1874. N°. 147.
Woensdag 9 December.
32 Jaargang.
AANBESTEDING.
Binnenland.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bewaarplaatsen voor Petroleum.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt üinqsdag-, Donderdag- en Zatukdag namiddag.
fcy A-bonnementgprija per kwartaal1.30.
J franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
PrijB der Advertontiën Van 14 regele 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letter» of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië
via Brindisi.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Padang en Batavia, te ver
zenden per mailboot Prins Hendrik, geschiedt den 11 Dec.,
na aankomst van trein II (N.H.Spoorw). ten 7.32's avonds.
Op Vrijdag den 18 Decemker 18S4, des avonds ten
zeven ure, zal aan het Raadhuis der gemeente Helder, in
het openbaar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed
De levering van SCHOOLBOEKES en
SCHOOLBEHOEFTEHT voor de Openbare
l<agere Scholen in de gemeente Helder.
De voorwaarden van aanbesteding liggen op de gewone
kantooruren, ter lezing aan de Secretarie der gemeente.
Helder, den 8 December 1874.
Burgemeester en Wethouders dier gemeente,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER herinnert de
belanghebbende ingezetenen, dat volgens bestaande voorschriften,
geene bewaarplaatsen voor petroleum mogen bestaan zonder dat
daarvoor uitdrukkelijk vergunning is verleend.
Ter voorkoming van vervolging worden de ingezetenen die zoo
danige bewaarplaats zonder vergunning hebben, aangemaand om zich,
vóór den 20 December aanstaande, schriftelijk tot het Gemeente
bestuur te wenden, met duidelijke opgaaf waar de bewaarplaatsen
gelegen zijn.
Ingezetenen aan wie reeds vergunning is verleend om een bewaar
plaats voor petroleum te mogen hebben, zullen die vergunning vóór
het einde dezes jaars ter vernieuwing moeten aanbieden. Bij ver
zuim worden die vergunningen voor ingetrokken gehouden.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 7 December 1874. L. VERHEY, Secretaris.
Amerikaansche gladiatoren.
Een voorbeeld van de beschaving in de 19de eeuw.
Er zijn in het Amerikaansche volkskarakter vele trekken, die
voor de pas daar aankomende Hollanders en Duitschers geheel
onbegrijpelijk zijn, maar die toch aan het grootste deel der geac-
climateerde vreemdelingen evenzeer eigen zijn als aan de Anglo-
Amerikanen. Het komt toch zeer «dikwijls voor dat vreemdelingen
bij hunne komst in dit land deze of gene gewoonte met verachting
beschouwden en binnen den tijd van weinige jaren zelfs groote
bewonderaars van die gewoonten werden en zelf deden, wat ze
vroeger voor zeer verkeerd hielden.
Een van deze verkeerde trekken in het Amerikaansche karakter
is het genoegen dat men schept in wreede spelen en gevechten.
Onder deze ruwe genoegens van den mensch wekt echter het vuist
gevecht om geld de meeste verontwaardiging op.
Duitsche Amerikanen, die behagen schepten in het vuistgevecht,
hebben de gewoonte zulk een gevecht met het vechten en duelleeren
van Duitsche studenten te vergelijken en het daarmede gelijk
te stellen. Deze beschouwingswijze is echter niet juist. Want al
zijn de twisten van Duitsche studenten ook ruw en niet passend
in deze eeuw, zij hebben toch het voordeel, dat de academische
jongelingschap er de behandeling der wapenen door leert, iets, dat
als de nood aan den man komt nuttig voor het vaderland is. Maar
daarenboven zijn deze twisten en gevechten gevolgen van jeugdigen
overmoed en geven een zeker streven naar ridderlijkheid te kennen,
terwijl de vuistvechter in Amerika zich alleen van zijn kunst
bedient om zijn nutteloos en ellendig leven te rekken.
Omgeven door een menigte van vaak duizend toeschouwers,
waaronder alle klassen der mannelijke bevolking vertegenwoordigd
zijn, maar slechts eene der vrouwelijke, staan de beide vuistvechters
bloeddorstig tegenover elkander. Met gespannen aandacht rust
ieders oog op de vuisten der twee menschelijke beesten, die elkander
met oogen als twee tijgers beloeren en waarvan de een slechts op
het oogenblik wacht, dat de ander hem den onderkinnebak stuk
wil slaan om hem op zijn beurt den oogappel in zijn hoofd te
stooten. Met een afschuwelijk geschreeuw begroet de meuigte
iederen slag en men verwedt ongeloofelijke sommen op den uitslag
van den strijd. Iedere lap vleesch, die bij het gezicht der strijders
neerhangt, veroorzaakt -ejuich of gemompel en gebrom, al naarmate
het publiek, voor den een of den ander strijder partij heeft getrokken.
