alleen Noordholland en Amsterdam, maar een groot deel van 't land teisterde. Het water rees te Amsterdam 250 Ned. duimen boven A. 1'. De commissie van ondersteuning in de hoofdstad had den 11 Maart f 202,126 bijeen. De heer H. Lang, uit Zürich, de bekende voorstander der moderne beginselen in Zwitserland, trad jl. Woensdag avond in de benedenzaal van het Maison Wackwitz, Singel bij de Munt, voorheen Keizerskroon, te Amsterdam, voor een talrijk publiek op. Hij verdedigde de stelling: dat het moderne protestantismus wèl regt van bestaan heeft, welk regt, volgens spreker, door de orthodoxen wordt betwist. De drie hoofdfaktoren der godsdienstmetapliysica, ethica en cultus (godsvereering), heeft het modernismus zoowel als het orthodoxismus gemeen. Het modernismus heeft een geloof aan de dingen die men niet ziet, een God voor wien wij niet in vrees, maar in liefde leveneen God, niet van willekeur, maar van orde. Het bezit eene zedeleer, overeenkomstig het Godsbegrip, die ons gebiedt in de regte verhouding te staan tot God en tot onze mede- menschen in de vervulling onzer pligten. Het kan op een doeltreffende en innige godsvereering wijzen, omdat ons gevoel ons noopt te zingen, te bidden en te hooren spreken vazi God. De symbolen der kerk, de kinderendoop en het avondmaal, heeft het mede behouden. De opname van het kind in de maatschappij, waarbij ouders en vrienden plegtig beloven voor de zedelijkheid van het kind te zullen zorgen, heeft als zoodanig ook in het moderne protestantismus een diep ethische beteekenishet avond maal, gevierd met de eenvoudige spijzen van brood en wijn, als het heerlijke zinnebeeld van troost en liefde, vrijgemaakt van alle mysterie is ook liier rationneel en mede van diepen zin. Ook de christelijke hoofdfeesten behoudt het moderne protestantismus, omdat het daarin een schoone overeenkomst vindt tusschen de natuur en geestelijke stemming. Het moderne protestantismus, aldus besloot de welsprekende redenaar, heeft eene toekomst, maar wij moeten wachten en kunnen wachtenmen moge ons als beschuldigden aan klagen, wij zullen ons verdedigen, waarna het zal blijken dat wij niet de beschuldiging verdienen waarmede het orthodoxismus ons beticht. (Amst. Crt.) Het derailleren van den spoortrein bij Beverwijk is veroorzaakt door het slecht stellen van den wissel. De trein geraakte daardoor op een rail die doodloopt, zoodat de locomotief en de tender in het zand woelden. De hevige schokken hebben slechts aan enkele reizigers ligte kwetsuren bezorgd. (D.) Jl. Dingsdag avond had te Schiedam de wedstijd van voordragten, uitgeschreven door de Schiedamsche vereeniging iEschyles, plaats. Van de ruim zeventig deel nemers aan dien wedstrijd was een 24tal, door het lot aangewezen, opgekomen, 12 voor ernstige, 12 voor luimige voordragten. De eerste prijs voor de ernstige voordragten werd toegewezen aan den heer H. C. Helleman, voorzitter der vereeniging Aurora te Kinderdijk, met het gedicht van Tollens, de Brand; de tweede prijs aan den heer M. Boogaerdt Bz., voorzitter van de vereeniging Cicero te Krimpen a/d Lek, met Abd-el-Kader van B. ter Haar. De eerste prijs voor de luimige voordragten werd toe gekend aan den heer H. C. Mingelen, werkend lid der vereeniging Nieuwland te 's Hage, met de Zelfmoordenaar van Piet Paaltjens; de tweede aan den heer T. Boogaard, van Amsterdam, eerelid van het Nederlandsch Rederijkers verbond, met Een vers dat als een nachtkaars uitgaat, van E. Laurillard. Toen deze beslissing bekend werd stonden alle aanwezigen met geestdrift op, om den acht- en-zeventigjarigen voordrager hun sympathie te kennen te geven. „Waarin zoudt gij lust hebben mijn