1874. N". 114. Woensdag 23 September. 32 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. HELDERSCHE H EX NIÉUWEDIEPER COURANT. ,,Wij huldigen het goede." Verichijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag uaiuiddaa. Abonnemeetipriji per kwartaal1.30. t franco per poat - 1.65. De Bloemenhandel te Parijs. (Vervolg.) Van waar komen echter de bloemen, die de wereldstad in zoo grootén getale noodig heeft? Zij komen uit de omstreken van Parijs, waar men in het algemeen niet alleen veel zorg aan de bloemen besteedt, maar daarenboven enkele soorten nog met bijzondere zorg kweelft. Zoo worden te Brei-Comte-Robert bijna uitsluitend rozen geteeld en men ziet daar even als in Perzië geheele rozen velden. In andere streken worden cainelias, weder in andere dahlias geteeld. Deze bloemen .worden iederen morgen naar de groote Parijsche markten gebracht, waar zij in het pavillon de9 fleurs door de kleinhandelaars gekocht worden. De pracht-exemplaren zijn zeer duur. Eene mooie roos kost twee francs, eene camelia drie francs, natuurlijk gedurende het ruwe jaargetijde, want zoodra de lente komt en overal bloemen en bloesems doet te voorschijn komen, dalen zij zeer in prijs eu dan doen de Parijsche bloemenwinkels ook bijna in het geheel geen zaken meer. Het spreekt van zelf, dat de geringere volksklasse niet in staat is veel geld te besteden voor hare liefhebberij voor bloemen. Zij vergenoegt zich daarom met eeuige viooltjes. De viooltjes worden te Parijs tot in den winter en reeds voor het begin der lente te koop geboden. Het viooltje is de lievelingsbloem der arbeiders klasse te Parijs. De bloemen spelen ook in de politiek een rol, en heeft vroeger in Engeland de roode en witte roos, Lancaster en York, een bloedigen en langdurigen strijd gestreden, zoo hebben later in Frankrijk de lelie en het viooltje, het zinnebeeld der onschuld en der bescheiden heid, een harden strijd gevoerd. Iedereen weet, dat de lelie het wapen van het oude Fransehe koningshuis, van de Bourbons, is; misschien weten slechts weinigen, waarom het bescheidene viooltje later door de Bonapartisten tot symbool hunner partij gekozen is. De zaak heeft zich aldus toegedragen. Gedurende de eerste restauratie koesterden de aanhangers van Napoleon de hoop, dat de Keizer, zoodra de eerste viooltjes zouden ontluiken, het eiland Elba verlaten en naar Frankrijk terugkeeren zou. Zij waagden het echter niet deze hoop openlijk uit te spreken, maar noemden Napoleon „pcre la violette." Onder de vele straatliedjes, PrijB der Advert-entiën Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. onzen ballast te hebben uitgeworpen, op een hoogte van 3400 meter, tusschen de eilanden Schokland en Urk gepas seerd en zeer gelukkig nedergekomen te Blankenham bij Blokzijl. De ballon is in goeden staat." In vier uur tijds werd dus een afstand van ongeveer 25 uur afgelegd. Tot op eene hoogte van 3400 meter rees de ballon en de voortdurende dalingen door den invloed van den dampkring op bet gas, die mindere zwaarte ten gevolge bad maakten bet uitwerpen van de geheele hoeveelheid ballast, ja zelfs aan een paar der medegenomen live pre- servers noodzakelijk. In den beginne hield men de eilanden Urk en Schokland reeds voor het vasteland, doch toen naauwkeurig onderzoek dit vermoeden niet bevestigde, werd de reis voortgezet, in iets noordelijker rigting, gelukkig niet zoo noordelijk dat de ballon boven de Noordzee moest gaan drijven, een eventualiteit waarvoor gevreesd werd en die zeker geen allerpleizierigste gewaarwordingen zou hebben opgewekt. De vrees werd niet bewaarheid. Op een weiland te Blankenham werd het anker geworpen, nadat de ballon tot op een hoogte van 40 meter boven de zee had gedreven met de losgemaakte guide-rope, die over het water sleepte. Verscheidene schepen werden gepasseerd en men hoorde schieten. Wij zijn eerder geneigd te gelooven, zegt de