1875. N°. 22.
Vrijdag 19 Februarij.
33 Jaargang.
LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE.
TWEEDE BEKENDMAKING.
Binnenland.
RELDERSCHE
EK NIEUWEDIEPER COURANT
„Wij huldigen het goede."
Verschijn Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1 30.
m h» franco per post - 1.65.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N\ 163.
Prijs der Adverteiitiën: Van 14 regels 60 Ceats,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-lndië
vla Brindifll.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
maken bekend, dat de LOTING over de in 1874 in deze gemeente
ingeschrevenen voor de ligting der Nat:onale Militie van 1875 is
bepaald opMAANDAGdenTWEE-EN-TVVINTIGSTEN FEBRUARIJ
EERSTKOMENDE, des voormiddags ten tien ure.
De loting zal plaats hebben in de BOUVVZAAL, ACHTER HET
BUREAU VOOR GEMEENTEWERKEN, op de Kerkgracht.
Gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting
heeft plaats gehad, kunnen tegen de wijze waarop zij is geschied,
bij de Gedeputeerde Staten bezwaren worden ingebragt door belang
hebbende lotelingen, of door hun vader of voogd, bij verzoekschrift,
op ongezegeld papier, oudertcekend door hem die het bezwaar inbrengt.
Dat verzoekschrift moet worden bezorgd hij den Burgemeester
dezer gemeente.
Voorts wordt in herinnering gebragt, dat zij die vermeenen vrij
stelling van dienst te kunnen erlangen, daarvan bij de loting opgave
moeten doen aan den Heer Militie-Commissaris.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAK MAN BOSSE, Burgemeester,
den 16 Februarij 1875. L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 18 Februarij.
Gisteren avond werd door Helder's Comité van het Roode
Kruis eene bijeenkomst gehouden, waarin verslag werd
uitgebragt van de in Oct. II. te 's Hage gehouden algemeene
vergadering der Vereeniging. Verder ontving de vergadering
mededeeling van hetgeen door het Utreclitsche Comité is
gedaan tot oprigting der Amalia-sticliting. Deze stichting
verdient om het groote belang der zaak wel eene algemeene
bekendheid. Gelegen aan den Vaartschen Rijn, aan den
straatweg van Utrecht naar Vreeswijk, biedt zij in tijd van
oorlog de uitmuntendste gelegenheid aan tot verpleging van
zieke en gewonde krijgslieden, door hare ligging achter de
Hollandsche waterlinie. In tijd van vrede zal zij strekken
niet slechts tot bergplaats van materiëel, maar ook tot
oefenplaats voor ziekenverplegers. In het hoofdgebouw
bevinden zich: magazijnen, provisie-kelders, conciërge
woning, vergaderzaal, enz. in de nevengebouwenwaschhuis
hulpapotheek, keuken, brandspuithuis, badkamer, paarden
stal, magazijnen, enz. Deze gebouwen zijn voltooid, alsmede
een barak voor 16 lijders, met ruim 45 kub. meter lucht
per bed en zeer voldoend systeem voor ventilatie en ver
warming. Voorts bevat die barak vier vertrekjes: één
voor logies van den verpleger, één voor theekeuken, één
voor badkamer met lavabo's, één voorzien van twee privaten
(tonnen-systeem). De stichting is hiermede echter nog in
't geheel niet voltooid. Het project bevatte 10 barakken,
benevens lijkenhuis en sectiekamer, ijskelder en operatiezaal.
Het nu reeds tot stand gebragte is geschied door de
onbekrompen mildheid van den beschermheer van 't Comité,
Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden en de Balije
van Utrecht. Voor hetgeen verder te doen is, roept het
Comité de hulp in, niet slechts van de Zuster-C'omité's,
maar ook van allen, die daartoe iets kunnen afzonderen.
Tengevolge van deze uitnoodiging werd door de verga
dering besloten om uit de fondsen van Helder's Comité
eene som van f 50 voor dit doel te bestemmen. Tevens
werd besloten om de Redactie van dit blad uit te noodigen
een en ander betrekkelijk de Amalia-sticliting aan hare
lezers mede te deelen, in de hoop dat daardoor ook parti
culieren zich mogen opgewekt gevoelen eene zoo mensch-
lievende stichting door hunne geldelijke bijdragen te helpen
voltooijen.