zoon?" en toen hij zag, dat ik aarzelde, zeide hij: „spreek maar vrij uit! Wij znllen zien wat er te doen valt." Daarop greep ik moed tot de stoute bekentenis„Het liefst zou ik studeeren en doctor worden, peetoom." Mijn vader dacht, dat ik mijn verstand verloren had, en mijn moeder sloeg de handen hoven het hoofd ineen, maar de oude Hartlieb schudde slechts nadenkend zijn grijs hoofd en zei, dat hij over de zaak zou nadenken. En den volgenden morgen kwam hij terug en verklaarde mijn vader, dat hij van nu af aan de zorg voor mijn opvoeding zou overnemen en met Gods hulp een doctor van mij maken. Mijn vader was daarmede tevreden, en mijn goede moeder ik geloof dat zij den geheelen nacht, uit bezorgdheid en aandoening, wakker had gelegen kuste mij met tranen van blijdschap, en eenigen tijd later liet zij mij onder tranen en zegenbeden van zich gaan, toen ik naar de Latijnsche school vertrok, die mij voor de universiteit zou voorbereiden. Eindelijk werd ik student, en plaatste trotsch achter mijn naam eenstud. mcd. Ik bewoonde een kamertje voor aan de straat op de vierde verdieping, lleeds op den dag van mijn aankomst ont dekte ik aan een venster aan den overkant, doch veel lager dan het mijne, een meisje met bruine lokkeu, dat mijn zeer jeugdig gemoed terstond deed ontvlammen. Ik paste wel op uit te vorscheu wie daar beneden woonde, want mijne illusie zou terstond den bodem zijn ingeslagen, zoo ik vernomen had, dat zij met andere lieden, dan jufvrouw Schulze of Muller bekend wasvoor mij moest zij de eenige uaamlooze blijven. Ik behoefde geen naam om haar te noemen, want behalve haar, bestond er voor mij geen ander meisje op aarde. Ik vergat Mientje Klenze, met de rozenroode wangen geheel en al, niettegenstaande het vriendelijke meisje tot afscheid zulk een mooijen boekenlegger van heinelsblaauwe zijde voor mij geborduurd had met het opschrift: „Uit vriendschap." Ook een andere vrouw met een zilverwitten schedel zag ik somtijds naast de brunette die sprekend op deze geleek. Natuurlijk maakte de liefde mij tot.... dichter. Maar door het dichten vergat ik toch niet te studeeren, neen, ik wijdde mij daaraan met verdubbelden ijver, want ik had mij voorgenomen, zoodra ik mijn examen met goed gevolg gedaan had, in kennis te trachten te komen met mijn aangebedene en was van het gelukken van dit plan tamelijk zeker. Maar ach, toen ik eens na een in het ouderlijk huis doorgebragte vacantie naar het mij zoo dierbaar geworden kamertje terugkeerde, zocht ik in het huis over mij te vergeefs naar het bruinlokkige meisje; de vensters stonden alle open en gaven mij een vrijen blik op de leege muren de familie was verhuisd. Te vergeefs doorkruiste ik de straten der stad en zag naar de huizen opnergens ontdekte ik de «enige, die mijn zoeken gold. Dc beschermheer dor jeugdige vereeniging, de lieer P- J. van Dijk van Matenesse, lid der Jury, gaf daarop te kennen dat de Jury zich gedrongen had gevoeld nog van hare zijde twee eerste en twee tweede prijzen uit te reiken efi wel voor het ernstige een eersten prijs aan den lieer W. van Voorst, van Gouda, met des Geestes Toekomst, van Gerard J. Spoor, en een tweeden prijs aan den heer J. Strang, werkend lid van de vereeniging Nieuwland te 's Hage met De Visschersvrouw, van H. G. Roodhuizen. Voor het luimige genre bekwam de heer F. A. Wiebes, voorzitter der vereeniging Vrede en Vriendschap te Rotterdam, een eersten prijs, met De Ithaka van Jan Trochee, door W. J. van Zeggelen, en de heer J. H. Giezen, werkend lid der vereeniging Borger te Leiden, een tweeden prijs met De Nieuwe Heer, van W. J. van Zeggelen. Na de uitreiking der medailles deelde de