1874. N°. 125. Zondag 18 October. 32 Jaargang. AANBESTEDING. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163, PROVINCIALE WATERSTAAT VAN NOORDHOLLAND. Binnenland. HELDERSCHE Ei\ NIEUWEDIEPER COURANT. ,,W ij huldigen het goede." Verschijnt Dïngsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Priji der Advertentie» Ven 14 regel» 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groot» letters of vignetten worden nanr plaatsruimte berekend. n 1 Eiken Donderdag vertrekt de mail nanr Oost-Tndië via Brindisl. Laatste ligting 's avonds 6 unr. De sluiting der mail naar Padang en Batavia, te ver zeilden per mailboot Sumatra, geschiedt den 24 Oct., na aankomst van trein II (N. Holl. Spoorweg) ten 7.30 's avonds. Op Donderdag den 5 November 1874, des namiddags ten half drie ure, zal aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur van Noordholland, te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed: a. Het driejarig onderhoud van de provinciale Pettemer zeewering. b. Het driejarig onderhoud van de Heldersche zeewering. De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exemplaar, verkrijgbaar aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur voornoepad, aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op den Oudezijds Achterburgwal tegenover het Walepleintje te Amsterdam en, voor zooveel betreft het bestek van het werk sub b. vermeld, bij den opzigter van den Provincialen Waterstaat W. Pli. DE KRUIJFF, te Helder. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofd ingenieur van den Waterstaat te Haarlem en bij den Ingenieur J. M. F. WELLAN, te Alkmaar. HELDER en NIEUWEDIEP, 17 October. Zr. Ms. schroefstoomschip Cornelis Dirks, commandant Josselin de Jong, is jl. Donderdag te Hellevoetsluis binnen gekomen. Zr. Ms. schroefstoomschip Curarao arriveerde den 15 dezer te Ealmouth. Alles wel. Men had haar verkocht, eene oorspronkelijke novelle, door AE. Op eau dezer wandelingen was Hortense vrij ver afgedwaald; de natuur om haar heen was ook zoo schoon, overal bloeide en geurde het, overal jong groen en bloesems, zachte beschaduwde paden, geheimzinnig donkere plekjes, stoute natuurgewrochten, kale rots wanden, ijzingwekkende afgronden of hooge met prachtige hoornen begroeide bergen. Hier verhief zich een duizendjarige eik, wiens fiere kroon de stormen der eeuwen getart had en die nog frisch en krachtig daar stond, gereed een tweede duizendtal jaren te doorworstelen naar het scheen. Trotsch zag hij op den omtrek ueder, als wist hij, dat hij de heilige boom der eer en der godsdienst hij uitnemendheid was. Hortense bleef voor hem staan en zag naar hem op en noemde hem den koning van het gebergte en wijd spreidde hij zijne takken over haar uit, als wilde hij haar beschermen en zegenen. Iets verder kroonde een pijnboom een wild vooruitspringenden bergtop en wees met zijn slanken stam naar den hemel, als wilde hij zeggen, dat daar alleen ware vrede en geluk te vinden zijn. Hooge breed- getakte kastanjehoomen prijkten met hunne bloesemtrossen, die wonderschoon tegen de donkergroene bladeren flikkerden alsof zij kerstboomen der natuur waren. Reusachtige lorkenboomen verhieven zich tusschen hen of deelden met de pijnboomen de eenzaamheid der bergtoppen, waar hunne kruinen zich in de nevels verloren. Cipressen, hattlsbopmen en hulsten zag men allerwege, en onder en naast en rondom die koningin en reuzen der wouden bloeiden en groeiden duizend andere planten en struiken, rijkelijk door lentes betooverende vingertoppen met bloemen gesierd. Zoo schreed Hortense dan voorwaarts, alleen met hare droomen en herinneringen, tot zij plotseling .verrast bleef stilstaan. De plek waar zij zich bevond, was stil en somber genoeg. Geheel door hooge bergen ingesloten lag daar een stil diep meer voor haar, welks wateren een zwartachtige kleur bezaten; om het meer stonden eenige treurwilgen en spiegelden hunne hangende bladeren zwaarmoedig in het water. Het was een plekje bij uitnemendheid tot droomen en peinzen geschikt, de lucht