De algemeene kas der vereeniging Het Roode Kruis kan
vooralsnog geene ondersteuning voor dit djel verleenen;
de oorlog in Atsjin vordert steeds belangrijke uitgaven, en
overeenkomstig de statuten behooren de beschikbare gelden
allereerst voor dat doel te worden aangewend.
Gaarne vestigen wij de aandacht op deze zaak, die zeker
in groote mate ieders belangstelling waardig is.
Tot de feestelijkheden op morgen, den verjaardag
des Konings, behoort ook eene Soirée, te geven door de
leden der Onderofficiers-Vereeniging Vaderland en Oranje,
in het lokaal Tivoli.
De Staatscourant behelst het maximum van het getal
notarissen, die voor ieder arrondissement kunnen worden
aangesteld; voor Noordholland wordt dit bepaald op 131,
namelijk in het 1ste arrondissement 71; het 2de 17; het
3de 22 en het 4de 21. Het geheele aantal notarissen in
ons land, hetwelk nu 810 bedraagt, is bepaald op 832.
Gisteren is aan het ministerie van Binnenl. Zaken
o. a. aanbesteed: Het afgraven van grond aan de noordzijde
van den bovenmond der doorgraving aan den Hoek van j
Holland. Hiervoor waren 15 billetten van inschrijving
ingekomen. Het minst was ingeschreven door den lieer
T. Volker, te Dordrecht, voor f 139,600.
In de gisteren gehouden vergadering van do Konink
lijke Nederlandsche Stoomboot-maatschappij is besloten
een overeenkomst te sluiten met Prins Hendrik en eenige
Zeeuwen tot oprigting eener naamlooze vennootschap of
reederij voor een stoombootvaart van Vlissingen op Engeland, j
Twee booten zijn reeds aangekocht. De K. N. Stoomboot
maatschappij zal hoogstens f 320,000 bijdragen.
De geneeskundige Raad in Noordholland heeft dezer
dagen een circulaire doen verspreiden, waarin hij, teneinde i
alles te bevorderen wat leiden kan tot verbetering der I
volksgezondheid, mededeeling doet van een ontworpen plan
eener provinciale vereeniging tot afwering van epidemische
ziekten tot een hulpbetoon tijdens epidemiën.
Het aantal leden der Vereeniging tot bevordering
der Lijkenverbranding is thans tot 1104 gestegen.
Op Woensdag 3 Maart e. k. zal de Vereeniging tot j
Ontwikkeling van den Landbouw in Holland's Noorder
kwartier te Beemster vergaderen. Alsdan zal o. a. worden
behandeld«Verslag van de Vereeniging tot Veredeling van
het Schapenras in Holland's Noorderkwartier; rapport van
het behandelde in de gehouden vergaderingen over de
oprigting van een rundvee-stamboek door den heer J.
Hullemanbehandeling van het programma voor den wed
strijd met ploegen; voorstel van het bestuur om lid te
worden van de Vereeniging «het Nederlandsch Rundvee
stamboek;» bespreking van de voordeeligste wijze van
kaasbereiding bespreking van de plaats voor het houden
der volgende algemeene vergadering in Nov. 1875.»
Men schrijft ons van Texel, dd. 17 dezer:
«Gisteren is eene Engelsche stoomboot in de Eijerlandsche
gronden verzeild geraakt, maar na eenige uren met behulp
van schelpenvisschers weer vlot gekomen.»
In de nabijheid van het wachtschip te Amsterdam is
het lijk opgevischt van den eerst onlangs op dien bodem
geplaatsten baas-kleedermaker, die sedert een paar dagen
vermist was.
