VJEROHDEWIWCr tot heffing van
schoolgeld op de Openbare Lagere
Scholen in de gemeente Heider.
Ter te gemoet koming in de kosten van liet onderwijs
in de Openbare Lagere Scholen der gemeente, wordt, te
beginnen met 1 April 1875, voor ieder schoolgaand Kind
schoolgeld geheven.
Kinderen van bedeelden en van hen die, schoon niet
bedeeld, onvermogend zijn om schoolgeld te betalen, genie
ten op de scholen No. 1, 2, 3, 5, 6 en 7 het onderwijs
kosteloos op schriftelijke vergunning van Burgemeester en j
Wethouders.
Het schoolgeld, door de ouders of verzorgers der leer- I
lingen te voldoen, is per kwartaal verschuldigd, bij vooruit
betaling, en wel voor de scholen No. 1, 2, 3, 5, 6 en 7,
bestemd tot het geven van gewoon lager onderwijs, telkens
vóór of op 1 Februarij, 1 Mei, 1 Augustus en 1 November
van ieder jaar en voor de school No. 4, bestemd tot het
geven van gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs
alléén voor betalende Kinderen, vóór of op 1 Januarij,
1 April, 1 Julij en 1 October van ieder jaar.
Het schoolgeld bedraagt per kwartaal op de scholen
No. 1, 2, 3, 5, 6 en 7
Voor een leerling1-00
Voor den tweeden leerling uit hetzelfde gezin - 0.75
Voor den derden en meer leerlingen uit hetzelfde
gezin, ieder leerling- 0.50
en op de school No. 4:
Voor het bezoeken der dagschool
Voor een leerling5.00
Voor den tweeden leerling uit hetzelfde gezin - 4.00
Voor den 'derden en meer leerlingen uit hetzelfde
gezin, ieder leerling - 3.00
Voor het te gelijk bezoeken der avondschool wordt het
schoolgeld met één vierde gedeelte verhoogd.
Voor het bezoeken der avondschool alleen, 2.50 eiken
leerling.
De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening,
vastgesteld in de vergadering van den 14 Mei 1872.
Welk besluit is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
den 19 Maart 1875 No. 14, waarbij is aangehaald de ver
ordening vastgesteld bij raadsbesluit van den 14 Mei 1872,
bevattende de voorschriften tot invordering van het schoolgeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort,
den 27 Maart 1875.
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
Binnenland.
HELDER en NIEUWEDIEP, 30 Maart.
De predikants-vacature bij de Hervormde gemeente
alhier, ontstaan door het overlijden van ds. J. II. Kremer,
werd jl. Zondag weder vervuld door de aanvaarding van
het leeraars-ambt bij die gemeente door ds. H. Vrendenberg,
van Varsseveld. Des voormiddags had in de Nieuwe Kerk
de bevestiging plaats door den consulent, dr. J. C. Pool,
die tot tekst had gekozen 2 Thim. I vs. 10 laatste gedeelte.
Nadat de nieuwe leeraar de gelofte, bij het kerkelijk
reglement voorgeschreven, had afgelegd, zong de gemeente
gezang XCI vs. 2 en 3. Des avonds hield ds. Vrendenberg
zijne intreerede in de Westerkerk, sprekende naar aan
leiding van Efesen IV vs. 12 c. Beide deze godsdienst
oefeningen werden door eene talrijke schare belangstellenden
bijgewoond.
Komen dagelijks van elders berigten omtrent burger
avond- en industrie-scholen, dat de wintercursus met
succes is ten einde gebragt, ook van onze plaatselijke
inrigting tot dat doel valt daaromtrent mededeeling te doen.
Jl. Zaturdag avond werd de cursus der industrie-school
besloten met eene les, in het lokaal Musis Sacrum gegeven
en ter bijwoning waarvan de ouders der leerlingen waren
uitgenoodigd. Bij het binnenkomen der zaal trokken al
dadelijk de aandacht, de talrijke proeven van de gemaakte
vorderingen der leerlingen in het lijn- en handteekenen,
die langs den wand waren tentoongesteld.
