1874. N°. 136.
Vrijdag 13 November.
32 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Binnenland.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT
.Wy huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsrnimte berekend.
KIken Donderdag vertrekt de innil naar Oost-Indlë
via Brindisi.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Batavia, te verzenden per
mailboot Prinses Amalia, geschiedt den 20 Nov. a. s., na
aankomst van trein II (N. H. Spoorweg), ten 7.32 u. 's avonds.
HELDER en NIEUWEDIEP, 12 November.
Gisteren zijn de treinen, die hier ten 9 u. 45 m. en ten
12 u. 23 m. moesten aankomen, de eerste 1 u. 23 in.
en de tweede 1 u. 12 m. te laat gearriveerd, 't Opont
houd was telkens ontstaan door defect aan de locomotief,
van den eersten trein te Beverwijk, van den tweeden te
Anna Paulowna.
We zijn uitgenoodigd te melden, dat de buitengewone
vergadering van het departement Helder der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen op morgen (Vrijdag) avond,
wegens ongesteldheid van den spreker, den heer Werumeus
Buning, niet kan doorgaan. Die vergadering is uitgesteld
tot Donderdag 19 November a. s.
Kapt W. de Wijn, voerende het Ned. schip Baltimore,
van Hernosand alhier binnen, rapporteert den 4 dezer ten
2 ure 's namiddags te hebben zien drijven, een het onderste
boven gekeerd, ongekoperd vaartuig van p. m. 100 ton,
waarschijnlijk het tuig nog inhebbende; het roer was uit de
haken gezakt en zat nog in het hennegat. Wegens de
hooge zee kon men het niet onschadelijk maken voor andere
passeerende schepennaam of bepaalde kenteekenen waren
niet te ontdekken.
In de vergadering der afdeeling Helder van de Holl.
Maatschappij van Landbouw, gisteren avond in het lokaal
Bellevue gehouden, is besloten in den aanstaanden zomer
alhier eene tentoonstelling te houden van vee en landbouw
producten. De inzendingen zullen alleen kunnen geschieden
uit deze gemeente, het Koegras, Anna Paulowna en de
eilanden. Uit de leden werd eene commissie gekozen, die
zich in vereeniging met het bestuur met de uitvoering van
dit plan zal belasten. Ze bestaat nit de heeren C. Boon,
C. Zijm, H. Noot Hz., P. Kos en C. Maalsteed.
In een onzer vorige nummers hebben wij opgenomen
een berigt uit Hoorn, waarin gemeld werd, dat de hoofde
lijke omslag door den gemeenteraad aldaar voor het dienstjaar
1875 was vastgesteld tot een bedrag van f 23000, en alzoo
met eene verhooging van f 6000. Verhooging van dien
omslag is voor de belasting-schuldigen in den regel een
geheel niet aangename zaak, en daarom kon die mededeeling
voor velen ligt zorgwekkend zijn. Nu blijkt het, dat die
vermelding zooal niet onwaar, dan toch onjuist is. De
hoofdelijke omslag wordt tot een gelijk bedrag als vroeger
geheven, maar ter voorkoming van telkens aan te vragen
goedkeuring tot verhooging van dat bedrag voor supp.
kohieren, is het maximum der heffing bepaald op f 23000.
Omtrent het verblijf van H. M. de Koningin in het
buitenland wordt uit Carlsruhe medegedeeld, dat H. M.
bij aankomst aan het station aldaar werd opgewacht door
H. M. de Keizerin van Duitschland, den Groothertog en
de Groothertogin van Baden, de Hertogin van Hamilton
en vele te Baden aanwezige aanzienlijken.
Den volgenden dag was er groot diner bij den Groothertog
op liet slot, gevolgd door een soiree bij de Keizerin, en
daags daarna diner bij de Keizerin. Ook bij Hds. vertrek
werd onze Koningin door de vorstelijke personen uitgeleide
gedaan.
H. M. is jl. Dingsdag van Stuttgart vertrokken, om na
eenige dagen in Zwitserland te hebben doorgebragt, in de
residentie terug te keeren.
Luidens een berigt uit Parijs zou H. M. een bezoek
hebben gebragt aan Prins Jeröme Napoleon, te Prangins.
