Benoeming-en, enz.
Frankrijk.
Engeland.
Stoomvaart- Berigten.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Burgerlijke Stand. Gemeente Wieringen.
De vereeniging telt:
a. Leden. b. Begunstigers, c. Leden afgevaardigden.
a. Om lid te worden, moet men zich schriftelijk bij het
bestuur aanmelden. Het bestuur beslist, zoo noodig bij
meerderheid van stemmen, over de al of niet aanneming.
Leden betalen eene jaarlijksche contributie van f 10 vooruit,
op kwitantie te voldoen. Zij ontvangen alle stukken, die
de vereeniging uitgeeft (waaronder de afleveringen van het
stamboek) kosteloos, of als de kas dit niet toelaat, desver-
kiezende tot verminderden prijs; zijn verkiesbaar voor alle
in de vereeniging bestaande betrekkingen, en hebben vrijen
toegang tot en regt van stemmen in hare algemeene ver
gaderingen.
b. Begunstigers zijn zij, die minstens f 25 per jaar betalen.
Zij ontvangen alle gedrukte stukken, benevens het
stamboek kosteloos.
c. Maatschappijen hebben het regt, zich voor elke f 30
die zij per jaar aan de vereeniging schenken, door één
afgevaardigde op de algemeene vergadering der vereeniging
te doen vertegenwoordigen.
Maatschappijen, die jaarlijks f 300 aan de vereeniging
schenken, zijn bevoegd een commissaris aan het bestuur
toe te voegen.
Begunstigers en deze afgevaardigden hebben alle regten
der leden.
De vereeniging houdt jaarlijks minstens ééne algemeene
vergadering, tijd en plaats voor eene volgende op voorstel
van het bestuur te bepalen.
Het bestuur bestaat uit 12 commissarissen, bij volstrekte
meerderheid van stemmen door op de algemeene vergadering
aanwezige leden te benoemen. Die commissarissen kiezen
uit hun midden een lsten en een 2den voorzitter en be
noemen een hoofd-redacteur van het stamboek, die tevens
hoofd-inspecteur zijn kan, alsmede een secretaris-penning
meester.
Telken jare treden 3 commissarissen af, volgens een te
maken rooster, doch zijn herkiesbaar.
De hoofd-redacteur en de secretaris-penningmeester
genieten een door de algemeene vergadering op voorstel
van het bestuur vast te stellen honorarium.
Het bestuur heeft het regt om tijdelijk of voor een jaar
inspecteurs te benoemen, die toelage volgens tarief genieten.
Het stamboek wordt in den handel verkrijgbaar gesteld.
Inschrijving in het stamboek geschiedt in den regel eens
of twee malen per jaar.
Hij, die vee in het stamboek wenscht opgenomen te
zien, moet lid zijn der vereeniging, en geeft van zijn ver
langen kennis aan den secretaris.
Deze zendt hem tegen betaling de voorwaarden en de
gedrukte formulen toe. Nadat deze stukken, behoorlijk
ingevuld, bij het bestuur zijn terugontvangen, worden ze
in handen van een inspecteur gesteld ter fine van consi
deratie en advies, met last zich ter plaatse omtrent de
aangifte van het rund te vergewissen. Daarna besluit het
bestuur, zoo noodig, op advies van deskundigen, of het
rund al dan niet door den hoofd-redacteur in het stamboek
ingeschreven en met het merk der vereeniging voorzien
zal worden.
Afschriften van de inschrijving van een rund zijn tegen
betaling der kosten verkrijgbaar.
Het stamboek zal bevatten:
1. Eene afdeeling voor onbesproken zuiver Nederlandsche
stieren.
2. Eene afdeeling voor onvermengde Nederlandsche koeijen.
3. Een aanhangsel, waarin stieren en koeijen van
gemengd bloed zullen worden vermeld.
Er zijn inschrijvingsbilletten rondgezonden, die vóór
10 Jan. aan het adres van den secretaris van het voor-
loopig bestuur, te Loosduinen, worden terugverwacht; in
het begin van Febr. waarschijnlijk zal eene algemeene
vergadering worden bijeengeroegen, ten einde een bestuur
te kiezen en omtrent een en ander nader te besluiten.
