1874. N°. 150. Woensdag 16 December. 32 Jaargang.
Binnenland.
Uitg-ever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
1 11ELDERSCHE
EN i\IEUWEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt dtn»»da8-, Dondebdao- en Zatürdao namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
J franco per post - 1.85.
KI ken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië
via Brindisi.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar PadangBatavia, te verzenden
per mailboot Madura, geschiedt den 25 Dec. a. s., na
aankomst van trein II (N. Holl. Spoorw.), ten 7.32 des avonds.
HELDER en NIEUWEDIEP, 15 December.
De kapt. ter zee Andrau, gewezen kommandant van
't instituut alhier, komt in de N. R. C. op tegen de mede-
deelingen, die men den minister van marine bij de jongste
beraadslagingen over de begrooting in den mond heeft
gelegd. Er is door hem geenerlei onregelmatigheid begaan
de adelborst is niet weggezonden, zonder voorkennis van
den minister, heeft geen 3 weken bij zijn ouders vertoefd,
want hij is geen dag met verlof geweest, gedurende den
tijd dat de zaak hangende was, terwijl het niet denkelijk is,
dat de minister den vader van den adelborst eerst 3 weken
later zou gesproken hebben, daar die vader, vóór dat de
kommandant 's ministers beslissing kende, zijn zoon schreef
dat hij niet verwijderd zou worden. De heer Andrau
verklaart dus alle mededeelingen van den minister in deze,
gelijk de pers die opgeeft, voor geheel onjuist.
Toen dit punt bij de begrooting voor Marine aan de
orde was, werd, volgens den verslaggever van de N. R. C.,
door den minister gezegd, „dat door den ontslagen officier
(den heer Andrau) eene onregelmatigheid was gepleegd,
doordien de bedoelde adelborst, buiten voorkennis van den
minister, was weggezonden. Vóór de minister er iets van
wist was de adelborst reeds weggezonden. Eerst drie weken
later zou de minister den vader van den adelborst gespro
ken hebben."
Namens den minister van Binnenlandsche Zaken zijn
de gemeentebesturen, voor zoover zich in hunne gemeente
van longziekte verdacht vee bevindt door den Commissaris
des Konings verzocht, de veehouders ernstig aan te i manen
zich te onthouden van het bezoeken van stallen, waar
zich van longziekte verdacht vee bevindt, en de eigenaars
van zoodanig vee evenzeer te vermanen, zich te onthou
den van het bezoek van stallen, waar zich gezond vee
bevindt.
Tegen het kwaad, dat sommige veehouders het bestaan
der ziekte onder hun vee verzwijgen, wordt in de missive
van den Commissaris des Konings waakzaamheid aanbe
volen, door toezigt op de stallen met gezond vee. Voor
hen, die goedgezind zijn, zal eene aanmaning om dadelijk
bij het geringste ziekteverschijnsel onder het rundvee daar
van aangifte te doen bij den burgemeester, voldoende zijn.
Voor de kwaadwilligen is het noodig, op onverwachte
tijden onderzoek te doen naar den gezondheidstoestand van
het vee. Te dien einde zullen geschikte personen worden
benoemd tot veeopzigters, die niet met het toezigt op
verdacht vee zullen worden belast, maar aan welke alleen
zal worden opgedragen, overal waar dit raadzaam wordt
geacht, zich nu en dan van den gezondheidstoestand van
het niet als verdacht bekend staande vee te overtuigen.
De circulaire bevat in den aanvang een kort overzigt van
de maatregelen tot bestrijding der longziekte, dit jaar toe
gepast. Deze werden over het algemeen met gunstigen
uitslag bekroond. In Noordbrabant, Noordholland en
Utrecht komt die ziekte slechts sporadisch meer voor en
in Zuidholland is zij merkbaar afgenomen. In Friesland
zijn nog de meeste brandpunten van besmetting, maar ook
in die provincie is de toestand in de laatste maanden veel
gunstiger geworden.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal is bijeengeroepen
tegen aanstaanden Donderdag den 17 dezer, ten einde hare
werkzaamheden te hervatten.
Aangenomen het beroep naar den Helder door ds.