„Maar" zal menig lezer vragen „is er dan geen wet, die
deze barbaarsehe ruwheid verbiedtWelzeker. Zoo als bekend
is, zijn er in Amerika tallooze aetten tegen ieder soort van maat
schappelijk kwaad, maar ongelukkig zijn de meeste wetten zeer
onpraktisch in de uitvoering, of het kwaad heeft de sympathie
van het volk, en in dat geval is het bijna onmogelijk de mis
dadigers te straffen. Dat dit laatste bij de vuistgevechten het
geval is, bewijst de houding der fatsoenlijke Amerikaansche pers ten
duidelijkste.
De strijd, die kort geleden plaats heeft gehad in den staat West-
Het is bekend dat men in Duitschland aan de hoogescholen
veel duelleert, evenals men in Engeland veel bokst.
HELDER en NIEUWEDIEP, 8 December.
Wij maken belangstellenden attent op de Meteorologische
waarnemingen hierachter.
Uit het verslag der verrigtingen door de zeemagt in
de wateren van Atsjin, in Sept. 11., blijkt dat de gezond
heidstoestand aan boord der schepen over het algemeen
gunstig was. Alleen deden zich aan boord van Zr. Ms.
stoomschip Metalen Kruis eenige koortsgevallen voor, ver
moedelijk tengevolge van de diensten door een gedeelte
der equipage in de stoombarkas op de Atsjin-rivier
verrigt. (Java Crt.)
Dezer dagen zullen bij de Centraal-Spoorwegmaat-
schappij drie locomotieven in dienst gesteld worden, die de
namen voeren van Sumatra, Kraton en Atsjin.
Aangenomen het beroep naar Amsterdam door
dr. G. J. Vos, pred. te Middelburg.
Voor eenige dagen herdacht de heer H. D. du Saar,
pred. te Medemblik, zijn 25jarige evangeliebediening. Talrijk
waren de blijken van achting 'en waardeering welke den
jubilaris door zijne gemeente, in wier midden hij 21 jaren
werkzaam was, gebragt werden.
Te Amsterdam wordt aan de kinderen der minder
bevoorregten weder een feest in 't Paleis van Volksvlijt
bereid, bij gelegenheid van St. Nicolaas. Zij zullen
een Arlequinade zien, en getrakteerd worden. De kinderen
der Herv. diakoniescholen, van de R.-K. armenscholen,
van de havelooze scholen en van de christelijke armenscholen
zullen niet deelnemen. Welk eene jammerlijke afscheiding
wederToch zullen 4000 kinderen, op de twee eerstvolgende
Dingsdagen, telkens 2000, van de kinderpret genieten.
In de week van 29 Nov. tot 5 Dec. zijn te Amsterdam
28 personen aan de mazelen overleden.
Dikwijls, zegt de Amst. Crt., worden tegen groote
ondernemingen bedenkingen geopperd, die, zoo zij slechts
schijn van grond hebben, zonder behoorlijk onderzoek worden
openbaar gemaakt. Daaruit ontslaat bij menigeen voor-
Virginia tnsschen Billy Edwards en Sam Collier geeft mij aanleiding
dit volksvermaak te beschrijven en u aanschouwelijk voor te stellen
hoe eigenlijk zulk een vechtpartij in zijn werk gaat.
Eerst echter nog een woord over den trap van beschaving en
den toestand dezer gladiatoren.
Alle vuistvechters worden in twee klassen verdeeld, in regelmatige
boksers en boksers van weinig zwaarte. Onder de laatsten worden
gerekend allen, die minder dan honderd veertig pond wegen,
terwijl de zwaarte der regelmatige boksers meer dan honderd veertig
pond moet zijn.
Vóór een vuistvechter openlijk optreedt moet hij een regelmatigen
cursus in de kunst van vechten doorloopen hebben en de oude
veteranen van de broederschap der vuistvechters nemen het gaarne
op zich een veelbelovend talent te vormen. Als er een strijd zal
plaats hebben, waarbij het loon van den overwinnaar meermalen
duizende dollars bedraagt, moeten zelfs beproefde strijders zich aan
een voorbereidingstijd van twee of drie maanden onderwerpen.
