Benoeming-en, enz.
B u i te n I a n d.
tagelai»!
Duitschlanë.
Italië.
Turkije.
te Rome is liet «Roodhcmd» Zondag, gelijk te verwachten
was, zoo luidruchtig mogelijk ontvangen. Het graauvv
was natuurlijk uitgelaten. He paarden werden uitgespannen,
maar de twcebcenige plaatsvervangers konden het rijtuig
slechts met moeite voortsjorren, welks gehaspel echter
vergoed werd door een speech van het «hemd»waarin tot
standvastigheid werd aangemaand. Garibaldi bedoelde
misschien standvastigheid in de politiek en niet in het
sjorren; bij het laatste kwam zij echter ook te pas. De
telegraaf, die ons deze feestelijkheden overseint, voegt er
ten slotte nog bij, dat de oude rooverhoofdman er patent
uitziet.
Aan mevrouw Uhlenbeck, thans metterwoon te 's
Ilage gevestigd, is door een daartoe aangewezen commissie
als een bewijs van erkentelijkheid voor haar betoonde be
langstelling in het blokkade-eskader voor Atsjin door het
voortdurend toezenden van verversehingen, welke aldaar
hoognoodig en zeer welkom waren, aangeboden een
prachtig gouden medaillon en broche, bestemd tot tweeledig
gebruik, voorstellende eën gekroond anker, rustende op
een opgaande zon. Het medaillon draagt tot opschrift:
«Door J. van Gogh en 50 officieren wordt het hierbij-
gevoegd medaillon aangeboden als een bewijs van erken
telijkheid voor van haar ondervonden belangstelling
gedurende de blokkade van het rijk van Atsjin.» Op den
blaauw geëmailleerden rand staat gegraveerd: «Aan mevrouw
Uhlenbeck, de officieren v. li. blokkade-esk. 1873 - 1874.»
De lijst, bevattende de namen der deelnemers, vervaardigd
door den luit ter zee 1ste kl. W. Steffens, bestaande uit
een fraaije teekening, voorstellende de reede van Atsjin,
is geëncadreerd door palmen en andere tropische hoornen en
gewassen. (V.)
Bij het vellen van hout op den Scheveningschen weg
is een man, die in een boom zat, zoodanig tusschen dezen
en een neervallende kruin geklemd geraakt, dat hij al
spoedig een lijk was. De gezamenlijke krachten der andere
arbeiders waren niet in staat de kruin te verwijderen. Dr.
Vinkhuizen beklom nog de hooge ladder om, zoo noodig
geneeskundige hulp te verschaffen, maar deze werd niet
meer vereischt. Later is men er met veel moeite in ge
slaagd het lijk uit den boom neêr te laten.
Uit Vlissingen meldt men, dd. 28 dezer, aan het
Vaderland
«Heden vertrok per particuliere scheepsgelegenheid naar j
Ilelievoetsluis, een detachement sterk 26 jeugdige matrozen,
onder geleide van twee bootslieden en een bottelier, aan
genomen en gedeeltelijk geoefend aan boord van de
kanonneerboot No. 35, ter plaatse gestationeerd als wachtschip
onder bevel van den luit. ter zee Schuijlenburg.
Wij brengen in herinnering, dat dit vaartuig indenjare
183Ü dienst deed op de Schelde voor Antwerpen, en dat
zicli aan boord van dien bodem bevindt de uit die dagen
met roem bekende Ilobein, thans opperstuurman, ridder
der Militaire Willemsorde enz., die op 64jarigen leeftijd,
met 53 actieve dienstjaren, in het genot van eene goede
gezondheid steeds voortgaat jeugdige zeelieden voor 'slands
dienst te helpen opleiden.
Tegen Jacob Wolff, een der voormalige directeuren
van de gefailleerde Overijsselsche Bank, is jl. Donderdag
door het Openbaar Ministerie van het Prov. gcregtshof te
Zwolle geëischt 15 jaren tuchthuisstraf en eene geldboete
van f 100, subsidair 14 dagen gevangenisstraf.
