1875. N°. 40.
Vrijdag 2 April,
33 Jaargang.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
BEKENDMAKING.
Binnenland.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N\ 163.
GEMEENTERAAD.
HELDERSCHE
Ei\ MEUWEDIEPER COURANT
„Wij huldigen het goed e."
Verschijnt pingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1 30.
u franco per post - 1 65.
Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
JHikeu Wundcrdag vertrekt de mail naar Oost-B ndië
via Brindisi.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter
openbare kennis, dat de Militieraad van het Derde District in
Noordholland de tweede zitting zal houden te Hoorn, en wel voor
zooverre deze gemeente betreft op Dingsdag den 13den April 1875,
des voormiddags ten half elf ure.
Volgens artikel 88, in verband met artikel 92 der Wet op de
Nationale Militie, moet voor die zitting verschijnen hij, die voor
een loteling als plaatsvervanger of als nummerverwisselaar verlangt
op te treden.
In die zitting wordt tevens uitspraak gedaan omtrent alle in de
eerste zitting niet afgedane zaken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 31 Maart 1875. L. VERHEY, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter
openbare kennis, dat op gisteren door den Baad dezer gemeente
vastgesteld en gedurende de eerstvolgende acht werkdagen op de
gewone kantooruren ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter
lezing zijn nedergelegd
a. het Voljaarskohier van den Hoofdelijken Omslag over het
dienstjaar 1875
b. het Volj aarskohier der belasting op de Honden over het
dienstjaar 1875
c. het Suppletoir Kohier der belasting op de Honden over het
dienstjaar 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 1 April 1875. L. VERHEY, Secretaris.
Zitting van Woensdag den 31 Maart 1875.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 15 leden; afwezig de heer Hugenholtz, met kennis
geving van verhindering.
De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat ingekomen zijn de geloofsbrieven
van het onlangs gekozen raadslid, den heer P. C. van der Meulen.
Tot onderzoek dezer stukken wordt eene Commissie benoemd,
bestaande uit de heeren Braaksma, Werendliju Smit en Maalsteed.
Gedurende den tijd van dat onderzoek wordt de zitting gesehorst.
Na de heropening der zitting brengt de commissie, bij monde
van den heer Braaksma, verslag uit van hare bevinding. Zij heeft
de stukken in orde bevonden en stelt den Raad voor ze goed te
keuren. Op voorstel des Voorzitters wordt daarop tot toelating van
den heer van der Meulen besloten.
Aan de orde wordt gesteld de benoeming van een hulponderwijzer
voor de gemeenteschool No. 4, op eene jaarwedde van f 700.
Met eenparige stemmen wordt hiertoe gekozen de heer J. M. Nieuwbner.
Op zijn daartoe gedaan verzoek wordt, op voorstel van het Dag.
Best., aan den heer J. W. Matser, wegens zijne benoeming te
Rotterdam, met ingang van 1 Mei e. k. verleend een eervol ontslag
uit zijne betrekking van hulponderwijzer aan de gemeente-scholen
alhier.
Door den Voorzitter worden ter tafel gebragt de jaarverslagen,
ingezonden door de commissiën van toezigt over het Lager-, en
het Middelbaar Onderwijs en door commissarissen van het gemeente
ziekenhuis en de apotheek. Die stukken zullen met het jaar
verslag der gemeente de leden te huis ter lezing ontvangen.
Van de Commissie van toezigt op het Middelbaar Onderwijs in
deze gemeente zijn ingekomen de volgende dubbeltallen voor de
benoeming van twee leden in dat collegie, ten gevolge van de
periodieke aftreding van den heer P. A. C. Hugenholtz en het
bedanken van den heer dr. D. Hellema. Voor de eerste vacature:
lste candidaat de heer P. A. C. Hugenholtz, aftredend lid; 2de
candidaat de heer J. W. Visser. Voor de tweede vacature: lste
candidaat de heer A. Elaes, 2de candidaat de heer P. C. van der
Meulen. Er wordt een stemming gehouden, waarvan de uitslag is
als volgt: Gekozen zijn de heeren Hugenholtz en Flaes, eerst
genoemde met 14, laatstgenoemde met 10 stemmen. Op den heer
van der Meulen waren 4 en op den heer Visser 2 stemmen uitgebragt.
Met eenparige stemmen worden daarop goedgekeurd en vastgesteld
a. het primitief kohier der belasting op de honden, dienst 1875,
tot een bedrag van f 815; en b. bet suppletoir kohier dierzelfde
belasting, dienst 1874, tot een bedrag van f 57.50. Tegen deze
kohieren waren geene bezwaarschriften ingekomen.