De kerkeraad der Ned. herv. gemeente te Amsterdam
is bij de Synodale commissie in cassatie gekomen tegen
een uitspraak van het prov. kerkbestuur van Noordholland,
waarbij den kerkeraad gelast werd de aangenomen leerlingen
van ds. van Gorkom als lidmaten in te schrijven, hetgeen
door den kerkeraad herhaaldelijk was geweigerd.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft in zijne
jl. Dingsdag gehouden zitting onderstaand rapport zijner
commissie aangenomen. Het luidt als volgt: «Binnen zes
maanden na den dag, waarop het Noordzee-kanaal zal zijn
voltooid, zal de gemeente Amsterdam aan den Staat uit
betalen: eene som van drie millioen gulden, vermeerderd
met de rente, ad 4 pCt. 's jaars van die som, van den dag
waarop door de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij het
kanaal zal zijn opgeleverd, tot den dag der uitbetaling toe,
mits: 1 die oplevering door de Kanaal-Maatschappij geschiedt
vóór uit. Dec. 1878; 2 de regeling der hangende vraag
stukken tot stand komt op de grondslagen der missive van
die Maatschappij, dd. 30 Nov. 1874, No. 340; 3 de slot
bepaling van art. 1 der overeenkomst tusschen de regering
en de Kanaal-Maatschappij, dd. 14 Dec. jl., vervalt; 4
het Noordzee-kanaal wordt verbreed tusschen den duinvoet
en de Wijkermeer tot 35 meters, gemeten op 7.50 meters
onder Amsterdamsch peil5 het kanaal bewesten de Noordzee
sluizen wordt verdiept tot 8.50 meters onder Amsterdamsch
peil en de Noordzee-haven tot dezelfde diepte van 8.50
meters onder Amsterdamsch peil over de geheele lengte
der haven en over eene breedte van 250 meters, namelijk
125 meters aan weerszijden der as; 6 het kanaal wordt
verdiept tusschen de sluizen en Amsterdam tot 7.70 meters
onder den normalen waterspiegel en geschikt wordt gemaakt
om schepen van 72 decimeters diepgang Amsterdam te doen
bereiken; 7 de sub 4, 5 en 6 bedoelde verbeteringen zijn
tot stand gekomen vóór uit. Dec. 1883.»
Bij den boekhandelaar Noordendorp, te Amsterdam,
zal dezer dagen het licht zien een nieuwe bundel novellen,
van de hand van Gh. Busken Huet.
De Amsterdamsche correspondent van het Vaderland
schrijft aan zijn blad het volgende«Naar men in sommige
kringen zegt, zouden burgemeester en wethouders aan den
raad voorstellen het Thorbecke-standbeeld op het Konings
plein te plaatsen. Volgens den een zal de onthulling zonder
veel omhaal, volgens den ander met groote plegtigheid op
12 Oct. a. s. (liOOjarige herdenking van den giftbrief van
Floris V aan Amsterdam) geschieden.»
Wij hebben reeds gesproken van de rentrée van
mevr. Kleine op het tooneel te Amsterdam. De heer
Róssing schrijft over haar optreden nog 't volgende:
«Het derde bedrijf is aangrijpend schoon. Maria Stuart
komt uit haar kerker; zij drinkt weer de frissche de
heerlijke, de goddelijke lucht. Elisabeth nadert. Een tooneel
van trots en zelfverloochening, doch dat eindigt met her
leving van vroegere fierheid en in gekwetste majesteit
verkeert. Dat deel is het glanspunt van mevr. Kleine's spel.
Zeggingskracht, gelaatsverandering, sober gebarenspel
dat alles is onovertrefbaar. In plaats van toe te juichen,
blijft men onbewegelijk; het spel is te wegslepend, doch
het blijde handgeklap wekt u uit den droeven toestand;
hartstogtelijk klapt ge meê en bewondert den fijnen smaak
van hen, die dat oogenblik hadden gekozen, om hun kransen
en bloemen der kunstenares te vereeren.
Nog een aangrijpend tooneel. Maria Stuart bereidt zich
ter dood. Met afgepijnd gelaat, met gebeên en tranen
neemt ze afscheid van al die haar lief en dierbaar zijn,
van haar trouwe flanna, van haar onvergetelijken biecht
vader. Geen luide kreten van smart, geen hartstogtelijke
onnatuurlijkheid, stil en tot in de ziel bedroefd, bereidt ze
zich tot de laatste reizc. Geen nardsch wezen kunt ge
meer in haar ziende boetedoende Magdalena van zooeven
behoort aan andere gewesten
Al wie door ootmoed wordt herboren,
Is ran het hemelsche geslacht.
