1875. N°. 30.
Woensdag 10 Maart.
33 Jaargang.
KENNISGEVING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
liureau: M O L E X I» L E I V X1(13.
AANGIFTE VOOR DE ZEEMILITIE.
Binnenland.
HELDERSCHE
Ei\ MEIWEIMEPER COURANT
„Wij huldigen hot goede."
Verschijn Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1 30.
pi nu franco per post - 1 65.
Prijs der Advertenticn: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekeud.
Eiken Donderdna; vertrekt de mail naar Oost-Indië
vla llrindist.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER noodigen bij
deze uit, de Lotelingcr» van de ligting van dit jaar, die verlangen bij de Zee
militie te dienen, om zich daartoe vóór den eersten April aanslaande
ter Secretarie dezer gemeente aan te melden, op een werkdag, tusschen des
voermiddags van 9 tot 1 ure.
De Zeemiliciens ontvangen vier jaren na den dag hunner inlijving een bewijs
van ontslag uit de dienst, en worden, wanneer zij een behoorlijk paspoort hebben
ontvangen, in tijd van vrede van de dienst hij de Schutterij vrijgesteld.
De Zeemilitie wordt bestemd tot bemanning van de verdedigiugs-vaartuigen
voor de binnenlandsche dienst en langs de kusten. Zij wordt niet naai de Koloniën
en Bezittingen vou het Kijk in andere werelddeelen gezonden, tenzii, ingeval van
zeer buitengewone omstandigheden, eene nadere wet daartoe magtiging verleent.
Aan hen, die verlangen na volbrngten oefeniugstijd in werkelijke dienst te
blijven of tc komen, zonder zich als vrijwilliger te verbinden, wordt zulks vergund.
Auu hen, die zich met verlof bevinden, wordt in gewone tijden vergunning
tot nitoefeuing van de Biiitenlandsche Zeevaart en Visscherij verleend.
Aan Lotelingen die vóór hunne inlijving bij de Landmilitie, hun beroep van
de Bnitenlandsche Zeevaart maakten, en zich voor de Zeemilitie hebben aange
boden, doch daarbij niet hebben kunnen worden aangenomen, wordt, wanneer
zij zich mtt verlof bevinden, mede in gewone tijden vergunning tot uitoefening
vun de Buitenlandschc Zeevaart verleend.
In gewone tijden kunnen de manschappen der Zeemilitie vergunning bekomen
tot het aangaan au een huwelijk, wanneer zij hnn derde dienstjaar hebben volbragt.
Voor Lotelingen die hun beroep van de Buiten'andsche Zeevaart maken, is
het alzoo van belang dat zij zich op den boveu bepaalden tijd voor de Zee
militie aanmelden, omdat zij anders gedurende bun diensttijd gceue vergunning
verkrijgen om hun beroep uit te oefenen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 5 Maart 1875. L. VERIIEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 9 Maart.
Met genoegen vernamen we dezer dagen, dat van wege
het Burgerlijk Armbestuur eene uitdeeling is geschied aan
belioeftigen van brandstoffen en eetwaren, tot leniging der
armoede, die te midden van den zoo laat ingevallen winter,
in vele gezinnen heerschte. Ook diakenen der Hervormde
gemeente bielden in de verloopene dagen een rondgang en
bragten bezoeken in gezinnen, die in den regel niet bedeeld
worden, maar waar zij vermoedden dat gebrek zich deed
gevoelen. Hetgeen wij van de opgedane ervaring vernamen,
overtuigde ons van de behoefte, die er tengevolge van
stilstand van werkzaamheden bestaat. Meergegoeden zouden
zeker door ondersteuning van dit menschlievend pogen een
goed werk verrigten.
Voor de ligting der Nationale Militie van 1875 waren
in deze gemeente ingeschreven en namen aan de loting deel
167 personen. Van deze hebben vrijstelling gevraagd:
45 wegens broederdienst, 19 als eenige zoons, 26 die
zelve in militaire dienst zijn, en 23 wegens gemis van de
gevorderde lengte en voor ligchaamsgebreken. Het contingent,
door deze gemeente te leveren, is bepaald op 50 man.
