriend in de rede. «Misgeraden", antwoordde de Engelsche staatsman, «ik heb zijn pacht en die van de andere dwars drijvers afgeslagen tot even beneden den censusen toen waren zij kiezers af! Begrepen De ex-maarschalk Bazaine heeft weder een brief geschreven, dezen keer aan James Gordon Bennett, eigenaar van den New-York Herald. De Antwerpsche Précurseur heeft door een zijner correspondenten een afschrift van dien brief gekregen, deelt den inhoud er van mede en maakt er deze opmerking bij: «In ons oog is de ex- maarschalk thans zoo laag gezonken als hij maar zinken kon. Hij beleedigt zijne voormalige collega's, noemt hen domooren en intriganten, alsof de misslagen van anderen zijne schandelijke handelingen konden vergoelijken, en alsof niet hij zelf de laatste was die het regt heeft op die misslagen te wijzen." Op dezen toon gaat het blad door, en de verontwaardiging, welke Bazaines brief bij de redactie van den Précurseur verwekt, is zoo groot, dat zij niet aarzelt hem een galeiboef te noemen. De brief zelf be slaat het grootste gedeelte der eerste pagina van het blad, en Bazaine spreekt er in van zeer veel dat op zijn proces, zijne veroordeeling en zijne vlugt geen betrekking heeft; o. a. is Mexico met zijnen ongelukkigen Keizer Maxi miliaan niet vergeten. Hij haalt Washington, Lafayette en anderen aan, als voorbeelden van groote mannen die gehoond, vervolgd, gefolterd zijn geworden gelijk met hem Bazaine het geval is, en wijdt uit in lof over zijne vrouw. Aan het slot van den brief zegt bij: «Mijne militaire loopbaan beschouw ik niet als gesloten; ik ben nog vol kracht en gezondheid. Ik heb nog pligten te vervullen, en ik zal ze vervullen, wanneer het oogenblik daartoe gekomen zal zijn. Ongetwijfeld zal dan de fortuin, welke zich nu zoo wreed tegen mij getoond heeft, mij dien laatsten glimlach toestaan, welken zij zoo vaak aan de oude soldaten geeft." Engeland. Het spoorweg-ongeluk op den Great-Eastern-spoorweg was het gevolg eener vergissing van een inspecteur. Tusschen Norwich en Brundall ligt enkel spoor. De trein van Londen, die des avonds om 9,10 te Norwich moest zijn, kwam een kwartier te laat. De stationschef wilde dezen trein ommiddelijk verder zenden en intusschen den sneltrein naar Londen te Brundall laten wachten. Doch de inspecteur Cooper seinde bij vergissing juist het tegen overgestelde, namelijk«de lijn is vrij voor den sneltrein, vóór wij de 9,10 trein van Londen zenden.» Juist was de sneltrein weg, toen de heer Cooper de gedachte te binnen schoot„ik heb een verkeerd telegram gezonden." In doodsangst snelt hij naar het telegraafbureau, uitroepende: Telegrafeert dat men den sneltrein laat wachtenDaarop viel hij als door een beroerte getroffen neder. Er werd naar Brundall getelegrafeerd. Een paar beambten, die begrepen wat gebeurd was, waren den Londenschen trein nageloopen, alsof zij dien nog konden inhalen. Uit Brundall kwam het antwoord: „de trein is weg," en nu wist men in beide stations, dat binnen enkele minuten twee sneltreinen, die beide tijd hadden in te halen, met volle kracht tegen elkander zouden instoomen. Het was een donkere nachtde regen stroomde neder en de treinen botsen op elkander eer de machinisten eenig gevaar bemerkt hadden. Twintig personen werden onmid- delijk gedood en zoo plotseling, dat men de lijken van enkelen met een glimlach op het gelaat vond tusschen de verbrijzelde wagens, die meer dan 30 voet hoog op elkander waren gestapeld. Zestig personen werden zwaar gewond. De wagens, die nagenoeg ongedeerd waren gebleven, stonden op een brug, die juist gerepareerd werd en dus geen leuning had. De passagiers, die uit de vensters der wagens kropen, liepen dus een tweede gevaar. Een man geraakte over de brug en verdween in de rivier, waaruit hij nog gered werd. Men gelooft, dat enkelen in de rivier verdronken zijn. Thomas Smith, huzaar bij hot 20ste regiment te Aldersliot, heeft bij gelegenheid eener oefening in het vuur zijn kapitein J. D. Bird doodgeschoten, omdat hij hem den vorigen dag zeven dagen straf-exercitie had opgelegd. Onlangs bevatte het nieuw opgerigte Londensche blad The World een artikel over de schulden van den Prins van Wales. Of het hieraan moet