De aanwezigheid van ouders en andere belangstellenden
(onzes inziens nog veel te gering in aantal)'bewees, dat
het gewigt van 't onderwijs aan deze inrigting meer en
meer wordt beseft. Daarvan gaf mede getuigenis de
opkomst van verscheidene autoriteiten, waaronder de leden
van het Dagelijksch Bestuur der gemeente.
Door den heer A. J. Leijer, onderwijzer aan deze
inrigting, werd behandeld op het gebied der natuurkunde:
de drukking der lucht, en zulks opgehelderd door een
aantal schoone, welgeslaagde proeven.
Nadat dit onderwijs geëindigd was hield de heer C. J. van
Spall, lid van het bestuur, eene toespraak, waarin hij o. a. de
leerlingen aanspoorde tot een vlijtig gebruik van het degelijk
en voor hun volgend leven onmisbaar onderwijs aan deze
school gegeven. Naar wij later van bestuurderen vernamen,
moet er wel aanleiding hebben bestaan tot deze opwekking
en aansporing, daar er in den afgeloopen winter nog al
veel (veel te veel) is verzuimd. Er zijn er geweest die
van de 125 lessen 40, 50, ja zelfs meer dan 60 niet
hebben bijgewoond. Het is te hopen dat de ouders voor
het vervolg beter zullen waken tegen het schoolverzuim
hunner kinderen, die op zulk eene wijze al te zeef schade
lijden en eerst later hunne nalatigheid zullen betreuren.
Prijzen en getuigschriften werden daarop uitgereikt aan
J. Dekkers, 1ste J. K. Labout, 2deS. Groeneveld 3de
en M. Hoogerduin, 4de prijs. Laatstgenoemde zal echter
zijn prijs,- bestaande in een letter- en ornamentboek, dat
uit Parijs is ontboden, later ontvangen. Getuigschriften
werden verleend aan: M. G. Schuitemaker, voor de wis
kunde en aan N. Wallin, P. Korff en M. Zaatman, voor
het regtlijnig teekenen.
Loffelijk vermeld werden van het 4de jaar: J. C.
Raamsdonk voor het lijnteekenen en N. Wallin voor het
handteekenen; van het 3de jaarvoor de wiskundige vakken
J. Schol, R. Jongkees en A. Goversvoor het hand
teekenen G. v. d. Hulst, J. de Vries en J. Schol; voor
het lijnteekenen R. Jongkees, A. Govers en J. Schol;
voor de letterkundige vakken C. Mol en R. Jongkees;
van het 2de jaar: voor de natuurkunde B. Schuitemaker,
J. Winter en W. A. Beijervoor het handteekenen J. Lak
en C. de Jong; voor de letterkundige vakken J. de Looze,
W. A. Beijer en J. Winter; voor het rekenen J. de Looze,
B. Schuitemaker, W. Kikkert, W. A. Beijer, G. Voet,
Papegaai en Melle; van het lste jaar: letterkundige vakken
A. Maandag, J. P. Meijneke, P. Hofland, Ran, P. Stronk
en J. Tielrooij; voor het handteekenen A. Maandag, J. P.
Meijneke, J. Tielrooij, J. van Dok, N. Nannings, P. Hofland,
en A. de Kok; voor het lijnteekenen A. Maandag, J. P.
Meijneke, J. Ham en A. Schraa; voor de wiskunde: D.
Kan, P. Stronk, P. Hofland, J. Zaatman, K. Hoogerduin,
B. Zacharias, J. Bas, Schellinger, A. Schraa, II. Cornielje,
v. Steenbergen, J. P. Meijneke, A. Maandag, v. Konings-
brugge, Bal, N. Nannings, Cornielje en J. C. Ran.
Vervolgens sprak de heer B. J. Herweijer, lid van het
bestuur, een woord ter opwekking tot vlijt en ijver aan
de leerlingen; een woord van dank aan de onderwijzers
en eindelijk beval hij deze voor den werkmansstand, zoo
heilzame inrigting op de krachtigste wijze aan in de wel
willendheid van het gemeentebestuur.