Door de regering zal van het artillerie-arsenaal te
Amsterdam 402,000 kilogram ijzer verkocht worden. Onder
deze massa belmoren 20 kanonnen. Er liggen in verschillende
arsenalen nog duizende ponden om te verkoopende op
brengst van de reeds gehouden verkooping is echter zeer gering.
Het denkbeeld om generaal van Swieten een eeresabel
te geven, vond weerklank, niet alleen in Amsterdam, maar
ook elders. Blijken van instemming met dit denkbeeld,
gewerden ons uit alle oorden des lands. Er waren er bereid
zich tot een commissie te vormen om dat doel te bevorderen,
doch wij ontvingen een schrijven van den geëerden generaal
waarin hij ons verzoekt mede te deelen, dat hij, hoewel
dankbaar voor het geopperde denkbeeld, het toch niet gaarne
tot uitvoering zou zien komen.
De generaal schrijft ons o. a.
„Nu ik van vele zijden de betuiging ontvang, dat de
kern der natie niet deelt en ook niet gedeeld heeft in de
afkeuring die over mijn militair- en staatkundig beleid is
uitgesproken, waarschijnlijk omdat men te haastig geloof
heeft geslagen aan de valsche voorstellingen van onkundigen
of onverstandigen, of wel omdat men ook maatregelen van
dwang huldigde, die ik echter strijdig acht met onze
bestemming om in den Indischen Arcliipel slechts door den
invloed der beschaving en ons zedelijk overwigt werkzaam
te zijn, en schadelijk voor het oogmerk dat wij in Atsjin
willen bereiken, nu heb ik zooveel voldoening en gevoel
ik mij zoo gelukkig de pressie van andersdenkenden te
hebben weêrstaan, dat de verwezenlijking van het denkbeeld
van den geachten schrijver van den aan U gerigten brief
mij dat genot bederven zoude."
Met het oog op dezen wensch, vinden wij geen vrijheid
het denkbeeld verder te ondersteunen; dit is ook de reden
waarom wij de over dit onderwerp aan ons gerigte brieven
nu onbeantwoord kunnen laten.
De door ons ontvangen f 100 zullen wij, ingevolge den
wensch van den inzender, overmaken voor de gewonden en
zieken hij Atsjin. (KI. Crt.)
Naar wij vernemen, is door den minister van Oorlog
bevolen, dat niet alleen bij de infanterie, maar ook hij de
andere wapens aan de officieren gedurende het wintersaizoen
een cursus in de verbandleer, hygiëne enz. zal worden
gegeven, opdat zij in staat worden gesteld, hij afwezigheid
van officieren van gezondheid, zich voorloopig zelf te kunnen
helpen bij verwondingen met gevaardreigend bloedverlies als
anderzins. (Gr. Crt.)
Dr. Cornelissen, te Deventer, heeft de benoeming tot
rector aan de Latijnsche school te Arnhem aangenomen.
Het hoofdbestuur van het Nederlandsch Vredebond
heeft een model van een adres aan de Tweede Kamer, in
zake de motie tot bevordering van internationaal arbitrage,
door de heeren van Eek en Bredius in de zitting der
Tweede Kamer van den 12den Oct. voorgesteld, aan al
de afdeelingen verzonden.
Voor zoover bekend is, hebben zich in den loop der
week van 1 tot en met 8 dezer in deze provincie geene
gevallen van longziekte onder het rundvee voorgedaan.
Op de gisteren te Alkmaar gehouden paardenmarkt
waren aangevoerd 231 paarden en 19 veulens. De prijzen
variëerden, voor paarden van f 48 tot f 665 en voor veulens
van f 72 tot f 112.
In de zitting van de Provinciale Staten van Zuid
holland van jl. Dingsdag, is tot lid van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal, in plaats van den heer I. D. Fransen
van de Putte, gekozen de heer mr. A. Blussé, van Dordrecht,
broeder van het lid der Tweede Kamer, den candidaat der
liberalen, met 46 van de 72 stemmen.
Volgens de Pr. Nbr. Ct. is mr. A. F. X. Luijben,
kantonregter te 's Bosch en lid der Tweede Kamer, benoemd
tot Burgemeester van 's Bosch.
