Benoeming-en, enz.
STATEN-GENERAAL.
Buitenland.
Frankrijk.
dezuchten, weemoedszangen, rouwliederen, triomfkreten,
Engst, toorn, wanhoop, verrukking, de geheele toonladder
v m menschelijk lijden en gevoelen zingt het ons voor.
i 'legtig als de stilte van de zee is zijn rustmaar even als
dat magtig element kan het in wilde golven bruischen. Het
r.an uitbarsten met vulkanische kracht en ruischen als eene
i eek. Het kan loeijen als de orkaan, en een oogenblik
iater weêr suisen als de lentewind."
Mejufvrouw Anna de Belocca had jl. Zaturdag op
I aar concert in het Park te Amsterdam een groot succes,
l laar geluid is zuiver en edel, en belooft, voor zoover dit
rog niet het geval is, haar in de rij der zangeressen een
voorname plaats te doen innemen. Zij is echter nog jong;
en hoezeer deze eigenschap aan den eenen kant zeer zeker
niet verwerpelijk is, moet zij aan den anderen kant beschouwd
worden als de oorzaak, dat aan de vorming der zangeres
t:og niet de laatste hand gelegd is, dat zij zich nog niet in
•Je volheid van haar talent vertoont, 't Is voornamelijk
•Ie zoetvloeijende, levenslustige, of meer of minder senti-
.nenteele Italiaansche en Fransche muziek, welke haar
iepertoire zal vormen: aan de opvatting der airs uit II
ïarbiere en Lucrecia Borgia, de romance van mevr. De
i Jothschile en die uit Mignon van Ambroise Thomas ontbrak
niets; het diepe gevoel, de melancholie, het heimwee van
een lied als Der Wanderer van Subert, viel haar moeilijker
.veder te geven, maar toch was het merkbaar, dat de zan
geres tot deze muziek nader staat dan gewoonlijk niet
Duitsche zangeressen. N. v. d. D.
In Natura Artis Magistra te Amsterdam worden
eerstdaags twee witte oliphanten van Sumatra verwacht.
Er heeft te Haarlem een verschrikkelijk voorval plaats
gehad. Yoor eenige dagen werd dr. S. Fijan aldaar bij de
.amilie H. geroepen, welker leden allen ongesteld waren.
Het is dien geneesheer gebleken, dat de dood van een daarna
gestorven dochtertje van 12 jaren en van eene inwonende
tante hoogstwaarschijnlijk moet worden toegeschreven aan
het gebruik van vergif (arsenicum). De man, handelaar
in verfwaren, en zijne echtgenoote verkeeren beiden in zeer
bedenkelijken toestand en men vreest voor het behoud van
iiun leven. De justitie doet onderzoek naar deze zaak.
Volgens de Standaard is ds. J. H. Gunning Jr., te
'3 Hage, zeer ongesteld. Men vreest dat de ziekte typhus is.
Te 's Hage is een magazijn van ijzerwaren onder
"water geloopen, doordien men vergeten had de kraan van de
waterleiding af te sluiten.
De Trompen en de Kuiters leven nog. Jl. Vrijdag
stonden voor het kantongeregt te Naaldwijk teregt voor
gezamenlijk stroopen de heeren Tromp en de Ruiter. Waren
iie oude vlootvoogden eertijds de schrik der zeeën, zij zijn
tlms de schrik der hazen. De tijden zijn veranderd!
Een 86jarig grijsaard te Bergambacht heeft een
bewijs van kracht en moed gegeven door in een ruim 60
voet hoogen boom te klimmen om in den top een kabel
touw vast te maken, waarmede de boom moest omver
getrokken worden. Geen der talrijke aanwezigen had het
durven doen.
Een treffend tooneel deed zich dezer dagen voor te
llosendaal. Een grijsaard van 80 jaren bevond zich aan
het station en wachtte op zijnen zoon, die 18 jaren geleden
naar Indië was vertrokken en nu uit den Atsjin-oorlog
zou terugkeeren, nadat de vader in de laatste 3 jaren geen
da neef van den overledene, een groote schare van zijne vrienden
en vereerders, de deputatiën van verschillende burgerschappen, die
.de lauwerkransen, die op de lijkkist in den lijkwagen niet meer
geplaatst konden worden, in de hand droegen, de scholieren van
,lo gymnasia. Zeventien wagens besloten den langen trein.