Het voorloopig bestuur bestaat uit de heeren: Herman
F. Bultman, te Haarlemmermeer, voorzitter; dr. L. Mulder,
te Arnhem; V. Scholten van Aschat, te KoosendaalC.
J. van der Oudermeulen, te Wassenaar en P. F. L. Waldeck,
te Loosduinen, secretaris.
Benoemd tot rijksontvanger te Sluis de heer P. Visser, thans
te Wieringen.
De 2de luit. der infanterie H. Merkus, thans non-actief, is op
zyn aanvrage tijdelijk op pensioen gesteld.
Buitenland.
Cumberland, de Engelsche kleedermaker in de rue
Scribe te Parijs, heeft een aantal uniformen voor den
Koning van Spanje, met den meesten spoed, in gereedheid
doen brengen. De maarschalk-uniformen zijn in den stijl van
Lodewijk XIV. De jonge Koning neemt den met diamanten
omzetten sabel van wijlen Ferdinand VII, en een aantal
diamanten versierselen van de gemalinnen der generaals
die hem ondersteunen, mede. En.... de coupon?
De Daily Telegraph meldt uit Parijs:
«De minister van openbare werken heeft een onderhoud
met den lord-mayor gehad en hem gezegd dat hij gisteren
ochtend van graaf Derby had ontvangen de mededeeling
van gemaakte schikkingen betreffende het verleenen van
vergunning tot het oprigten eener maatschappij met een
kapitaal van 25 millioen, om uit te voeren de voorloopige
werken ten behoeve van een tunnel onder het Kanaal, en
het verleenen van concessie voor dertig jaren ingeval de
onderneming gelukt.»
Aan de Times wordt uit Madrid, onder dagteekening
van jl. Vrijdag, getelegrafeerd: «De minister van Justitie
heeft aan de kerkelijke overheden eene circulaire gezonden,
waarin gezegd wordt, dat, indien de kerk en de natie ten
gevolge van de verwikkelingen der laatstverloopen jaren
geleden hebben, do troonsbestijging van een Katholieken
Vorst, die besloten heeft de onregtvaardigheden te herstellen,
hun uitzigt geeft op beter dagen. De betrekkingen met
den H. Stoel zullen hersteld worden, en de lloomsch-
Catholieke kerk en hare geestelijken zullen de bescherming
genieten, welke de bij uitstek Catholieke natie hun ver
schuldigd is.»
De gouverneur-generaal van St. Helena heeft een
officieel berigt gezonden aan den minister van Koloniën,
aangaande het verbranden van de Cospatrick. Daardoor
wordt het duidelijk waarom het ongeluk-scliip zoo snel
verbrandde en zoo weinig menschen gered konden worden.
De brand ontstond in de bootsmans-kajuit; daarin was
olie, teer en verf geborgen. In de onmiddelijke nabijheid
stonden onderscheidene kisten vet en 70 ton steenkolen.
Verder had helaas hêt schip 200 vaten spiritualia aan
boord, zoodat het geen wonder is, dat de vlammen met
versclirikkelijken spoed om zich heen grepen. Tot over
maat van ramp waren niet genoeg booten aan boord, slechts
een zestal, waarin des noods 160 personen kon geborgen
worden, zoodat in elk geval 300 personen hadden moeten
omkomen; maar van de zes booten waren slechts twee
bruikbaar.
Het schijnt dus, dat de reeders met groote roekeloosheid
te werk zijn gegaan.
Vier moordenaars werden jl. Maandag opgehangen.
Twee er van, Mulan en Mc Cave, waren de voorgangers
bij 't doodschoppen van liichard Morgan te Liverpool; de
derde had zijne vrouw doodgeschopt; de vierde had zijn
bijzit de keel afgesneden.
De Times (eenstemmig met geheel de Londensclie pers)
juicht 't toe, dat tenlangenleste de volle gestrengheid der
wet is toegepast geworden tegen de beestachtige praktijk
van schoppen, 't Gestelde voorbeeld, zoo vertrouwt 't blad,
zal afschrikkend werken, en dus den voet van menigen
schopper in bedwang houden.
Duitschland.