was er zoel en warm, met iets vochtigs, dat uit het meer scheen op te stijgen en bedwelmend op Hortense werkte. Zij voelde zich moede en zette zich op een bemosten steen aan den rand van het water neder. Boven haar dreven de avond nevels aan den hoogen hemel en weerspiegelden zich in het meer. Hortense staarde naar hen en volgde met droomerig oog de bewegingen der smeltende gedaanten in de donkere diepte, die als grillige gedachten verschenen en verdwenen; langzamerhand namen die beelden andere vormen aan. Zij zag naar hen met haar geestesoog en zij schiepen haar tooneelen harer kindsheid. Oude lang vergeten tooneelen, beuzelachtige voorvallen, kleine grieven, alles kwam zoo helder te voorschijn alsof het gisteren gebeurd was en toch lagen er jaren tussphen, jaren en één morgen, die hen voor goed vernietigd had. Zij; zag een klein kind met goudkleurig haar in korte dartele kroesjes om het open zilverblanke voorhoofdje, aan haar moeders i schoot spelen en hoorde het met een helder stemmetje vragen: i „Mama, hebt ge mij lief?" waarop de moeder het kind in de armen i - Gisteren avond hield het plaatselijk departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen eene werkende ver gadering, waarin onderscheidene belangrijke aangelegenheden behandeld werden. In de eerste plaats werd gesproken over de bestendiging der volksbibliotheek, en na gehoudene discussiën werd besloten om voor bet ingetreden winter- saizoen aan die inrigting te verleenen eene subsidie van f 110, behalve nog de toelage, tot een bedrag van f 50, voor locaal-huur. Verder werd bepaald, dat indeinJunij 1875 te houden vergadering omtrent de voor het vervolg te verleenen subsidie aan die inrigting eene bepaalde beslis sing zal worden genomen. Vervolgens werd besloten, dat de werkzaamheden der buitengewone wintervergaderingen, hoogstens vier in getal, zullen worden gewijzigd. Er zullen door de vroeger daarvoor benoemde commissie pogingen worden aangewend tot het verkrijgen van sprekers van buiten de gemeente, terwijl mede muziek- en zanguitvoeringen tot de werkzaamheden dier vergaderingen zullen kunnen behooren. Tot goedmaking der kosten hiervan zullen de leden vrijwillige bijdragen kunnen geven en zal voor niet- leden de gelegenheid tot bijwoning worden opengesteld tegen betaling van entree. Deze buitengewone werkzaam heden zullen echter niet doorgaan, indien de kosten daarvan door genoegzame deelneming niet knnnen worden gedekt. Eindelijk werd overgegaan tot de tienjarige herziening van 't reglement voor dit departement. Behalve de opname van de hierboven genoemde bepalingen ten aanzien der buitengewone wintervergaderingen, waren de wijzigingen, door de commissie voor wetsherziening voorgesteld, meerendeels van ondergeschikt belang. De eerste volksvoordragt in dit wintersaizoen is bepaald te houden op Vrijdag den 6 Nov. e. k. Men verzoekt ons te berigten dat de pakschuit Anna Cornelia, schipper H. Visser, varende van Amsterdam op hier, binnenkort vervangen zal worden door eene schroef stoomboot, welke reeds in aanbouw is en geheel voor deze dienst wordt ingerigt. Wij vestigen de attentie op de aangekondigde voor stellingen van den Persiaan Stot-Tai in 't Centrum, welke wel der moeite waard zijn tot een bezoek. Ook de heer Louis Lavater zal morgen avond voor het laatst optreden in het Café Chantant Flambro Head van den heer von Kurowsky. Onze danslustige lezers kunnen daar een echte volgeling van Terpsichore bewonderen, die het in deze kunst tot eene zeldzame geoefendheid heeft gebragt. In twaalf verschillende karakters treedt hij op en men ziet hem achtereenvolgens o. a. een Indiaansche, Chineesche, Turksche, Russische enz. dans uitvoeren, telkens in het costuum der natie die hij vertegenwoordigt, met een vlug heid die aan het ongeloofelijke grenst. Jl. Woensdag werd te's Hage de speciale vergadering van afgevaardigden der comités met de cpmmissie yan dagelijkschbestuur van het lioofd-comité der vereeniging van het Roode Kruis gehouden, onder voorzitterschap van