Arnst. Crt., dat die schoten saluut-of vreugdeschoten waren, dan kwaadwillige pogingen van boosaardige varenslui. Slechts twee personen woonden de nederdaling bij. Uit erkentelijkheid voor en waardeering van het uitnemend beleid door den heer Godard aan den dag gelegd, hebben de beide passagiers den koenen aëronaut jl. Maandag op een collation genoodigd en hem een kostbaar geschenk in zilver aangeboden. Lachezroept de heer Godard en haast zonder dat wij het voelen, zoo schrijft een medereiziger, de heer Hacke, in de KI. Crt., gaan wij omhoog. Natuurlijk zien wij spoedig alles al kleiner en kleiner worden wat ons anders zoo groot toescheen, verheffen wij ons zonder eenige schommelende of wankelende beweging. Eisen en ik hebben tegenover elkander plaats genomen, terwijl Godard midden in het schuitje aandachtig de bewegingen van barometer etc. gadeslaat. Het panorama dat zich onder onze voeten vertoont is prachtig. Amsterdam met zijn schoone kerken en gebouwen, terwijl de tallooze kanalen alles het aanzien geven van de blokjes van een legkaart, het groote Paleis voor Volksvlijt, waar wij opstegen, is voor ons als het ware de plaats, waarvan alle beweging uitgaat; alle menschen staan daar opeengepakt en staren ons na. Eisen grijpt de Fransehe en ik wuif mijner goede woonplaats met onze nationale driekleur een vaartwel toe. Maar voelden wij onzen blik aangetrokken door het schoone panorama van Amsterdam, waaraan het krioelen van al die kleine figuurtjes een eigenaardigen tint bijzet, de zee vertoont zich spoedig aan onzen blik en kalm en bedaard nemen wij onzen toestand op. Godard presenteert ons, of wij nog vóór zee naar beneden willen gaan, maar Binnenland. HELDER en NIEUWEDIEP, 22 September. Ds. A. F. Mackenstein, te Haastrecht, heeft voor het beroep naar de Hervormde gemeente alhier bedankt. De lijst van de stemgeregtigde leden der Hervormde -gemeente alhier zal gedurende de laatste vier dagen van deze maand ter visie liggen in de consistorie-kamer der Nieuwe kerk. Gisteren avond zijn per spoortrein uit het kamp van Milligen alhier aangekomen de manschappen van het 4de bat. 7de reg. infanterie, die achtergebleven waren ter opruiming van dat kamp. Het gedeelte infanterie uit Groningen, dat hier eenigen tijd verblijf heeft gehouden in de kazerne der mariniers, is gisteren weder vertrokken en vervangen door een compagnie uit Haarlem. De gouverneur-generaal van Neêrl. Indië heeft, onder dagteekening van den 20 Julij jl. medegedeeld, dat van een derde expeditie of oorlog in het binnenland van Atsjin geen sprake is, en dat hij de geheele onderwerping blijft be schouwen als een kwestie van tijd. De minister van Koloniën zal Donderdag 1 Oct. a. s. in het stedelijk badhuis te Scheveningen een groot dinér geven ter eere van de uit Atsjin teruggekeerde generaals van Swieten en Verspijck. Het plan van eenige particulieren om de beide generaals en den kolonel van Gogh een eeremaal aan te bieden is, ofschoon een lOOtal personen zich ter deelneming bereid had verklaard, opgegeven, daar generaal Verspijck al dadelijk voor dit huldeblijk had bedankt. Men schrijft ons van Texel, dd. 22 dezer „In de nabijheid van het Oosterend, had gisteren de aangekondigde harddraverij met paard en chais plaats. Acht personen namen aan den wedstrijd deel. De prijs in zilverwerk bestaande werd behaald door den heer C. Spigt; terwijl de premie (een zweep) aan den heer Tauis te beurt viel. Eenige volksvermakelijkheden luisterden een en ander op, terwijl een genoegelijk bal de feestelijkheid sloot." Door den gemeenteraad van Callantsoog is, behoudens nadere goedkeuring, het tractement van den hoofdonderwijzer met f 100 verhoogd. Tot lid van den raad der gemeente Callantsoog is in de plaats van den heer C. Hoek, overleden, gekozen de heer P. Kossen. De vraag in hóe verre het mogelijk is het vleesch af te slaan, beantwoordt A. in de Alkm. Crt. met de