Volgens berigten uit Almelo blijft het daar rustig;
van verzoening is nog geen spoor; de werklieden meenen het
drie weken te kunnen uithouden met niet-verdienen.
De verslaggever van het Handelsblad meldt het volgende
over de kwestie: «Nadat in Sept. 1874 alle fabrieken te
Almelo, Enschedé, Oldenzaal, Nijverdal enz. in Hollandsch
geld waren gaan betalen, hetgeen tot dusverre niet was
geschied, zijn ettelijke weken later de twee weverijen van
de Almclosche spinnerij en weverij, die der heeren ten Cate
Tenbrnggencate, Gebrs. Scholten en H. en B. Scholtcn,
plotseling tot betaling in Duitseh geld overgegaan. In
Sept. 1874 was het agio 90 cent; nu is het 4.90, zoodat
de werklieden in deze fabrieken, die tegen Hollandsch
courant per afgewerkt stuk worden aangenomen, feitelijk
verlaging van loon hebben, daar de thalers hun a f 1.80
in rekening worden gebragt. In de andere plaatsen hebben
de fabriekanten de betaling in Hollandsch geld behouden.
De drie hier gevestigde spinnerijen betalen ook in Duitseh
gelddaar echter het loon veel hooger is dan in de weve
rijen, maken de spinners geen bezwaar. De werkstaking te
Vliezen veen op de fabriek Janssen Tilanus is een gevolg
rqn verzoek om loonsverhooging en spruit niet uit de
betaling in Duitseh geld voort. Nog bestaat hier onte
vredenheid, omdat de fabriekanten, die vroeger voor een
tal van. 36 stukken, in de 14 dagen afgewerkt, f 1.50
premie, betaalden, het aantal stukken hebben vergroot en
het verkrijgen der premie daardoor bijna onmogelijk is.
De algomeeiie opinie is ten gunste van den werkman, maar
lietvalt te betwijfelen of hij het zal kunnen uithouden.
Reeds nu doet gebrek zicli gevoelen. De feitelijke loons
verlaging, door 'liet hooge agio, dat men den werkman laat
betalen, ontstaan, wordt algemeen afgekeurd.»
De correspondent van het illd. besluit een nader
schrijven aldus:
«Ik heb te Almelo, behalve werklieden, alléén en uit
sluitend onbevooroordeelde personen gesproken en mij niet tot
de fabrikanten gewend. Hetgeen ik van de werklieden
hoorde en van het publiek in het algemeen stemde met
elkander overeen, en noch op de reis heen- noch op de
reis terug, heb ik in de talrijke gesprekken, die in den
trein over de zaak gevoerd zijn, één verdediger dei-
fabrikanten gevonden. Welnu, dat zij zeiven hunne zaak
bepleiten; de redactie zal ongetwijfeld het: liooren en
wedërhooren gaarne in practijk brengen. i
Ten slotte wil ik de verzekering geven, dat een
weversfamilie te Almelo niet juist een prinsenleven leidt.
Man, vrouw en opgeschoten kinderen werken hard, om
den niet'zeer ruime kost te verdienen, en zoodra de bron
vqn liet loon ophoudt te vlocijen, is spoedig aan eten en
drinken een einde. Ik vertrouw, dat de fabrikanten op
deze onmogelijkheid van langen tegenstand niet zullen
speculeercn, maar van hun hooger standpunt, dat ook meer
pligten oplegt, het treffen eener bevredigende schikking
mogelijk zullen maken.
Den 22 Dec. jl. zijn te Parimaribo ter reede aan
gekomen Zr. Ms. stoomschip Cornelis Dirk?, kommandant
kapt.-luit. ter zee II. van Gocns, en Prinses Maria, kom
mandant kapt.-luit. ter zee J. B. A. Josselin de Jong.
Naar de Suriname verneemt, is het doel hunner reis,
een kruistogt naar de West-Indische eilanden en het ver-
toonen der vlag in eenige vreemde havens en op de kusten
van Venezuela en Columbia.
Uit Luik en Charleroi wordt gemeld, dat de aflevering
van ijzer bijna geheel stilstaat. Men vraagt alleen bij den
dag; er'wordt bijna niets verkocht en tegen steeds dalende
prijzen.