beschermheer der vereeniging nog mede, dat hij eene medaille wensclite aan te bieden aan de vereeniging Aïschylus, om die aan haar vaandel te hechten, ter herinnering aan haar vijf jarig bestaan. In de jl. Woensdag te Vlissingen gehouden raads zitting is mededeeling gedaan van de afwijzende beschikking van den minister van Financiën op 's raads adres om vermindering van havengeld. Te Almelo blijft de toestand steeds dezelfde. Onge regeldheden hebben niet plaats gehad. Niettegenstaande er groote behoefte heerscht, schijnt het werkvolk vast besloten bij zijn eisch te volharden. De spinnerijeu werken gere geld voort. De arbeiders van de fabrieken van Jansen Tilanus, te Vriezenveen, hebben gisteren het werk hervat op de patroons gestelde voorwaarden. Als een bijzonderheid wordt medegedeeld, dat bij den bouwman J. Ham, onder Noord-Ketliel, een zeug dezer dagen 27 biggen heeft geworpen. Jl. Dinsdag heeft te Roermond op luisterrijke wijze de wijding van den bisschop Claessens plaats gehad. Begunstigd door schoon weder, bewoog zich een onafzien bare menschenmassa op straat, om den stoet te zien, die uit tal van corporaties zamengesteld was, en waarin men den burgemeester, mr Arnoklts, met zijne medeleden der Tweede Kamer de bh. Lambrechts en de Bieberstein opmerkte, evenals de leden van den gemeenteraad, militaire en burgerlijke autoriteiten, leden der Prov. Staten van Limburg enz. 's Ivonings commissaris in de prov. Limburg woonde de plegtigheid in de kerk bij, die zeer luisterrijk was en waaraan o. a. ook de 84jarige moeder van den bisschop deelnam. Des avonds had er eene groote illuminatie plaats, terwijl verschillende muziekgezelschappen serenades bragten bij de woning, waar de nieuwe bisschop zijn intrek genomen had, en waar een diner velen vereenigde, onder wie ook de bisschop Paredis en de oude moeder van den nieuwen bisschop aanzaten. De interessante intrigue van de nieuwe opéra-bouffe la Blanchisseuse de Bergen op Zoom. «De zoon van een welvarend brouwer, de jonge van Graff, wordt 's nachts ontdekt op het balcon (sic!) van een aardig vrouwtje uit de stad, het waschvrouwtje Guilemine (Willemien). Hij wordt veroordeeld om het vrouwtje te trouwen binnen de maand, waarin het vonnis is geveld. Doch van Graff wil niets weten van die verloving; maar hij komt thans tot zijn straf in een verschrikkelijke ver legenheid, omdat zijn vrouw niets meer van zijn eeden en beloften gelooft en hem den rug toedraait. Op 't laatst wordt de ongelukkige minnaar toch nog een gelukkig echtgenoot.» Ziedaar het heele stuk. Lhardy, de vermaarde kok van Madrid, had Koning Alfonsus naar het tooneel van den krijg vergezeld, om daar zorg te dragen voor 's Konings tafel. De Koning zond den keukenprins met zijn geheel gevolg echter naar Madrid terug, omdat hij, met zijn soldaten in het veld niet anders wilde leven dan als krijgsmakker. Benoeming-en, enz. benoemd tot rector magnificus aan de hoogeschool te Leiden voor het academiejaar 1875/1876 de heer staatsraad hoogleeraar mr. J. T. Buijs. Benoemd tot essayeur bij den waarborg der gouden en zilveren werken te Alkmaar de heer J. E. Witteveen, thans te Maastricht. Bij de dd. schutterij is op verzoek eervol ontslag verleend te Hoorn aan J. A. Heule, als kapt.; te Purmerende aan N. Doncan, als 2den luit. Voorts bij de dd. schutterij benoemd: te Hoorn tot kapt. G. II. van Iloolwerff; tot lsten luit. mr. T. J. Boelens; tot 2den luit. A. L. Veenebos. STATEN-GENEItAAL. Tweede Hamer. Door den minister van Binnenl. Zaken is aan de Kamer inge zonden zijne memorie van beantwoording op liet afdeelingsverslag over het wetsontwerp tot voorziening tegen hondsdolheid. Een