Benoeming-en, enz.
STATEN-GENERAAL.
B u i te n I a n d.
Engeland.
Dmtschland.
Spanje.
Amerika.
[INGEZONDEN.
burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Burg-erlijke Stand. Gemeente Zijpe.
Omtrent de vergiftigingszaak te Haarlem meldt men
t volgendeDe heer H. en zijne echtgenoot verkeeren
beiden nog in een zeer zorgelijken toestand. Beiden zijn
door de uitwerkselen van het arsenicum geheel verlamd of
verstijfd. Het is den man ten eenenmale onmogelijk een
zijner ledematen te gebruiken, terwijl de vrouw slechts met
groote moeite met hare hand een kopje of eenig klein
voorwerp naar den mond kan brengen. De vrees, dat de
ongelukkigen er het leven bij zullen verliez.en, is dan ook
verre van geweken.
De heer dr. A. Capadose, de bekende kampioen
voor de Christelijk-historische rigting, overleed dezer dagen
te 's Hage. Behalve door de bekwaamheid, waarmede hij
voor zijn beginselen streed, onderscheidde de overledene
zich door zijn groote weldadigheid, zoodat de armen en
behoeftigen een grooten steun in hem zullen verliezen,
De familie de Bourbon, te 's Hage, heeft aan haren
verdediger, den advocaat Jules Favre, een fraaijen zilveren
lauwerkrans aangeboden, die in de fabriek van de heeren
van Kempen, te Voorschoten, is vervaardigd. De heer
J. J. van Brederode, van Haarlem, is naar Parijs vertrokken
om, namens de familie de Bourbon, dit geschenk aan den
heer Favre te overhandigen.
Uit 's Hage schrijft men o. a. aan de Zutph. Crt.,
dat bij de begrootingsdiscussie de minister van Marine het
zeer zwaar te verantwoorden had.
„De heer Taalman Kip, zegt de berigtgever, werd zoo in
't naauw gebragt, dat men met niet zeer fijne ironie van
het slagten van een kip ging spreken. Door zijne groote
onhandigheid hielp hij zichzelf van den wal in de sloot.
Onbedreven in het parlementair debat, liet hij zich door
den heer de Roo overbluffen, en toen hij eenmaal de kluts
kwijt was, beging hij de eene dwaasheid na de andere,
zoodat de N. Rott. Crt. met regt kon schrijven, dat 's ministers
eigen onhandigheid den lust zijner politieke tegenstanders
om hem er in te laten loopen prikkelde. Zelfs gaven de
heer de Roo en vrienden zoozeer aan hun ondeugende
plaagzucht toe, dat zij zich een scherp verwijt van di n he
Stieltjes op den hals haalden, die beweerde, dat de thans
gehouden marine-debatten een zwarte bladzijde zouden vullen
in onze parlementaire jaarboeken."
De Tijd wil wel erkennen, dat de minister van Marine
een slecht spreker isweet hij echter de zaken goed te doen
en de Marine op te heffen, dan zal dit van meer belang
zijn dan dat hij fraai kan spreken. Hij heeft trouwens voor
gangers gehad, die 't ook niet best in de Kamer wisten te
houden. En onderscheidene kamerleden zelve, die druk
redevoeren, zijn geen redenaars. „De heer Fransen van
de Putte (zegt de Tijd) fluistert bijvoorbeeld en verwaarloost
alle taalvormen. De heer de Jong bromt. De heer Storm
is dikwijls geheel onverstaanbaar. De heer van Houten
wiens redevoeringen in het Bijblad zich zoo goed laten lezen
werpt in de Kamer de woorden zoo wonderlijk door
elkander, dat er slot noch zin in te vinden is. En zoo zijn
er meer. Yoor eenige zittingen is dan ook, zelfs na het
uitgebreidst verslag, de lezing van het Bijblad onontbeerlijk.
Daar kan men ten minste vernemen wat de heeren, die
deze methode volgen, verlangen gezegd te hebben. Wat
zij werkelijk zeiden, weet somtijds niemand, noch de voor
zitter, noch de ministers, noch de leden, noch de verslag
gevers, noch de toehoorders op de tribunes, noch welligt
zij zeiven."