Ook de eehtgenoote van den overledene nam in een wagen,
geleid door vrienden, aan dezen laatsten, maar moeielijken tocht
cieel. Eens had zij aan haren Fritz beloofd hem tot het graf te
zullen geleiden, wanneer het gebeuren mogt, dat hij eerder dan zij
verhuisde, en ware liefde houdt altijd haar woord. Met de kracht
vun een sterke ziel en in het bewustzijn den afgestorvene altijd
met oprechte liefde ter zijde te hebben gestaan, hièld zij zich bij
.lezen moeielijken gang dan ook in een opgerichte gestalte staande.
Terwijl deze rouwstoet zich langzaam door de stad voortbewoog,
welker straten als met deelnemenden opgevuld waren, was er
n enigeen, die eerbiedig zijn hoed afnam, als de stoet hem voor
bijging, omdat hij gevoelde dat een waar dichter en een edel
n.ensch naar zijn laatste rustplaats werd gebracht.
Op het kerkhof, waar de rouwstoet eerst om zes ure aankwam,
itield de Generaal-Superintendent Petersen de lijkrede. Naar
inleiding van de woorden: „den oprechte laat de Heer het gedijen"
en naar Uland's uitroep„Frisch, vrij, vroolijk, vroom," ont-
-«ikkelde hij op indrukwekkende wijze, wat de afgestorvene geweest
v- :is als dichter, als vriend, als echtgenoot, als mensch. Na hem
gaf de diaken Hasert uit Eisenach den doode den laatsten zegen,
let koor zong daarop het lied: „Ach! bleib met "Deiner Gnade."
- De vrienden en bekenden traden nog eenmaal naar het geopende
Staf om een handvol aarde op de lijkkist te werpen en alzoo den
hotsten groet den dierbaren doode na te zenden. Fritz Reuter
rustte in den moederschoot
Blauw en helder welfde de hemel zich over den Godsakker;
uit de verte zag de oude Wartburg op hem neder. De afgestorvene
was ook haar vriend geweest, want menigmaal was hij tot haar
opgestegen; tien jaren lang had hij aan hare voeten gewoond.
Zoo is het heengaan van een dichter en van een braaf mensch
geweest. Meer liefde dan Reuter werd toegedragen heeft zelden
oen mensch met zich in het graf genomen. Nu ligt hij vreedzaam
en in ruste daar. Spoedig zal de heuvel boven hem met frisch
groen en frissche bloemen versierd zijn, en zijn echtgenoote, die
voor hem zulk een liefdevolle verpleegster is geweest, die geen ander
icvensdoel heeft gekend, dan alleen hem aan te hangen, zal met
dezelfde liefde den heuvel en de bloemen verzorgen en dan zullen
ook voor haar de bloemen des vredes zich openen.
In zijne ons nagelatene werken heeft Fritz Reuter zich een
gedenkteeken gesticht, dat duurzamer is dan steen en erts. In de
narten zijner vrienden zal de nagedachtenis aan hem met onuit-
wischbare letteren geschreven blijven, zoo lang zij kloppen, en allen
die hem hebben leeren kennen, zullen nog dikwijls zeggen: „Wat
was die Fritz Reuter een edel mensch!" In zijne verdichtingen,
zoo echt menschelijk, zoo praktisch, heeft hij aan het Duitsche
volk een schoone en rijke erfenis nagelatenen zal nu het volk
cm voor deze nalatenschap niet dankbaar zijn De plaats om
den dank te openbaren is zijn graf. Moge er spoedig een gedenk-
teeken verrijzen, opdat de vreemdeling moet zeggen„Het Duitsche
volk heeft zijn dichter, Fritz Reuter, lief."
tijding van hem had ontvangen. Toen de trein aankwam,
zochten de talrijke aanwezigen den terugkeerende onder
de reizigers. Eindelijk stapt met veel moeite een militair
in een mantel gewikkeld, uit een coupé 1ste kl. De oude
man slaakt een kreethij had zijn kind herkend. Langzaam
komen zij tot elkander, de vader wegens zijn hooge jaren,
de zoon wegens eene wonde, die zijne krachten had uitgeput.
Eindelijk vallen zij in elkanders armen en bleven zoo een
geruimen tijd staan. Intusschen was de mantel losgeraakt,
en de zoon toonde zijnen verrasten vader de uniform van
kapitein en de orde van den Nederlandschen Leeuw. (D.).
Drie boerenknechts uit Markelo zijn veroordeeld tot
eene geldboete van f 8 elk, omdat zij op eene ondertrouw
aldaar vreugdeschoten gelost hadden. De veroordeeling
geschiedde op grond der Fransche wetgeving, waarbij het
dragen van wapenen op de openbare straat verboden wordt.
