Benoemingen, enz.
STATEN-fiENERAAL.
Buitenland.
Denemarken.
Spanje.
Amerika.
zal plaats hebben den 13 dezer. De aandeelen zijn f 100
groot. Ook worden schuldbekendtenissen tot het tienvoud
van dit bedrag uitgegeven, die te zamen een serie uitmaken.
De interest bedraagt 3 pCt. 's jaars, te voldoen in half-
jaarlijksche termijnen. De koers van uitgifte is vastgesteld
op 871 pCt. met bijbetaling der loopende rente van 1 Oct.
Bij toewijzing moet 15 pCt. van het ingeschreven bedrag
worden gestort, terwijl het resteerende moet gestort worden
bij de inontvangstname der stukken, 't welk tusschen 1 Nov.
en 1 Jan. a. s. moet plaats hebben.
De aflossing geschiedt bij uitloting a pari met premiën.
Gedurende de eerste tien jaren zullen jaarlijks drie trekkingen
plaats hebben met premiën van f 150 tot 100,000. De
volgende tien jaren twee trekkingen met premiën van
f 150 tot 50,000. Gedurende de volgende zeven en veertig
jaren twee trekkingen met premiën van f 150 tot 25,000
en eindelijk het acht en zestigste jaar een trekking met
premiën van f 140 tot 50,000.
De leening is groot 21 millioen gulden, de eerste trekking
heeft plaats op 15 Dec. e. k.
Jl. Woensdag is met Z. M. monitor Wesp een proef-
togt op het IJ te Amsterdam gedaan, welke aan de ver
wachting heeft beantwoord.
Naar men verneemt, komt de Nederl. Israël, ressortale
vergadering van Noordholland op Zondag 18 Oct. e. k. ten
1 ure, in de vergaderzaal der Amsterdamsche hoofdsynagoge
op het Jonas Daniël Meijerplein bijeen, ten einde tot de
benoeming van een opperrabbijn voor hét ressort over
te gaan.
Als een bijzonderheid kan worden medegedeeld, dat
dezer dagen te Amsterdam is overleden eene weduwe van
72 jaren, wier begrafenis werd bijgewoond door hare moeder.
Laatstgenoemde heeft den leeftijd van 105 jaren bereikt en
is voor hare jaren nog vrij kras.
Het ongunstige weder maakte het Godard onmogelijk
Zaturdag en Maandag te Amsterdam op te stijgen. Hij zal
het nu met de eerste gunstige gelegenheid beproeven.
Het derde eeuwfeest van Leidens ontzet, den 3 October
1574, werd jl. Zaturdag aldaar op feestelijke wijze gevierd.
Reeds den avond te voren werd door eene godsdienstige
vereeniging met de feestviering aangevangen. Jammer dat
het weder, dat zich in de laatste jaren weinig gunstig jegens
nationale festiviteiten heeft betoond, ook ditmaal ongezind
scheen om de feestvreugde te verhoogen.. De uitgebreide
verslagen der verschillende deelen van 't Leidsche feest
gewagen van klokgelui en feesttooi in de straten, van den
toevoer van duizende vreemdelingen, van de aankomst des
Konings, der Koningin en der Prinsen van Oranje en
Alexander en niet het minst van de regt degelijke rede door
prof. Tiele in de Pieterskerk gehouden. In kernachtige
trekken schetste spreker den toestand van voor 300 jaren,
den bangen nood binnen Leidens bange veste geleden en
die bekroond werd met de heerlijkste uitkomst. Aan het
slot wendde hij zich tot Z. M. den Koning als den nazaat
van den grooten Zwijger, die in de bange dagen van den
grooten worstelstrijd zoo onbegrijpelijk veel voor het benarde
vaderland heeft gedaan. Nog sprak hij een woord van
opwekking tot de nazaten dier mannen, die, onder Oranje's
leiding, de vrijheid des lands hebben helpen grondvesten.