Onlangs is, gelijk men weet, te Utrecht een coöperatieve
slagterij in 't leven geroepen, waarvan reeds 200 leden de
gunstige gevolgen zien. Daar echter de slagter 't nu reeds
bijna te druk heeft om zijne kalanten, meest uit den
gegoeden stand, te bedienen, heeft zich eene commissie
gevormd om nog een tweede dergelijke vereeniging op te
rigten. Deze krachtige maatregel van de verbruikers is
reeds van gunstigen invloed geweest op den stand der
vleeschprijzen.
De groote jaarlijksclie vette-ganzenmarkt werd jl.
Dingsdag to Zwolle gehouden. De aanvoer bedroeg p. m,
500 stuks. Men besteedde f 2.50 k f 6.75 naar soort en
kwaliteit.
Uit den Zuid-Oosthoek van Drenthe meldt men o. a.
aan de Gron. Crt.
„Ik weet niet, meneeren van de redactie, of 't u bekend
is, dat wij er in onze kwartieren nog een soort van lynch
op nahouden, die wel niet geheel en al op Amerikaansche
leest is geschoeid, maar toch au fond eenige overeenkomst
heeft met de manier, waarop sommige burgers der groote
republiek zich zeiven regt zoeken te verschaffen. Voor de
kennis der oud-Drentsche zeden en gewoonten en tot karak
teriseering van den hier heerschenden volksgeest, acht ik
het niet onbelangrijk daar een enkel woord aan te wijden,
te meer, omdat, voor zoover ik mij herinneren kan,
nooit nog niets daarover in openbaren geschrifte gezegd is.
In toepassing wordt ze alleen gebragt in 't geval, dat een
jongman, trouwbeloften aan een meisje gedaan en op een
meer dan geoorloofden voet met haar omgegaan hebbende,
zijn gegeven woord verbreekt en pertinent weigert haar
door een eerlijk huwelijk weer tot eere te brengen.
Jongelingen zijn dan de van zelf door oude usance aan
gewezen personen, die als wrekers van de beleedigde publieke
moraliteit tegen den woordbreker optreden en pogingen
aanwenden om hem terug te brengen tot zijn pligt. Zoo
loffelijk dat in beginsel moge zijn, zoo afkeuringswaardig
is de wijze, waarop men meuigmalen daarbij te werk gaat.
Nog niet zeer lang geleden, was Dalen de plaats, waar
wederom die lynch in toepassing werd gebragt. Toevallig
woonde de don Juan, die zijn woord aan zijn belle niet
verkoos gestand te doen, met haar in dezelfde huur,
hij als knecht, zij als dienstmeid. Toen Dalen's jonge
lingschap nu volkomen zekerheid bezat van den staat van
zaken, gebeurde 't in een schemeravond, dat zij ten huize,
waar de delinquent verblijf hield, zich in massa aanmeldde,
met de vraag, of zij hem ook te spreken kon krijgen Ze
had een gewonen boerewagen meegenomen, met twee paarden
bespannen, en op een der banken zat ook eene in vrouwen
gewaad gekleede pop van stroo, die de bruid verbeelden
moest, met wie ze wenschte, dat nu door den woordbreker
de huwelijksverbindtenis zou aangegaan worden, tenzij hij
beloven wilde het door hem geschandvlekte meisje te
herstellen in hare eer.
De jonkman, die zeker lont had geroken, bevond zich
evenwel niet te huis, kwam althans niet voor 't licht, werd
daarna ook nergens gevonden, nadat op 't vermoeden, dat
hij zich schuii hield en na daartoe van den heer des huizes
gevraagd en verkregen verlof, een gedeelte der woning
behoorlijk was doorzocht. Zeker was de schuldige, zoo zijn
geïmproviseerde regters hem gesnapt hadden, er niet zonder
kleerscheuren, ja misschien niet zonder een paar blaauwe
oogen cum annexis afgekomen, indien hij, eenmaal in hunne
magt, dan niet spoedig verklaard had te willen doen, wat
ze van hem verlangden. Zoo gaat het in den regel toch.