Onder den titel „Tijdsgebeurtenissen," leest men het
volgende in het 1 cents Volksblad:
„Al heerscht tusschen de beschaafde volken onderling
vrede, en worden er verzekeringen van onderlinge goede
verstandhouding gegeven, of men elkander inderdaad
vertrouwt schijnt te worden tegengesproken door de kolossale
wapeningen en militaire maatregelen. Te Mainz, in
Pruissen, wordt een fabriek van verduurzaamde levens
middelen voor oorlogsgebruik gebouwd met een front van
320 meters; in Rusland worden kostbare proeven genomen
om spoorwegen met dynamiet spoedig te vernielen; allerlei
uitvindingen van vernielingswerken worden gedaan, enz.
Maar te midden van al die wapeningen wordt ook de stem
des vredes gehoord, en gelijk in het Engelsche parlement
en in de Kamer van afgevaardigden in Italië geschiedt is,
is ook bij ons in de Tweede Kamer de stem opgegaan,
dat de regeringen zich onderling zullen verbinden om
geschillen tusschen de volken door regtbanken te doen
beslissen. Die stem moet een volksstem worden. Ieder,
wien de volksvrede ter harte gaat, behoort zich aan te
sluiten aan den vredebond.
Is het tusschen de volken onderling vrede, inwendig
heerscht in vele landen onrust en felle partijstrijd: de berig-
ten omtrent de partij woelingen in Frankrijk, die welligt
nog sterker zulien worden bij de aanstaande heropening
der Nationale Vergadering, de felle burgeroorlog in Spanje,
de verkiezingsstrijd in Noord-Amerika, de burgeroorlog in
de Argentijnsche republiek enz. vullen in de dagbladen
menige kolom. En met die partij-woelingen is naauw ver
bonden de strijd op kerkelijk gebied tusschen Protestanten
en Roomsch-Katholieken en tusschen Protestanten en
Roomsch-Katholieken onderling. Maar ook in dien strijd
openbaart zich veel goeds en in vele opzigten is hij te
verkiezen boven onverschilligheid en laauwheid. Aan dien
strijd moeten zelfs allen deelnemen, die mede willen werken
aan de volkswelvaart, aan den vooruitgang op godsdienstig
gebied, doch niet met bitterheid in het hart en scherpte van
zwaard of tong, maar met liefde. En dat kunnen wij allen.
De Figaro verzekert, dat een liefhebber van het
billardspel in het café Mulhouse de weddingschap heeft
aangegaan om 175 punten te maken in 250 stooten en die
te stooten metzijn neus. Na zijn neus flink met krijt
te hebben ingesmeerd, maakte hij 330 punten.
De componist Verdi is door den Koning van Italië
tot lid van den senaat benoemd.
Het schijnt dat elke nieuwe opera, om succes te hebben,
min of meer bouffe moet wezen. Zoo is dan ook Lecocqs
laatste werk „Les Pres Saint-Gervais," thans op het
Théatre des Variétés te Parijs opgevoerd, ofschoon eigenlijk
eene comédie, evenals Fleur de Thé, la Fille de Madame
Angot, Giroflé-Girofla, een allerkoddigst stuk. Maar niet
alleen heeft het dezen karaktertrek met genoemde stukken
gemeen, het heeft ook, want dit schijnt mede een ver-
eischte te wezen, een koor dat het karakter van de opera-
bouffe vertegenwoordigt. In La Fille heeft men het koor
der zamenzweerdersin Fleur de Thé het koor van
Chinesche politie-agentenin Giroflé-Girofla dat der zee-
roovers; in den Zwarten Prins het matrozenkoor; eindelijk
in het Pres de Saint-Gervais het koor van dronken school
meesters, dat met zeer veel bijval ontvangen is.
