Benoemingen, enz. STATEiV-GfiXERAAL. Buitonland. Stoom vaart-Berigten. M arine-Haven jVieuwediep. Het O. M. ltncl, met aanneming van een groot aantal verzachtende omstandigheden, vcroordeeling tot een cellulaire gevangenisstraf van één maand geëisclit; terwijl de ver dediger, mr. E. Scheidius, betoogde dat beklaagde een daad had gepleegd, waarvan hij vooraf bij geen mogelijk heid het noodlottig gevolg had kunnen voorzien, en voorts wees op de vreeselijke straf, die het feit zelf reeds voor den ongelukkigen jongeling opleverde. Pleiter had daarom reden om, zoo de regtbank een straf oplegde, te vragen dat deze in geldboete zou bestaan. De regtbank uitspraak doende, veroordeelde den 17jarigen jongeling jl Dingsdag tot een cellulaire gevangenisstraf van veertien dagen. Volgens de Barneveldsche Courant zijn in het jaar 1874 in de armen- en kerkezak der Herv. gemeente aldaar gevonden aan oude duiten, penningen zonder waarde, speelmarken enz. in 't geheel 271 stuks. En dat in het, hart der Veluwe! In de omstreken van Deventer wordt in den laatsten tijd nagemaakt porcelein voor antiek verkocht. Verschillende personen zijn reeds hierdoor bedrogen. Men wil weten, dat er in ons land eene fabriek bestaat, waar die voorwerpen voor dnt doel vervaardigd worden. (Hbl.) Onlangs werden te Harlingen aan iemand twee katten ontvreemd; de eigenaar deed daarvan aangifte aan de politie, tengevolge waarvan jl. Zaturdag voor de arrondissements- regtbank te Leeuwarden de daders van genoemd feit, een man en een jongen, teregtstonden en veroordeeld werden, de eerste tot een maand en de andere tot veertien dagen gevangenisstraf. Te Ried (Friesland,) is een man zoodanig met het hoofd op het ijs gevallen, dat hij onmiddellijk is overleden. Digt bij Bolsward is een man verdronken en te Roelof- arendsveen twee knapen. De heer Gregory heeft tegen 1 Mei a. s. zijn eervol ontslag aangevraagd als commissaris des Konings in de provincie Drenthe. «Een schapendief moet hangen», luidde vroeger de uitspraak. Onze wetten zijn echter verzacht en van hangen is geen sprake meer. Toch is men nog vrij streng tegen schapendieven; dezer dagen toch veroordeelde het hof in Drenthe een hunner tot zeven jaren tuchthuisstraf. In de Javabode worden eenige bijzonderheden mede gedeeld omtrent het sneuvelen van den Isten luit. kwar tiermeester Muller. Deze officier maakte deel uit van een konvooi, dat in de Atsjin-rivier door den vijand werd overvallen. Tot aan de borst in het water staande, werd hij door de vijanden omringd. Reeds door hen verwond en geen kans ziende om uit hunne handen te komen, heeft hij zich niet levend willen overgeven en zich met zijn revolver voor het hoofd geschoten. Een Europeesch fuselier van het konvooi, die dezen officier ter hulp snelde, werd door hem afgewezen, waarschijnlijk omdat hij zóó door den vijand omringd geen hoop op redding meer zag. De tweede boot van het in de Roode Zee gestrande stoomschip Hongkong is met 18 personen te Aden aange komen. Er zijn dus twaalf personen verongelukt. In de nabijheid van de Italiaansche stad Girgenti is weder een rijke grondeigenaar door roovers opgeligt, die een losprijs van 100,000 lire eischen. Punch geeft in een zijner laatste nummers de volgende geestige teekening: «Men ziet een steenkolenvaarder, koljer zouden wij zeggen, die ongeveer den vorm heeft van een zwarte doodkist, ronddrijvende in de haven. Op de kade staat een breed geschouderde zeeman, die zijne hem smeekend aanziende bruid naar zich toetrekt, met een glimlach zeggende: «Wees maar niet bang, meid, dank zij dien goeden kerel van een Plimsoll, behoeven we niet meer in die lijkkisten naar zee!» Men zal zich