De thaler is op den laatsten dag van het afgeloopen
jaar voor Duitschland officiéél ter aarde besteld. In den
mond van het volk zal deze munt echter nog lang voort
leven. Zij dagteekent van het jaar 1519, toen de graven
Schlick te Joachimsthal in Bohemen den eersten J oachims-
thaler lieten slaan. Sedert heeft de thaler zich een weg
weten te banen tot zelfs buiten Duitschland, naar Scandi
navië. De ligte en onaanzienlijke mark, het muntstuk dat
voor den thaler in de plaats komt, is een echt kind van
onzen, tijd, dat vooreerst nog wel als een parvenu met
minachting door het Duitsche volk zal worden aangezien.
Drie mark vertegenwoordigt de waarde van een thaler.
Opening van de groote opera te Parijs.
Dingsdag avond is de groote opera te Parijs geopend. De
maarschalk-president, kwam, geëscorteerd door een escadron kurassiers
met flambouwen. Opzien baarde vooral de komst van den Lord-
Mayor, voorafgegaan door de vier herauten-trompetters, in 't rood,
met poeder-pruiken, en zijn gevolg van dignitarissen, in 5 staatsie-
rijtuigen, omstuwd door een escadron gardes de Parijs. De zaal
zelf bood een schitterenden aanblik. De geheele groote en officiële
wereld van Parijs en Versailies was vertegenwoordigd, ttijke toi
letten en glansrijke uniformen vulden bijna alle plaatsen. Mac
Mahon met familie en gevolg; de Lord-Mayor van Londen met
gevolg, in hun antiek costuumde president en het bureau der
Nationale Vergadering; de graaf en de gravin van Parijs; de hertog
en de hertogin van Montpensier; de Koning van Hannover met
twee dochters; de ministers; de gezanten, waaronder de baron en
barones van Zuylen van Nyeveït; de familie Rothschild en vele
leden der aristocratie zaten in de loges. In de baignoires merkte
men o. a. op: den hertog van Nemours, den hertog van Chartres,
Prins Czartoriski, den hertog en de hertogin d'Albufera, de markiezin
de Galifet, enz. In de loge van den prefect van de Seine bevond
zich de burgemeester van Amsterdam, volgens de Figaroun hommt
fort instruit et fort capable; ses adininistrcs Vaiment et Vapprecient
leuucoup. In de fauteuils d'orchestre waren 250 leden der Natio
nale Vergadering gezeten, door 't lot daartoe aangewezen; in de
stalles de kunstenaars, letterkundigen, journalisten.
Ten 9 ure verscheen de jonge Koning van Spanje in de loge
zijner moeder, waar men opmerkte, dat de hertogin de Mouchy een
paar viooltjes uit haar ruiker nam, om hem die aan te bieden;
hij stak ze in zijn knoopsgat. Later groette hij met zeer veel
gratie den graaf van Parijs, die tegenover hem in de loges zat.
De Koning liet zijne zuster, gravin de Girgenti, op de eerste rij
plaats nemen en stelde zich achter den stoel zijner moeder.
Natuurlijk heerschte er bij de gala-voorstelling een eenigzins pleg-
tige stemming. Mlle Krauss eu Villaret werden toegejuicht, Faure
minder. De foyer der danseressen geleek een tooverpaleis. De
reusachtige spiegel, die een der muren bedekt, gaf gelegenheid om
met ccn oogopslag het geheel te overzien. Ten half een ure was
de plegtigheid afgeloopen eu men kon toen de waarlijk uitstekende
inrigting der verschillende uitgangen bewonderen. Een oogenblik
was de menigte van de straat, die hoe langer hoe digter opeen
gepakt raakte, bijna in het gebouw gedrongen, maar men kon nog
bij tijds de hekken sluiten. Onder de particulariteiten behoort,
dat de minister van Schoone Kunsten den architect Garuier voor
zijne loge 120 fr. liet betalen, maar de minister van Openbare
Werken heeft die op rekening der onkosten laten zetten; dat kan
op de 38 millioeu fr., anderen zeggen met het decoratief 50 millioen,
wel overschieten. Voor den avond waren loges gevraagd voor
10,000 en 25,000 fr. Onder de paarden, die bij den grooten
optogt van den Juive dienst deden, was le Monarque, 't bekende
paard der Keizerin, dat haar 20,000 fr. kostte. De ziekte van
Mlle Nillsou heeft op 't laatste oogenblik de voorstelling nog doen
wijzigen. Men mompelt, dat zij vreesde, dat haar stem in de
groote zaal niet Bterk genoeg zou wezen. De huizen, bij 't opera
gebouw, waren verlicht; ook de opera werd geïllumineerd, maar
dit viel bij de lichtmassa van de omgeving af. Ook in de zaal
was de verlichting nog niet volledig. Er ontbraken nog honderden
gaslichten. Midden in het reeds door platen en afbeeldingen be
roemde bassin van de opera staat de pythonisse (orakel- of waar
zegster) in brons van Marcel. Dit is de pseudoniem van Prinses
Colonna, die zelve bij de plaatsing er van tegenwoordig is geweest
en wier karakteristieke arbeid algemeen bewonderd wordt.