volgende berekening „Een flinke koe koopt men tegenwoordig voor t 280, hoogstens f 300; veiligheidshalve stellen wij f325. Schoon aan de haak weegt die koe 765 halve kilo's. 70 halve kilo's haas, muisjes en biefstuk a 65 c. geven f 45 50, de overige 695 halve kilo's a 50 c. f 347.50, de kop, tong en poten f 5, te zamen f 397 (het losse vet laten wij voor memorie, de huid voor de belasting). Alzoo behaalt de slager op den koopprijs f 72 winst, of aizoo meer als die 1 prijs tegenwoordig minder is. En bedenkt men, dat er slagers zijn die, behalve de kalveren, 5 a 7 koeijen in de 14 dagen slagten, dan is het na te gaan dat er zijn, die gerekend dat de kalveren knechtsloon, patent enz. betalen f 250, en zelfs hij rijzing der veeprijzen met 20 pCt. nog f 200 per week verdienen. Geen wonder dan ook, dat zulk een slagersbaas zooals onlangs een notaris ver telde zich niet kan bemoeijen met het uitzetten van zijn geld op kleine bypotheekjes, daar slechts groote zijn aandacht verdienen." In eene gisteren gehouden vergadering van het water schap de Schermer zijn op de voordragt ter benoeming van een dijkgraaf geplaatst de heeren W. de Geus, te Ursem; P. Glijnis Pz., te Oterleek en D. Olij, te Zuid- en Noord Schermeer. De luchtreiziger Eugène Godard is jl. Zaturdag van liet terrein achter het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam met zijn ballon de Météore opgestegen. Duizenden en duizenden toeschouwers woonden het ongewone schouwspel hij, vooral buiten den tuin van het paleis. Op de daken der huizen en op de torens der kerken hadden velen paats genomen. Tegen 4 uur aangekondigd, had de opstijging eerst ten vijf ure in den namiddag plaats. De voorbereidende werk zaamheden werden door Godard zeiven bestuurd: hij werd o. a. door eenige mariniers van het garnizoen bijgestaan. In het schuitje hadden met den luchtreiziger plaats ge nomen diens tienjarig zoontje en de heeren J. Elias Hacke van Amsterdam en Henri Eisen van Antwerpen. Nog twee personen hadden plaatsen besproken, maar zij werden op het laatste oogenblik afgewezen, om de veiligheid der andere reizigers niet in gevaar te brengen, daar de rigting van den wind den luchtbol over de Zuiderzee moest drijven. De togt had overigens een gunstig aanzien. De ballon bewoog zich statig in zuidelijke rigting. Zaturdag avond tegen 9 ure zijn de luchtreizigers met den ballon op een weiland hij Blankenham, niet ver van Blokzijl, te midden van verschrikte koeijen, neergekomen, en na den gehee- len nacht te hebben doorgereden, kwamen zij ten zes ure in den morgen te Meppel aan, vanwaar zij per staatsspoor van 9 ure vertrokken, om ten 12.25 per rijnspoor met ballon en materiëel te Amsterdam te arriveeren. Mad. Godard had reeds het volgende telegram in den vroegen morgen van haren echtgenoot ontvangen. „Na een prachtige luchtreis, pleitte d'émotion, die bijna vier uren geduurd heefr, over de Zuiderzee, zijn wij, na al die toenmaals in de Parijsche théatres en koffiehuizen gezongen werden, was er een, dat den titel droeg: „Le pere Violette a Messieurs les chevaliers de 1'Eteignoir ou les Predictions d'un bon Luron." [Vader Violette aan de Heeren ridders van den domper of de voorspellingen van een braaf man]Dit was bijzonder populair. Mannen en vrouwen begonnen er nu meê bouquetten van viooltjes te dragen en te gelijk hun afkeer van de Bourbons en hunne genegenheid voor den gevallen held te openbaren. Een bijzondere omstandigheid deed de populariteit der bouquetten van viooltjes nog vermeerderen. Mademoiselle Mars, de beroemde tooneelspeelster, was eene door de wol geverwde Bonapartiste eu toen zij gedurende de eerste restauratie, de rol van Elmire in Molière's Tartuffe speelde, kwam zij met een bouquet van viooltjes op bet tooncel. Er ontstond een verschrikkelijk tumult. De aanwezige Royalisten verlangden, dat zij om die vermetelheid weder goed te maken „Vive le