Naar aanleiding van de brood-kwestie wordt te Vlis-
singen een scherpe strijd, niet vrij van insinuatiën en belee-
digingen, gevoerd tusschen de commissie, welke zich dé
oprigting van een naamlooze vennootschap„de Ylissingsche
brooodbakkerij," ten doel heeft gesteld, en de gezamenlijke
bakkers. De commissie heeft in haar prospectus als een
feit van algemeene bekendheid aangevoerd, dat de bakkers
brood verkoopen met schadelijke bestanddeelen vermengd
en alzoo nadeelig voor de gezondheid. De te Vlissingen
bestaande bakkers-vereeniging „Zamenwerken bevordert
welvaart," deze bewering op haar leden toepassende, eischt
in een ingezonden stuk in de Vliss. Crt. van ji. Donderdag,
dat de commisssio de namen zal noemen der bakkers, welke
zich aan dit feit schuldig maakten. Zoo dit niet geschiedt,
dan verklaart de vereeniging de beschuldiging „voor lagen
laster en grove leugentaal."
G. v. B., die zich in de maand Oct. jl. te Vlissingen
heeft schuldig gemaakt aan het ontvreemden van een
aanmerkelijke som geld uit het loodskantoor, is jl Donderdag
morgen door de arrondissements-regtbank te Middelburg,
ter zake van eenvoudigcn diefstal, veroordeeld tot drie maanden
cellulaire gevangenisstraf en in de kosten van de procedure.
Jl. Dingsdag werd te Goor gehouden de 1ste groote
wintermarkter waren circa 1400 paarden, waaronder
ruim 300 hitten. De handel was levendig. Voor paarden
werd besteed tot f 750, voor hitten tot f 200 het stuk.
Vooral door Friesche handelaren werd veel opgekocht.
In Schotland heerscht tegenwoordig vinnige koude.
Het Journal de Genève meldt, dat jl. Woensdag op
het station te Zürich het volgende is geschied Een land
bouwer was met een grooten zak op den schouder het station
binnengekomen en had dezen zak zeer voorzigtig bij zich
nedergelegd, daar de trein nog niet aangekomen was. On
derwijl trad een der beambten, belast met het wegen der
goederen van de reizigers, op den zak toe en wierp dien vrij
onzacht op de schaal. Tot verbazing van al de omstanders
hoorde men uit den zak een pijnlijken kreet en toen men
hem openmaakte, vond men er een tienjarigen knaap in.
De vader had zijn zoon op goedkoope wijze een pleizier-
togtje meê willen doen maken naar Baden.
Te Nieuw-Orleans heeft een haarkundige een etablis
sement geopend tot aanplanting van haar. Het haar, zegt
hij, is een plant, en kan als een plant gepoot worden.
De bewerking is nog al pijnlijk. Hij steekt gaatjes in de
huid en zet daarin haarspieren met wortelen. Er zijn vele
negers, die het noodige goedgewortelde haar leveren, echter
valt de keus meer op aschblond dan op zwart.
Aan den heer P. H. Vreede is, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als majoor-commandant van het 3de bataillon rustende
Schutterij in deze provincie, en tevens als kapt.-commandant van
het korps der Scherpschutters-Vereeniging te Alkmaar; tot majoor
commandant van het 3de bataillon rustende Schutterij in deze
provincie is benoemd de lieer jhr. J. G. F. von Spengler.
De luit. ter zee 2de kl. J. Haremaker en de off. van adm. 3de
kl. J. A. Sonnenberg, beiden laatst behoord hebbende tot de zee-
magt in Oost-Indië en den 12 dezer in Nederland teruggekomen,
zijn met dien datum op non-activiteit gesteld.
Met 1 Jan. a. s. wordt de gep. kol. C. A. T. Vogel, mil.-comm.
in het 3de distr. der prov. Noordholland, in gelijke betrekking
overgeplaatst naar het 3de distr. der prov. Zuidholland en benoemd
tot mil.comm. in bovengenoemd district de gep. kapt.-luit. ter zee
0. T. Hackstroh.
fierste Kamer.
De Kamer heeft Donderdag den 17 dezer hare werkzaamheden
hervat. Ingekomen zijn de achtereenvolgens door de Tweede Kamër
aangenomen wetsontwerpen, waaronder verschillende Hoofdstukken
der staatsbegrooting voor 1875. Er werd besloten, die naar de
afdeelingen te verzenden.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 17 December. De algemeene beraad
slagingen over de begrooting van Oorlog zijn voortgezet en hebben
nog zeer lang geduurd. Verschillende sprekers hebben zoo voor
als tegen het woord gevoerd.