Na 't uitspreken dier rede, die met groote aandacht
werd gehoord, onderhielden zich HH. MM. geruimen tijd
met prof. Tiele.
Middelerwijl werd 's morgens door burgers en kweeke-
lingen voor de zeevaart een optogt te water gehouden,
voorstellende den intogt der Zeeuwen na 't opbreken van
't beleg der Spanjaarden.
's Middags had de groote optogt plaats, die door HH. MM.
en de Prinsen van den stoep van 't stadhuis in de Breestraat
werd in oogenschouw genomen en in verschillende deelen
luisterijk mogt heeten. Duizenden bewogen zich langs de
straten, waar de orde evenwel voortdurend onverstoord
bleef. De Koning en de Koningin verlieten ten half drie
ure weder de stad.
's Avonds had er illuminatie plaats, die echter tengevolge
van het min gunstige weder op vele plaatsen mislukte.
De Zondag op den feestdag volgende was gewijd aan de
godsdienstige viering, terwijl op de verschillende dagen
dezer week nog onderscheidene feestelijkheden zullen
plaats hebben.
De burgemeester van Leiden, de heer van den Brandeler,
is benoemd tot ridder der Orde van den Nederl. Leeuw,
en de majoor der schutterij Scheltema en prof. Tiele zijn
benoemd tot officier der Orde van de Eikenkroon.
Bij de aankomst van den trein, die Z M. den Koning
op 3 Oct. te Leiden bragt, is een wachter, die naar een
anderen kant uitzag en het fluiten niet hoorde, door een
manoeuvreerenden goederentrein overreden, zoodat een
zijner beenen geheel verbrijzeld is en de man aan de
gevolgen is overleden.
Jl. Zaturdag vierde te Gouda een echtpaar zijn zilveren
bruiloft, van 't welk de man 17 jaar met zijne eerste en 28
met zijne tweede vrouw getrouwd was. De vierde zal hij
wel niet halen.
Uit Zeeland wordt aan het Utr. Dbl. geschreven:
„De Maatschappij tot exploitatie van gronden te Vlissingen
wil aldaar een nieuwe stad bouwen, 't Is een grootsch
en prachtig plan. In 't midden een rotonde, waarop acht
hoofdstraten uitloopen, ieder van 30 meter breed en allen
bezet met schoone huizen voor welvarende kooplieden en
industriëelenbuiten de eigenlijke stad een fraai park. De
straten, pleinen, enz. wil de Maatschappij aan de gemeente
afstaan, mits deze de verpligting tot rioleering, bestrating
en verlichting op zich neme. Voorloopig zou een begin
worden gemaakt met de hoofdstraat, uitloopende op de
stationsbrug, hetwelk der stad een uitgaaf van f 50,000
zou veroorzaken, maar deze steekt nog diep in de schuld
en het vooruitzigt is, dat zij nog meer zal moeten leenen;
de gemeente-rekening voor 1873 sluit met een te kort van
ruim f 12,000, voornamelijk een gevolg van de mindere
opbrengst der belasting, dan de raming was geweest.
Sommige middelen moeten nog worden afgeschaft, want
het is hoog tijd, dat de gemeentelijke haven- en kadegelden
worden opgegeven; daartoe zijn weder twee voorstellen in
den gemeenteraad aanhangig, die Woensdag a. s. in behande
ling komen, maar men wenscht van het rijk een brug over
het dok te ontvangen, waarop de gemeente naar wordt
beweerd regt heeft.