generaal de Stuers. De beraadslagingen hadden tot resultaat dat de voorstellen van het comité Utrecht en van het comité den Helder met algemeene stemmen werden aan genomen. De aanwezigen verlieten allen zeer voldoen deze bijeenkomst, die voor het Roode Kruis zeer nuttige geyolgep kan hebben. Aan den afgetreden minister van Koloniën is eep pensioen toegekend van f 4000 's jaars. Drietal bij de Herv. gemeente te Kampen: Ploos van Amstel, Kraijenbelt en Verhoef. Beroepen bij de Christ. Geref. gemeente te Haarlem ds. J. Juch, te Sliedrecht. Aangenomen het beroep naar Gapinge door ds. J. W. Nijenhuis, te de Cocksdorp. De heeren B. D. Best, te St. Pancr^s; A. Franke en G. Tielrooij, alhier; A. Lankester, te ÏIp en W. Bute, te Purmerende, hebben het hulponderwijzers-examen jl. Dingsdag te Haarlem met gunstig gevolg afgelegd. Tot lid der Provinciale Staten te Hoorn is gekozen de heer G. H. Bast, secretaris dier gemeente. Den 15 Mei dezes jaars zonk tusschen Urk en Schokland de Groninger tjalk de vrouw Elisabeth, schipper C. Everhardus, beladen met 44,000 straatsteenen. Het ligten van het wrak werd later, bij publieke aanbesteding, gehouden te Zwolle, aangenomen door den Urker visscher J. N. Kramer. De steenen zijn er gedeeltelijk uitgebaggerd had gesloten, het innig had gekust en het haar grootste schat, haar alles had genoemd. Toen was een statig man binnengetreden en het dartele kind was heengevlucht, want zij vreesde den stuggen man, die alleen voor geld en aanzien leefde, maar de moeder beminde zij en haar hartje had liefelijk geklopt, toen het aan de warme moederborst rustte. Deze herinnering, want het was eene herinnering bragt tranen in de oogen der eenzame vrouw aan het meer. Dit tooneel verdween en werd gevolgd door een ander. Het dartele kind iets grooter, reed met een goedhartig uitziend man over velden en wegen naar een kleine hut, waar een arme op het ziekbed lag; bij het uittreden van het rijtuig vroeg de kleine of zij het paard mogt vasthouden en de minzame man stemde dit toe. De kleine sterke handen hielden de teugels, terwijl hij binnen ging en ziekte en armoede lenigde. Hoe klopte het hart van Hortense bij dit tooneel, dat door vele dergelijke gevolgd werd, waarbij zij zelve ook wel eens aan de ziekbedden verscheen en kalm haar ouden vriend, doctor Wagenaar, bijstond. Ook deze tooneelen gingen voorbij en nu zag zij het dartele kind tot maagd opgegroeid aan de zijde van een schoonen jongen man aan het zeestrand wandelen. Zij luisterden naar de melodie der golven en spraken tot elkaêrin de zaehte taal der oogen. De avopdzon omhulde hen met een zacht veelkleurig schijnsel en een lied van liefde en trouw klonk in hun binnenste, terwijl een echo van dit lied in het golfgemurmel ruischte. Hortense bloosde bij die herinnering. Digter dreven de avondnevels aan den hoogen hemel, langzamer togen zij over het meer, donkerder werden zij van kleur, somberder van vorm. Hortenses blik werd duister terwijl zij naar hen staarde; zij riepen haar andere tooneelen voor den geest, die niets met het vroegere geluk gemeen hadden, zij drongen zich aan haar op met een onwederstaanbaar geweld. Het was haar niet mogelijk hen te ver drijven, hoe ook hare ziel leed onder hunnen drukkenden last. Wat zag zij? Eene groote welbekende kamer, waar zij als kind gespeeld had aan de zijde harer moeder; zij zelve stond in het midden dier kamer en voor haar stond een trotsch man, zijn stem klonk gebiedend en luid. Hij sprak: „Hortense, ge zult den baron Eddistone huwen, dit is mijn wil." „Vader," sprak de dochter met toonlooze stem, „ik zal niet." „Wat? ge zegt dat? Ge durft mijn wil trotseren? Bah! meisjes grillen; voor het avond is zult ge wel van gedachten veranderd zijn." „Dat zal ik niet," sprak zij fier. „Dat zult ge wel," riep hij geërgerd, „de baron is rijk, heeft een fraaien titel, wat wil je meer?" „Ik verlang geen rijkdom, geen titel," antwoordde de dochter. „Maar ik wel. Luister, halstarrig meisje, bedorven kind van een al te toegevende moeder." „Zeg