Met 50 tegen 23 stemmen is besloten het ontwerp Amsterdamsche
Kanaalmaatschappij eerst na het aanstaande reces der Kamer te
behandelen.
Zitting van Vrijdag 18 December. Bij de voortgezette beraad
slaging over het budget van Oorlog, heeft de minister toegezegd
eene reorganisatie van de geneeskundige dienst bij de landmagt.
Vervolgens heeft een langdurige discussie plaats gehad over de
kwestie der aannemers van het fort Pannerden en van dat in de
Bijlmeerpolder.
Avondzitting van Vrijdag 18 December. Voortzetting der
beraadslaging over de begrooting van Oorlog. Aangenomen werd
eene motie van den heer van de Putte om de afzonderlijke begrooting
voor het vestingsstelsel later te behandelen, met 42 tegen 29 stemmen.
Tot voortzetting der werken aan de Hollandsche waterlinie werd, met
goedvinden van den minister, 8 ton aangewezen. Het amendement
de Roo, strekkende om de som van f 340,500 voor kazerneering uit
de begrooting te ligten, werd aangenomen met 41 tegen 31 stemmen.
Eindelijk werd het budget van Oorlog tot een bedrag van f IS,502,913,
aangenomen met 43 tegen 29 stemmen.
Bij de behandeling van het budget van Oorlog kwamen de
heeren van Zuvlen van Nyevelt, Rutgers van Rozenburg, maar
vooral de heer de Roo van Alderwerelt, op tegen het beleid of
liever het gebrek aan beleid van dezen minister, die, ofschoon onder
gunstige omstandigheden opgetreden, daarvan niet de noodige partij
heeft getrokken, maar, behalve de vestingwet, alles laat gelijk het
is en noch voor het leger, noch voor de overige strijdkrachten,
noch voor de noodige organisatiën of voor eene administratieve
hervorming het noodige doet. De heer de Roo betwijfelde zeer of
de Kamer ook tegenover dezen minister een afwachtende houding
mogt aannemen, en de heer Rutgers stond op de grens van wan
trouwen. De heer de Bieberstein zou den loop van het debat
afwachten, dc heer van Naamen van Eemnes evenzeer. De minister
verdedigde zich, zoowel wat zijne politieke houding als het beheer
van zijn departement en het beleid van bet krijgswezen betreft, en
trachtte aan te toonen dat vele grieven ongegrond of overdreven
waren. Op nog nog enkele besprekingen met den minister van
Binnenlandsche zaken na, is de militiewet zoo goed als gereed. Hij
trad vervolgens in vele bijzonderheden en wees er op, dat wij om
trent vele militaire zaken in een tijdperk van overgang verkeeren.
De heeren Stieltjes en Bredius hebben zich nog tegen het budget
verklaard. De heer Nierstrasz heeft ook weinig vertrouwen, maar
zou den verderen loop der discussie afwachten.
Door den heer de Roo van Alderwerelt is op hoofdstuk Oorlog
een drieledig amendement voorgesteld tot vermindering van art. 59
met f 354,700. Ten eerste wenscht de voorsteller geen gelden
toe te staan voor de beoogde stelselmatige verbetering onzer zeer
gebrekkige kazerneering, zoolang van geen stelsel ten aanzien der
garnizoenen blijkt; in de tweede plaats opheffing van het depót der
cavalerie te Leiden en vestiging te 's Hage; en eindelijk beoogt
het amendement het weigeren van gelden voor het inrigten van
kampen voorwaarts van de Utrechtsche linie, omdat het den voor
steller raadzaam voorkomt die achter de liniën te vestigen.
De minister van Binnenl. Zaken heeft ingezonden de memorie
van antwoord op het afdelingsverslag nopens het Hooger Onderwijs.
Hij vat den arbeid op, waar deze kortelings door de aftreding
van den heer Geertsema is gestaakt. De minister geeft geen nieuw,
maar een gewijzigd ontwerp. De definitie Hooger Onderwijs is
de vorming en voorbereiding tot zelfstandige beoefening der weten
schappen en tot het bekleeden van maatschappelijke betrekkingen,
waarvoor wetenschappelijke opleiding wordt vereischt. De letter
kundige propaedeusis is naar de gymnasia overgebragt. De gym
nasia zullen verpligtend zijn voor gemeenten boven de 20000 zielen,
met bevoegdheid van het rijk om te subsidiëeren. Zij moetenvan
de hoogere burgerscholen gescheiden blijven. De athenea zijn
gemeentelijke instellingen van universitair onderwijs. De gemeente
besturen zijn bevoegd tot oprigting er van. Het ligt niet in de
bedoeling der regering, de drie rijks-universiteiten geheel op den
zelfden voet in te rigten. Ook wanneer de drie instellingen 8 a 9
ton zouden kosten, gaat dit onze financiëele krachten niet te boven.
