1874. N°. 132.
Woensdag 4 November.
32 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Binnenland.
IIELDERSUHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT
„Wy huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
A-bonnemeatiprijs per kwartaal1.80.
J franco per post - 1.65.
Bureau: HOLEN PLEIN, N°. 163.
Friji der Advertentiën Van 14 regelt 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Klkcn Donderdag vertrekt de mnil naar Oost-Indië
via Brindisi.
Laatste ligling 's avonds G uur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ANNA
PAULOWNA brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat
door ben voorloopig vastgesteld en gedurende de eerstvolgende
veertien werkdagen, op de gewone kantooruren, van des morgens
9 tot 1 ure, ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing
is nedergelegd: bet SUPPLETOIR KOHIER van den HOOFDE-
LIJKEN OMSLAG, voor het dienstjaar 1874.
Op dit Kohier komen alleen voor zij, die na de vaststelling van
het primitief Kohier (Maart jl.), in deze gemeente zijn komen wonen.
Anna Paulowna, den 31 Oetober 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. E. PERK, Burgemeester.
A. J. DE JONGH, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 3 November.
Jl. Zondag gaf de kapt. ter zee W. C. Klis het
commando van Zr. Ms. wachtschip alhier over aan den kapt.
ter zee jhr. M. W. Bowier.
Met den trein van 1 u. 25 min. verliet de heer Klis
deze gemeente, uitgeleid door een tal van belangstellenden.
Het muziekkorps der marine dat zich op het perron had
geschaard, liet zich bij zijn vertrek hooren.
Jl. Zaturdag vertrok van hier met zijne familie de
heer B. R. de Breuk, om voortaan te Haarlem te wonen.
Bij zijn heengaan herinneren onze plaatsgenooten zich
voorzeker de diensten door dien heer sinds jaren bewezen
als lid van den Gemeenteraad. Zijne adviezen getuigden
steeds van groote belangstelling in den bloei der gemeente
en van krachtigen wil om daartoe mede te werken.
Door de commissie tot het examineeren van varens
lieden te Rotterdam, zijn jl. Zaturdag met gunstig gevolg
geëxamineerd de hoeren W. Rom, van Texel, als 1ste
stuurman en L. de Jonge, van Yeendam, als 2de stuurman,
beide leerlingen van de school voor de zeevaartkunde van
den onderwijzer A. J. Leijer, alhier.
De Oost-Indische mail met berigten tot 26 Sept.
behelst niets bijzonders.
Drietal te Dordrecht: E. A. G. van Hoogenhuizen;
H. W. Creutzberg en G. A. Rademaker.
Bedankt voor het beroep naar de Chr. Ger. gemeente
te Haarlem door ds. J. Juch, pred. te Sliedrecht.
Men schrijft ons van Texel, dd. 2 dezer:
,/t Volgende kan ten bewijze strekken, wat eene zorg
vuldige behandeling op goudvissclien vermag:
De heer J. B., alhier, kocht in Mei 1862 twee goud-
visschen, die hij van kleine aardwormen, gekookte rijst en
ouwel voorzag en dit voedsel beurtelings aan de diertjes
toediende.
In 1872 stierf een der vischjes, terwijl het andere sedert
eenigen tijd eene geele kleur heeft gekregen, waarop zich
zwarte strepen vertoonen, doch overigens nog vlug rondzwemt."
Het schoonerbrikschip Krommenie, kapt. Bijl, van
van Dantzig naar Amsterdam, ontmoette jl. Zaturdag in
het Noordhollandsche kanaal, gesleept door de sleepboot
No. 10, na juist de brug van Koegras te zijn doorgegaan
vlak vóór deze brug, het van Amsterdam komende en
insgelijks gesleept wordende brikschip Santa Rosa. Laatst
gemeld schip vlak voor brug drijvende, hebbende geen trossen
aan land, kwam in het vaarwater der Krommenie, waardoor
een aanvaring mot de Santa Rosa en een daarop volgenden
ligter plaats vond. De Krommenie heeft den kraanbalk
gebroken, lijfhout gesprongen, eenige stutten ontzet, de
bovenverschansing vernield, en andere schade bekomen.