Jl. Vrijdag werden te Texel behouden aan wal
gebragt de opvarenden van het tjalkschip de Hoop, te
Makkum thuis behoorende, zijnde schipper Albert Dek en
diens vrouw, benevens de knechts Hatte Blok en Schelte
Visser. Voorts nog de opvarenden van een schuit, als
schipper Siebold van der Veen met zijn beide zonen. Deze
lieden hebben sedert 17 Febr. met hunne kleine vaartuigen
door het ijs bekneld, in het Janhengstgat angstige dagen
en nachten doorgebragt, ten prooi aan hevige koude en
honger. Hun voedsel in de laatste dagen bestond in een
weinig gort, gekookt in zeewater, waarop groote dorst
volgde. Hun toestand was wanhopig. Zij besloten eindelijk
een waagstuk te ondernemen, en wel om over het ijs een
zandplaat te bereiken. Zij verlieten de vaartuigen, twee
uur worstelden zij over het brooze ijs, schots op en af,
eer dat zij die plaats bereiktentoen werden zij opgemerkt
door eenige Makkummer visscherlieden, welke hen onmid
dellijk met behulp van vletten trachtten te redden. Na
groote inspanning gelukte het hen allen, hoewel in afge-
matten en zwakken staat, behouden te de Cocksdorp aan
wal te brengen, alwaar onmiddelijk voor een goede ver
pleging is gezorgd. De namen der redders zijnPieter
de Vries, Jacob Veenstra, Pieter Veenstra, Auke Bijlsma
en Jacob Bokshoorn.
Door de Vereeniging «Het Nederlandsch Rundvee-
Stamboek» zijn thans de modellen voor dat Stamboek
ontworpen.
Het groote Zendingsfeest zal dit jaar Woensdag 7
Jn 1 ij gehouden worden op de Broekenrode, onder Heemstede.
De buitenplaats is, even als vóór 2 jaren, daartoe welwil
lend beschikbaar gesteld.
De heeren J. Kraijenbelt en E. B. Gunning, predi
kanten te Alkmaar, komen respectivelijk voor op het
drietal te Amersfoort en Goes.
Men meldt uit Alkmaar, dd. 5 dezer:
«Omtrent het geschenk aan mevr. Kleine moet nog
worden vermeld, dat haar dit werd aangeboden door den
heer Nuhout van der Veen, secretaris dezer gemeente, met
eene korte, zaakrijke rede, waarin hij haar geluk wenscbende
met haar herstel en haar behoud voor het Nederlandsch
tooneel, waardoor Nederland zich evenzeer kan beroemen
op zijn KleineGartman, als Frankrijk op zijn Rachel
en Italië op zijn Ristori, haar namens Alkmaar's inge
zetenen toewenschte, dat het haar nog eenige jaren gegeven
mogt zijn zich te wijden aan de kunst, terwijl aller wensch
zich in deze vereenigde: Blijf nog lang gespaard voor u
zelve, voor uw naasten, voor de kunst, voor Nederland!
Met daverende toejuiching werd deze rede door de
talrijke toeschouwers ontvangen.»
Uit Hoorn meldt men dd. 4 dezer:
«Gisteren sprak in een zeer bezochte vergadering van
«Burgerpligt» onze stadgenoot dr. J. Aghina over eenige
eischen der gezondheidsleer, en meer bepaald over den
afvoer van faecaliën, het Liernur- en tonnenstelsel. Is
die inleider hier sinds lang bekend als een uitnemend
spreker, zijn voordragt deed groote kennis blijken van het
onderwerp en was even bescheiden als zaakrijk en helder.
Uit het debat bleek dan ook, dat het door hem uitgestrooide
zaad in goede aarde was gevallen, zoo bij de regenten als
bij de geregeerden.
De voorzitter bekwam magtiging om een meeting ter
opwekking tot deelneming aan de vereeniging tot bevordering
van het volksonderwijs, zoo noodig van «Burgerpligt» te
doen uitgaan. Maar ook de afdeeling van het Schoolverbond,
welke dienzelfden avond was vergaderd, is daartoe genegen,
en daar men nooit medestanders tot hetzelfde doel moet
afstooten, allerminst mannen die hebben doen blijken van
ijver en kennis, is zamenwerking tot die meeting mogelijk,
n ezelfs waarschijnlijk.»
Een jong gehuwd man, die met zijne vrouw den
Zondag te Amsterdam bij zijne ouders had doorgebragt,
keerde in den namiddag huiswaarts. In de Haarlemmer
meer wilde hij, om een eind wegs uit te winnen, het ijs
oversteken, met het ongelukkig gevolg, dat hij er door
zakte en verdronk. De vrouw is gespaard gebleven.
