Benoeming-en, enz. Buitenland. Engeland. Duitschland. Denemarken. Italië. Spanje. China en Japan. Buro-erlijke Stand. Gempente Helder. van runderen door buitenlandsche kooplieden. Tot hiertoe is alleen in kalveren, schapen, varkens, enz. een tamelijke verzending naar de Hollandsclie gewesten; vreemde koop lieden laten zich nog altijd wachten, naar men zegt, wegens het alom in 't buitenland nog genoegzaam voorzien zijn van runderen, meest kalf- en melkkoeijen. Men twijfelt aan de juistheid van het in Engelsche bladen voorkomende berigt, als zouden België, Denemarken, Nederland en andere kleinere staten op Ruslands uitnoodi- ging om het Congres te Petersburg bij te wonen, evenals Engeland weigerend antwoorden. Het berigt is in elk geval voorbarig. - Het slot eëner correspondentie in de Köln. Zeit., over het eeuwfeest der Leidsche hoogeschool, luidt aldus: «Geheel Leiden heeft het genoegen gedaan, dat ofschoon midden in den winter, zoovele vreemdelingen kwamen, om zijn jubileum mede te vieren. De Nederlanders gevoelden weder eens, dat zij het middenpunt der Europesche belang stelling uitmaakten en zij hebben alles gedaan om zich daarvoor erkentelijk te toonen. Nog dobbert veelal de stemming, maar het ligt in den aard der verhoudingen, dat Nederland met zijn sympathiën allengs meer en meer naar het Duitsche Rijk moet overhellen. Ook met Rome heeft Nederland te strijden. Maar niets wekt levendiger onze sympathie op dan de onverbreekbare band, waarmede de republikeinsche zelfstandigheid der steden en bijzondere instellingen zich gehecht heeft aan het Huis van Oranje, wat het geheele feest door zoo ongezocht en warm aan den dag kwam. De groote Willem had ook voor zijn Huis niets zegenrijkers kunnen volbrengen, dan de stichting der Leidsche hoogeschool.» In Oostenrijk is in het laatst der vorige week zooveel sneeuw gevallen, dat het verkeer zelfs langs de spoorwegen tusschen vele plaatsen geheel gestaakt moest worden en eerst den II dezer geheel hersteld was. Aangaande het groote bal in de nieuwe opera te Parijs wordt nog medegedeeld, dat 't was een féte d'ennui in plaats van een Jête de nuit. In het binnenland van Haïti is een neger gearresteerd en gevankelijk naar Jacmel gevoerd, beschuldigd van menscheneterij. Hij werd schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Bij zijn gevangenneming had hij het hoofd van zijn slagtoffer, dat blijkbaar pas sedert kort vermoord was, nog in een mand, dien hij bij zich droeg. Met de Protestantsche kerk gaat het hier te lande bitter slecht, zoo meldt men o. a. uit Nederland aan het Fransche blad 1'Univers. Geloovige Protestanten zijn rares, hoogst zeldzaam en van tijd tot tijd il jettent des cris de détresse. Geen wonder, want de kerken staan leêg; men ziet er nagenoeg geen andere personen, dan de gesalarieerde predikant en de koster met vrouw en kinderen. De schrijver roept ten slotte uit: «Bijna zou men kunnen zeggen, dat de kerken der Protes tanten slechts bezocht worden door hen, die worden betaald om de sleutels er van te bewaren.» Multatuli's Vorstenschool. Multatuli is te Rotterdam om de repetitie van zijn drama «Vorstenschool» bij te wonenmejufvrouw Mina Kruseman speelt daarin de rol van «Louise» en mejufvrouw Elize Baart die van «Hanna.» De overige rollen zijn in handen van leden van het tooneelgezelschap der «Nieuwe Rotterdamsche schouwburg- vereeniging»In de laatste week van deze maand, zegt de N. R. Crt., zal 't stuk voor de eerste maal worden opgevoerd. De dag is nog niet bepaald, omdat die afhangt van 't getal repetitiën. Een verliefd jonkman zond zijn portret aan zijn beminde. Uit vrees, dat het porto te hoog zou komen, schreef hij er op: «Monster zonder waarde.» De heer J. M. Daalgreen, thans commies-verificateur der lste cathegorie voor de active dienst der directe belastingen, in- en uit gaande regten en accijnsen te Hoorn, is benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Bergeyk c. a. België. Te Antwerpen werd den 8 en 9 dezer een optogt gehouden van historischen aard «ten voordeele van werken van verlichting en beschaving». «De stoet,» zoo beschrijft «De Kleine Gazet» haar o.a., «waseen