roi" zou roepen. „Ik heb geroepen," antwoordde zij. „Men beeft bet niet geboord" antwoordden de Royalisten, waaronder zich vele „gardes du corps" bevonden. „Ik beweer dat ik wel geroepen heb" antwoordde de onver- schrokkene kunstenares, en zeide toen tot bare gezellen op het tooneel: „Laten wij voortgaan." De opvoering van bet stuk werd nu niet weer afgebroken. Daar nu in Parijs niets kan gebeuren zonder dat er een aardigheid of woordspeling aan verbonden wordt, zoo verzekerde men, dat de kunstenares na de voorstelling gezegd bad„de gardes du corps hebben niets met Mars te maken." In één woord, sedert dien avond werden de viooltjes het zinnebeeld der Bonapartistische partij en wij hebben gezien dat de Bonapartisten, die den 16den Maart de felicitatiereis naar Chislehurst deden, zich vooraf van zeer groote bouquetten van viooltjes voorzien hadden. Men zegt van de boeken, dat zij hunne eigene geschiedenis hebbeu, maar van de bloemen, die haar kort leven te Parijs eindigen, zou men dit met hetzelfde recht kunnen zeggen. De roos, die van daag in den tuin van een bloemkweeker haar knop opent, weet niet in welk een bouquet zij morgen zal prijken, aan welken boezem zij zal rieken en tot welk doel zij zal dienen. De bloemen prijken op de tafels der rijken; zij verboogen de pracht der openbare feesten; zij versieren zoowel de wieg als bet graf. De ineesten worden echter op het altaar der liefde geofferd, eu ik meen biermede niet alleen die liefde, die den bleeken mond met weenende oogen aanstaart, en den nacht met poëtische zuchten doorbrengt, maar ook de anti-platonische. De Parijsche théatres alleen verbruiken duizenden en nogmaals duizenden der fraaiste bouquetten. Die heerlijkheid duurt echter niet lang en de kostbaarste bouquetten, die van daag uit de loges op het tooneel geworpen worden, worden reeds overmorgen uit het venster op straat gegooid en komen in den zak van den lompenkoopman te recht. Men kan niet schooner leven en ellendiger sterven dan deze arme bloemen. Het vlechten van kransen en het maken van bouquetten is een kunst, die men niet alleen moet leeren, maar die men zelfs zonder natuurlijken aanleg, zonder smaak en zin voor de rangschikking der kleuren niet leeren kan. De Parljzenaars hebben bet in deze kunst tot een groote hoogte gebracht en men kan er zich niet over verwonderen, dat Parijs dagelijks een aanmerkelijke hoeveelheid bouquetten naar de provinciën en zelfs naar het buitenland zendt. Daar de vereering der dooden in bijna geen enkele stad zoo algemeen is, als te Parijs, ziet men op de Parijsche kerkhoven, en vooral op Père Lachaise, de schoonste kransen en bouquetten. Evenals er te Parijs vele Magasins de deuilzijn, winkels waarin rouwkleederen verkocht worden, zoo zijn er ook bloemenwinkels, waarin bloemen en kransen tot versiering der graven te verkrijgen zijn. Zoo bevindt er zich iu de nabijheid van Père Lachaise een rij van magazijnen, waar alle soorten van bloemen en immortellen kransen met er in gevlochtene of er op geschilderde opschriften gevonden worden, die in grooten getale op koopers liggen te wachten. Deze opschriften duiden den verschillenden graad van verwantschip aan, zooals bijvoorbeeld: a mon mari, a mon pcre, a ma soeur, a ma tante. De kooper zoekt een krans met een passend opschrift uit. Menige weduwe, menige bedroefde moeder geeft haar laats ten sou uit of brengt een kleedingstuk naar de bank van leening om op Allerzielendag het graf van haar echtgenoot of van haar eenig kind te kunnen versieren. Wel is waar koopt ook hier menige lachende erfgenaam, wien de rijke oom veel te lang geleefd heeft, met innig welbehagen een krans met het opschrift: a mon oncle. Er zijn te Parijs en niet alleen te Parijs ontelbare hoéden, die den rouwband noodig hebben. De inwendige rouw houdt echter somtijds op als de uitwendige begint. (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1