Men heeft wel eens gehoord van een vreemden
Chinees; maar dezer dagen was er een te zien in de straten
van Parijs, waar Tin-Tun-Lin, die sedert eenige jaren
les geeft in het Chineesch, op de publieke straten en dus
te midden rail een omloop van menschen, zijn jammer en
leed te kennen gaf over den dood van den Keizer van
China. Het rouwbeklag ging gepaard met allerlei wonderlijke
sprongen en luide verzuchtingen.
Aan een reporter van den Figaro, die den man om
inlichtingen vroeg, deelde Tin-Tun-Lin mede, dat de Zoon
des Hemels thans in de Zon vertoefde, waarheen de Keizers
van zijn geslacht na hun dood verhuizen. Dat is indertijd
de wil geweest van Fö, den Chinesclien God. Wijlen
Hunne Majesteiten bewonen daar een paleis met vier
verdiepingen, de zilveren, de gouden, de robijnen en de
diamanten verdieping.
De vraag werd aan Tin gedaan«maar als de overleden
Souverein nu eens een slecht Keizer is geweest
«Een Keizer van China kan geen slecht Keizer zijn»,
antwoordde Tin.
Uitknipsel uit de Volksvriend:
Te Schiedam is een tapperij met het uithangbord: «de
Afschaffer.»
De 1ste luit. bij het korps mariniers lï. .T. Jolles is, op zijn
verzoek, mei den laatsteu dezer eervol uit de zeedienst ontslagen.
Aan den matroos 1ste kl. 1). Jansen is toegekend de gouden
medaille voor vijftig jaren eerlijke en trouwe dienst.
België.
Uit Arlon wordt gomeld, dat jl. Maandag avond ten
zes ure het rijtuig, waarin Prins Hendrik gezeten was,
bij de Porte Ncuve is omgeslagen en in eene diepe sloot
gevallen. De koetsier was reeds van den bok gestort.
Voorbijgangers hebben den Prins en zijn adjudant uit het
rijtuig geholpen.
Frankrijk.
Het tweede bal op het Elvseum was niet minder schit
terend dan het eerste. Ongeveer 6000 genoodigden bewo
gen zich door de prachtig met tapijten en bloemen gede
coreerde zalen. In den eersten salon werden de gasten ontvan
gen door maarschalk Mac Mahon en mevrouw de hertogin van
Magenta, die een wit kleed droeg met guirlandes van roo-
dc en gele rozen. Onder de aanzienlijke gasten merkte
men op: de hertogin de Castries, den zoon en de dochter
van den president-maarschalk, de Prinsen en Prinsessen van
Orleans, den hertog de Broglie, alle ministers, uitgezonderd
hertog Dacazes, die ongesteld is, voorts een groot aantal
afgevaardigden, leden der diplomatic en van de balie, raads
leden, hoofdofficieren, enz.
Eindelijk is te Londen ook eens eene man-beater
veroordeeld, namelijk Rosannah Minning. Ze werd wegens
deerlijke mishandeling van haarman tot 21 dagen gevangenis
straf veroordeeld, zonder dat haar de keus werd gelaten
tusschen deze straf en eene boete.
Het meeste gewigt wordt door de voorstanders dei-
crematie gehecht aan de hygiënische zijde der quaestie. In
een bijeenkomst te Berlijn heeft zekere geneesheer, dr.