De als novellist zoo gunstig bekende predikant Charles
Kingsley zegt in zijn Health and Education over de heden-
daagsche jongejuffers naar de mode:
„Arme schepseltjes! Ik zie er honderden dagelijks, die
haar nietigheid van postuur trachten te verbergen door de
vieze massa valsch haar (of wat er voor doorgaat), en
door den leelijken en nutteloozen hoed er bovenop, die 't
hoofd nog belagchelijker groot en zwaar doet schijnen. De
hooge hakken moeten óók meehelpen. Déér trippelen ze
op voort zij die de eenvoudige kunst van gaan vergeten
zijn, of ze nooit geleerd hebben. Haar ligchamen zijn
onbevallig voorover gebogen; en om ze in die onbevallige
houding te doen blijven, dienen corsetten, die elke gracieuse
en gezonde beweging van heupen en zijden beletten. Zoo
die chignon en die hooge hakken werden weggenomen
wat zou er overblijven? Vaak niet veel meer dan de
nietige gestalte van eene zestienjarige. En toch waren die
vrouwen niet slechts volwassen; maar sommige, helaas!
waren echtgenooten en moedersDan 't gezigt onder
den chignon en den hoed? Soms is 't mooi of aardig;
maar hoe zelden schoon't Zijn ook, zonderling genoeg,
geen weldoorvoede trekken. Handenvol geld wordt aan
fraaije kleeren verkwist, 't Ware beter, naar de gelaatskleur
te oordeelen, dat een gedeelte van dat geld besteed ware
voor degelijke, gezonde spijs."
Weldra zal een boek worden uitgegeven, naar welks
verschijning velen met gespannen verwachting uitzien„De
gedenkschriften van Juarez," president der Mexicaansche
republiek. Vermoedelijk zal men in dit werk merkwaardige
openbaringen of zoogenaamde „onthullingen" vinden, met
betrekking tot de gebeurtenissen die Keizer Maximiliaan
het leven gekost hebben en waarin de ex-maarschalk
Bazaine betrokken is geweest. Laatstgenoemde heeft den
18 Nov. eenige uren na zijne aankomst te Madrid, een
bezoek afgelegd bij maarschalk Serrano op zijne buitenplaats.
Een goedkoope bliksemafleider, en gemakkelijk
aan te brengen. De inspecteur van den telegraaf te
Lausanne, de heer Cauderay, maakt opmerkzaam op de
groote kracht, die houtskool op de electriciteit uitoefent,
en slaat voor, om bij op zich zelf staande huizen bijv.
hofsteden ten plattenlande, twee lange palen, die van buiten
verkoold zijn, in den grond te plaatsen. De punten van
die palen moeten kegelvormig zijn en voorzien worden van
een metalen spits; een spijker met de punt naar boven, is
daartoe voldoende. Teneinde den overgang van de elec
triciteit in de aarde gemakkelijker te maken, wordt een
weinig oud ijzer bij den paal in den grond begraven. Is
de houtskool vergaan, dan wordt de paal op nieuw geschroeid.
Alle kaartspelers zullen zeker met groote belangstelling
vernemen, dat teWeenen een meleermachine is uitgevonden.
Er is reeds een octrooi van een jaar voor verleend.
In een vrolijk gezelschap te Berlijn trok een der
aanwezigen een stoel terug op het oogenblik dat een ander
er op wilde gaan zitten. Deze viel op den grond en er
ontstond een algemeen gelach, dat echter weldra verstomde;
het bleek toch dat de gevallene niet meer kon opstaan,
zoodat men hem per rijtuig naar huis moet vervoeren. De
geneesheer, wiens hulp terstond werd ingeroepen, verklaarde
dat de toestand van den lijder hoogst bedenkelijk was, daar
men te doen had met een beleediging van de ruggegraat.
Benoemd tot procureur bij de arrondissements-regtbank te Hoorn
mr. F. H. G. van der Hoeven, thans advocaat aldaar.
Herbenoemd zijntot burgemeester van Enkhuizen de heer
G. Bruijnis, met ingang van den 4 Dec.tot burgemeester van
Hoorn de heer mr. W. C. J. de Vicq, met ingang van den 16 Dec.
Benoemd tot hulponderwijzer 3de kl. aan de opleidingsschool
voor jongens tot het middelbaar onderwijs, de heer C. de Beer, te
Alkmaar en tot 3den hulponderwijzer aan de tusschenschool de heer
H. G. Haremaker, te Abbekerk.
Oost-Indië. Verleend: Een tweejarig verlof naar Nederland,
wegens ziekte, aan den kapt. ter zee bij het Indisch sedentair
zeewezen, directeur hij het marine-etablissement te Soerabaija, J.
P. M. Willinck; idem, wegens ziekte, aan den eersten stuurman bij
de gouv.-marine J. de Bidder. Benoemd: tot kapt. ter zee bij
het Indisch sedentair sedentair zeewezen, directeur van het marine
etablissement te Soerabaija, de kapt. ter zee M. L. J. van Asperen
bij de dienst der gouv.-marine tot 2den stuurman, B. Schippers.