herinneren dat door het onvermoeide streven van Plimsoll bij het Lagerhuis een wet is ingediend, tot het verscherpen van het staatstoezigt op de zeewaardig heid der schepen.» Vier Koninginnen van Spanje zijn op dit oogenblik in leven. Koningin Christine, weduwe van Ferdinand VII, woont in Frankrijk; Isabella, de moeder van Alfonsus woont ook in Frankrijk; de hertogin van Aosta, gade des ex-Konings Amadeus, woont in Italië en de gemalin van don Cnrlos woontVerblijfplaats onbekend. Vijf-en-veertig jaar geleden begon een Duitscher te New-York buitenlnndsche vogels te verkoopen. Hij bezat slechts eenige weinige «gevederde zangers des wouds.» Sedert nam die handel groote proportiën aan. De invoer is een belangrijko tak van handel geworden en winkeliers in vogels telt men bij honderden. Soms worden aanzien lijke sommen besteed, 't Is b. v. niet zeldzaam, dat voof een collectie tuimelaars (duiven) 6000 dollars worden betaald. Een paar posten heeft een waarde van 500 dollars. Een nachtegaal geldt van 30 tot 100 dollars. Kanarievogels worden met 15 dollars per stuk betaald. Dezer dagen werd een dame in een der schouwbur gen te Berlijn op de beleefdst mogelijke wijze door een heer, die achter haar gezeten was, verzocht, den hoed af te zetten, daar deze hem belette om iets van het tooneel te zien. Zij gaf eenvoudig weg geen antwoord, zelfs niet op een herhaald, zeer dringend verzoek. Nu fluisterde de heer haar in het oor: «Mevrouw, als u volstrekt uw hoed niet wilt afzetten, zal u iets onaangenaams overkomen!» Hetzelfde hardnekkig zwijgen. Toen zette de heer een voudig zijn hoed op, en plotseling werd'nu van alle kanten het geschreeuw gehoord: «Hoed af! Hoed af!» De dame wordt beurtelings rood en bleek; zij meent niet anders of de roep geldt haar en haastig rukt zij zich den hoed van het hoofd, waarvoor de heer haar nederig zijn dank betuigt. Aan mr. G. van Rosseui is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lsten luit. bij het corps, gevormd uit de Vereeniging tot bevor dering van 's lnnds weerbaarheid „Prins van Oranje" te Hoorn. Aan mr. A. Looijen is als off. van justitie bij de arrondissements- regtbank te Hoorn op zijn verzoek met 1 April e. k. eervol ontslag verleend. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag 2 Manrt. De nlgemeene beraadslaging over de spoorweg-politiewet is voortgezet; de minister deelde hierbij 0. n. mede, dat Z. M. een besluit genomen heeft, waarbij het loopen van conducteurs op loopplanken onder de verboden handelingen wordt opgenomen. Daarna kwain art. 1 in discussie, waartegen velerlei bezwaren werden in het midden gebragt door de heeren Storm, 's Jacob, Messchert en Godefroi, terwijl de heer Kappeyne en de minister van Justitie de bepal'ng verdedigden. De strijd liep uitsluitend over de verantwoordelijkheid der onder nemers van spoorwegdiensten voor de schade, door personen of goederen by de uitoefening van de dienst geleden, tenzij de schade buiten hunne schuld of die der beambten zij ontstaan, eene bepaling gelijkluidend met art. 1. der bestaande wet van 1859. Na korte re- en duplieken werd art 1 met til tegen 11 stemmen aangenomen. Zitting van Woensdag 3 Maart. De beraadslaging over het wetsontwerp betreffend», de spoorwegdiensten wordt voorgezet. Onderscheidene op art. 5 voorgestelde amendementen zijn verworpen, waarna het art. met 56 tegen 12 stemmen is aangenomen. De voorstellers eener enquête omtrent dc regeling van het toezigt op de spoorwegen wenschen die te doen loopen over deze vraagpunten 1. Hoever behoort het toezigt van het staatsgezag op de uitoefening der spoorwegdiensten te gaan? 2. Welke voorschriften zijn noodig tot verzekering