Gepasseerden Zaturdag morgen, omstreeks 9 ure, ont
stond er te Anna Paulowna brand in de boerderij, bewoond
door den hoer F. Kaan Kz. Ofschoon twee brandspuiten
spoedig waren aangerukt, was er geen denken aan de
vlammen te kunnen kaeren. Gelukkig werd de brand
spoedig ontdekt, zoodat er nog gelegenheid was van 't
huisraad een en ander te redden. Het overige, de in de
schuren geborgen oogst, gereedschappen, enz. zijn echter
allen een prooi der vlammen geworden. Een en ander
was met het huis tegen brandschade verzekerd.
De gemeente-begrooting te Alkmaar voor 1875 is door
den Raad vastgesteld in ontvangst en in uitgaaf tot een
bedrag van f 153,645,39^. De hoofdelijke omslag is geraamd
op f 30,000; 50 opc. op de personele belasting f 17,000
schoolgelden f 7200. De uitgaven voor onderwijs zijn
geraamd op f 22,890,79voor armwezen f 15,388; voor
renten en aflossing van geldleeningen f 23,400.
Het prachtige nieuwe orgel in de kerk der Hervormde
gemeente te Oudcarspel zal den 14 dezer worden ingewijd
en bij die gelegenheid bespeeld worden door den heer
Richard Hol.
Door de goede zorgen van het gemeentebestuur zal
het openbaar onderwijs te Oudcarspel eene belangrijke ver
betering en uitbreiding ondergaan, naar aanleiding van een
daartoe strekkend verzoek, door vele gemeentenaren ingediend.
Nevens den hoofdonderwijzer zullen namelijk voortaan twee
hulponderwijzers, waarvan één met hoofdonderwijzersacte
en aanteekening voor het Fransch, op de openbare school
werkzaam zijn. Voor deze laatste betrekking is benoemd
de heer Daalwijk, thans hulponderwijzer te Broek op Lan-
gedijk, op een salaris van f 700 en een deel der school
gelden, die betaald zullen worden voor het meer uiigebreid
lager onderwijs. Met het onderwijs in de handwerken is
thans belast mejufvrouw Boon, onderwijzeres in dat vak
en het handteekenen, terwijl voor de voorbereidende klasse,
iu de plaats van mejufvrouw Kalshoven, die eerstdaags
gaat vertrekken, eene vrouwelijke kweekeling benoemd zal
worden. Men is daar over het algemeen met deze nieuwe
regeling zeer ingenomen.
Jl. Zaturdag liep te Amsterdam van stapel de stoom-
kanonneerboot Dog (type Staunch) en Zaturdag a. s. zal
de Havik te water worden gelaten.
Op de algemeene vergadering van het Tooneelverbond
te Amsterdam is jl. Zaturdag besloten aan de regering een
adres te zenden ter verkrijging van maatregelen tot eer
biediging van de regten der auteurs.
Tot lid van het hoofdbestuur is gekozen mr. A. Bloem
bergen te Leeuwarden.
Op voorstel van de afdeeling Amsterdam werd aange
nomen, om van wege het Tooneelverbond, aanvankelijk
iedere drie jaren, een med ille uit te reiken aan den
schrijver van het toeneelstuk, in den loop dier drie jaren
verschenen, opgevoerd of ter opvoering geschikt, waaraan
buitengewone verdiensten kunnen worden toegekend.
Verder werd besloten, nu reeds de tooneelschool te ope
nen. Het tijdstip van het toelatings-examen zal in de
maand Nov. worden bepaald.
Te Voorschoten zijn jl. Zondag door iemand verloren
zes bankbilletten van f 1000.
Commissarissen der N. R. Crt. berigten dat door de
langdurige ongesteldheid van den heer Nygh, diens zoon
mededirecteur is geworden van de N. R. Crt.
De kapt. ter zee P. A. van Rees trad jl. Zaturdag
als directeur en kommandant der Rijkswerf te Hellevoet-
sluis af en stelde zijn opvolger, den kapt. ter zee R. L. de
Haes, aan het personeel voor.