Biesenthal, meer in het bijzonder hierop de aandacht geves
tigd. Hij deed opmerken, dat, als do lijkenverbranding
algemeen werd, het gift der lijken van hen, die aan pokken,
cholera of typhus bezweken waren, niet onder den grond
zou worden gebragt. Bij de opgraving van een lijk van
een voor 30 jaar aan de pokken bezweken persoon, kregen
niet minder dan 14 menschen, die bij de opgraving tegen
woordig waren, de pokken. Toch zijn gedurende den laatsten
oorlog ongeveer 100,000 aan pokken bezweken mannen
onder den grond gebragt, terwijl in Berlijn jaarlijks door
elkander 4Ö0 zulke lijken begraven worden. Die giftstof
verbreidt zich onder de aarde en door middel van het
water en de aarde zelve in onzen dampkring en in onze
spijzen en dranken. Als men dus van een hygiënisch
standpunt op lijkverbranding aandringt, geschiedt zulks in
de eerste plaats met het oog op het pokgift. Lijders, die
aan de pokken gestorven zijn, moeten noodzakelijk verbrand
worden, en ook misschien zij, die aan cholera of typhus
bezweken zijn. Daarentegen kunnen zij, die aan andere
ziekten gestorven zijn, rustig begraven worden, daar de hygiëne
daaronder weinig te lijden heeft, zooals bij het onderzuek
van putten bij kerkhoven is gebleven
De technische zijde der quaestie is door de jongste
proeven met de Siemensoven te Dresden tot een groote
mate van volkomenheid gebragt. De laatste verbrandingen
zijn in circa IJ uur geschied.
De Oberconsistorialrath dr. Buthel te Berlijn heeft
geweigerd den hulpprediker Kalthof den eed af te nemen
en hem voor 3 maanden geschorst, omdat hij... een knevel
droeg en dien niet op verlangen van den Oberconsistorialrath
wilde afscheren. De kerkeraad heeft tegen dezen maatregel
geprotesteerd. De hooge beambte meende, dat het dragen
van een knevel in strijd geacht moest worden met de
goede zeden.
Door den betrekkelijk zuchten winter blijven desteen-
koolhandelaren met volle magazijnen zitten, waardoor de
prijzen aan de Roer zeer dalen.
Jl. Maandag heeft Garibaldi, terwijl de heer Ferrari
tegen de inhechtenisnemingen op de villa Ruffi het woord
voerde, in ile Kamer, «op eene hooggeplaatste bank aan
de uiterste linkerzijde,» onder zeer luide en langdurige
toejuichingen van de linkerzijde en de tribunes, zitting
genomen. Bij zijne binnenkomst rezen bijna al de leden,
ook van het centrum en de regterzijde, op. Hij was weder
in zijn traditionele kleederdragt en hield gedurende de
zitting, met toestemming des voorzitters, de baret op het
hoofd. Door de afgevaardigden Marelli en Macchi onder
steund, stond hij, nadat de heer Ferrari uitgesproken had,
op om den eed van getrouwheid aan den Koning en aan
de wet, te midden eener «volmaakte stilte,» met luider
stem af te leggen. «Eene uitbarsting van allerlevendigste
en aanhoudende toejuichingen,» zegt het verslag der
Opinione, volgde, «van de afgevaardigden op alle banken
der Kamer en vooral van die der regterzijde en het cen
trum,» waarna de beraadslaging, zonder dat, gelijk men
verwachtte, de generaal er aan deelnam, met den reeds
bekenden uitslag werd voortgezet.
Gelijk de laatste berigten reeds deden vermoeden is nu
het geschil over de gebeurtenissen te Podgoricza definitief
bijgelegd op de volgende grondslagenDe vorst van
Montenegro zal eene speciale commissie te Pipiri bijeen
roepen, welke vonnis zal vellen over de schuldige
Montenegrijnen, en zal een Turkscli gedelegeerde uitnoodigen
in deze commissie zitting te nemen. De commissie zal
vervolgens in Spuc (Turkscli grensplaatsje) de Turksclie
getuigen in verhoor nemen. De Turksclie onderdanen,
die op Montenegrijnsch gebied gevlugt zijn en op Turksclie
soldaten geschoten hebben, zullen aan de Turksclie overheid
worden uitgeleverd. De regering zal eerstdaags het vonnis,
door de commissie te Scutari uitgesproken, den Sultan ter
bekrachtiging voorleggen.
Ken ChinecNcli diner.
De heer von Fries, die met eene zending door de
Oostenrijksche regering bij de Chinesche douane-dienst is
belast, schetst volgenderwijze dezen maaltijd in een brief
uit Shanghai.