gewijzigd ontwerp is daaraan toegevoegd. Bij een aanmerkelijk verschil in vorm zijn de beginselen, waarvan het oorspronkelijk voorstel is uitgegaan, dezelfde gebleven. Ten einde te doen uit komen dat het ontwerp strekt tot voorziening tegen het gevaar uit hondsdolheid ontstaande, is de considerans eenigzins gewijzigd. Daal de minister oordeelde dat nevens repressieve ook preventieve maat regelen moeten worden voorgeschreven om het gevaar van honds dolheid voor den mensch af te wenden, is in drie nieuwe artikelen bepaald dat honden, buiten gebouwen, vaartuigen en afgesloten erven, moeten voorzien zijn van een muilkorf en bij gebreke daarvan worden afgemaakt, welke afmaking door afzondering in een schuthok kan worden vervangen in alle gemeenten, waar daarvoor bij plaat selijke verordening eene of meer plaatsen zijn aangewezen. Eindelijk is in een nieuw artikel aan provinciale- en gemeente besturen bevoegdheid gegeven verordeningen betreffende het onder werp bij deze wet geregeld vast te stellen, mits niet in strijd met de bepalingen dezer wet. Dc Koninklijke Ncdcrlandsche Zecningt op 1 Januarij 187S. Onze Marine telt aan officieren, voor zoover de leden van het vorstelijk huis betreft, 1 opperbevelhebber der zee- en landmagt (Z. M. de Koning), 1 luit.-adrairaal (Z. K. H. de Prins van Oranje), 1 adm. van de vloot (Z.. K. II. Prins Frederik), 1 luit.-adm., opperbevelh. der vloot (Z. K. II. Prins Hendrik) en 1 kapt. ter zee a la suite (Z. K. H. Prins Alexander); voorts: 2 vice-adm., 3 schouten-bij-nacht, 20 kapt. ter zee, 41 kapt.-luit. ter zee, 123 luit. ter zee 1ste kl., 203 luit. ter zee 2de kl., 47 adelborsten lste kl., 23 adelb. 2de kl., 46 adelb. 3de kl. Geneeskundige dienst: 1 inspecteur, 6 dirigerende off. van gez., 32 off. van gez. lste kl., 25 off. van gez. 2de kl., 1 off. van gez. 3de kl., 1 eerste en 1 apotheker 2de kl. Het getal studenten, bestemd om opgeleid te worden tot off. van gez. bij de zeemagt, bedraagt 26, waarvan 2 candidaat-artsenterwijl aan 13 van de drie hoogescholen vergund is hunne studiën in dc medicijnen voort te zetten, ten einde lateralsoff. van gez. bij dezeemagtin dienst te treden. Administratie-. 3 inspecteurs, 18 off. van adm. der lste kl., 30 der 2de kl. en 36 der 3de kl. Voorts 36 scheepsklerken. Stoomvaartdienst: 5 officieren-machinist der lste en 4 der 2de kl. Onder de organieke getalsterkte zijn niet begrepen, als belast met speciale functiën 2 kapt.-luit. ter zee, 3 luits. ter zee lste kl., en 2 der 2de kl., alsmede 1 oli.-machinist der lste kl. Op 1 Jan. jl. telde onze zeemagt 16 gepantserde en 11 niet- gepantserde schepen tot verdediging van kusten, zeegaten, rceden en stroomen; 21 schepen voor algemeene dienst, op één na, niet gepantserd; 8 wacht- en kostschepen, 10 instructie- en excertie- vaartuigen, bestemd voor bijzondere diensten, en 31 schepen der Indische militaire marine. De sterkte van het corps mariniers op 1 Jan. dezes jaars bedroeg aan wal 32 officieren, 754 onderofficieren en minderen; aan boord 15 officieren, 1090 onderofficieren en minderen, zijnde dus de gezaraeulijke sterkte 47 officieren en 1S44 onderofficieren en minderen, totaal 1891. Vermits 'de bepaalde sterkte is vastgesteld op 2170 of 51 officieren en 2119 aan minderen, ontbraken derhalve 4 offi cieren en 275 minderen, te zamen 279. De staat van ontvangsten en uitgaven bij het weduwen- en weezenfonds der zee-officieren wees den 31 Dec. 1874 een bedrag aau van f 127,849,41. Op 31 Dec. van dat jaar genoten: 190 weduwen aan pensioen f 90,700; 26 kinderen aan onderstand f 4250; 105 kinderen aan kindergeld f 8850, te zamen f103,800. De financiën van het fonds voor oude en gebrekkige zeelieden gedurende het jaar 1S74 beliepen f 6206.22 aan inkomsten en uit gaven, waaronder een saldo op uit. Dec. 1874 van f 928,71. 