Hierop antwoordde de heer burgemeester met de ver
zekering, dat het bestuur der gemeente een levendig belang
stelt in eene inrigting als deze, die door de goede zorgen
der commissie van bestuur, en bij de voortreffelijke leiding
der hh. onderwijzers, in groote mate bevorderlijk is aan
de algemeene welvaart.
Ten voordeele van het op te rigten monument voor
de gesneuvelden te Atsjin, werd gisteren avond in Tivoli
eene tooneelvoorstelling gegeven door de onderofficiers-
vereeniging «Vaderland en Oranje.» Ten tooneele werd
gebragt het historisch dramaDe Boodschapper of Loevenstein
in 1570. Allezins verdienstelijk was de opvoering, waarbij
de leden dier vereeniging in de vervulling der titelrol
werden bijgestaan door den heer A. B. Weber. Blijkens de
aandacht, die door het talrijk publiek aan deze voorstelling
werd gewijd, droeg de opvoering van dit tooneelstuk, aan
Neêrlands worstelstrijd tegen Spanje ontleend, de algemeene
goedkeuring weg.
De eerste kievitseijeren zijn aan Z. M. den Koning
aangeboden door den heer M. van Lith, hofleverancier
te s Hage.
De beroemde componist Liszt zal op uitnoodiging
in Mei den Koning op het Loo bezoeken.
De Staatscourant behelst de instructie ter uitvoering
van het reglement, betreffende de zamenstelling, het onder
zoek en den ijk der gasmeters, vastgesteld bij koninklijk
besluit van 12 Sept. 1874.
De Hollandsclie IJzeren Spoorweg-Maatschappij deelt
over 1874 een dividend van 63 pCt. uit.
Beroepen bij de Evang. Lutli. gemeente te Zaandam
ds. G. T. Bruijn, pred. te Zutphen.
Bedankt voor het beroep naar de Doopsgez. gemeente
te Borne door ds. S. Lulofs, te Broek op Langendijk.
Naar aanleiding van een vroeger berigt uit Winkel
wordt aan de N. Rott. Crt. van daar gemeld:
«Toen de heer P. Koornstra 1 Febr. jl. naar Heerenveen
vertrok, was nog eene hulponderwijzers-plaats alhier vacant.
Het gemeentebestuur, zich 'niet kunnende vereenigen met
het voorstel van den hoofdonderwijzer om een deel der
kinderen beurtelings te huis te laten, besloot iemand, die
reeds vroeger eenigen tijd kweekeling geweest was, uit
nood in de laagste klasse te plaatsen.
Tot eer van dien jongeling kan gezegd worden, dat hij
met vrij goed gevolg bij de kleinen wei'kzaam is, zoodat
de hoofdonderwijzer hem niet gaarne gedurende de vacature
zoude missen.
Door bijzondere plaatselijke omstandigheden heeft het
gemeentebestuur eerst verleden week een nieuwe oproeping
van een hulponderwijzer gedaan en nu tegen een tractament
van f 600.»
Men meldt uit Hoorn, dd. 25 dezer:
«In een reeks van zeven voordragten, gedurende dezen
winter gehouden en door 70 a 80 personen, uitsluitend
heeren, bijgewoond, behandelde de heer Sinia op populaire
wijze de afstammingsleer. Ofschoon sprekers onderwerp
van tijd tot tijd aanleiding gaf om te wijzen op menig
dwaalbegrip, waaraan velen zich in onze dagen nog kramp
achtig vasthouden, zag men toch menschen, die in rigting
ten zeerste van hem verschilden, met klimmende belang
stelling de lezingen tot 't einde toe bijwonen.
De laatste voordragt was gewijd aan den mensch met
betrekking tot de dieren. Hier werd de groote overeen
komst aangetoond tussclien de meest onbeschaafde mensclien-
rassen en de hoogst ontwikkelde apen, terwijl de groote
kloof, die tusschen 't Kaukasisclie ras en die dieren bestaat,
hem aanleiding gaf om voor ons nog veel goeds te hopen
van de toekomst.
Na den afloop der laatste lezing, jl. Dingsdag gehouden,
werd de heer Sinia namens de gezamenlijke hoorders
bedankt door dr. B. Tidema Jz.