De bouwmeester der opera is tot officier der orde van het
Legioen van Eer benoemd.
Maandag avond is de, „Lord-Mayor,, van Londen, met zijn ge
volg te Parijs aangekomen. Hij werd door den prefect der Seine
aan het station du Nord met groote plegtigheid ontvangen en is
vervolgens in het hotel Bristol afgestapt. Hij bragt al zijn hooge ambte
naren, zijn geheel dienstboden-personeel, zijn paarden en zijn gala-
rijtuig mede. Mac-Mahon zond hem reeds den volgenden morgen
een adjudant met de boodschap, dat hij hem om half één zou
ontvangen. Even over twaalven kwam dan ook het gala-rijtuig,
met vier prachtige paarden bespannen, voor het hotel van den Lord-
Mayor. De koetsiers en lakeijen droegen roode, geheel met goud
overdekte uniformen en gepoederde pruiken, en maakten in hooge
mate de bewondering gaande der Parijzenaars, die in grooten ge
tale al die curiositeiten aangaapten. De verbazing steeg evenwel
ten top toen de Lord-Mayor zelf, met zijn stafdragers, sherifs en
ander gevolg, allen in pontificaal, verscheen. De Parijzenaars, die
in hun kerkelijke pracht al aardig naar de middeneeuwen terug-
keeren en bijgevolg wel eens in de gelegenheid zijn iets bijzonders
op het gebied van kleeding te zien, konden zich toch aan de pracht,
die deze Londensche burgemeester ten toon spreidde, niet zat kijken;
maar zij vergaten daarbij toch niet allerlei kwinkslagen ten beste te
geven over het middeneeuwsche dat in Engeland nog heerscht.
Klokke half een kwam de Lord-Mayor in het Elysée aan, waar bij
den ingang twee rijen troepen waren geschaard. Het rijtuig van
den Lord-Mayor zelf werd geëscorteerd door dragonders, wier
uniformen een zeldzaam contrast opleverden met de kruijige pakjes
van hen die zij begeleidden. In het Elysée wachtte de Engelsche
gezant, lord Lyons, hem op. ten einde hem voor te stellen aan den
maarschalk, die van zijn kant ook iets gedaan had en zich door
zijn officieren had doen omringen. Mac-Mahon sprak het eeist,
en wel in de Fransche taal, den Londenschen burgemeester aan.
Hij zeide hoe aangenaam het hem was, kennis te maken met den
lioogsten overheidspersoon van Londen en heette hem welkom in
Parijs. Hij herinnerde hem er aan, hoe sedert lang de oude vijand
schap tusschen Engeland en Frankrijk verdwenen was en drukte de
hoop uit, dat het bezoek van den lord-mayor de vriendschappelijke
verhouding tusschen de beide natiën zoude versterken. De laatste,
die geen Fransch verstaat en in het Engelsch antwoordde, betuigde
den maarschalk zijn dank voor de ontvangst, welke hem bereid was
geworden, en voegde er bij, dat hij zich zeer gelukkig achtte, de
opening van een gebouw bij te wonen, dat reeds nu in de geheele
wereld bekendheid heeft verworven, en waarvan de roep èn archi
tecten èn volk tot eer verstrekt. Nadat lord Lyons het antwoord
van den lord-mayor aan den maarschalk vertolkt had, drukte de
president nog de hoop uit, dat Parijs den eersten ambtsnaar der
City zoolang als mogelijk was binnen zijn muren zou mogen zien.