Nu wordt aan de orde gesteld de goedkeuring van wijzigingen
in het vroeger vastgesteld contract voor het ophalen van vuilnis en
beer in dez.e gemeente. De Voorzitter herinnert vooraf aan hetgeen
omtrent deze belangrijke aangelegenheid heeft plaats gehad; dat hij
de uitgeschreven verpachting zich niemand als inschrijver heeft
opgedaandat daarop van deskundigen inlichtingen zijn ingewonnen,
en dat ten gevolge hiervan, eenige bepalingen van het contract
derwijze zijn gewijzigd, dat het mogelijk wordt tot verpachting der
mestverzameling te geraken. Nog merkt de Voorzitter op, dat het
niet mogelijk is, ten gevolge van menigvuldige bezwaren, om tpt
een wenschelijken toestand te geraken.
De wijzigingen, door de Commissie voor de gemeentewerken
voorgesteld, worden nu in behandeling gebragt en met eenparige
stemmen wordt bepaald, dat, met het. oog op de door den pachter
te maken kosten tot aanschaffing van materieel, de duur der concessie
van 7 op 10 jaar zal worden gebragt.
Bij de behandeling der volgende wijzigingen ontstaat eene dis
cussie, naar aanleiding van de voorgestelde bepaling, dat de pachter
het vuilnis en de beer zal mogen storten in vaartuigen in het
Ileldersch Kanaal, ten einde die terstond te vervoeren huiten de
gemeente, waardoor het bezwaar van het houden eener mestver
zameling in deze gemeente zou komen te vervallen.
De heer Graat stelt hierbij voor te bepalen, dat slechts op een,
door B. en W. aan te wijzen punt in de gemeente, het laden der
bedoelde vaartuigen zal mogen geschieden.
De heer Braaksma daarentegen acht het wenschelijk, dat zulks
zal mogen plaats hebben op niet minder dan drie punten in de
gemeente en wil dat die punten, b.v. het Westplein, Molenplein
en de Vischmarkt, in het contract zullen worden genoemd.
De heer Boomsma wijst op het bezwaar van deze wijze van
vervoer in den wintertijd bij besloten water en acht het zeer noo-
dig, dat daaromtrent bepalingen worden opgenomen, waaraan de
pachter zich zal te houden hebben.
De heeren Graat en Braaksma verdedigen nader hunne voor
stellen, terwijl de Voorzitter, die zich vereenigt met dat van den
heer Braaksma, waarschuwt tegen het vaststellen van bepalingen,
waardoor eene verpachting welligt weder zonder resultaat zou blijven.
Met het oog op het belangrijke eener te nemen beslissing, wordt
door den Voorzitter voorgesteld de verdere behandeling van dit
onderwerp te verdagen tot de volgende zitting. Na eenige discussie
wordt dienovereenkomstig besloten.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling des Voor
zitters, dat de koninklijke goedkeuring is verkregen op het Raads
besluit tot heffing van schoolgelden in deze gemeente.
De Raad ontvangt mededeeling van een ingekomen verzoek van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Nijmegen om onder
steuning van het bij de Tweede Kamer aanhangig voorstel tot
aanleg van staats-spoorwegeu van de heeren Kappeijne c. 6. Op
voorstel des Voorzitters wordt besloten aan dat verzoek geen gevolg
te geven, daar het belang der gemeente hierbij niet is betrokken.
De Voorzitter deelt mede, dat, in overleg met den heer districts
schoolopziener, tijdelijk voorzien is in de waarneming der hoofd
onderwijzers-! ietrekkinir aan de school voor meer uitgebreid lager
en middelbaar onderwijs. Aangenomen voor kennisgeving.
Eindelijk wordt aan de orde gesteld de goedkeuring en vaststelling
van het primitief kohier van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1875,
waartegen eenige bezwaarschriften zijn ingekomen. De Voorzitter
stelt voor om, tot onderzoek hiervan, de openbare zitting op te
heffen en eene zitting te houden met gesloten deuren. Dienover
eenkomstig wordt besloten.
Na de heropening der openbare zitting wordt liet kohier van den
Hoofdelijken Omslag goedgekeurd en vastgesteld tot een bedrag
van f 16767,43.
De zitting wordt hierop voor gesloten verklaard.
HELDER en NIEUWEDIEP, 1 April.