worden toege schreven is onbekend, maar zeker is het dat de Koningin van Engeland de schulden van den troonopvolger heeft betaald. Zij beliepen 5 a 600,000 p. st. In het buitenland zal men, zegt de Londensche correspondent van de Kölnische Zeitung, zich verwonderen over dat hooge bedrag; in Engeland verbaast men er zich over dat het niet grooter is. Te West Hartepool deed een van de leden van den gemeenteraad het voorstel om de invoering der lijkenver branding te bevorderen. Ongeveer twee honderd vrouwen uit de mindere klasse vereenigden zich vóór het raadhuis en jouwden den voorsteller, den heer Turnbull, uit, toen hij naar de zitting ging. Verbrand hem! stop hem in een teerton en steek die in brand 1 riepen zij. Eenige vrouwen drongen in de raadzaal en zetten daar hare manifestatie voort. De president stelde haar gerust met de verzekering, dat het voorstel, zoo het al werd aangenomen, toch geen practische gevolgen kon hebben, daar een gemeenteraad niet bevoegd is de verbranding in te voeren. De vrouwen kwamen daardoor eenigzins tot bedaren. Het voorstel werd gedaan en verdedigd; een lid bestreed het op grond, dat de chemische brandstoffen zoo duur zouden zijn. Daarna werd het met algemeene stemmen, op die van den voor steller na, verworpen. Bij zijn terugkeer had de heer Turnbull weder denzelfden last van het gepeupel te lijden. Naar uit Guatamala wordt gemeld, is de kommandant Gonzales, die voor eenige maanden te San José den Engelschen vice-consul Magee mishandelde, door den krijgsraad tot vijfjarigen dwangarbeid veroordeeld en zijn medepligtige Vulnes tot twee jaren gevangenisstraf. Waar schijnlijk zal de Britsche regering met die uitspraak niet voldaan zijn en het hoog geregtshof dan ook de straf verzwaren. Jl. Maandag is te Bonn de conferentie, bijeengeroepen door prof. von Döllinger tot het beramen eener unie van verschillende kerkgenootschappen, geopend en Dingsdag voortgezet. De beroemdste theologen uit Duitschland, Denemarken, Frankrijk, Rusland, Engeland, Griekenland en Noord-Amerika, in het geheel meer dan veertig, onder welke verscheidene bisschoppen, zijn aanwezig. De ver handelingen met de Engelschen en Amerikanen worden in de Engelsche, die met de Oostersche in de Duitsche taal gevoerd. Het resultaat is in elk opzigt zeer gunstig en van gewigtigen aard. Döllinger's uitgebreide redevoering over de verhouding tusschen de Oostersche en de Westersche kerk, wekte bovenal de belangstelling. Niet minder belang rijk is het feit, dat prof. Döllinger en bisschop Reinkens zich verklaarden voor de geldigheid der bisschops- en priesterwijding der Anglicaansche kerk. Op de Internationale Landbouw-tentoonstelling, te Bremen gehouden, werd de gouden medaille toegekend aan een toestel van Fehrman, elastisch trektoestel geheeten. 't Is bestemd om de taak der paarden, zoowel voor ligte rijtuigen als voor zware vrachtwagens, te verligten, en het beantwoordt zóózeer aan dit doel, dat de paarden er drie jaar langer door gebruikt kunnen worden, terwijl het tuig er een derde minder door slijt. Vooral voor omnibussen en railwagens wordt deze uitvinding zeer aanbevolen, die per stel slechts 20 reichmark kost. De leveranciers zijn de heeren Fehrman en Schwank, Georgenstrasse, No. 16, Berlijn. Een nieuwe arena voor stierengevechten is den 3 dezer te Madrid ingewijd. De geheele aristocratie der hoofdstad was er bij tegenwoordig; Serrano en al de leden van het Kabinet. De dames droegen allen het traditioneel Spaansch costuum met de wit kanten mantille, de hooge kam en bloemen in het haar, zeker het toilet, dat het vrouwelijk schoon het best doet uitkomen. Bij zulk een vertoon van rijkdom in equipages en in kleeding, bij zulk een luidruchtige vrolijkheid op den weg, die naar de arena leidde, kon men zich ter naauwernood verbeelden dat men zich in de hoofdstad bevond van een land, met schuld overladen en gekweld door al de gruwelen van den burgerkrijg in zijne schoonste provinciën. De Catholieken klagen dikwerf dat de hoofdstad van Spanje geen Cathedraal heeft; anderen spreken er weêr schande van, dat Madrid geen eigenlijke gevangenis bezit, maar dat de gevangenen er worden opgesloten in een vochtig gebouw El