tafereel van vroegere eeuwen, een levend afbeeldsel van den schrikkelijken strijd onzer vaderen tegen de dwinglandijeen eerbiedige herin nering onzer helden, een vloek tegen onze verdrukkers; een bladzijde uit het verleden, een les voor het tegen woordige, een waarschuwing voor de toekomst.» Ze was zamengesteld uit al de schrikgestalten en heldenfiguren die de Spaansche tijd den verdrukten Nederlanders heeft doen aanschouwen. Eerst verschenen de «Spaansche soldaten» vervolgens een groep «prachtig uitgedoschte Spaansche ruiters en onder hen een klein, mager, bleek en ziekelijk mannetje, met vooruitspringende kin en blonden baard «Philips de tweede, de duivel van het zuiden, de Tiberius der 16de eeuw.» De Engelsche admiraal Richards heeft dezer dagen in het thé&ter van de Londensche universiteit eene voorlezing gehouden over Noordpool-expeditien en over de Engelsche Noordpool-expeditie van 1875 in het bijzonder. Het reisplan dier expeditie is door de Baffins-baai en vervolgens door Smiths-Sound noordwaarts te stevenen. De schepen, die deze reis zullen doen, zijn zoo sterk mogelijk gebouwd, en zoo volledig uitgerust als in Engeland nog geen schepen uitgerust zijn. De bemanning zal uit ongeveer 60 scheeps officieren en manschappen bestaan en men zal voor minstens 3 jaren leeftogt medenemen. Elk schip zal een ervaren natuurkundige aan boord, en de expeditie met alle instru- inenten en hulpmiddelen, die voor onderzoekingen in de verschillende takken van wetenschap noodig zijn, toegerust wezen. Er zijn schikkingen gemaakt om te Groenland 60 honden aan boord te nemen, die de sleden zullen moeten trekken. Tot dusver is het plan, dat de twee schepen omstreeks het einde van Mei van Portsmouth zullen ver trekken. Onder 81 of 82 graden noorderbreedte zullen zij waarschijnlijk uiteengaan, en terwijl het eene schip op de kust van Groenland zal blijven, zal het andere zich noord waarts een weg banen. Al het mogelijke was, meende de spreker, gedaan om een goeden uitslag te verzekeren. Hij maakte eenige opmerkingen omtrent den waarschijnlijken aard der zee ten noorden van 82 graden, en zeide, dat hij uit de geweldige strooming, die door Smiths-Sound en de Hudson-Straat langs de kust van Labrador stroomt, meende te moeten opmaken, dat er ten noorden van Smiths-Sound geen groot vastland bestaat. Nadat door menschlievende bemoeijingen te Londen reeds vele honderden openbare drinkbronnen en tal van troggen voor dorstige paarden zijn opgerigt, heeft men thans de eerste schreden gedaan tot het verkrijgen van een onderdak voor de arme koetsiers op de open standplaatsen. Door vrijwillige bijdragen is in de voorstad van St.-John Wood, op een harer standplaatsen van rijtuigen, een sierlijk huisje van hout en glas opgerigt, waar zij in hun vrijen tijd vuur vinden om zich te warmen en in de gelegenheid zijn thee of koffij te zetten. Nu het voorbeeld gegeven is, zullen weldra allerwegen in Londen dergelijke droskens- paviljoens verrijzen. Dikwijls gingen kleine plaatsjes de groote voor. De Times meldt uit Berlijn, dat Bismarck niet het voornemen heeft te kennen gegeven af te treden, maar dat hij, op aandrang zijner vrienden om zich van te groote inspanning te onthouden, slechts in zoover met de behan deling van zaken zal voortgaan, als met zijn gezondheids toestand redelijkerwijze bestaanbaar is. De Scotsman maakt den volgenden brief openbaar van generaal Garibaldi aan den uitgever van het blad «Rome 5 Februarij. De Schotten zijn altijd vrienden en kampioenen van Italië geweest. Zij hebben door zedelijke en stoffelijke hulp met geestdrift medegewerkt ter verkrijging van Italië's onafhankelijkheid. Thans reken ik op hunne hulp ter ver wezenlijking van het plan om den. loop der Tiber te ver leggen en de Romeinsche Campagna te redden. In het bijzonder reken ik op de pers, die magtigc invloed in een vrij land, ten einde dit denkbeeld populair te maken, opdat de Italiaansclie regering den intrest van het noodige kapitaal waarborgende een voldoend aantal aandeelen (die ik op 100 lires, dat is 4 p. st., zou willen stellen) geplaatst worde om deze onderneming te kunnen beginnen en ten einde