Ook de voordragten over de scheikunde, zooveel mogelijk
toegepast op het dagelijksch loven, uitsluitend voor dames,
werden in 2 seriën door 80 personen bijgewoond. Ook
daar ontbrak het niet aan belangstelling. Wij vernemen,
dat de heer Sinia, bij aanzoek daartoe, niet ongenegen zou
zijn zijne lezingen voor de heeren in een volgend saizoen
ook op enkele andere plaatsen voor te dragen.»
De N. Rott. Crt. maakt melding van een geneeskundig
werk, te Londen uitgegeven door den Engelschen geneesheer
dr. Churchil te Parijs, onder den titel van Consumptien
and Tuberculosis. in dat werk zet de schrijver uiteen, dat
hij door lang durig onderzoek tot de overtuiging is gekomen,
dat de ontstekingen van de ademlialings werktuigen met
name de longteering, haar ontstaan vinden in het ontbreken
van phosphorus in de chemische zamenstelling van het
ligchaam. Door het aanwenden van hypophosphiten (onder-
pliosphorigzure zouten) kunnen die ziekten, naar zijne meening,
even krachtig worden bestreden als de pokken door inenting.
Nieuw is deze zaak niet, zegt het Handelsblad. Reeds in
1857 heeft dr. Churchill zijn .vinding openbaar gemaakt en
reeds lang worden de phosphorus-verbindingen toegediend.
Maar tot dusver heeft hij nog niet een plaats naast dr.
Jenner veroverd.
Gij moet weten schrijft de Haagsche correspondent
der Arnli. Crt. ik heb geen heel grooten dunk van de
Tweede Kamer; ik woon nu en dan de zittingen wel eens
bij, wanneer er belangrijke onderwerpen aan de orde zijn,
maar hoe belangrijk die onderwerpen ook zijn, ik moet
bijna altijd lagchen, omdat de Kamer mij dikwijls herinnert
aan de bekende anekdote van het bedorven kind. De
huisknecht weigerde het engeltje iets en het engeltje begon
te grienen. «Men hemel, Jan,» riep de mama, die wel
het grienen hoorde, maar de vraag van het kind niet
gehoord had, «waarom geef je het kind toch niet wat het
vraagt? «Ik zou het dolgraag doen, mevrouw,» was het
antwoord, maar ik kan waarlijk niet. De jongeheer ziet
de maan in het water schijnen en verlangt absoluut, dat
ik er die uithalen en hem geven zal.» Aan dit lief
knaapje doet de Tweede Kamer mij nog al eens den
ken. Wat men het aanbiedt versmaad het; het speel
goed wordt stuk gemaakt of weggeworpen, en wanneer
het engeltje eindelijk zegt wat het dan ten slotte wel
hebben wil, dan staat het verlangen niet zelden gelijk
met den maneschijn in het water. Tel, om bij het meest
geliefde speelgoed van elk kind te blijven, eens al de
militaire reputaties op, die het lieve kind in de laatste
twintig jaar als vernield of bedorven heeft! En vorsch
eens de «adviezen» over de vesting-begrooting uit wat
men zooal in een minister van Oorlog verlangt, en antwoord
mij dan met de hand op het hart, of die eisch u niet
aan de maan in den emmer herinnert.
De N. Zutph. Crt. wijst op de noodzakelijkheid
eener wet tegen de vervalsching der levensmiddelen. Men
zou schier zeeziek worden van de politiek en van de wijze
waarop de partijen kibbelen en knoeijen, van 't gewroet
met leugens, programma's, beginselen, terwijl de werkelijke
belangen der maatschappij worden voorbijgezien, 't Is
soms of de landsbelangen er slechts zijn, opdat de poli
tieke heeren er over zouden kunnen discussiëeren en rede
voeren. Die heeren maken van de politiek een vakje a part.