Te Amsterdam zijn gisteren namiddag in den tijd
van één kwartier, op de Botermarkt, drie zakkenrollers
door de politie op heeterdaad betrapt en onmiddellijk
gearresteerd.
Blijkens eene advertentie in het Vaderland heeft de
21jarige zoon van den heer Zaalberg, predikant te 's Hage,
een einde aan zijn leven gemaakt, door zich te verdrinken.
Melancholie, over het verdriet zijn vader door anderen
aangedaan, heeft hem tot die daad gebragt, waarvan hij
kennis geeft in een brief aan een vriend, dien hij schreef
terwijl zijne jongste zusters met hem speelden. Hij was
student in de theologie en in de letteren en muntte door
groote kennis en door voortreffelijke eigenschappen des
harten uit. In eene zeer uitvoerige advertentie deelt de
bedroefde vader deze en andere bijzonderheden uit het
leven van zijn innig beminden zoon mede.
Jl. Zondag morgen heeft ds. Zaalberg, in de Kloos
terkerk, te 's Hage voor 't eerst na de ontzettende smart,
welke over zijn huis is gekomen, optredende voor de gemeen
te welke zeer talrijk was opgekomen aan haar medege
deeld, dat hij zich met ter woon te Leiden gaat vestigen,
wijl hij niet langer in «de godvergeten Haagsche wereld»
met de zijnen wil vertoeven, doch dat hij het leeraarsambt
hier ter stede zal blijven waarnemen. (D.)
De commissie tot verleening van hulp aan de nage
laten betrekkingen van de slagtoffere van het ongeluk in
Dec. des vorigen jaars, op de Maas te Rotterdam voorge
vallen, heeft haar doel volkomen kunnen bereiken. Onder
de achterblijvenden behooren vier gezinnen met kinderen;
aan deze is tot Febr. het volle weekloon uitbetaald, terwijl
zij nog 6 jaren eene jaarlijks verminderende ondersteuning
zullen blijven genieten. Evenzoo zullen de hoogbejaarde
oudere van een der omgekomenen, gedurende dien tijd
ondersteund worden, terwijl eindelijk een blinde weduwe
in een gesticht is besteed. Een en ander wordt gevonden
uit de rente van liet kapitaal, dat uit de groote menigte
giften is gevormd. Na afloop der 6 jaren zal eene nieuwe
regeling worden vastgesteld. Voor alle kinderen der omge
komenen, 21 in getal, is een spaarboekje aangelegd. (Hbl.)
Jl. Vrijdag zou te Gorinchem eene 78jarige weduwe,
in het gasthuis overleden, worden teraardebesteldvrienden
en bekenden, die de plegtigheid zouden bijwonen, waren
reeds in het sterfhuis bijeengekomen, toen de commissaris
van politie in het gasthuis verscheen, en de voorgenomen
begrafenis schorste, daar op last van de justitie een onder
zoek moest worden ingesteld naar eene nog juist intijds
ontdekte moedwillige mishandeling met eene ijzeren kagchel-
pook, eenige weken geleden aan de overledene toegebragt
door zekere vrouw S., die zich reeds in handen der
justitie bevindt. De lijkschouwing was spoedig afgeloopen
en de begrafenis kon nog denzelfden dag voortgang hebben
nadat de kist door den commissaris van politie was verzegeld.
Jl. Zaturdag morgen is van Groningen een gezelschap
van 23 personen, via Rotterdam vertrokken, om zich in
Amerika, Staat Michigan te vestigen. Twee Amerikaansche
burgers, die den winter te Groningen hadden doorgebragt,
vergezelden hen.
In de gemeente Fijnaart hebben eenige booswichten
zich door inbraak toegang weten te verschaffen tot den
paardenstal van den heer L. A. Punt en aldaar de staarten
van zes paarden tot onder het staarlbeen afgesneden. De
paarden zijn vermoedelijk uit den stal geleid om het feit
te bedrijven, althans men vond de staldeur open en de
teugels der paarden stuk gesneden. De politie doet ijverig
onderzoek om de daders in handen te krijgen. (N.Rott.Crt.)
De 1ste luit. T. M. Keijser, te Utrecht in garnizoen,
heeft op technisch gebied eene uitvinding gedaan, die van
groot belang voor het reizend publiek is en niet minder
voor dat der spoorweg-maatschappijen kan geacht worden.
