page, niet uitzondering van den bootsman, heeft zich bij
laag water in veiligheid weten te stellen. Het schip zit
zeer hoog op het strand. Men is begonnen met lossen en
hoopt de geheele lading te kunnen bergen.»
De storm heeft overigens hier en daar nog al schade
aangerigt; o. a. is een der kapen van de marine bij het
Hoorntje omgeworpen. Vele vaartuigen zijn uit de Noordzee
naar binnen gevlugt en liggen in het Marsdiep en op
Tcxelstroom geankerd.
Men verneemt, dat de opvarenden van een vaartuigje,
dat in het ijs zat, gisteren weer aan boord zijn gegaan en
op nieuw bezit van het verlaten scheepje hebben genomen.
Omtrent den toestand van andere ingevroren vaartuigjes
verkeert men nog in het onzekere.
«Bij de herbesteding van het «Noorden» op gisteren,
zijn 13 inschrijvingsbilletten ingekomen, en wel van de
volgende heeren: K. van Wijngaarden, te Sliedrecht,
f 360,000; B. Swets, te Helder, f 339,000; J. van San-
derling, te Zwijndrecht, t 335,000J. van de Velde, te
Papendrecht, f330,000; P. M. Bos, te Sliedrecht, f 328,000;
L. Kales, aldaar, f 327,500; J. Tool, te Vognum
f 325,500; W. M. Schram, te Sliedrecht, f 325,000; J.
Schreuder, te Texel, f 323,000; A. M. Dangeveld, te
Hardinxveld, f 322.500; W. Hillenius, te Texel, f 319,000;
J. Oldenburg, te Bergen, f 318,000; Schram en Bosman,
te Sliedrecht, f 312,900. Aan laatstgenoemde heeren is
het werk gegund.»
Het Nederlandsch schip 2 Gebroeders, kapitein Mann,
ligt bij Wieringen in ruim water.
Jl. Zondag avond brak te Hypolitushoef op Wie-
ringen een felle brand uit ten huize van den brood- en
koekbakker S. Minnes. Door de krachtige hulp der burgerij
en de flinke werking der spuit mogt het gelukken de
belendende perceelen te behouden.
Tengevolge der periodieke aftreding van hoofdinge
landen van den polder Zijpe, is als zoodanig herkozen de
heer Jb Kruijer en ter vervanging van den heer D. Brommer,
die niet herkiesbaar was, is benoemd de heer Jb. Harp.
Dezer dagen had te Noordscharwoude de laatste
volksvoordragt in dit wintersaizoen plaats, bij welke gelegen
heid de heer van der Tang, notaris in de Schermer, over
de lijkenverbranding sprak en met veel belangstelling werd
aangehoord. De volksvoordragten werden geregeld om de
veertien dagen, beurtelings aldaar en te Zuidscharwoude,
gehouden, alle door leden van de Langendijksche Veree-
niging tot bet houden van volksvoordragten. De heer Buijs
sprak over den overgang der planeet Venus en de betee-
kenis der wetenschappelijke expeditiën in onzen tijd; de
heer Heringa over den wachter van den Langendijk, om
aan te toonen wat hier verbetering behoefde en hoe deze
aan te brengen was; de heer Hombrink over een aantal
bijzonderheden uit de natuurlijke historiede heer van
Bommel over de regten en verpligtingen der inwoners van
beschaafde Staten; de heer Jongeneel leverde een novelle,
getiteld«Een drenkeling en zijne redders.De heer
Lulofs handelde over de tentoonstelling van Zaanlandsche
oudbeden; de heer Jelgersma over de Staats-loterijde
heer M. Kroon over April en het Aprillende heer
Berk over den sterrenhemel.
Over het algemeen was de belangstelling in deze voor
dragten bevredigend.