eener goede uitoefening van spoorwegdiensten in het belang van het openbaar verkeer en van de zekerheid van personen én goederen? België. De Belgische Kanier van vertegenwoordigers heeft jl. Vrijdag, na verwerping van alle amendementen, aangenomen de art. 1. en 2 van het wetsontwerp, waarbij aan de ouders der miliciens, gedurende hunne actieve dienst, eene weke- lijksche toelage van fr. 10 wordt toegekend. Frankrijk. De prefect der Seine, de heer Ferdinand Duval, zal liet bezoek, bij gelegenheid van de opening de groote opera, aan Parijs door den lord-mayor van Londen gebragt, gaan beantwoorden. Dit tijdstip is nog niet vast bepaald. De prefect zal ook bij die gelegenheid te Londen zijn ambts gewaad dragen, en vergezeld zijn van zijn secretaris-gene raal, verscheidene attachés, twee commissarissen van politie, twee officiers de paix, allen evenzeer in den officiëlen gebor- duurden rok. Vijftig ruiters en zes hoornblazers van de republikeinsche garde zullen tot geleide strekken. De mise en scène is dus, voor dit wederkeerig bezoek, op dezelfde wijze ingerigt. Men schat op niet minder den 70,000 het getal bede laars van eiken leeftijd en elke sekse, die op de straten van Parijs hun bestaan vinden. Naar mate van hun handig heid en de gesteldheid van het kwartier, dat door die indi viduen bezocht wordt, maken zij, door sou bij sou bijeen te gnêren, dagen van 3 fr. minimum tot een maximum van 60 fr. Oostenrijk De Neue Freie Presse schrijft het volgende: Woens dag middag van 3öuurhad te Weenen eendames-ijswedstrijd plaats, zooals nooit, naar wij weten, in Europa heeft plaats gehad. Een talrijk publiek van passieve en actieve mede leden der ijsclub was bijeen. De prijzen waren een paar vergulde schaatsen, een gouden horloge, een paar miniatuur schaatsen als oorhangers en een ceintuur. Met trompetge schal werd iedere toer aangekondigd. Ongeveer een dozijn dames namen aan den wedstrijd deel. Trots den hevigen wind en de groote koude werden kunststukken vertoond, die wij zelden door heeren zagen verrigten, zoodat de vroeger gemaakte opmerking, dat Weenen zich beroemen mag op de beste schaatsenrijdsters, op nieuw bewaarheid is. Voor de kenners herinneren wij alleen de voor- en achterwaartsche kringen, den dubbelen of driedubbelen cirkel op een en denzelfden voet, den vliegenden Mercurius de wals, den strik en de spiraal. Het blad deelt tevens de namen der winnende dames mede. Na de uitspraak deed zich het zeldzame verschijnsel voor, dat de eerste bekroonde den eersten prijs aan de derde bekroonde aanbood, wijl deze h. i. met meer gemak en vaar digheid dan zij de verschillende kunststukken had uitgevoerd. Ten slotte weigerden beiden dc prijzen aan te nemen. Rusland. Het Russische regeringsblad betoogt, tegenover de ver keerde beoordeelingen der pers, dat de wensch om de ellende van den oorlog te verminderen, geen uitsluitend Russisch karakter draagt, noch met uitsluitend Russische oogmerken in verband staat. Rusland wenscht alleen eene kalme en welwillende beoordeeling der zaak en zal gaarne in alles toestemmen, wat met het belang der menschheid strookt. Het zou te bejammeren zijn, zoo een groote natie (Engeland) door geen deel aan de conferentie te nemen, zich buiten staat stelde, om in de beraadslagingen hare stem te doen gelden. Griekenland. Griekenland, dat zijne schulden niet kan betalen, wordt thans lastig gevallen, niet door de overal aan te treffen houders zijner obligatiën, maar door een schuldeischer, die met een vordering van geheel anderen aard voor den dag komt. Het Grieksche patriarchaat te Konstantinopel heeft nl., door bemiddeling van het Turksch gezantschap te Athene, de Helleensche