Het hier bedoelde betreft een inrigting, waardoor onder
geenerlei omstandigheden, onachtzaamheid der machinisten
op de optische signalen oorzaak kan worden, dat daaruit
ongelukken kunnen voortvloeijen. Door deze inrigting wordt
de machinist van zelf tot zijn pligt geroepen, terwijl hieraan
nog dit groote voordeel verbonden is, dat bij tijdelijke
onbruikbaarheid van een gedeelte der spoorbaan, wegens
herstellingen daarvan, of bij onverhoeds voorkomende
defecten aan de machine, tengevolge waarvan de weg
onveilig wordt gemaakt, onder alle omstandigheden en op
eenvoudige wijze aan de in aantogt zijnde treinen het
signaal onveilig kan overgebragt worden en wel op zoo
danige manier, dat dit den machinist niet kan ontgaan.
Indien het mogt blijken, dat deze uitvinding ook prac-
tisch goed werkt, dan is het zeer te wenschen, dat de
spoorweg-maatschappijen deze gelegenheid niet onbenut
zullen laten voorbijgaan, daar veiligheid in dezen niet
genoeg kan worden behartigd en elke poging der maat
schappijen tot verhooging daarvan steeds op den hoogsten
dank van het publiek aanspraak geeft. Verdere gege
vens omtrent de zamenstelling en werking ontbreken voor
alsnog, doch we hopen dat ook die oor het belangstellend
publiek niet lang een geheim mogen blijven. (U. D.)
Te 's Bosch is overleden de heer Joh. Theod.Luijckx,
wethouder, die op het einde van zijn leven zooveel van zich
deed spreken, door zijn willekeurig waken als waarnemend
burgemeester tegeu de opvoering van het Pariter Leben.»
De Arnli. Crt. heeft twee artikelen geleverd: «Was
in den ouden tijd alles goedkoop?» Naar aanleiding van
een lijstje, onder de gemengde berigten van de N. Rott.
Crt. opgenomen, waarin de lage prijzen, voor sommige
handelsartikelen in vroeger jaren betaald, werden opgegeven,
merkt de Arnli. Crt. aan, dat in deze kwestie alles aankomt
op den prijs van liet geld in betrekking tot den prijs der
waren. Waar, gelijk li. v. in West-Friesland onder Karei
V, door gebrek aan geld, eijeren de rol van pasmunt ver
vulden, moest men de werkelijke pasmunt en andere specie
des te hooger betalen. Wie het geld bezat, stelde het dus
ook op hoogen prijs, en de 3 of 4 gulden, die men toen
losliet om producten van landbouw of veeteelt te koopen,
stonden in waarde misschien gelijk met 300 of 400 gulden
van nu bij den tegenwoordigen overvloed van geld. Waar
algemeen gebrek zelfs aan pasmunt, en soms volslagen
genlis, bestaat, kan van goedkoop koopen geene spraak
zijn. De waarheid is, dat men algemeen armoede leed,
omdat de voortbrenger geene gelegenheid vond om zijne
producten geregeld af te zetten en omdat er groot gebrek,
zoo niet geheel gemis, aan betaalmiddel was. Daarom
bewijzen opgaven in cijfers, hoeveel product te koopen was
voor weinig geld, volstrekt niet wat men er dikwijls mede
wil bewijzen. Hetzelfde cijfer van guldens, stuivers en
centen heeft eene geheel andere beteekenis, wanneer het
staat in 1375, 1475, 1575, 1675, 1775, dan wanneer het
staat in 1875, en wanneer men met deze verschillende
beteekenissen geene rekening houdt, heeft men niet alleen
met zijne cijfer-opgaven geen nut gedaan, maar aanleiding
gegeven tot allerlei valsche voorstellingen, redeneringen en
gevolgtrekkingen. Men verliest bij dergelijke verzuchtingen
over den goeden ouden tijd meestal uit het oog, dat hij,
die, uit nood aan betaalmiddel, veel goed voor weinig
geld moet geven, ten minste evenveel reden heeft, over
dure en slechte tijden te klagen als hij, die veel geld
moet geven voor weinig goed.
Met soortgelijke cijfervoorbeelden en gewaande cijfer-
bewijzen sticht men op een ander gebied werkelijk kwaad.
Wanneer men met een enkel raauw cijfer aan guldens en
centen het bewijs leveren wil en meent te leveren, dat