Saladero, dus genoemd naar zijn vroegere bestemming van huidenzouterij. Gebouwen voor openbare scholen zijn er te Madrid niet; eenige jaren geleden werden de grondslagen gelegd voor een nationaal museum, dat Spanjes heerlijke kunstschatten zou bevatten, maar verder dan die grondslagen is men naauwelijks gekomen, doch de arena voor de stierengevechten, waaraan naauwelijks een jaar geleden werd begonnen, staat daar nu reeds geheel klaar, als een prachtig monument van Moorschen stijl. Verslag der verrigtingen van de ceemagt in de wateren van Atsjin van 20 Mei tot 8 Junij. Den 20 en 21 Mei werd door de marine zooveel mogelijk geassisteerd bij het lossen van den stoomer Prins Alexander de branding maakte het echter onmogelijk om de stoom- barkassen de rivier te doen inkomen. Zr. Ms. stoomschip Admiraal van Kinsbergen stoomde naar Poeloe Bras tot het overbrengen van eenige benoo- digdheden. De stoomer Ardjoeno kwam van Pinang langs de oostkust terug. Den 23sten kwam Zr. Ms. stoomschip Citadel van Ant werpen van de noordkust ter reede van Atsjin ten anker, om te victualiëren en tevens berigten omtrent den stand van zaken in te winnen. Genoemd stoomschip had den 9 Mei, voor Pasangan liggende, eenige praauwen, die, niettegenstaande het verbod om de rivier uit te zeilen, trachtten naar buiten te komen, met eenige scherpe schoten gedwongen van haar plan - af te zien. Aan het staatje Endjoeng was, evenals vroeger aan Pasei, Kerti en Soengei-Rajah ter oostkust, eene beperkte kustvaart toegestaan. Zr. Ms. stoomschip Admiraal van Kinsbergen keerde den 25sten van Poeloe Bras terug. Men was aldaar druk bezig met het opslaan van steenkolen uit de daarmede geladen schepen in de kolenloodsen. Zr. Ms. stoomschip Vice-Admiraal Koopman hield daar voortdurend verblijf. Den 28 Mei kwam Zr. Ms. stoomschip Watergeus om de weskust terug. Door den commanderenden officier werd gerapporteerd, dat Analaboe, Soesoeh, Tampat-Toean en Troemon de Nederlandsche vlag hadden geheschen. Eene commissie van drie zeeofficieren, op verzoek van den militairen, tevens civilen bevelhebber benoemd om te onderzoeken, in hoever de köeala Marassa voor sloepen en stoombarkassen bevaarbaar is en in het algemeen, of daar eene geschikte debarkementsplaats aangewezen zou kunnen worden, rapporteerde, dat men, om ten allen tijde in den westmousson te kunnen debarkeeren, zou moeten over gaan tot het bouwen van een zeehoofd, daar de koeala Naridji evenmin als de Atsjin-rivier in dat jaargetijde voortdurend toegankelijk is. Voor dat onderzoek waren de gouvernements-stoomer Bronbeek en eene gewapende sloep van het Metalen Kruis ter beschikking der commissie gesteld, terwijl Zr. Ms. stoomschip Deli digt onder koeala Marassa geankerd was, om de vijandelijke versterkingen op den westelijken oever der lagune in bedwang te houden. Den 29 Mei visiteerde Zr. Ms. stoomschip Watergeus het onder Engelsche vlag varende stoomschip Bantara Banjo Sree, van Pinang bestemd naar de westkust. Nog dienzelfden dag vertrok de Watergeus tot bekruising van het nog niet in onderwerping gekomen gedeelte der westkust, van waar het den 3 Junij ter reede van Atsjin terugkeerde zonder eenig vaartuig ontmoet te hebben. Den 4den vertrok het in het belang der blokkade naar Poeloe-Wai, met opdragt om des nachts bij Poeloe Boeroe te ankeren zonder lichten te vertoonen, en den daarop- volgenden dag ter reede terug te keeren. Zonder iets bijzonders bemerkt te hebben kwam dat stoomschip den 5den ter reede terug. Dien dag kwam Zr. Ms. stoomschip Schouwen ter reede tot het overbrengen van eenige zieke schepelingen. Zr. Ms. stoomschip Admiraal van Kinsbergen deed eenige granaat- schoten in de rigting van Kotta-Radja-Bedil, waar zich wederom vijanden vertoond hadden. Zr. Ms. stoomschip Banda en de particuliere stoomer Mecca kwamen den 7den ter reede van Atsjin ten anker; laatstgenoemd vaartuig werd onmiddelijk naar Poeloe Bras gedirigeerd, ten einde aldaar de medegebragte materialen te lossen. Door Zr. Ms. stoomschip Banda werden berigten van de oostkust aangebragt, in hoofdzaak inhoudende, dat Perlak den oorlog met Edi had geëindigd en zich bereid

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2