Jl. Vrijdag avond, werd te Nieuwe Niedorp de zesde
en voor deze winter laatste volksvoordragt gehouden. Ons
departement der Maatschappij «Tot nut van 't algemeen»
had voor deze bijeenkomsten een geschikt lokaal gehuurd;
de verschillende sprekers zorgden, zooveel mogelijk, voor
eene gewenschte afwisseling in de keus van stukken, en
zoo mogt men de voldoening smaken, dat telkens een vrij
talrijk publiek bijeen was, 't welk deze pogingen tot volks
ontwikkeling toonde op prijs te stellen. Verblijdend is het
tevens te mogen vermelden, dat de lust tot lezen bij het
volk toeneemt, blijkbaar uit de menigvuldige aanvragen om
uit de Nuts-bibliotheek boeken ter lezing te mogen ont
vangen. Uit de departeinents-kas wordt dan ook jaarlijks
eene som beschikbaar gesteld tot aankoop van geschikte
boekwerken, die gedeeltelijk van het hier bestaande Lees
gezelschap voor een lagen prijs worden overgenomen.
Jl. Maandag nacht verloor de stad Hoorn een ham
meest geachte burgers. Jhr. P. Opperdoes Alewijn is in
den ouderdom van 75 jaren overleden. De overledene was
sedert 25 jaren lid der Provinciale Staten van Noordholland,
oud-lid van den raad dier gemeente en tot zijnen dood
lid van de commissie van administratie over de gevan
genissen. Door velen zal zijn gemis zeer gevoeld en
betreurd worden.
Het jl. Maandag te Amsterdam in veiling opgehouden
klipper-fregatschip Electra is uit de hand verkocht aan de
heeren F. U. H. Reiger en Comp.
Voor de correctioneele Kamer der arrondissements-
regtbank te Amsterdam stond jl. Dingsdag een jongen van
nog niet 16 jaren teregt, terzake van misbruik van vertrouwen.
Hij had reeds drie vonnissen, waaronder één tot cellulaire
gevangenisstraf van korten tijd, te zijnen laste en onderging
het laatste, gedurende 20 maanden, in de gemeen
schappelijke gevangenis voor jeugdige veroordeelden aan
den Kruisberg bij Doetinchem. Nadat de getuigen gehoord
waren, vroeg de president hem: «Je hebt dat stelen toch
niet op den Kruisberg geleerd?» Tegen alle verwachting,
antwoordde de jongen: «Ja, dat heb ik.» Om nadere explicatie
gevraagd, zeide hij: «Ja, ik ben er veel slechter vandaan
gekomen, dan ik vroeger was. De jongens daar vloeken,
doen allerlei smeerlapperijen en leeren elkaar hoe ze, na
hun ontslag, stelen zullen.» De regtbank besloot ditmaal,
op rekwisitoir van het Openbaar Ministerie, nog eens de
proef te nemen met een cellulaire gevangenisstraf en wel
voor eenigszins langeren tijd.
Uit Amsterdam wordt gemeld, dat de Kamer van
Koophandel en Fabrieken in de hoofdstad een adres zal
rigten tot de Regering, om aan te dringen op een spoedige
voorziening, ten einde den abnormalen toestand te doen
ophouden, waarin Nederlands muntstelsel verkeert.
In het hoofdstation der brandweer te Amsterdam is
een brandwacht door het kantelen van een ladder van de
tweede verdieping van het klimhuis gevallen. Met gebroken
ruggegraat is de ongelukkige naar het gasthuis vervoerd.
Het ongeluk is niet geschied in de uitoefening van de
dienst; de brandwacht wilde slechts een paar zijner mak
kers een proefje van zijne behendigheid doen zien.
Onze lezers zullen zich de vergiftigingszaak van de
familie H. te Haarlem herinneren en zeker met belang
stelling iets omtrent den toestand van het gezin vernemen.
De vader verkeert nog in een toestand, welke hem het
gebruik van de beenen ontzegt, doch overigens kan hij met
de armen reeds iets verrigten. De vrouw is zoover hersteld
dat men het gevaar als geweken kan beschouwen, terwijl
zij het gebruik der ledematen terug verkregen heeft. De
zaak zelve zal niet verder vervolgd worden. De dochter,
Sophie, bevindt zich nog steeds in het geneeskundig gesticht
voor krankzinnigen Meerenberg.
Men leest in het Dbl. van Zuidh. en 's Grav.
«Vernomen hebbende, dat het berigt in ons vorig num
mer, betreffende de mededeeling, Zondag jl. door ds.