brengen. Gariisaldi.» Ook de Londensche Daily News heeft een dergelijken brief ontvangen. Door den Kroonprins is den 8 dezer een gemaskerd bal gegeven, dat buitengewoon prachtig is geweest. De costumes, do >r den Kroonprins en* d'p Kroonprinses, zoomede door andere leden van het vorstelijkï huis gedragen, waren genomen naar de meesterstukken der oude Italiaansclie schilders van den eersten rang. Do balzaal was geheel versierd op de wijze van de groote halle van het paleis der prachtlievende Medici te Florence. Nadat de Keizer en de Keizerin met een bijzonder glansrijk gevolg in de balzaal waren getreden en zich op de estrade hadden nedergezet, had een défilé plaats van verschillende optogten, die wedijverden in praal en pracht; wijders werden verscheidene quadrilles uitgevoerd, waaraan ook leden van het vorstelijk huis en andere Duitsche Prinsen en Prinsessen deelnamen. Uithoofde van de buiten gewone schoonheid dier optogten en dansen heeft de Keizer den wensch te kennen gegeven, dat zij op het hofbal, hetwelk in zijn paleis op den 9 dezer plaats heeft, zullen worden herhaald. -De advokaat Heinrich Muller uit Dresden, die aan geklaagd was van zijn vrouw vergiftigd te hebben en later na het plegen van valschheid in geschrifte gevlugt is, had zich naar Amerika begeven en onder den naam van «Lange» een aanstelling als geestelijke bij de Evangelische gemeente te Cleveland, in den Staat Ohio, gekregen. Men is dit te weten gekomen doordat de voorzitter van het bestuur dier gemeente te Leipzig inlichtingen wilde inwinnen omtrent den zoogenaamde heer «Lange», en daarom zijn portret mede daarheen gezonden had. Ongelukkig voor den gees telijke, dat men aldaar den ouden schurk Müller in hem ont dekt heeft. Op grond der verdragen is hij gevangen geno men en uitgeleverd. Te Stuttgart zal dit jaar een algemeene Duitsche scherpschutters-wedstrijd worden gehoudenhet feest vangt aan op 1 Aug. en men verwacht aldaar ongeveer 20,000 scherpschutters. Ten einde aan die algemeene bijeenkomst van leden der Duitsche scherpschutters— vereenigingen bevorderlijk te zijn, zullen gedurende dit jaar geen provinciale vereenigingen van dien aard worden gehouden in de Rijn-provincien en in het koningrijk Saksen. Men schrijft uit KopenhagenHet is nu bijna negen jaar geleden, dat bij den vrede van Praag bepaald werd, dat de bevolking van Noord-Sleeswijk door een volksstemming zou verklaren, of zij Pruissiscli of Deensch wilde zijn. Daar tot nog toe aan die bepaling geen gevolg is gegeven en ongeveer 200.000 Denen nog altijd hopen met hun Vaderland vereenigd te worden, is het niet te verwonderen, dat er van tijd tot tijd op de naleving van het traktaat van Praag aangedrongen wordt. Dit geschiedt vooral door de Dannevirke, die met moed en takt geredigeerd wordt door den heer Hyort-Lorenzen. Hij is thans tot acht maanden vestingstraf veroordeeld. Het hoofddoel van zulk een streng vonnis is natuurlijk de uitgave van het blad onmogelijk te maken en de bevolking te dwingen, niets dan Pruissische en door Pruissen bezoldigde bladen te lezen. Zulke maatregelen vermeerderen de verbittering eener bevolking, die met onverbreekbare trouw aan haar Vaderland gehecht is en nooit de hoop laat varen, nog eens van de Pruissische overheersching verlost te worden. Garibaldi heeft zijne woning overgebragt in eene villa, die een mijl buiten de Porta Salara ligt en het schijnt, dat hij daar de rest van zijn leven slijten wil. Dagelijks ont vangt hij bezoeken van politieke notabiliteiten en van aanzienlijke vreemdelingen. Telkens op nieuw verklaart hij, dat hij niet te Rome gekomen is, om zich met de politiek in te laten. «De tijd is veranderd,» zegt hij; «wij hebben gestreden voor een idee, die volkomen verwezenlijkt is; wij hebben Italië vereenigd en vrij gemaakt; thans moeten wij het sterk en voorspoedig maken.» Dan zet hij zijn plannen uiteen voor de kanalisatie van den Tiber en de vruchtbaarmaking der Campagna. Daarmede zullen hon derden millioenen gemoeid zijn. maar onuitvoerbaar is het plan niet en Garibaldi gebruikt al zijn energie om er ondersteuning voor te verkrijgen. «Als het kanaal voltooid is, moet