Hiermede was de ontvangst afgeloopen en reden de lord-mayor
en zijn gevolg naar het hotel Bristol terug. Donderdag zou hij
bij den maarschalk dineren.
Parijs zelf was op den openingsdag geheel in beslag genomen
door de feestelijkheden in de nieuwe opera. Ofschoon de voor
stelling eerst om half acht een aanvang nam, was het plein voor
het gebouw reeds des namiddags bezet door een digte menigte
van hen, die zich tevreden moesten stellen niet het schouwspel,
dat de bonte mengeling van groepen en de beweging op de plaats
zelve aanboden.
De Keizerin van Rusland, de burgemeesters van alle hoofdsteden
van Europa, 250 leden van de Kamer, alle leden van den gemeen
teraad van Parijs, de maires der voornaamste steden in Frankrijk,
de generaals, de regtscollegiën, de diplomatie, de dagbladen, elk
vertegenwoordigd door twee leden van de redactie, waren uitge-
noodigd tot bijwoning van de inwijding der opera.
Veler oogen werden tijdens de voorstelling afgeleid door de even
ouderwetsche als smakelooze pracht van den Engelschen genoodigde
en zijn gevolg, maar ook om een andere reden, rigtten zich veler
blikken telkens naar de loge van den prefect. Daar toch waren,
vermoedelijk slechts een toeval, drie personen bijeen, namelijk de
prefect zelf en zijne beide ambtsbroeders, uit Londen en Amsterdam,
die allen tot de grootste mannen van hun tijd behooren, wel te
verstaan ligchamelijk. Het Handelsblad meent, dat de Parijzenaars,
toen zij den intogt van den lord-mayor zagen, zullen gedacht hebben,
dat „generaal Boum" in eigen persoon hun stad kwam bezoeken.
De Koning der Nederlanden vertrok heden namiddag van hier
naar Batavia.
De Voorwaarts arriveerde hier gisteren van Batavia.
De Prinses Amalia is den 4 dezer te Padang aangekomen.
De Madura, van hier naar Batavia, is jl. Donderdag ten ongeveer
1 ure, te Southampton aangekomen. Het schip had gedurende den
overtogt mistig weer.
De Rotterdam, van New-York naar Rotterdam, passeerde gis
teren morgen Lezard.
Opgave van at Donderdag middag tot Zaturdag middag.
ONDERTROUWD: C. Oldermann, machinist bij de Marine en
A. J. M. Graat. W. Brouwer, letterzetter en F. H. M. Barneveld.
M. Kleijn, schipper en R. Bakker. H. van Gertsen, koopvaardij
kapitein, wedu.vnaar van A. Feringa en G. Kikkert. A. van
Bendegom, schrijver en F. D. Dalmeijer. C. Dekker, schipper en
R. Kok. J. P. Caron, bootsman en C. Kikkert, weduwe van C. Tol.
GETROUWDGeene.
BEVALLENA. M. Arons, geb. Smittenaar, (D.). A. M.
Boesaart, geb. de Winter, (Z.). J. II. van Gijn, geb. Janssen, (Z.).
E. van Rijn, geb. Moojen, (D.). H. S. M. Visser, geb. Lutz, (Z.).
OVERLEDEN: D. J. Heeres, 1 dag. A. Bood, geb. Stuurman,
60 jaren. G, Bobeldijk, 82 jaren. M. Collet, geb, Schattelijn,
49 jaren. L. A. llartsinck, 3 weken.
Van 1 tot 31 December 1874.
ONDERTROUWD en GETROUWDPieter Rotgans en Antje
Kaale. Jaeobus Engel en Geertje Vet, weduwe J. D. Lont.
GEBOREN: Jan, zoon van P. Kooij enM. Roos. Pieter, zoon
van J. Kraak en A. Stark. Trijntje, dochter van A. Harteveld en
E. Boersen. Willem, zoon van Jb. Huijberts en T. Mekken. Anna,
dochter van M. Poppen en G. Mosk. Steven, zoon van C. Wiegman
en T. Knop. Pieter Hendrik, zoon van J. Hegeman en G. Bos.
Wijntje, dochter van P. Koorn en G. Bakker. Nan, zoon van J.
Koorn en T. Zomerdijk. Jansje, dochter van C. Halfweg en A. Mekken.