Op de jl. Vrijdag te Gorinchem gehouden van ouds
beroemde St. Huberts-toon- of kleine beestenmarkt waren
4500 stuks vee aangevoerd. De handel werd zelfs tot op
de stoombooten, in stegen en straten, waar het vee stond
opgestald, gedreven; het jonge vee was minder gewild,
terwijl er zich weinig buitenlandsche handelaren lieten
vinden. Voor vette koeijen werd van f 250 tot f 300
voor kalfkoeijen van f 225 tot f 300 betaald, terwijl
graskoeijen tot f 80 golden. De handel was over het
algemeen traag en de markt minder geanimeerd dan ver
leden jaar.
Op een aak met 20 stuks vee, van Woudrichem
naar Gorinchem varende, stootte een koe midden op de
rivier een gat in de schuit, die dadelijk begon te zinken.
Men kwam op 't hulpgeschrei met roeibooten te hulp.
De 8 opvarenden werden gered, maar van het vee
verdronken twee stuks.
Op de jl. Zaturdag gehouden najaarsveemarkt te Utrecht
waren 1228 stuks vee aangebragt, waarvan 625 stuks uit
het noorden des rijks waren aangevoerd; de handel was
zoowel voor het binnen als voor het buitenland niet zeer
levendig.. Voor het kalfvee werd van f 180 tot f 225
betaald, terwijl voor varekoeijen tot f 140 besteed werd
600 stuks werden voor het buitenland aangekocht. Op de
varkenmarkt werd van 45 tot 55 cent per kilogram besteed
met geanimeerden handel.
Te Utrecht heeft een scheikundig onderzoek bewezen,
dat brood bij een bakker aldaar verkocht werd, hetwelk
een groot gehalte aan lood-bestanddeelen bevatte. Van dit
onderzoek is aan de gezondheidscommissie kennis gegeven.
Jl. Dingsdag avond is in de vergadering der te
Heinenoord gevestigde Vereeniging „Nut en Genoegen"
besloten, het volgende adres aan den luitenant-generaal
J. van Swieten te doen toekomen:
„ExcellentieDat ware verdiensten zelden erkend worden
onder ons volk, blijkt in u. Dat evenwel menig hart in
het verborgen sneller klopt, waar uw naam genoemd wordt,
wees daarvan verzekerd. Blijft zulk eene hulde u meestal
I onbekend, het is omdat zij, die haar zouden willen uit
spreken, er te bescheiden toe zijn. Op de eerste winter-
avond-bijeenkomst van de Vereeniging „Nut en Genoegen"
in onze nederige woonplaats werd het voorstel om u de
verzekering onzer opregte hulde en vereering te doen
geworden met geestdrift begroet. Ontvang daarvan bij
deze de aanbieding. Gij zult ons welgemeend woord niet
versmadenhet zij u een bewijs, hoe uw naam nevens die
van een Huig de Groot en een Michiel de Ruiter in het
hart van Neêrlands zonen en dochters vaderlandsliefde wekt
en kloeken moed om door onwil en miskenning niet te
vertragen in den strijd voor 's volks dierbaarste belangen."
(N. Rott. Crt)-
Het provinciaal geregtshof van Zeeland heeft M.
Rinkier, voormalig boekhouder bij de leenbank te Zierikzee,
veroordeeld tot u jaar tuchthuisstraf.
Men schrijft uit 's Hage aan de Arnh. Crt
„Bij den Raad van State is op het oogenblik aanhangig
een wetsontwerp tot wijziging van het onderwijs aan de
Koninklijke Militaire Akademie te Breda. Het schijnt,
dat men terug wil keeren tot den vroegeren toestand en
weer een drie- of vierjarigen cursus invoeren."
„Ben ik wel ingelicht, voegt de correspondent hierbij,
dan wil de tegenwoordige minister van Justitie een wets
voorstel doen betrekkelijk de regterlijke inrigting.
Aan de Arnh. Crt. is door een harer medewerkers
eene mededeeling gezonden, waardoor zij versterkt is in
hare meening omtrent onze gevangenissen, door haar o. a.
in Aug. 11. uitgesproken. Zij schreef toen: „De gevan
genissen, zooals zij tegenwoordig zijn ingerigt, zijn lokazen.