Die lynchers verkeeren doorgaans onder zulke omstandig
heden niet alleen in zeer hartstogtelijke, geprikkelde
gemoedsstemming, maar winden zich veelal tot de helden
feiten, die ze gaan verrigten, nog sterker op, door vooraf
in zekeren liquor nog een dosis meer courage (gelijk 't heet),
te zoeken, en wij zouden, helaas! niet in Nederland moeten
wonen om er onkundig van te zijn, voor welke buiten
sporigheden de weg dan gebaand is. Tot lof van Dalen's
jongelingschap moet ik evenwel zeggen, dat zij bij deze
voorgenomene uitoefening van justitie zich waardig heeft
gedragen. Onverrigter zake weêr huiswaarts keerende,
vond toen verder niets plaats, wat men anders bij zulke
demonstraties niet zelden ziet gebeuren, dat b. v. hier of
daar aan den glazenmaker een extra karreweitje bezorgd
wordt, zoo en passant, of dat een onschuldige houten omheining
of tuinhek het ongelukkig mikpunt wordt, waarop zeer
spierkrachtige armen en handen den last van toorn en
grimmigheid gaan ontladen, die eigenlijk bestemd was om
neer te ploffen op rug en hoofd en schouders van den
zich schuilhoudenden don Juan. Dien ten gevolge werden
Dalen's burgemeester en overige politiebeambten niet in
de droevige gelegenheid gebragt om van hun talent in 't
bedwingen van orde- en rustverstoorders de welverdiende
bewondering van 't publiek in te oogsten. Dat meer dan
half Dalen uit alle kluften en buurten, in allerlei lengte en
grootte, ter plaatse van 't spectakel bijeen gestroomd was,
behoeft geen vermelding. Zoo iets sprak volkomen van zelf.
Te Grijpskerk in Groningen heeft een 12jarig jongentje
zich uit wanhoop opgehangen.
Te huis behoorende te Grootegast bij zijn stiefmoeder,
was dat jongentje dienstbaar voor den landbouw bij den
heer P. B. te Grijpskerk; hij zou weêr huiswaarts keeren,
daar zijn zomerdienst met Nov. verstreek. Reeds voor
eenige dagen had men hem hooren zeggen: „ik wenschte
dood te zijn." Men zegt dat zijn stiefmoeder hem zou
hebben toegevoegd: „gij moet het niet wagen, weêr over
den drempel te komen." (N. Arnh. Crt.)
Een proces in den geest als dat van mevrouw Saportas
staat te Samarang gevoerd te worden. Den 25 Sept. werd
in de centrale gevangenis aldaar binnengebragt de echtgenoot
van een adjudant-onderofficier, te Gombong in garnizoen.
Zij wordt beschuldigd van poging tot vergiftiging van haar
man, met wien zij reeds rniin zes jaren gehuwd is. Een
Europeesch korporaal, vroeger in garnizoen te Gombong,
zou haar het vergif van uit Batavia, werwaarts hij onlangs
is overgeplaatst, hebben toegezonden. Tijdige geneeskundige
hulp, die zij zelve, waarschijnlijk door gewetenswroeging,
heeft ingeroepen, redde den ongelukkigen man van den dood.
De grootste aanleiding tot deze treurige zaak zal zeker
weêr gelegen zijn in het fatale zamenwonen van gehuwde
en ongehuwde militairen in ééne kazerne.
Te Makassar is een jongejufvrouw van zestien jaren
in hechtenis genomen, beschuldigd van kindermoord.
De N. Gr. Crt. bevat een particulier schrijven uit
Atsjin, waarin een ooggetuige 't volgende zeer opmerkelijk
feit releveert:
„En thans een staaltje voor mijne bewering, hoe spoedig
men hier den man tot soldaat kan vormen: dit woord moge
tevens dienen, om hulde te brengen aan een man, die
erkenden moed aan beleid en onverschrokkenheid paart.
Driewerf hulde aan zulk een chef.
Den 28 Julij jl. na de aankomst van een versch gedeelte
troepen uit Java, werd de kompagnie van kapitein X.
aangewezen, om zekere benting te gaan bestormen. Deze