het uw naam dragen», zeide hem iemand. «Neen», antwoordde Garibaldi, »het moet Victor Emanuel-kanaal heeten.» Berigten uit Rome stellen in het licht, dat de redacteur der Capitale Souzogno, die dezer dagen te Rome vermoord werd, zijn vak en zijn land schade aandeed door zijn blad tot den vergaarbak te maken van alle schandalen en laster praatjes. Meer dan eens werd hij hiervoor door de beleedigde personen getuchtigd; thans schijnt een van hen een bravo te hebben omgekocht om hem te vermoorden. De Carlisten hebben bij Haro op den trein, waarin Koning Alfonsus zich bevond, geschoten, maar zonder iemand te raken. Er is nog onzekerheid over de troonopvolging te China, hoewel de zoon van Prins Kung tot Keizer gekozen is onder den titel van Kwang Lew gelooft dat het mogelijk zou zijn deze schikking te niet te doen wanneer de Keizerin nog een zoon kreeg. Dan zouden twee Keizerin-weduwen tot regentessen benoemd worden gedurende de minderjarig heid van den Prins. Het gerucht dat de Keizerin zich van het leven zou hebben beroofd, wordt niet bevestigd. Opgave van af Donderdag middag tot Zaturdag middag. ONDERTROUWD: K. Mulder, stoker bij de Mariue en P. H. Addeson. II. J. Amse, zeeman en M. M. Drost. ur: GETROUWDGeene. BEVALLEN: A. Bosch, geb. Blikkenhorst. (Z.). N. J. Aeijelts, geb. Adama, (Z.). A. Harms, geb. Namink, OVERLEDEN: A. Groen, 15 jaren. G. de Vroome, 7 maanden. J. Herpers, 25 jaren. Ambtshalve ingeschreven 3. I.ATKRE BKBIGTGIV. Z. Exc. de minister van Marine bevindt zich heden alhier, o. a. tot het brengen van een bezoek aan boord van de mailboot Voorwaarts. Op de Zuidwestpunt van Texel is gepasseerde nacht een brik gestrandde stoomsleepboot de Stad Amsterdam is ter assistentie vertrokken, naam of natie is tot heden nog onbekend. De Arnli. Crt. komt nog eens terug op 't verbod van den waarnemenden burgemeester te 's Bosch tegen de opvoering van Pariser Leben aldaar. Het blad wijst op de duidelijke bepaling in art. 188 der gemeentewet, waarbij bepaald wordt, dat de burgemeester waakt tegen 't doen van met de openbare orde of zedelijkheid strijdige ver tooningen. De burgemeesters hebben voortdurend van die magt gebruik gemaakt, om verschillende kijkspelletjes en kermistentjes, vooral om draaimolens te verbieden. Dat heeft geen bezwaar opgeleverd. Nu heeft men echter een tooneel vertooning verboden, en 't publiek pruttelt, mort, protesteert en rebelleert tegen de zorgen des burgemeesters. Het publiek heeft echter ongelijk. Men zegt, dat men op deze wijze is overgeleverd aan den burgemeesterlijken willekeur. Dat is waar. Doch er wordt hier te lande geen misbruik van gemaakt en de storm, tegen den nu befaamden heer Luvckx losgebarsten, zal niet tot navolging noopen; men wordt niet gaarne aan de kaak gesteld, zelfs een burgemeester niet. De waakzaamheid van den burge meester moet gehandhaafd worden; hij moet persoonlijk verantwoordelijk blijven in deze, niet een college, dat bij meerderheid van stemmen beslist. In de uitsluitend per soonlijke aansprakelijkheid van het hoofd der gemeent een der gemeentelijke politie daarentegen ligt de meest zekere waarborg tegen misbruik van gezag en willekeur. De bur- gemeesterlijke tooneel-censuur kan, het is waar, onoordeel kundig toegepast, maar welk gezag kan dit niet? Heft men, om dit kwaad te voorkomen, het middel op, dan loopt men groot gevaar in het nog veel grooter kwaad der onbe lemmerde tooneel-losbandigheid te vervallen. Het Provinciaal geregtshof van Overijssel heeft gis teren middag bij een zeer gemotiveerd arrest Jacob Wolff, vroeger mede-directeur der thans gefailleerde Overijsselsche bank, wegens het desbewust gebruik maken van eene valsche acte (de bekende credietbrief, groot fr. 600,000, op het Comptoir d'Escompte te Parijs) en wel met aan neming van verzachtende omstandigheden, hierop gegrond, dat hij bij het plegen van het feit nog geen 23 jaren oud was, veroordeeld tot eene correctioneele gevangenisstraf van 5 jaren en eene geldboete van f 50 of subsidaire gevangenisstraf van 7 dagen, met vrijspraak wat betreft de overige hem ten laste gelegde feiten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 2