regering aangemaand om de betaling eener oude schuld. Toen veertig jaar geleden voor het toen gevestigde koningrijk Griekenland een Grieksch patriarch werd aangesteld, onafhankelijk van den phanar in de Ottoina- nische hoofdstad, verbond het Atheensche kabinet zich tot het betalen van een afkoopsom aan genoemd in Konstanti nopel zetelend geestelijk opperhoofd. Die betaling is tot dusverre achterwege gebleven, en door het bijrekenen van rente op rente bedraagt de schuld thans eenige millioenen. De gouverneur van Rettimo, op het eiland Creta, een Turk, heeft bij decreet bevolen dat allen, die hem in audiëntie wenschen te spreken, laarzen of schoenen moeten aantrekken. De schoenmakers van Rettimo zijn door dit besluit in de wolken. Tot heden liepen de heeren en dames van Rettimo liefst blootvoets. Multatuli'a Vorstenschool. Omtrent de opvoering van de Vorstenschool te Utrecht leest men in de N. Rott. Crt. liet publiek nam in het begin eene afwachtende houding aan en bleef verder vrij kalm. Een ontijdig applaudissement van het parterre werd herhaaldelijk gesust; enkele passages werden levendig toegejuicht. De geestdrift der studenten gold meer den auteur dan de vertooners. Het eerste bedrijf slaagde zeer goed; mejufvrouw Mina Krusemau was toen vrij gelukkig. Het tweede bedrijf maakte niet het ver wachte dramatisch effect. Spiridio (de heer van Zuylen) was goed de Koning (D. Haspels) zeer goed. De redevoeringen der Koningin in het derde bedrijf (door den auteur, volgens het affiche „ter wille van de scènerie,, een weinig bekort) werden zeer veel verkort voorgedragen. Indruk maakten zij niet, dewijl zij mat, eentoonig en met zwakke stem werden voorgedragen. De tooneelen in Hanna's kamer (vierde bedrijf) slaagden beter. Mejufvrouw Elize Baart is zeer jong, ook in de tooneelspeelkunst, maar had goede momenten. Bovendien, die scènes troffen. Het laatste bedrijf, ofschoon de heer J. Haspels (van Huisde) en de heer D. Haspels (de Koning) uitstekend speelden en mejuf vrouw Kruseman haar best deed, was mat. Het parterre riep Multatuli op het tooneel, doch de regisseur deelde mede, dat Multatuli te ongesteld was om te verschijnen. Mejufvrouw Baart werd afzonderlijk teruggeroepen, nadat mejufvrouw Kruseman en de heer D. Haspels waren verschenen. De indruk dien het stuk maakt, /egt het Vaderland, is matig, ofschoon het door het gezelschap zeer goed was ingestudeerd. Uit het parterre opziende naar de fiere gestalte van raej. Kruseman, was inen geneigd om met den leekendichter uit te roepen Gij Predikster, daar in de lucht, Hebt gij dan geen woordje voor mij? Uw rede, als een galmend gerucht, Rolt ledig mijn ziele voorbij. Dat was de algemeene indruk of liever niet-indruk dien jufvr. Kruseman als Koningin op ons maakte, zegt genoemd blad. Het tooneelstuk dat in eenige hoofdsteden van ons land nu achtereenvolgens wordt opgevoerd, heeft den volgenden hoofd inhoud: Het eerste bedrijf brengt ons op eene kamer van Louises Rust, het buitenverblijf van Koningin Louise, de hoofdpersoon van het drnma, die aan een schrijftafel is gezeten en tot haar eeredame de Walbourg de vraag rigt of er „uog meer in de voorzaal zijn." Op een bevcstigeud antwoord verschijnt zekere Puf, een boekdrukkers knecht, die een verhaal doet van de benarde omstandigheden. Waarin hij verkeert als weduwnaar met acht kinderen en evenveel guldens weekloon, en waaruit tevens blijkt dat zekere Hanna, een naaister, met opofferende liefde zijn jongste kind verzorgt. Na het verdwijnen van Puf treedt de Koningin-moeder op, en nu vangt tusschen de beide Vorstinnen een gesprek aan, waarin de Koningin het levensdoel ontvouwt, dat zij zich voor oogen