YV ien de eer te beurt valt, op een maal bij eer. mandarijn
te worden genoodigd, ontvangt die uitnoodiging op een
karmijnkleurig blad papier, dat veel op een Chineesch
visitekaartje gelijkt en rijk met ornamenten is versierd.
Dit ontving ik, met verscheidene consuls te gelijk, van
den stadsregter Tschen. De genoodigden waren allen te
gelijk gekomen en hadden zich vercenigd op het voorplein
van het gebouw door den stadsregter bewoond, toen de
poorten door twee koelies werden opengeworpen en wij
op het tweede plein kwamen, waar ons een onbekend
geraas tegenklonk. Het was de Chinesche muziek, waar
mede wij werden ontvangen, terwijl ook saluutschoten
werden golost. Een pak viel ons van het hart, toen dit
onwelluidende concert en de geweerschoten ophielden. Ver
volgens kwamen wij op een derde plein, waar ons de gastheer
verwelkomde en in de eetzaal bragt, die slechts door een
glazen wand van het plein gescheiden was. In het midden
van deze zaal stond eene groote ronde tafel en langs de
wanden stonden stoelen, naast elk waarvan een tafeltje was
geplaatst, om daarop de theekopjes te zetten, die reeds
terstond bij het binnentreden werden gepresenteerd. Chi
nesche schilderijen bedekten de muren en talrijke lantaarns
en lampen hingen aan de zoldering. Nadat het gesprek,
hetwelk slechts in het Chineesch werd gevoerd, een poos
geduurd had, werd in onze tegenwoordigheid de tafel
gedekt. Eindelijk was alles gereed, en Tschen noodigde
alle gasten, een voor een uit, om aan tafel te komen, wees
ieder zijne plaats aan en reikte hun de rood verlakte stokjes
toe, die men als eetgereedschap gebruikt. Daarbij boog
hij zeer diep en plegtig, wat men zoo goed mogelijk beant
woordde. Toen die ceremonie was afgeloopen, zette men
zich aan tafel Er werd rijstwijn gepresenteerd en het
eerste geregt opgedragen, bestaande uit ham, eijeren,
jong bamboe en verscheidene andere koude groenten.
Daarbij kwam de soep, uit vogelnesten bereid en eijer-gelei.
Voor eene beschrijving der daaropvolgende vier-en-dertig
geregten ontbreekt mij zoowel het geheugen, als bovenal de
vereischte kennis van de Chinesche kookkunst. Alleen wil
ik, om er toch eenige te noemen, van de volgende geregten
melding makenhaaijenvinnen, boommos, eene soep van
kleine slakken in boonen gesloten, uit Taliusee afkomstig,
eene soort zeegras, ragout van eendentongen, vischhersens
en eene bruine saus, het akeligste wat men een Europeescli
verhemelte kan voorzetten; meelspijzen in olie gebakken,
naar den Chinesclien smaak uitstekend toebereid. Eenden-
bouten, varkensvleesch en dergelijke waren zeer eetbaar,
ook de visch was lekker klaar gemaakt. Het laatste geregt -
bestond uit rijst met kippensoep. Afwisseling in de spijzen
kennen de Chinezen niet, daar zij bij elke gelegenheid hun
gansche kookkunst aan den dag leggen en altijd dezelfde
geregten voorzetten. De totaal indruk van dit diner was,
dat wij gekookte gutta-percha hadden gegeten. Een schotel
heerlijke vruchten aan het einde was het beste wat de tafel
opleverde. Bij de laatste geregten werd Champagne ge-
schonken, de eenige Europesche wijn, dien de Chinezen
drinken, als zij hem betalen kunnen; een kist Champagne
kost 10 a 15 Mexikaansche ducaten. Reeds na de soep
presenteerde de gastheer sigaren, eene ware weldaad voor
Europeanen, wien de onderscheiding te beurt valt door een
Chinische notabiliteit ten eten te w-orden gevraagd. Het
diner duurde van 7 tot 10 ure en de gewoonte brengt mede,
dat men terstond na het laatste geregt heengaat. Nog ver
dient vermelding dat de Chinees zijne gasten steeds in
staatsiegewaad ontvangt, terwijl wij ons slechts in zwarte
rokken kleedden.