Uur aan uur, zegt dat blad, dag aan dag wordt zoek
gebragt aan redeneeringen, aan bevrediging van het zalig
gevoel van ziclizelven te hooren spreken. De wet op de
spoorweg-politie, thans door de Tweede Kamer aange
nomen, leverde weder een onschatbare bijdrage tot de
kennis van het parlementair regeer-systeem. Terwijl tal
van onderwerpen ter behandeling gereed liggen, hooger
onderwijs, kiestabel, vesting-begrooting, om niet te spreken
van de amortisatiewet en de voorstellen betrekkelijk de
regterlijke organisatie, over de jagtwet en den aanleg van
Staatsspoorwegen, terwijl de regering slechts wacht met
het indienen van nieuwe wetsvoorstellen, tot de Kamer
tijd zal hebben om ze te behandelen: terwijl een onafzien
baar veld van werkzaamheden voor haar ligt, besteedt de
Kamer een volle week dan het voetje voor voetje behan
delen van de wet op de spoorweg-politie. Stap voor stap
kostte dat wetsontwerp der regering een telkens met ver
nieuwden moed aangevangen strijd; elk artikel moest wor
den verdedigd; bij elke alinea moest een storm van
amendementen worden afgeslagen. Telkens stootte de
aanvaller het hoofd; telkens werd hij met verpletterende
meerderheid verslagen, doch geen nood, bij het eerst
volgend artikel keerde hij op nieuw terug en betwistte
weder met dezelfde hardnekkigheid het hem nog overblij
vend terrein. Zulk eene discussie is de veroordeeling van
't parlementaire stelsel. En waar blijven daarbij de wer
kelijke volksbelangen? Er is zooveel te doen op practisch
gebied, 0. a. ook ter bescherming van de eerste levens
middelen, brood en vleesch. Niet alleen heeft er diefstal
plaats, maar de volksgezondheid wordt benadeeld. Kunst-
meel wordt openlijk aangekondigd; gips wordt in 't brood
gemengd. Te Amsterdam worden scheepsladingen gips
voor bakkers aangevoerd en met de bakkers doen de
meelhandelaars in 't bedrog mede. En deze gewetenlooze
dieven, die de volksgezondheid bederven, worden niet
voorbeeldig gestraftWat de gips voor enkele bakkers is,
is baksteen voor enkele chocolade-fabrieken, de eikel voor
enkele koffijbranders, de reuzel voor enkele boterkooplieden,
het water voor de melkverkoopers. En zelfs bij 't vleesch
is men niet zeker. Niet alleen paarden-, maar honden-
vleesch wordt voor rundvleesch verkocht; vleesch van
gestorven of zieke runderen wordt in de magen van 't
volk gebragt! Zoo wordt op allerlei wijze de natie ver
giftigd. Zal zij niet eindelijk door eene wet tegen de
vervalsching der levensmiddelen worden beschermd?
De eucalyptus globulus of blaauwe gomboom is een
prachtige boom, wiens vaderland Australië is en die voor
het eerst beschreven is in het laatst der vorige eeuw dooi
den Franschen botanicus Labillardière, welke den reiziger
d' Entrecasteaux op zijne reizen in de Zuidzee vergezelde.
Tot vóór een 20tal jaren werd deze boom slechts hier en
daar in Europa in botanische tuinen gevonden, zonder
dat men er de heilzame werking van kende. Thans echter
wordt hij meer en meer buiten zijn Vaderland, vooral in
Zuid-Europa en Noord-Afrika, aangetroffen. Koortsboom
noemen hem de Spanjaarden in Valencia, waar hij sedert
1860 is ingevoerd, wegens zijne koortswerende eigenschappen.
Het is een feit, dat de landen, waar deze schoone boom
inheemsch is en grootere bosschen vormt, zich in een zeer
gezond klimaat verheugen. Men heeft echter ook werkelijk
bewijzen, dat de aanplantingjvan den eucalyptus in moerassige
streken heilzaam is tegen de moeraskoorts; de ondervinding
hiervan deed men op aan de Kaap, in de provinciën Cadix,
Sevilla, Cordova, Valencia, Barcelona, op Corsica en in
Algerie. Te Pardock, eenige mijlen van de stad Algiers,
lag aan de oevers van de Hamyse, eene boerenplaats, die
wegens het koortsachtige in een slechten reuk stond en
waar dan ook vele menschen stierven. In de lente van
1867 plantte men daar 1300 kleine eucalyptus-stammen,