heeft gesteldbekend te worden met den toestand der volksklasse en de middelen op te sporen om daarin verbetering te brengen. Men zou dit gedeelte kunnen noemen„het gesprek over de sociale kwestie." Uit het begin van dat onderhoud blijkt nog, dat beide Vorstinnen dien nacht met hetzelfde doel een langdurige conferentie hebben gehad met een hooggeplaatst staatsdienaar, Otto van Weert, hetgeen later aanleiding geeft tot verkeerde gevolgtrekkingen. Het tweede bedrijf stelt voor een zaal in het ptlei3 des Konings, wiens slaapkamer wordt veronderstelt yegts te zijn. Een viertal kaartspelende of slapende lakeijen worden uit hun dolce far niente opgeschrikt door het geluid der schel uit de slaapkamer van Z. M., die in het holst van den nacht den kleermaker Landsheil doet ont bieden om hem te raadplegen over een model schouderweren. Kamerheer en kamerdienaar, lakeijen, kleedermaker en bediende worden achtereenvolgens in gelid geschaard om als model te dienen ter beoordeeling van kleur en breedte der nieuwe militaire uit monstering. Van dat „gewigtige" werk zoekt Z. M. verpoozing in het gezelschap van een viertal heeren van het hof, wier luidruchtig feestgejoel tot zijne ooren was doorgedrongen. Op het einde van dat woelig nachtelijk feest sans gêne, waar de genoodigden ver schijnen in klein tenue, zoowel in kleeding als in woorden, zinspeelt een hunner naar aanleiding der afwezigheid van van Weert op diens nachtelijke bijeenkomst op Louises Rust en wekt daardoor, natuurlijk ten onregte, 's Konings toorn en argwaan op. Het bedrijf eindigt met de afspraak tusschen den kamerheer van dienst van Huisde en den onvoorzigtigen Hcsselveld om het alibi van van Weert te bewijzen, wiens ongenade men wil voorkomen. Het derde bedrijf doet ons de Koningin en de Koningin-moeder bij een boerenwoning ontmoeten, waarvan de eigenares een staaltje vertelt van het goede hart des Konings, die haar een koe ten geschenke gaf voor haar eigen gestorven rund. De verschijning van den koninklijken jagtstoet in de nabijheid is de oorzaak dat beide vorstinnen getuigen worden van een voorgenomen inlrigue lot het verkrijgen van zeker ambt, maar tevens van een gesprek tusschen van Huisde en Miralde, een ander persoon uit de omgeving des Konings, waarin beiden besluiten den argwaan van Z. M. weg te nemen, omdat van Weert voor het oogenblik onmisbaar is. Daarna knoopt zich een eeuigszins wijdloopig gesprek vast tusschen de Koningin en haar moeder over de verschillende politieke partijen, dat men zou kunnen beschouwen als één geheel uitmakende met het bovenvermelde onderhoud over de sociale kwestie. Het zou ons niet verwonderen, indien beide vertoogen tot die gedeelten behoorden, welke voor de opvoering geschrapt zijn. Do Prinses Amalia kwam den 1 Maart te Point de Galle en vertrok den volgenden dag vandaar, na steenkolen te hebben ingenomen. Dc Voorwaarts, 3 Maart 's morgeus 8 J ure te Suez aangekomen, vertrok half elf 's morgens. Zeil! laar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 10 Eebr. 2 Maart. Juno. T.K.Bakker. Lissabon. 17 Eebr. Aurora. H. Visser. Batavia. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnonk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 28 Febr. MinnaDeutschmann. F.Lampe. Zurmühlcn&Co. Porto Plate als bijlegger naar Bremerhaven. 2 Maart. Panlus. F. Tomassich. Duinker&G edkoop. Nicolaïf. Geloodst: Liberaal, kapt. Wierikx, van Batavia naar hier bestemd Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Buiten— oI Binnenhaven te losstn. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Jason. H. Haack. Messitia. Stukg. ZurMühlen&Co

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 2