niets van mijne moeder," kreet de jonkvrouw. „Nu goed, ik zeg slechts dat gij bedorven zijt, ge toont weinig eerbied voor uw vader te bezitten, zijt altijd weerspannig en stug tegen hem, opdat ik dit niemand verwijte, gehoorzaam mij?" - „Het is laag, mij met mijne moeder te dreigen," zeide zij. „Ik dreig niet, ikmaar ik zie wel dat ge alles weten wilt, welnu ik heb gespeculeerd, ik sta aan den vooravond van een bankroet, ik heb geld noodig. Eddistone zal mij helpen, hij is een oud vriend van mij, wij hebben jaren lang zamen zaken gedaan, hij wil mij in dezen nood ter zijde staan, maar hij verlangt u tot vrouw. Slechts in dit geval wil hij mij bijstand bieden, je kunt dus niet weigeren Hortense." „lk laat mij niet verkoopen," zeicle Hortense. „Ongelukkige! moet ik dan tot den bedelstaf vervallen? Moet ik dan geschandvlekt worden? Wilt ge uw eigen vader rampzalig maken?" „lk heb hem niet tot den bedelstaf gebragt; ik heb hem niet geschandvlekt; ik heb hem niet rampzalig gemaakt," zeide Hortense, zich hoog oprigtende, „zijn zucht naar rijkdom, de speculatiegeest, die verderfengel der kooplieden, heeft dat gedaan „Moet ik zulke woorden van mijn kind hooren?" riep de trotsche koopman. „Is dat kinderliefde? Is dat kindertrouw?" „Wijt het u zeiven, dat ik nooit de ware beteekenis van het woord „vader" heb leeren begrijpen," sprak Hortense metstrakken blik. „Wie heeft mij als kind steeds van zich afgestooten? Wie heeft mijn moeder vaak hardvochtig behandeld? Wie heeft mijn liefde voor haar voortdurend bespot? Wie heeft zich jaren achtereen zulk een tiran betoond voor vrouw en kind, dat elk teeder gevoel uit het hart der dochter moest verdwijnen Waar de moeder geduldig leed en weende, verteerden afkeer en haat het hart der dochter en diezelfde man doet nu een beroep op zijn dochters hart en verlangt dat zij zich vrijwillig zal laten verkoopen uit liefde tot hem." Zwijgend en somber had de vader deze woorden aangehoord, hij was verbaasd en bevreesd tevens voor de vermetele vrouw, die zijn toorn durfde trotseren en hem zijn wangedrag voor de voeten wierp. Hij wist dat hij geen enkele ontkenning tegen hare beschuldigingen kon inbrengen en wist niet hoe dezen fleren geest in boeijeii te slaan en aan zijnen wil te onderwerpen. Plotseling viel hem echter iets in, hij hief het hoofd op, zag haar ernstig aan en zeide„Dus je weigert Hortense, je wilt geen barones van Eddistone, je wilt geschandvlekt worden, want mijn schande valt ook op uw hoofd en op dat uwer moeder. Zij zal den slag denkelijk niet overleven, haar teeder gestel zal bezwijken onder armoede en ellende. Dat zij dan de uitkomst van uwe teederg liefde voor haar en zij zal er hare dochter dankbaar voor zijn, zij zal blijmoedig scheiden van hare geliefkoosde meubelen, haar oud huis en beminde omgeving en even blijmoedig in den dood gaan en gij zult kunnen zeggeu Ik heb mijn vader rampzalig gemaakt en mijn moeder vermoord." Hij zweeg en ook Hortense zweeg. Geen enkele trilling verbrak de strakheid van haar marmeren gelaat, geen enkele traan benevelde hare schitterende oogen. Langzaam opende zij de lippen en zeide „Gij hebt overwonnen mijnheer, ga en berigt baron Eddistone, dat het mij een eer zal wezen zijn hand aan te nemen. „Hortense!" riep de heer Waller, dronken van vreugde, „hoe zal ik je genoeg danken, dierbaar kind!" „Ik raad u mij geheel niette danken," zeide zij statig en toen vloog voor het eerst dien glimlach over haar gelaat, die op een bliksemschicht langs dreigende wolken geleek. Deze herinneringen bragten een doodelijke bleekheid over het schoone gelaat der eenzame vrouw. Tusschen het gebergte, zoo stil als zij daar zat leed zij ontzettend. Geen sterveling had begrepen hoe veel hare opoffering haar gekost had. Om hare moeder niet te bedroeven had zij het doen voorkomen alsof haar huwelijk geheel hare wenschen vervulde. Om de wereld te misleiden had zij hare statige gestalte nog eens zoo hoog als anders opgerigt en fier was zij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1