35 gepensioneerde onderofficieren en schepelingen ontvangen uit voormeld fonds eene jaarlijksche toelage. Het financiëele overzigt, betrekking hebbende tot het fonds voor dek- en onderofficieren en mindere schepelingen bij de zeemagt gedurende 1874, wijst een bedrag aan van f 66,619.26^ aan ontvangst en uitgaaf. B u i te n I a n d. België. liet huwelijk tusschen den Prins van Saksen en Prinses Louise is jl. Donderdag te Brussel op het paleis voltrokken. De burgerlijke formaliteiten hadden plaats onder leiding van den burgemeester Anspach. De kerkelijke inzegening werd verrigt door den aartsbisschop van Mechelen. tügeiano Een paar jaren geleden besomde de Pall Mali Gazette 't totaal der nationale schulden van de wereld op 4200 millioen p. st. Dit bedrag, berekent 't blad, moet sedert gestegen zijn tot omstreeks 4590 millioen. Duitscbland. Er is sprake van, dat Bismarck den 1 April op zijn 60sten verjaardag, zijne ambten zou willen nederleggen, om het overige zijns levens rustig door te brengen. Zijne geneesheeren zouden verklaard hebben, dat hij dan nog verscheidene jaren kon leven, maar dat zijn zenuwgestel te zeer aangegrepen is om bij voortgezetten arbeid een langer leven dan van nog slechts enkele jaren mogelijk te maken, Rusland. Te St. Petersburg was het in de laatste dagen van Januarij zoo koud, dat een aantal scholen tijdelijk werden gesloten, doordien de meeste ouders de kinderen te huis hielden. In het belang van huurkoetsiers en andere per sonen, die 's avonds en 's nachts op straat moeten zijn, heeft het stedelijk bestuur bepaald, dat de herbergen en restauratiën tot nader order 's nachts geopend mogen blijven, mits alleen voor het verbruik van warme spijzen en warme dranken. Hierop zal streng toezigt worden gehouden. Spanje. Een telegram, uit Oteiza den 3 dezer aan Koningin Isabella verzonden, meldt, dat Koning Alfonsus den vuur doop heeft ontvangen, bij een aanval van de Carlisten op de ermitage San Christobal, welke echter werd afgeslagen. Stoomvaart-Berigten. De Conrad passeerde jl. Dingsdag morgen Gibraltar. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Opgave van af Donderdag middag tot Zatnrdag middag. ONDERTROUWD- K. Bruin, koopman en B. Meijers. GETROUWDGecne. BEVALLENG. Steegers, geb. Prins, (D.). G. Dekkers, geb. te B ick, (D.). E. J. Minneboo, geb. van der Hoeven, (Z.). H. van der Hulst. geb. Kroon, (Z.). J. Hulstkamp, geb. Prins, (D.). J. Bakker, geb. Zuidewind, (D.). F. Hodde, geb. Grande, (D.). M. S. Thieman, geb. Meck, (D.). M. de Wolff, geb. Cramer, (Z.). OVERLEDEN: V. Stol, geb. Klein, 58 jaren. A. P. Vos, 1 maand. II. P.C. van Keulen, 8 weken. E. Sariemijn, geb. Smit, 58 jaren. Burgerlijke Stand. Gem. Anna Paulowna. Van 1 tot 31 Januarij 1875. ONDERTROUWD: C. van Eeten, arbeider en A. Zwaag, zonder beroep, wonende te Wieringerwaard. H. Swierts, werkman en C. Boon. GETROUWD: C. van Eeten en A. Zwaag. BEVALLENJ. Groenleer, geb. Zuidijk, (D.). M. van Ekeren, geb. Schrieken, (D.). M. Bruin, geb. Dekker, (D.). M. Koorn, geb. Spruit, (D.). M. Schagen, geb. Jonker, (Z.). J. van der Molen, geb. Pronk, (Z.). M. Moerkamp, geb. Portegies, (Z.) T. Jes, geb. de Graaf, (D.). OVERLEDENJ. van der Oord, 4 maanden. A. van Zandwijk, 1 jaar. G. van Twuijver, echtgenoote van P. Smit, 41 jaren. M. van Vliet, echtgenoot van A. Bouwmeester, 46 jaren. P. Kok, 1 maand. W. Comelissen, 24 jaren. P. Kranenburg, 9 maanden. J. Kater, echtgenoot van Anlje Tiel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 2