Dat in zulke omstandigheden de aanneming van het
voorstel der Maatschappij tot exploitatie van gronden veel
bedenking ondervindt, is zeer verklaarbaar, maar het geldt
hier een kwestie van to be or not to be en ik geloof, dat
de Vlissingsche gemeenteraad al het mogelijke moet doen,
om de verwezenlijking van het plan te bevorderen. Vooral
houde hij daarbij in het oog, over welke enorme kapitalen
de bedoelde Maatschappij zelve beschikt en hoeveel zij alleen
kan doen, om de door haar aangekochte gronden winst
gevend te maken en aan Vlissingen welvaart en voorspoed
weder te geven, die thans zoozeer kwijnen. Het is een
moeijelijke zaak voor den raad; hij denke daarbij aan het
oudequidquid agis fortiter age, respice Jinemwat gij doet,
doe dat flink en let op het einde 1
Te Middelburg schijnt een epidemie tot verdrinken te
heerschen onder de jonge dochters; binnen drie weken
hebben reeds drie in het water den dood gezocht, waarvan
twee met het verlangde noodlottig gevolg."
Een abrikozenboom, in de gemeente Heteren, heeft
dit jaar ruim 3600 vruchten gedragen.
Na een dertig vruchtelooze beroepingen, is het beroep
naar de Herv. gemeente te Makkum aangenomen door
ds. Rappard.
Jl. Donderdag heeft de begrafenis plaats gehad van
de slagtoffevs van de ramp, die te Argenteau onlangs
plaats greep. Meer dan twee duizend personen volgden den
stoet. De kerk van Hermalle was geheel met zwart
behangen. Aan de groeve spraken de heeren J. Kupfer-
schlaeger, professor aan de universiteit te Luik. en Tasset,
directeur van het hospitaal te Luik, een gevoelvol woord,
een vaarwel aan de jeugdige afgestorvenen, een woord van
troost tot de ouders en bloedverwanten.
Onder de treffendste tooneelen, die zich bij het onheil
voordeden, lezen wij in de Maastrichtsche bladen het
volgende:
„Onder die ongelukkige kinderen bevond zich een eenige
dochter, de laatst overgeblevene van een talrijk kroost.
De vader, krankzinnig van smart, was niet te bewegen
zich te verwijderen van de rivier, die hem zijn dochter
had ontroofd; met geweld moest men hem wegvoeren, ten
einde een nieuw onheil te voorkomen."
Des middags is het tiende slagtoffer in de gemeente
Richelle ter aarde besteld.
Eer de ongelukkigen in haar laatste woning werden
nedergelegd, heeft een photograaf uit Luik haar portretten
gemaakt. Op verzoek der ouders zullen deze in één groep
worden vereenigd.
Msrg. Claessens, te Batavia, onlangs door den Paus
tot bisschop benoemd, zal eerlang met verlof naar het
moederland terugkeeren en waarschijnlijk reeds in den
loop der maand Nov. a. s. in zijne geboorteplaats Sittard
plegtig gewijd worden.
Een Londensche detective bragt jl. Vrijdag voor de
eerste maal, na het gesloten tractaat, een uit ons land naar
Engeland gevlugte misdadiger terug.
De dochter van baron Rothschild te Parijs heeft dezer
dagen het examen afgelegd voor onderwijzeres.
Volgens mr. Baxter, een Engelsch statisticus, bedroegen
de schulden van de verschillende Staten der beschaafde
wereld in 1848 ongeveer 1700 millioen p. st. Nu zijn zij
bijna 4700 millioen of bijna driemaal meer in 25 jaren.
Indien zij de volgende 25 jaren in dezelfde verhouding
toenemen, zullen de staatsschulden in 1900 het ontzettende
cijfer van 10000 millioen bereikt hebben. Frankrijk, de
Vereenigde Staten, Rusland, Oostenrijk, Italië en Spanje
hebben tot ruim 2/3 van die verhooging bijgedragenhet
andere derde is voor het grootste deel geleend door Turkije,
Egypte, Portugal, Brazilië, Peru en Mexico.
- Een telegram uit Yokohama, dd. 28 Sept., luidt:
„De moordenaar van den Duitschen consul te Hakodade
is ter dood veroordeeld. De Mikado heeft zijn leedwezen
over dien moord te kennen gegeven. De regering heeft
verboden om in de nabijheid van de wijk der vreemdelingen
wapenen te dragen.