H. Vrendenberg, pred. te Varsseveld.
Men schrijft ons van Oudeschild op Texel, dd. 14 dezer
,/t Was voor de Hervormde gemeente van ons dorp
gisteren een zeer plegtige en belangwekkende dag. In
de morgen-godsdienstoefening werd onze nieuwe leeraar,
ds. D. Post, in zijn eerste gemeente bevestigd door zijn
leeraar en vriend, prof. A. Kuenen van Leiden, die eene
keurige rede hield naar aanleiding van 1 Kor. 4 vs. 15.
In de namiddag-godsdienstoefening trad de bevestigde voor
het eerst voor zijne gemeente op, sprekende naar Rom. 5
vs. 5, en sprak daarna een hartelijk woord van dank tot
den hoogleeraar Kuenen, en vervolgens tot de gemeente.
Het kerkgebouw was met eene belangstellende schare gevuld."
Het schip Syria, van Skeleftae naar Antwerpen,
eerst voor Noordwijk en later bij Texel gezien, is bij de
Hondsbossche onder Petten gestrand en verbrijzeld.
Door ingezetenen van Purmerend is andermaal in
Prlji der Advertentiën V*n 14 regel» 60 eent,
elke regel meer 15 oent.
Groote letters of vignetten vorden naar plaatsruimte berekend.
een adres aan den minister van Binnenlandsche Zaken de
wenschelijkheid betoogd eener directe spoorwegverbinding
met de hoofdstad, (niet langs den omweg: Zaandam).
Omtrent Tieman, den pseudo-baron van Ittersum,
die in de vorige week door de regtbank te Amsterdam tot
5 jaren gevangenisstraf is veroordeeld, meldt het Paleis
van Justitie de volgende bijzonderheid
„Jhr. Rutgers van Rozenburg was door de kiezers-ver-
eeniging te Uithoorn candidaat gesteld voor het lidmaat
schap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Tieman
gaat naar Uithoorn en stelt zich daar voor als den broe
der van genoemden jonkheer. De bestuurderen der kiezers-
vereeniging vereert hij met een bezoek. Een gezellige
bijeenkomst is daarvan het gevolg, bij welke gelegenheid
Tieman een dronk wijdt aan de Uithoornsche kiezers-ver-
eeniging, waarbij hij haar bedankt voor de eer, zijn broe
der door het stellen van diens candidatuur bewezen."
Vóór zijne jongste teregtstelling had de beschuldigde een
brief geschreven, met verzoek om tot cellulaire straf ver
oordeeld te worden, opdat hij als een verbeterd zondaar in
de maatschappij zou terugkeeren. Gelijk men reeds weet,
heeft de regtbank geen aanleiding kunnen vinden dit ver
zoek in te willigen, ofschoon Tieman voor den regter zijn
verzoek herhaalde om tot eene cellulaire straf, al ware het
van eeD bijzonder zware soort, veroordeeld te worden.
Te Noordlaren heeft dezer dagen een treurig ongeluk
plaats gehad. Een 23jarig jongeling ging des namiddags
met een geladen geweer op een strooptogt uit. Bij het
opklimmen van eenen wal, denkelijk met overgehaald
geweer, geraakte waarschijnlijk de tuimelaar achter kreupel
hout, althans het schot ging af, trof hem in den hals achter
het kakebeen en ging regtstandig door het hoofd, zoodat
de hersens geheel verbrijzeld werden. Hij was, zoo
als zich ligt laat begrijpen, dadelijk een lijk.
In den ouderdom van 65 jaren is te Leiden over
leden de gepensioneerde generaal F. H. van Thielen, oud
kolonel van het 5de regiment infanterie, laatstelijk militie
commissaris in de provincie Zuidholland.
Uit Amsterdam meldt men aan het U. D. o. a.
„Het is mij hoogst aangenaam u te kunnen melden, dat
de stagnatie der betalingen van de fima P. Honig te Koog
aan de Zaan, niet zulke proportiën heeft, als men aan
vankelijk vermoedde. Ik verneem, dat het passief p. m.
f 90,000 bedraagt, terwijl er een actief is van 60 mille.
Hoe nu een handelaar van dien naam kan failleeren bij een
tekort dat betrekkelijk zeer gering is, is ieder een raadsel,
die niet weet, dat 't zelfs voor zijne zeer gefortuneerde
familie een geheim was, dat zijne zaken niet in orde waren
voor dat de kogel door de kerk was, zoo als men 't noemt.