Gedurende dezen tijd moet de bokser zich nauwkeurig aan de
volgende regels onderwerpen. O u zes ure des morgens moet hij
opstaan en een kleibad nemen. Nadat het lichaam met grove hand
doeken goed afgewreven is, doet hij een wandeling van anderhalve
mijl. Daarop volgt rust en het ontbijt. Het laatste bestaat uit
biefstuk, rauw of even gebakken, coteletten en dergelijke dingen
benevens beschuit, ongezuurd brood en slappe thee. Geene koffie,
geen vet, zeer weinig worst, en slechts een minimum van groenten
mogen de strijders eten. Op het ontbijt volgt een kleine vecht-
oefeuing en daarop een wandeling van 8 a 10 Engelsche mijlen.
Wanneer deze afgeloopen is, wordt het lichaam afgewreven, maar
ditmaal met handschoenen die binnen in de handvlakte voorzien
zijn van zeer scherpe borstels. Het wrijven wordt voortgezet tot
het lichaam gloeit als een gekookte kreeft. Het middagmaal is
gelijk aan het ontbijt en bestaal uit veel vleesch met weinig toe-
behooren, waarschijnlijk omdat ook honden, wanneer ze veel vleesch
krijgen, kwaad en sterk worden. Ofschoon deze klasse van menschen
gewoonlijk sterk drinkt, mag hij toch gedurende den voorbereidingstijd
niets anders drinken dan Engelsche ale, omdat het gebruik van
sterkere dranken den strijder wel eens zenuwachtig kon maken.
Des namiddags volgen eenige uren slaap en daarop groote
vechtoefeningen. Na het avondeten maakt hij nog een kleine wan
deling en gaat dan om half tien naar bed en slaapt even rustig
als ieder, die den geheelen dag tot nut der menschheid heeft
gewerkt. Om den huid zijner handen te harden worden deze
meermalen daags ingewreven met een zure oplossing, bekend onder
den naam van „pickle." Aan de hier beschrevene behandeling
onderwerpt zich de vuistvechter dag uit dag in met zulk een
nauwkeurigheid en gewilligheid, alsof het wel en wee der volken
er van afhing, en toch doet hij alles slechts om in staat te zijn
een mensch, die hem nooit beleedigd heeft, volgens de regelen der
kunst half of drie kwart dood te kunnen slaan.
Zoodra een vuistvechter het een of ander uitstekend lid van zijn
gild uitgedaagd heeft om op een bepaalden tijd met hem te vechten
(iets wat gewoonlijk gebeurt door bekendmaking in de „New-York-
Clipper," het blad voor vuistvechters), dan geraakt het geheele land
dadelijk in koortsachtige spanning. Bijna alle Engelsche bladen
oordeel, dat belemmerend op de verwezenlijking van schoone
plannen werkt. In plaats van licht te verspreiden brengt
de drukpers, indien zij zich tot het verspreiden van min
juiste kritische meeningen leent, duisternis te weeg en geeft
zij aanleiding tot allerlei misvatting. Deze gedachten kwamen
bij den schrijver op naar aanleiding van een bedenking, ter
plaatsing aangeboden, betreffende de droogmaking der
Zuiderzee. Die bedenking luidde als volgt: „Een voor
stander van de droogmaking der Zuiderzee vraagt of zij ook
nadeeligen invloed kan hebben op de Texelsche zeegaten,
voornamelijk het Schulpengat en de haven het Nieuwediep?
Hij vreest, als die belangrijke waterplas drooggezet wordt,
dat bij vloed en eb door de Texelsche zeegaten voornamelijk
het Schulpengat en het Nieuwediep, de stroomschuringin snel
heid zal verminderen, daar het buiten twijfel is, dat deze
stroomschuring in genoemde zeegaten en te Nieuwediep
hoog noodig is, om de vereischte diepte te houden. Nu
zal wel die massa water, die thans met ieder getij in de
Zuiderzee in- en uitstroomt, een anderen uitweg vinden,
en in dat geval zou dit ook een nadeeligen invloed kunnen
uitoefenen op het vaarwater naar de andere zeegaten, meer
oostwaarts gelegen."
Daarover zijn door de Amst. Crt. eenige adviezen inge
wonnen. Deze loopen natuurlijk zeer uiteen; enkele wijzen
van redeneren, de technische, die hun adviezen inzonden,
worden medegedeeld, doch vrij algemeen, zegt de Amst.