Zij beloven niet alleen slaapplaats, kost, bewassching en
geneeskundige behandeling gratis, maar onze veroordeelden
worden er door eene weelde en gemak aangetrokken, die
zij vroeger niet gekend hebben. De philantropie heeft
van de gevangenis een lokaas (a draw) gemaakt, eene
tijdelijke wijk- en rustplaats, om zich te verpoozen van
begaan kwaad en zich gereed te maken voor het kwaad,
dat men in den zin heeft te begaan."
Haar medewerker wijst thans op het volgende feit. Te
D.... zijn onlangs 2 knapen van 9 jaar wegens herhaalde
kleine diefstallen tot eenige dagen gevangenisstraf veroor
deeld. Deze knaapjes, nog geheel onontwikkeld, waren uit
die klasse van personen afkomstig, welke, in naauwe
straatjes en steegjes opeengepakt, steeds zoo'n groot con
tingent leveren voor gevangenis en tuchthuis. Toen zij
na het verlaten der gevangenis weder op school kwamen,
bleek het den onderwijzer, dat het zeer diepen indruk op
hen gemaakt had, dat zij in de gevangenis „eten met
vleesch en „een bed met beddegoed met twee kussens,
twee lakens en een deken" gehad hadden.
Weinige dagen later zijn beide knapen wegens diefstal
weder „voor" geweest. De inzender vraagt, of er ook
eenig verband kan bestaan tusschen dat eten met vleesch,
dat bed met beddegoed en die nieuwe diefstallen? Hij
beweert, dat die jongens gestolen hebben alleen om maar
weer in de gevangenis te komen, en zou moeijelijk wis
kunstig kunnen bewijzen, dat die jongens niet gestolen
zouden hebben, als ze het in de gevangenis minder goed
gehad hadden. Maar dat die jongens zoo spoedig weder
aan het stelen gingen, toont klaar en duidelijk aan, dat de
vrees of afschrik voor de gevangenis verdwenen is, dat de
gevangenis, zoo al niet een gunstigen, toch zeker en gewis
niet dien ongunstigen indruk heeft gemaakt, dien zij maken
moest om de jongens uit vrees voor de gevangenis het
stelen te doen laten. Wat gebeurt er? Tusschen die
knapen, die „gezeten" hebben, ontstaat eene kameraadschap
eene soort van compagnie. De ouders zetten de knapen
aan om wat „op te halen" en de knapen halen wat op.
In het allerergste geval, dat zij gepakt worden, krijgen zij
weder tot straf (let wel: tot straf) eenige dagen eten met
vleesch, koffij met melk en een bed met twee kussens, twee
lakens en een deken, wat zij alles, als zij eerlijk gebleven
waren, niet zouden gehad hebben. De moeder neemt het
leeuwen-aandeel van het gestolene, en als zij straks bij den
commissaris komt, zal zij alle deelgenootschap loochenen
en zeggen„Mijnheer moet die ondeugende bengels maar
geducht straffen. Ik kan er niets aan doen." De laatste
berigten deelen intusschen meê, dat de moeder dier knapen
ook „ingerekend" zal worden.
Moeten wij vraagt de Arnh. Crt eene kinder-
vereeniging van zulke knapen gaan oprigten of een voor
schrift geven aan zulke ouders, opdat zij weten, „waarop
zij bij de kinderen te letten hebben?" De onzinnigheid
daarvan valt in het oog. Zullen wij eene maatschappij
oprigten tot verbetering van dergelijke knapen en trachten
van deze schadelijke planten nuttige gewassen te maken?
Zullen wij gestichten doen bouwen, waarin deze Anapen
goed voedsel, goede ligging en goed onderwijs zulM ont
vangen Maar wij zouden alweder lokazen bouwen. Derge
lijke instellingen worden zoo ligt premiën voor de ondeugd.
Verbeterhuizen zijn zeer goed, indien men maar niet in het
gewone euvel vervalt van die huizen zoo in te rigten, dat
de jongens verlangen zouden er in te komen.