Groote ontsteltenis is te weeg gebragt nu de firma Schaaf
en Suur de betalingen heeft gestaakt. Deze commissionairs
in graan, olie en zaad sluiten met een passief van 7 ton
gouds, tegenover een actief vanZij die meenen, dat
ze 't weten halen er de schouders voor op.
Voor nu besluit ik met de mededeeling, dat het fonds,
om een gedenkteeken op het graf van ds. Meijboom op te
rigten, bijeengebragt is. Vele en ruime bijdragen werden
van buiten de stad ontvangen."
Op de veemarkt, die jl. Zaturdag te Utrecht gehouden
werd, waren 339 stuks vee aangevoerd, terwijl den vorigen
dag een groot gedeelte van het vee, dat uit het noorden
kwam, p. m. 175 stuks, naar België werd vervoerd. De
buitenlandsche handel is op dit oogenblik de eenige, die op
de verschillende veemarkten geanimeerd is; van daar dan
ook dat de kooplust uiterst gering is en de prijzen van het
vee dalende zijn. Men betaalt voor het kalfvee van f 175
tot f 220 en voor vare koeijen van f 100 tot f 130.
Op de varkenmarkt was de handel niet levendig, terwijl
de aanvoer karig was; er werd per kilogram van 45 tot
55 c. gegeven. De aankoop van vee in den Bommeler-
waard, dat bestemd is voor Engeland, heeft op groote
schaal weder plaats; dagelijks passeeren aldaar runderen,
die met den Rijnspoor naar Rotterdam worden gebragt,
om van daar per stoomboot naar Engeland getransporteerd
te worden. (U. D.)
De geneenteraad te Vlissingen heeft besloten, de
haven- en kaaigelden in de marine-haven af te schaffen
en het tarief voor het haven- en kaaigeld in de gemeen
telijke Westerhaven te verlaten. Het is te hopen, dat door
deze maatregelen het beoogde doel de ontwikkeling der
scheepvaart zai worden bereikt.
Heden avond wacht den leden van Physica te Arnhem
eene aangename uitspanning. Drie heeren hebben op zich
genomen eene séauce te geven a la Bastian Taylor, waarin
dezelfde verschijnselen zullen worden waargenomen als de
mediums te voorschijn riepen. Een van de heeren zal
physical, een ander mental medium zijn, terwijl de séance
zal eindigen op dezelfde wijze als die van verleden
Woensdag. De rol van den mediumgeleider is nog niet
opgedragen. (Arnh. Crt.)
De Enschedésche Cour. behelst het volgendeVorig
jaar Paschen kregen twee personen uit Enschedé v. d. B.
en F. twist, tengevolge waarvan eene kloppartij ontstond
en F. tot gevangenisstraf veroordeeld werd. Deze zwoer
toen, zegt men, daarover eens wraak te zullen nemen.
De gevangenisstraf ontweek hij door zich buitenslands te
begeven. Thans vernemen wij, dat hij zijnen eed, wraak
te zullen nemen, gestand gedaan heeft. Uit Ibbenburen
is het berigt gekomen, dat v. d. B. door F. gedood is.
De dader bevindt zich in handen van het geregt."
Bij de jl. Vrijdag te Leeuwarden gehouden aan
besteding van den aanleg van een stroomleidenden dam op
de ondiepte de Pollen vóór de haven te Harlingen, tot
voortzetting van de verbetering der haven aldaar, was van
de 11 inschrijvers de laagste de heer L. Brand Dz., te
Hardinxveld, voor f 288,600.
Volgens een opaave in de Friesohe Crt. bedroeg het
drankverbruik in 1871 per inwoner: te Groningen 17.88
liter, te Rotterdam 16.93, te Leeuwarden 16.85, te Enschedé
16.66, te Eindhoven 16.32, te Meppel 16.04, te Dordrecht
14.48, te Helder 14.45, te Tiel 14.06, te Zwolle 14.04, te
Arnhem 13.63, te 's Hage 13.36, te Utrecht 13.19, te
's Bosch 13 14, te Nijmegen 12.96, te Alkmaar 12.88, te
Deventer 12.73, te Harlingen 12.72, te Leiden 12.56, te
Haarlem 12.37, te Gouda 12.30, te Amersfoort 12.29, te
Delfzijl 12.09, te Delft 11.98, te Gorinchem 11.91, te
Almelo 11.81, te Middelburg 11.71, te Zierikzee 11.68, te
Vlissingen 11.59 en te Amsterdam 11.52 liter.