Zaalberg in de Kloosterkerk gedaan, nopens zijn voornemen
om de woonplaats van zijn gezin naar elders over te breng, n,
een indruk heeft te weeg gebrngt, die niet bedoeld was;
dat het hen die de rede niet gehoord hebben bij den
spreker een bitterheid heeft doen onderstellen welke
volstrekt niet bestond, en hen die haar wel hoorden een
bitterheid bij den berigtgever welke evenmin aanwezig
was, achten wij een toelichting van dat berigt wenschelijk.
Er werd in gezegd, dat ds. Zaalberg zijn woonplaats
naar Leiden zou overbrengen, wijl hij niet langer in «de
Godvergeten Haagsche wereld» wilde vertoeven. Hier
is een verband aangebragt, dat de redenaar niet had beoogd.
In het begin zijner rede deed hij namelijk mededeeling
van zijn voornemen tot verhuizing, als motief daarvoor
aanvoerende, dat hij aan vrouw en kinderen een rust wilde
verschaffen, die zij te 's Hage niet konden vindenen eerst
in het laatste gedeelte zijner rede gewaagde hij van de
Godvergetenheid van een groot deel der moderne Haagsche
wereld, zonder te bedoelen hierin eenig verband te leggen met
de lang vooraf gedane mededeeling omtrent zijn verhuizen.
Het eerste was dus een woord van den zwaar geteis-
terden man en vader, het andere een woord van den prediker,
die de heerlijkheid van 't geloof in den levenden God,
tegenover godsdienstloosheid, en Godsverzaking stelde. De
geheele toespraak werd in geest en toon belicerscht door
den gekozen tekst, 2 Cor. I 3, 4: Geloojd zij de Gocl
en Vader van onzen Heer Jezus Christus, de Vader der
barmhartigheid en de God van alle vertroostingdie ons troost
in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten
degenen, die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroos
ting, met welke wij zelf van God vertroost worden
De couranten, die ons eerste berigt overnamen, zullen
wel zoo goed zijn nu ook dit verbeterde berigt op te nemen.
Het 12de Nederl. Nationaal Zangersfeest, dat onder
leiding van de mannen-zangvereeniging te Rotterdam ge
houden zal worden, zal van 30 Julij tot 2 Aug. plaats
hebben. 30 liedertafels hebben hunne medewerking toe
gezegd, zoodat bij de ensemble-stukken het koor 1000
zangers zal bedragen.
Jl. Maandag werden door den paardenhandelaar K.,
te Utrecht, twee öjarige Isabel-paarden verkocht voor de
aanzienlijke som van f 3000.
Op de nuchtere kalverenmarkt te Utrecht zijn in de
laatste acht dagen 500 stuks aangevoerd, die gereede
koopers vonden tegen f 8 a 12 per stuk.
Jl. Zondag had zekere V. te Utrecht de verregaande
onbeschaamdheid zijne 96jarige moeder te slaan. Het publiek,
dit ziende, was zoo verbitterd, dat het hem te lijf ging en
het ergste te vreezen was; door te vlugten in een herberg
wist hij zijn vervolgers te ontkomen; men heeft echter het
voornemen hem een duchtige les te geven.
Vijf heeren te Vlissingen, W. I. van Campen, J.
Joosse, van Aken, Trouillart Hanssen en Michaëlis, hebben
het initiatief genomen tot oprigting van een naamlooze
vennootschap «de Vlissingsche broodbakkerij,» met het doel
om tegen den minst mogelijken prijs goed brood te krijgen.
Hoewel de zaak in goede banden is, schijnt het plan, naar
het prospectus te oordeelen, nog wel wat onbestemd, terwijl
het hedrag dér aandeelen, vijf gulden, te gering zal blijken
om genoegzaam kapitaal bijeen te brengen.
Het prov. geregtshof van Overijssel heeft jl. Dings
dag uitspraak gedaan in de zaak van Isaiik Wolfï, gefail
leerd commissionair in effecten te Kampen, en hem schuldig
verklaard niet wegens bedriegeliike bankbreuk, maar wegens
misbruik van vertrouwen, omdat hij 3 stuks Central Pacific
ad 1(100 dollars, die hij voor een ander had gekocht, ten
eigen bate had beleend. Hij is veroordeeld tot drie maanden
cellulaire gevangenisstraf, eene geldboete van f 12,50 en in
de kosten.