In het gewijzigd ontwerp zijn de vakken, die tot godsdienstweten
schap en wijsbegeerte belmoren, bijeengevoegd en bij de faculteit
der letteren ingedeeld.
Er zijn lieden in Engeland die de gewone goedkoope
briefkaarten niet gedistingeerd genoeg vinden voor hun
gebruik. Eene nieuwe soort eersteklasse briefkaarten zal
dus worden uitgegeven voor deze aristocratische naturen.
Te beginnen met 1 Februarij a. s. zullen, behalve de gewone
briefkaarten, ook nog andere in omloop gebragt worden,
van beter papier gemaakt, tegen 8 stuivers het dozijn. Zoo
deze kaarten, die als „stout cards" bekend zullen zijn, den
keurigen fijnbeschaafden lieden nog niet voldoen, zal de
Staat er toe moeten overgaan, nog een derde soort briefkaarten,
op rose satijn papier, door Rimmel geparfumeerd, in den
handel te brengen.
Het huis, waarin eenmaal Mendelssohn woonde, in de
Spandauerstrasze No. 68, te Berlijn, zal weldra verdwijnen.
Thans bevindt zich nog in den gevel een zwartmarmeren
steen met het opschrift in vergulde letters: „In dit huis
leefde en werkte de onsterfelijke M. Mendelssohn, geboren
te Dessau 1729, overleden te Berlijn 1786." Daar woonde
achtereenvolgens Nammler, Mylius, Nicolaï, Lessing en
Mendelssohn, in wiens bezit het bleefomaan zijn nakomelingen
over te gaan. De tegenwoordige eigenaar, die er in den
toestand waarin het thans verkeert, te weinig inkomen van
trekt, heeft besloten het geheel te laten verbouwen.
Te Bayonne liep dezer dagen het gerucht dat eene
Spaansche stoomboot, waarop duizend man uit het regiment
van Luchaua naar St. Sebastian werden overgebragt, met
man en muis was vergaan.
Naar het zich liet aanzien zou de winter weder, evenals
de vorige, groote ellende onder de behoeftigen brengen.
Immers alle takken van fabrieksnijverheid waren gedrukt
en er was dientengevolge groote vraag naar werk; voor
iedere opene plaats boden zich een honderdtal personen aan.
Volgens de jongste niet-telegrafische berigten uit
Noord-Amerika, die tot 30 Nov. 11. loopen, was Koning
David Kalakama van de Sandwich-eilanden twee dagen te
voren te San-Francisco aangekomen, en er met geestdrift
ontvangen. Het doel der reis des Konings was een bezoek
te brengen aan den president der Unie en ofschoon een
wederkeerigheidstractaat tusschen de Vereenigde Staten en
de Sandwich-eilanden aanhangig is, was hij echter niet
voornemens in persoon aan de onderhandelingen daarover
deel te nemen.
Eene Christelijke School.
Meer dan 3 weken zijn reeds verloopen, sedert ons berigt van
16 Nov. verscheen. Wel ontvingen we blijken van sympathie;
doch, om persoonlijk voor de oprigting eener Christelijke School
voor lager onderwijs alhier te zorgeo, deed zich niemand voor.
Ons derhalve is, naar hetgeen we schreven, die nood opgelegd.
Ondanks de moeite, daaraan verbonden, zijn we ten volle bereid
dien goeden last op te nemen; wijl een Christelijke School, om het
heil der kinderen en des volks, ons een levenskwestie is. De God
des Hemels, de Almagtige, zegene slechts onze pogingen!
Die school zal dan wezen niet een Kerkelijkemaar een Gerefor
meerdegeopend voor allerlei kinderen. Op dien godsdienstigen
grondslag gevestigd, moet zij toch ook kunnen wedijveren met het
openbaar onderwijs; en aanvankelijk dient het gebouw, opgetrokken
in het midden onzer woonplaats, aan minstens 200 kinderen plaats
te verschaffen.