Een typhon heeft in het zuiden van Japan groote ver
woestingen aangerigt. Een duizendtal jonken en 6000 huizen
zijn vernield en 300 menschen hebben het leven verloren."
Benoemd tot procureur bij de regtbank te 's Hage, de heer
mr. G. van Rossum, thans procureur en commissaris van politie
te Hoorn.
Bevorderd tot lsten luit. bij het 1ste regiment vesting-artillerie
de 2de luit. J. A. C. van Manen.
De voor den tijd van twee jaren bij het leger in Nederlandsch-
Indië gedetacheerde, onlangs hier te lande teruggekomen kapt. der
infanterie J. L. de Bock, thans a la suite van het koloniaal werf
depot, is, te rekenen van den 1 dezer, weder ingedeeld bij het leger
in Nederland en wel bij het 7 de regiment infanterie.
Overgeplaatst bij het corps pontonniers de luit. van Boetzelaar,
van het 1ste reg. vest. art., alhier in garnizoen.
Tweede Hamer.
Door eene commissie is jl. Vrijdag namiddag het adres der
Kamer ter beantwoording van de troonrede aan Z. M. den Koning
aangeboden. Z. M. heeft daarop het volgende geantwoord„Mijne
heerenIk verzoek u, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
mijnen dank te betuigen voor haar adres van antwoord. Met
genoegen heb ik daardoor wederom vernomen hare belangstelling
in 's lands zaken en hare ernstige begeerte om daaraan in dit
vernieuwde zittingjaar werkzaam te zijn."
Zitting van Maandag 5 October. De Kamer heeft heden een
korte zitting gehouden, waarin de heeren de Roo en van Bappard
beëedigd zijn en zitting genomen hebben. Ingekomen is een ontwerp
tot toepasselijk-verklaring der wet op de besmettelijke ziekten op
de dyssenterie. Vrijdag zullen verschillende kleine wetsontwerpen
in behandeling komen en daarna de opmaking van de nominatie
voor den Hoogen Raad.
Een aanzienlijk Engelsch edelman, de hertog van Nort-
humberland, is tot de R. K. godsdienst overgegaan.
Een schip met kruid geladen is jl. Vrijdag ochtend
in Regents-Canal te Londen in de lucht gevlogen. Eene
brug is verniel:} en aan vele woningen is schade toegebragt.
Tot dusver weet men, dat vijf personen bij deze ramp het
leven verloren en verscheidene meer of minder ernstig
gekwetst zijn.
Te Londen werden jl. Dingsdag niet minder dan vier
mannen wegens vrouwen-mishandeling veroordeeld en te
Dewsbury en Bacup elk één. In beide eerstgenoemde
plaatsen gaven de regters hun innig leedwezen te kennen,
dat ze de laaghartige ellendelingen, die voor hen stonden,
niet mogten laten geeselen, het eenige middel, om deze,
inderdaad epidemisch wordende ruwheden, eenigszins te
beteugelen.
De mishandelde vrouwen, meest ontoonbaar van wege de
ontvangen wonden, waren ter teregtzitting aanwezig. In
twee gevallen van de vier Londensche deden de ongelukkige
bont en blaauw geranselde schepsels de mannen slaan
bij voorkeur op oogen of mond nog alle mogelijke
moeite om hare beulen te verontschuldigen, zeggende dat
zij hare mannen geplaagd hadden en alles haar schuld was.
Maar de heeren werden evenwel veroordeeld elk tot 21
dagen dwangarbeid.
Voor haar man werd weggevoerd, liep een der vrouwen,
aan wie door den regter 10 shillings uit de armenkas
waren verstrekt, nog even heen om dien halven Sovereign
te wisselen en den veroordeelde nog een goed maal eten
te koopen.
De Engelsche dagbladen deelen dag op dag een
staalkaart van allerlei gruwelijke mishandelingen en moorden
mede. 't Is als 't ware eene epidemie van barbaarsch-
heden, die overal in de noordelijke fabriekdistricten wordt
aangetroffen.