De mazelen-epidemie te Kampen is geweken. Men
berekent dat het getal aangetasten heeft bedragen 30U0,
hiervan zijn 30 overleden.
Een veehandelaar uit Ommen werd eergisteren door
de regtbank te Deventer veroordeeld tot vier boeten van
f 50 elk, wegens het niet betalen van marktgeld ten bedrage
van twintig centen.
Eene vrouw uit Olst is door de regtbank te Deventer
veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf voor den tijd
van 15 dagen, omdat zij in bittere a.rmoede een stuk
brandhout uit een dennenbosch had afgehakt.
Omtrent een allerbrutaalsten letterkundigen diefstal
deelt de heer J. J. Hansma te Dokkum in de Leeuw. Crt.
het volgende mede: «Dezer dagen heb ik in uw blad gead
verteerd een werkje, getiteld: Breiden uit de Natuur en de
Heilige schrift, door E. II. Gorter te Dokkum, dat ZEd.
voor eigen rekening en op verzoek met zijn naam als uit
gever in het licht heeft gezonden. Geheel ter goeder trouw
en omdat Gorter stadgenoot was, leende ik mijn naam daar
toe, abél'.... dezer dagen zendt de heer J. J. Telchuijs, uit
Poortvliet in Zeeland, mij een boekje, in 1858 verschenen,
met zoo ongeveei- denzelfden titel als bovengenoemde, maar
wat het mooiste van de zaak is: Gorter heeft liet werkje
van den heer Telchuijs bijkans letterlijk gecopiëerd en durft
nog wel in de voorrede te zeggen van zijn eigen afschrij-
verij Ga dan «mijne eerstelingen» de wijde wereld inGods
zegen vergezelle u
Ook ons vee vindt in de vreemdelingen nog steeds
grage koopers. In Westfriesland o. a. vertoeft een Amerikaan,
die de stallen bezoekt om best vee aan te koopen. Zoo
heeft onlangs de heer Jacob Laan Klz., te Twisk, aan
dezen Amerikaan twee kuispinken (ljarige koebeesten) en
1 pinkstier verkocht, voor de som van f 575. Éen dezer
kuispinken heeft op de tentoonstelling der Hollandscho
Maatschappij van Landbouw, te Dordrecht in 1874 gehouden,
als kuiskalf (Ijarig) den 1 sten prijs behaald, «voor de beste
kenmerken van veel melkgevend ras.»
Men leest in de KI. Crt. de volgende advertentie:
«Tien gulden belooning voor dengeen die den hoed
terugbrengt, of aanwijzing van den dader kan geven, die
een heer, terwijl hij in 't urinoir op de Leliegracht stond,
zijn nieuwen hoed heeft afgeligt en daarvoor een ouden
hoed in de plaats op diens schedel heeft gezet. Adres bij
den boekhandelaar L. F. J. Hassels, Warmoesstraat, 18.»
De Koning van Spanje heeft den Prins von Bismarck
tot ridder der orde van het Gulden Vlies benoemd.
Verslag der verrigtingen door de zeemagt in de wateren van
Atsjin; vervolg.
Zr. Ms. stoomschip Sambas kwam den 23 November op
Atsjins reede terug, zonder iets bijzonders te hebben opge
merkt. Ook Zr. Ms. stoomschip Pontianak, den 21 te
voren naar Patty vertrokken, ankerde dien dag ter reede
en ging van daar naar Poeloe-Bras om den steenkolen-
voorraad aan te vullen.
De stoomer Gouverneur-Generaal Mijer vertrok des
avonds via Padang naar Batavia.
Zr. Ms. stoomschip Timor aanvaardde, na den steenkolen-
voorraad op Poeloe-Bras te hebben aangevuld, den 26 de
terugreis naar de station ter oostkust, terwijl de Sambas
post vatte bij Pedro-punt om aldaar alle communicatie
tegen te gaan.