Tijdelijk gedetacheerd: bij het marine-etablissement te Onrust,
de kapt.-luit. ter zee K. C. Bunnik.
Tweede Kamer.
Zitting van Dingsdag 24 November. Bij de voortzetting der
algemeene beraadslagingen over de Staatsbegrooting heeft de heer
Kappeijne een uitvoerig programma ontwikkeld en is in beschouwing
getreden over het standpunt der Katholieken tegenover de Grondwet
en de leerstellingen hunner kerk. Die rede heeft de bestrijding
uitgelokt van de heeren Heydenrijck, van Zuijlen, van ,der Does
en den minister van Binnenl. Zaken. Vooral de heer van der Does
heeft uitdrukkelijk verklaard dat de Katholieke leer niet tot pligt
oplegt te reageeren tegen de Grondwet en dat de Katholieken niet
streven naar een ideaal, dat dwang zou opleggen aan het land of
onbestaanbaar zou zijn met onze grondwettige vrijheid. Na nog
eenige discussie zijn de algemeene beraadslagingen gesloten. Hoofd
stuk I is daarop aangenomen met algemeene stemmen en de beraad
slagingen over Hoofdstuk II zijn geëindigd.
De motie van Eck-Bredius zal behandeld worden na afloop der
algemeene beraadslagingen over Hoofdstuk III.
Zitting van Woensdag 25 November. Deze geheele zitting
was gewijd aan de kwestie der tractements-verhooging van ambte
naren aan de departementen van algemeen bestuur, niet zoo zeer
over het beginsel der noodzakelijkheid, dan wel over de toepassing
alvorens een algemeene organisatie van het ambtenaarswezen had
plaats gehad.
De overige art. van Hoofdstuk II (hooge colleges) zijn daarop
goedgekeurd en het geheele Hoofdstuk aangenomen met algemeene
stemmen. Heden Hoofdstuk III.
Bij de Kamer is ingekomen een wetsontwerp houdende nadere
wijziging van de pensioenwet voor de zeemagt. Het doel is, om
door verbetering van het pensioen het personeel meer blijvend aan
de zeedienst te verbinden. Tevens worden de pensioenen verhoogd
van diegenen, die in de koloniën dienst hebben gedaan. Het pen
sioen voor alle kapt.-luit. en niet alleen voor de 15 oudsten wordt
op f 1500 gebragt; bij de off. van gez. wordt het op f 1100,
f 1000 en f 700 gebragt, voor het eerste en tweede tiental der
lste kl. en de 28 oudste der 2de kl., in plaats van aan het 1ste
en 2de viertal en de 26 oudsten; aan de apothekers, de officieren
van de mariniers en van de machinisten wordt hooger pensioen
toegekend na 4 en 8jarige dienst. Bij de off. van adm. lste kl.
worden de hoogere bedragen aan de 6 in plaats van de 4 oudsten
gegeven. Voor de onderofficieren en minderen wordt het uitzigt
geopend om na langdurige dienst pensioen deelachtig te worden,
ook al zijn zij niet geheel ongeschikt voor de dienst. De pensi
oenen voor hen worden bepaald: adj.-onderoff. f 250, sergeant
majoor f 200, sergeant f 150, korporaal f 120, matroos, marinier
of soldaat f 100machinist lste kl. f 500, 2de kl. f 400, 3de kl.
f 300, id. leerling lste kl. f 200, 2de kl. f150; vuurstokers f 150,
f 120 en 100. Hun wordt echter de verpligting opgelegd om in
tijd van oorlog en gevaar, zoo zij er toe geschikt zijn, weder in
dienst gesteld te worden.
Voor de dienst in de koloniën en tusschen de keerkringen
wordt het pensioen, voor elk jaar verblijf aldaar, verhoogd met
f 75 voor de officieren en f 7.50 voor de minderen.
De heer Clément Duvernois, te Parijs beschuldigd
van zwendelarij en misbruik van vertrouwen in de zaak
van Banque territoriale d'Espagne, is tot twee jaren gevan
genisstraf en 1000 fr. boete veroordeeldde heer Jauret
tot één jaar en 500 fr.; de heeren Caperon en Rosetti bij
verstek tot 5 jaren en 3000 fr. boete de heeren Alexander
Duvernois, Barre en Fornerod zijn vrijgesproken.
Eene Amerikaansche dame, mistress Crown, tot een
der aanzienlijkste familiën van de Amerikaansche kolonie
te Parijs behoorende, zit sedert een paar dagen in de