De meest ongevoelige mensch wordt aangedaan; er heerscht
een stilte als die des doodsvreemden, spelers van vro
lijke en zinlooze operettes achter u kunnen niet zwijgen;
opgetogen murmelen ze elkander toe: Mijn God! mijn
God, wat 'n kunstenares! Stil onbeschrijfelijk stil bleef het
totdat het scherm viel, maar toen ging er een gejuich op,
brak er een jubel los, dio niet tot bedaren scheen te brengen.
Nederland heeft één, slechts één kunstenares in het
treurspel aan te wijzen; het waardeert die sinds lang, het
blijve die waardeeren,door het mogelijk te maken, dat zij slechts
enkele malen haar kunst te genieten geeft en zich niet
avond aan avond afmatte. Dat zou haar dood ten gevolge
kunnen hebben, en die dood zou liet Nederlandsche volk
te wijten zijn.»
Omtrent de Leidsche feesten leest men nog in het
Handelsblad
«En nu nog een kijkje op de Buiten-Societeit Amicita,
daar de keur der buitenlandsche hoogleeraren te kennen
had gegeven, behoefte te gevoelen nog eens met de studenten
te zamen te zijn, alsvorens van Leiden naar heinde en verre
te vertrekken. En ziet, daar hadden we een tweede Con-
cordia-avond. Ernest Renan, wist men zou spreken, en dit
was genoeg om zóó veel cives bijeen te doen zijn, dat de
zaal als 't ware in twee verdiepingen herschapen moest
worden, met name de vloer en de stoelen en tafels. Renan
sprak, en deed dit zeer krachtig. Hartverheffend waren
zijne wijsgeerige woorden; geestig en vernuftig zijne uit
drukkingen aan de harmonie der menscheid gewijd. En
onze professoren en studenten.... een zee van loftuitingen viel
hun in ieder opzigt ten deel.
Renan werd opgevolgd door een serie andere sprekers,
onder welke al de aanwezige internationale professoren. U
van hun woorden zelfs slechts een schets te geven, zou
onmogelijk zijnze waren overstelpend voor 't gemoed en
lokten een geestdrift uit gelijk ik zelden waarnam. Frankrijk,
Duitschland, Pruissen, Engeland, Zwitserland, België, spraken
door hunne geleerden woorden vol vervoering over 't geen
ze bij ons hadden gezien en waargenomen ten opzigte der
vrijheid en onafhankelijkheid, der zelfstandigheid van geest.
En de geestige Engelschman uit Cambridge gebruikte
meer woorden dan een Engelsch woordenboek aan de hand
doet, om den lof te ontboezemen voor the splendid Gen
tlemen at the Universily en voor Holland, waarheen hij was
gegaan met geheel andere gedachten, dan de gevoelens, die
hij bij zijn terugkeer zou verbreiden. Geen land van lange
mannen, van enkel honig, melk, boter en kaas, maar een
land van intellectie, echten burgerzin, deugd en liefde voor
de vrijheid.
Op dit en andere thema's werd nog tot laat in den nacht
gevarieerd, ook door onze professoren Modderman, Heijn-
sius en Dozy en de studenten Ivappeijne en Heemskerk.
Het was een karakteristiek en beteekenisvol bijeenzijn.
En dit gevoegd bij al hetgeen ik zag en bijwoonde in de
vorige dagen, geeft mij de zekerheid dat bij het groote
voorregt, van het 300jarig herinneringsfeest, ons nog dit
zal te beurt vallen, dat ons land en zijne bewoners buiten
af beter zullen worden gekend en gewaardeerd en de Ghi-
nezen voortaan zullen blijven op de plaats, welke zij op
den atlas innemen.
Door den heer A. W. Bronsveld, pred. te Haarlem,
is een adres aan de Tweede Kamer ontworpen en ter
onderteekening aan de predikanten der Ned. herv. kerk
toegezonden, waarin op verschillende gronden op het behoud
der godgeleerdheid als afzonderlijke faculteit bij de regeling
1 van het hooger onderwijs wordt aangedrongen.