Zr. Ms. stoomschip Palembang, waaraan Poeloe-Boeroe
tot ligplaats was aangewezen, kwam ingevolge daartoe
ontvangen order ter reede Atsjin om een gedeelte zijner
equipage te verwisselen met schepelingen van het Metalen
Kruis en ging daarna zijnen post weder innemen.
De Nederlandsch-Indische stoomer Vice-Admiraal Fabius
kwam in den namiddag van den 26 van Padang ter reede
terug.
Zr. Ms. stoomschip Watergeus, den 24 Nov. van Poeloe-
Bras teruggekeerd, vertrok den 28 daaraanvolgende naar
de westkust met den controleur Pluijgers en Toekoe Lam-
passei met gevolg, om laatstgenoemd Hoofd naar Kloewang
over te voeren, een brief van den militairen en civilen
bevelhebber aan den Radja Moesa van Troemoen te brengen
en daarna een ultimatum te gaan overbrengen aan de
Staatjes Poeloe—Kajoe, Mukki en Laboean Hadji, die gewei
gerd hadden de Nederlandsche vlag te hijschen.
Daar de doorgaande oostenwinden den toegang tot de
baai van Karang-Raba en de havens van het noordelijk
gedeelte der westkust aanmerkelijk vergemakkelijken en
alzoo strenge bewaking noodzakelijk maakten, kreeg Zr.
Ms. stoomschip Pontianak order om zich derwaarts te
begeven en volgde die bodem den 29 de hem aangewezen
bestemming op.
Dienzelfden dag kwam de Nederlandsch-Indische stoomer
Atjeh ter reede.
Zr. Ms. stoomschip Banda nam den 1 Dec. positie nabij
Atsjin-hoofd, ter vervanging van Zr. Ms. stoomschip Band-
jermasin, dat tijdelijk ter versterking aan de station der
oostkust werd toegevoegd.
In den namiddag van dien dag werd in de nabijheid van
Soerian geweervuur waargenomen, waarop door Zr. Ms.
stoomschip Metalen Kruis eenige granaten in het vijandelijk
gebied wei-den geworpen.
Het Nederlandsche barkschip Professor van der Boon
Mesch, den 4 Dec. ter reede gekomen met eene lading
materialen voor het etablissement op Poeloe-Bras, werd
den 6 daaraanvolgende door de Ardjoeno naar de Lamba-
ley-baai gesleept om aldaar te lossen.
Zr. Ms. stoomschip Pontianak keerde op laatstgemelden
datum terug van de westkust, waar het sedert den 29 Nov.
de blokkade tusschen Konings-punt en Tonom gehand
haafd had.
Bij Siddo-punt werd eene aan den wal liggende visschers-
praauw door eene gewapende sloep genomen en opgebragt.
Eene andere praauw kon door de hevige branding niet
bemagtigd worden.
In de Kloewang—baai werden twee vaartuigen onder
Engelsclie vlag gevisiteerd en in orde bevonden.
Den daaraanvolgenden dag werden door de Pontianak
drie praauwen en twee sampans prijs gemaakt, afkomstig
Van de nog niet in onderwerping gekomen Atsjinesche
onderhoorigheden Loem en Kwala—Boeding en gezamenlijk
bevattende eene lading van bruto 5400 kilogr. peper.
De kust verder bekruisende, ankerde het stoomschip den
2 Dec. voor Patty en den 4 daaraanvolgende voor Kloewang.
Daar voortdurende regens alle zigt op de kust benamen,
bleef de Pontianak te Kloewang vertoeven tot den 7, op
welken datum zij om de noord vertrok, met plan om de
baai van Karang-Raba te gaan onderzoeken.
Nabij Siddo-punt werd eene wangkang ontdekt en door
de daarop afgezonden gewapende barkas gevisiteerd.
Bij onderzoek bleek het, dat aan dit vaartuig, blijkens
zijnen pas bestemd naar Kloewang, Patty en Analaboe,
eenige dagen te voren door de Pontianak de blokkade was
aangezegd; thans weder op vijandelijk gebied aangetroffen,
werd het ter zake «vin blokkade-schennis aangehouden en
naar Atsjins reede opgebragt.
De Pontianak keerde den 9 Dec. naar de westkust terug.