Vragende naar de oorzaken van al die misdaden, noemt
de Saturday Review in de eerste plaats de wijze, waarop de
werkman in den laatsten tijd in de hoogte is gestoken, ,,'t
Is opmerkelijk, zegt het blad, dat al deze beestigheden
hoofdzakelijk plaats hebben in de kool- en ijzerdistricten,
waar de werkman de hoogste loonen geniet en den meesten
vrijen tijd overheeft. Hij heeft daar overvloed van geld en
tijd om te drinken en zijn dierlijke neigingen bot te vieren.
De gevolgen er van bleven niet uit....
Maar een meer directe oorzaak (dit wordt algemeen er
kend) is gelegen in 't totaal onvoldoende der straffen, die
aan de schoppers en vrouwenbeulen worden opgelegd, 't
Maximum van straf, dat de regter kan uitspreken wegens
mishandeling, die niet onmiddellijk den dood ten gevolge
heeft, is zes maanden gevangenis. Maar zelfs dit maximum
wordt zelden opgelegd. Want, onverklaarbaar genoeg,
toont zich de Britsche regter meestal zeer genadig gezind
jegens den gespierden ruweling, die pook of mes of laars
zoo meesterlijk wist te hanteren; dronkenschap geldt bij
hem tot verontschuldiging, en hij is bezorgd voor de vrouw
en kinderen van den schurk, die wel veilig, maar te langer
broodeloos zullen zijn, hoe langer de gevangenschap van
den man en vader duurt!
Een fraaije geregtigheid 1 Een geregtigheid, waarmee
dan ook de schoppers van beroep eenvoudig den spot drij
ven. Want wat is voor die overschillige monsters een
maand of zes weken gevangenschap?
Een deel van de pers, van de openbare meening, zelfs
van de regterlijke magt in Engeland eischt thans met aan
drang, dat lijfstraf kunne worden toegepast wegens moedwil
lige vergrijpen aan den lijve."
Z. M. de Koning opende gisteren den Rijksdag met eene
rede, waarin, onder meer, gezegd wordt dat de betrekkingen
met de mogendheden van vriendschappelijken aard zijn.
Verder dat de politieke omstandigheden wel is waar nog
niet de oplossing der. Noord-Sleeswijksche kwestie veroor
loofden, maar dat de regering toch hoop koestert op eene
bevredigende schikking.
Berigten uit Santander dd. 5 dezer luiden
In officiëele kringen wordt verzekerd, dat don Carlos
zwaar gekwetst is, en wel door een kogel in de maagstreek.
In particuliere brieven en in de alhier verschijnende
dagbladen wordt verzekerd, dat onder de Carlistische troepen
bij Durango oproer is uitgebroken en don Carlos door de
muiters ernstig gewond is.
Twee-en-twintig dames uit het Hemelsche Rijk, on langs
met het schip Japan te San-Francisco aangekomen, kregen
van de overheid aanzegging dat het verblijf in Californië
haar niet vergund kon worden. Deze weigering was gegrond
op het beweren van den landverhuizing-commissaris der
Vereenigde Staten, dat die vrouwen met een onzedelijk
doel werden ingevoerd. De Chinezen, die haar vergezelden,
beriepen zich op het tusschen Amerika en China gesloten
tractaat. Het districts-geregtshof te San-Francisco besliste
dat de Chinesche vrouwen naar haar land moesten worden
teruggezonden. Toen zij naar de schepen gebragt werden,
weigerden zij aan boord te gaan; zij wierpen zich op de
straat neder, schreiden en jammerden, doch werden opge
nomen en met geweld op de stoomboot gezet. Op het
oogenblik echter dat deze zou vertrekken kwam een bevel
tot schorsing van de uitzetting. De twee-en-twintig juffers
werden weder aan wal gebragt en vervolgens naar de
gevangenis gevoerd. De zaak was nl. aan het oordeel van
het hoog-geregtshof onderworpen geworden, en dit besliste