Crt., is het gevoelen, dat de voorgenomen droogmaking geen
kwaad zal doen aan de diephouding der zeegaten van Texel;
sommigen gaan verder en voorzien als gevolg van die
droogmaking eene verdieping der zeegaten. Vrij algemeen
ook is het gevoelen, dat de sluiting van het Eijerlandsehe
Gat, dat is de vasthechting van Texel aan Vlieland, niet
anders dan voordeelig kan werken op de diephouding der
zeegaten, en zelfs enkelen, die eenige vrees overhouden
dat droogmaking van de zuidelijke helft der Zuiderzee iets
kon schaden aan die diephouding, geven toe dat de sluiting
van het Eijerlandsehe Gat meer dan een compensatie voor
gevreesd nadeel is.
Zelfs zal de Amst. Crt. hier niets bijvoegen, maar meent
ten slotte alleen te moeten opmerken, dat de Staats-
haasten zich de uitdaging en de aanneming er van dadelijk over te
nemen, en het zou een onvergeefelijke misdaad zijn als ze met deze
tijding één dag te laat kwamen. Nu worden er berichtgevers
afgezonden om de vuistvechters benevens de omstandigheden, waar
onder hunne voorbereiding plaats vindt, zelf te zien, om aldus het
publiek een nauwkeurige beschrijving der beide strijders te kunnen
geven. Naar deze schildering vormt het volk een oordeel en
dadelijk begint het wedden. Er komen ontelbare twisten voor,
die dikwijls op messteken en revolverschoten uitloopen. Toen Tom
Allen weinige jaren geleden Mike M. Coole overwonnen had, waagde
een vereerder van den eersten het den laatsten te hoonen, waarop
M. Coole hem door een schot doodde. De moordenaar zit nog
preventief gevangen of is misschien onder een borgtocht van eenige
honderden dollars op vrije voeten gesteld, een bewijs dat hij toch
vrijgesproken zal worden of er met een geringe straf zal afkomen.
Een Engelsche courant meldt het volgende over een vuistgevecht,
dat onlangs heeft plaats gehad en hoven reeds vermeld is
„Bij de inscheping der toeschouwers gebeurde het, dat er ten
gevolge van verschil van meening over de strijders een algemeene
vechtpartij op de stoomboot ontstond, waarbij een onbekende
doodgeschoten en B. Aaron, een der secondanten van Edwards
gevaarlijk gewond werd. Overigens liep alles heerlijk van stapel."
Wanneer de voorbereiding voorbij is, dan wordt de plaats van
het gevecht bepaald, evenwel niet juist aangewezen, maar slechts
bij benadering. Dit is noodzakelijk om sommige „neuswijze politie
beambten te bedriegen, die zich anders door „belachelijken dienstijver"
genoodzaakt zouden gevoelen den strijd te verhinderen. Zoodra de
plaats van het gevecht bepaald is, maken de liefhebbers uit alle
deelen der Unie zich op om ter rechter tijd de booten te bereiken,
die reeds te voren door de agenten der vuistvechters gehuurd zijn.
De prijs van een biljet is gewoonlijk 5 a 10 dollars, een omstan
digheid die verhindert veel politie mee te doen gaan, want er is
geen autoriteit, die het passagegeld voor de politiebeambten betalen
wil. Het is niet mogelijk vooraf beslag te leggen op de booten,
want de kapitein geeft op, dat de booten voor een gewoon uit
stapje gehuurd zijn en zoolang er geen gevecht heeft plaats gevonden
is er natuurlijk ook geen reden tot het in beslag nemen.
Gewoonlijk heeft het gevecht in een streek plaats, waar twee
Staten door een groote rivier gescheiden zijn. Men landt dan
spoedig, zoodra men meent dat de booten buiten het bereik der
politie zijpde strijd heeft plaats, men gaat zoo spoedig mogelijk
weder op de booten en met gejuich gaat men naar den anderen oever.
De Staat, waar de vuistvechters nu zijn aangeland, heeft niets
te straffen, want men heeft niet binnen hare grenzen gevochten.
Wanneer echter de andere Staat stappen tot inhechtenisneming doet
(wat echter nooit, ten minste hoogst zelden gebeurt), zijn de mis
dadigers reeds naar alle oorden van het land ontvluchtof men
vecht op een der vele groote eilanden in de groote rivieren (zooals
laatst gebeurd is) waarvan geene der aangrenzende Staten eigenlijk
weet of weten wil, tot wiens gebied het behoort.
De loop, dien het gevecht neemt, is ongeveer de volgende. Zoodra
de booten geland zijn, wordt op een daartoe geschikte plaats, door
een om ruwe palen gespannen touw, een kring gevormd. Deze
kring heet: „de prijskring." Reeds gedurende het maken van