Voor de arrondissements-regtbank te Maastricht stond
jl. Woensdag teregt de oud-notaris J. E. G., vroeger
residerende te Kerkrade, laatstelijk zonder vaste woonplaats
of beroep, beklaagd van het verduisteren1. van pacht
sommen voor een gezamenlijk bedrag van ongeveer f 500
2. van eene som van f 277.13 hem als bewindvoerder eener
onbeheerde nalatenschap toevertrouwd. Zoowel uit de afge
legde bekentenis als uit het verhoor van 19 getuigen
bleek voldoende de schuld van den beklaagde. Het O. M.
rekwireerde dan ook schuldigverklaring en veroordeeling tot
de hoogste toepasselijke straf, zijnde eene eenzame opsluiting
voor den tijd van één jaar, benevens 12 geldboeten, ieder
ten bedrage van f 12.50. Het wees er tevens op dat in
de laatste maanden niet minder dan drie notarissen uit bet
arrondissement naar den regter waren verwezen, en drukte
den wensch uit, dat de regering daarin aanleiding mogt
vinden, om, in de toekomst, bij de benoeming van notarissen
in de provincie Limburg, niet dan met de uiterste omzig-
tigheid te werk te gaan. Uitspraak in de volgende week.
Uit Batavia meldt men, dd. 8 Nov.:
„Met het Nederl. schip Java-Packet, gezagvoerder
Trappen, werden vijf schipbreukelingen van het verbrande
Engelsche vaartuig Euxine aangebragt. Zij werden op de
hoogte van Kaap de Goede Hoop door genoemd vaartuig,
in een sloep rondzwalkende, in een deerniswaardigen en
uitgeputten toestand aangetroffen en opgenomen. Door
den honger gedrongen en geen hulp ziende opdagen, hadden
zij een hunner kameraden, door het lot daartoe aangewezen,
het leven benomen, om niet van ellende en kommer om
te komen."
Te Batavia maakt grooten opgang de „Kotta Radja
Marsch", gecomponeerd door en opgedragen aan het Ned.
Indisch leger door A. A. van Blommenstein, officier bij
het Ned. Ind. leger, en voor groot-orkest gearrangeerd
door T. F. Markus.
Aan het feuilleton „Gekeuvel over alles en niets,"
voorkomende in de Amst. Crt., ontleenen wii de volgende
regelen
t Zou me thans te ver voeren als ik wilde vertellen
wat men alzoo op ritjes door de stad in omnibussen kan
zien en beleven. Wat al typen, die men anders nooit van
zoo nabij onder de oogen krijgtvan den straatjongen,
den Amsterdamschen gavroche af, die zich, zoodra de con
ducteur naar boven is om de kaartjes te halen, als een aap
vastklampt aan den ijzeren stang, het hou-vast voor de in-
en uitstappenden, en alsdan voortdurend zijn blikken aan
weêrskanten van de imperiale werpt, om zijn vijand, die
hem telkens met de zweep bedreigt, bij tijds te kunnen
ontvlugten, tot het oude moedertje toe, dat den conduc
teur wel tien maal herinnert, waar zij moet worden afgezet,
uit vrees waarschijnlijk dat men haar de wereld eens mogt
uitrijden. Laat me, om te eindigen, nog twee omnibus
avontuurtjes vertellen, een grappig en een aandoenlijk.
Op zekeren morgen in Aug. jl. zat ik in een omnibus,
die naar de Plantaadje reed. De wagen was zeer vol.
Op eens gaf een jonge dame een geweldigen gil. Iedereen
schrikte op, de dames natuurlijk niet het minst. De con
ducteur liet stilhouden. En wat was er gebeurd? In den
omnibus zat een meisje, dat van de vischmarkt paling had
gehaald in een netje, waarvan de mazen blijkbaar te groot
waren voor de glibberige dieren, die er, ongemerkt, een
voor een doorkropen en in den omnibus spartelden. Één