Fondsen om zelf die school te stichten hebben we niet. Ook wij
zullen echter doen wat we kunnen. Maar daarom dan komen we
nu tot alle ware Christenen en Christinnen, en tot alle nog waarlijk
Christelijk gezinden, om giften daarvoor. Tot u dus, rijken, en
evenzeer tot u, armen! vaders, moeders en grootouders, in den
naam uwer eigene kinderen en kleinkinderen, wier eeuwig heil het
geldt, komen we tot u om uwe gaven voor eene Christelijke School.
Geeft ze naar uw vermogen, milddadig, blijmoedig; en, opdat uwe
Christelijke liefde en ijver in deze blijken moge, zendt dan uwe
gaven, of kennisgeving van uwe bereidwilligheid, aan een der
onderstaande adressen, ons sparende het (altoos ietwat afpersende)
komen er om aan uwe woningen.
Onlangs had Spurgeon te Londen 14,000 a 16,000 pond sterling
noodig voor zijne Christelijke stichtingen. Na de bekendmaking
daarvan kwam er een heer, die alleen 10,000 p. st. (f 12,000)
gaf. Nog slechts eenige weken geleden meldden onze couranten,
dat in Haarlem een gift van f 60,000 voor het Christelijk onderwijs
ontvangen was.
Doch zooveel hebben wij niet noodig. Met de betrekkelijk
geringe som van 8 a 9 duizend gulden zijn wij gered. Voor een
plaats als de onze, zoo groot en welvarend, wèl een betrekkelijk
geringe som!
Met blijdschap zullen de ondergeteekenden uwe liefdegaven voor
dit Christelijk werk ontvangen, en met de aanvangsletters uwer
namen er kennis van geven in dit Blad. En mogt ook (hetwelk
wij naauwelijks kunnen gelooven) de school na twee jaren niet zijn
tot stand gekomen, alsdan kan ieder zijne giften terug ontvangen
met den interest er bij.
Helden, 16 December 1874.
J. J. DE VISSER, Predikant, President
der Hulpvereeniging voor Gereformeerd
Schoolonderwijs.
Adressen: J. J. DE VISSER, Predikant.
G. TICHELMAN, Ontvanger aan de
Commercie-Sluis.
Opgave van af Donderdag middag tot Zaturdag middag.
ONDERTROUWDP. C. Steilberg, stuurman ter Koopvaardij
en II. J. Burger.
GETROUWDGeene.
BEVALLEN: W. Zwaan, geb. Smit, (D.). T. Groen, geb.
Geervliet, (D.). T. Reints, geb. Doezie, (Z.). A. de Ruijter, geb.
Bood, (Z.).
OVERLEDENM. van der Plaat, bijna 11 maanden. J.
Captein, geb. Spandauw, 43 jaren. Levenloos aangegeven 1.
Ambtshalve ingeschreven 1.
Van 1 tot 15 December 1874.
ONDERTROUWDGeene.
GETROUWD: Pieter Bouwen en Maria Broekhuizen.
GEBORENAntje, dochter van Cornelis Stam en Antje Tho
mas. Pieter, zoon van Cornelis Nobel en Trijntje Nieuwland. Jan,
zoon van Cornelis Schenk en Petronella Blokland. Anna Christina
Jacoba, dochter van Jacob Smit en Anna Usi. Cornelia, dochter
van Karei Bos en Jannetje de Graaf. Agatha Maria, dochter van
Pieter Verver en Antje Mooij. Neeltje, dochter van Arien Braaf
en IJda Constant. .Tulius Bernhard Friedrich, zoon van Gerhard
Heinrich Friedrich Meijer en Anna Christine Carolina Habermann.
Marijtje, dochter van Klaas Schaap en Grietje de Leeuw. Johanna
Maria Elisabeth, dochter van Sjoerd Boorsma en AdrianaElisabeth
Diepenbroek. Willem, zoon van Pieter van Bodegraven en Aaltje Meilis.
OVERLEDENJan Boon, 34 jaren, echtgenoot van Antje
Bellis. Teunis Ott, 53 jaren, echtgenoot van Jannetje Vries.
Maartje, 19 dagen, dochter van Jan van Schaik en Wilhelmina
Bakker. Trijntje, 3 weken, dochter van Pieter Hennink en Aantje
Brouwer. Catharina Anna, 15 maanden, dochter van Jacob Bram-
mer en Elisabeth Smeenk.