Jl. Dingsdag avond werd in het lokaal Tivoli eene
werkende vergadering gehouden van het departement Helder
der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Aan de orde
waren eenige door het bestuur der Spaarbank voorgestelde
wijzigingen in het reglement voor die inrigting. Een der
belangrijkste veranderingen bestond hierin, dat, met het
oog op art. 1 van 't reglement, de Spaarbank uitsluitend
bestemd blijft om welvaart te bevorderen en armoede te
voorkomen. In den laatsten tijd scheen er een misbruik
te zijn ingeslopen, zoodat vaak vrij belangrijke geldsommen
tijdelijk in de Spaarbank ter belegging werden aangeboden.
Ter voorkoming hiervan werd nu voorgesteld, dat bestuur-
deren de magt zouden hebben om in zulke gevallen de
gelden te weigeren. Na eenige discussiën werd dat voorstel,
gelijk mede onderscheidene andere tot aanvulling en ver
betering, aangenomen. Het aantal directeuren is daarbij
met twee vermeerderd. Ter vervulling der vacature,
ontstaan door het overlijden van den heer Blok, is benoemd
tot directeur dezer inrigting de heer W. Ph. de Kruijff.
Door de vergadering werd kennis genomen van het verslag
over het wintersaizoen 1874/75 van de Commissie voor
Volksvoordragten. Daaruit bleek o. a. dat in dit saizoen
niet minder dan 1609 entrée-billetten tot bijwoning dier
voordragten waren afgegeven, gehoudens eene kleine
bijdrage uit de kas van het departement, konden de uit
gaven door de inkomsten worden gedekt. Over de
bestendiging van dezen tak van werkzaamheid zal in de
zomervergadering van het departement worden beslist.
De aflevering van miliciens der ligting van 1S75 uit
het noordelijk gedeelte dezer provincie zal plaats hebben
op Dingsdag den 4 Mei e. k. in het lokaal Tivoli alhier.
Voor het openhaar onderwijs in deze gemeente is
de dag van heden zeer belangrijk. De nieuwgebouwde
gemeente-school No. 7, in de Oostslootstraat, is heden in
gebruik gesteld; de gemeente-school No. 4 aan de Hoofd
gracht is geworden eene school voor lager en meer uitgebreid
iager onderwijs, uitsluitend voor betalende leerlingen; en
de nieuwbenoemde hoofdonderwijzer der gemeente-school
No. 3, de heer Berk, heeft heden zijne functie aanvaard.
Bovendien is met dezen datum in werking getreden de
nieuwe wij kverdeeling voor de openbare scholen voor gewoon
lager onderwijs.
De lste luit. der genie A. A. van Heusden is van
Utrecht naar hier verplaatst.
Voor verleende hulp aan het stoomschip Selica van
Antwerpen naar Stettin, in de Zuidergronden gestrand, doch
afgebragt, wordt door de sleepbooten f 11.600 en door de
ligters f 60.000 geëischt. Onder borgstelling is een aanvang
gemaakt met het weder innemen der lading.
De komst van HH. MM. de Koning en de Koningin
te Amsterdam, is bepaald op Dingsdag 6 April.
Naar men verneemt, zal H. M. de Koningin zich in
de eerste helft der maand Mei naar Engeland begeven.
Men schrijft ons uit Alkmaar dd. 31 Maart
«Gister avond had alhier door eenige heeren eene
bespreking plaats over het al of niet wenschelijke dat ook
te dezer stede eene afdeeling der vereeniging tot bevordering
van het volksonderwijs zal worden gevestigd.
Na vele discussiën, waarbij vooral uit kwam dat men,
ja erkende dat de toestand van het lager onderwijs nog
veel verbetering behoeft, en dus de oprigting eener afdeeling
wenschelijk werd geacht, vreesde men aan den anderen kant
dat, met het oog op de hier bestaande afdeeling van het
Schoolverbond, die zoo uitstekend werkt, eene oprigting der
vereeniging als de nu voorgestelde, naast clie "van het
schoolverbond, nadeelig op de laatste zoude werken, mis
schien wel haar te niet gaan zal veroorzaken.
Bij de gehouden stemming over de vraag: of men hier
eene afdeeling zal vestigen, verklaarden zich 14 stemmen
voor en 14 tegen: Zoodat ze onbeslist bleef.»
Heden hoopt de geachte en waardige hoofdonderwijzer
R. Sasburg, te Wijdenes, het tijdstip te herdenken, waarop
hij voor vijf-en-twintig jaar als hoofd der openbare school
optrad.
Door het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van
't Algemeen is aan den spoorwegwachter H. Meke, te
Beverwijk, voor het bekende feit in Nov. 1873 te Uit
geest, een certificaat uitgereikt, vergezeld van een geschenk
in geld.
Duizenden waren jl. Maandag te Amsterdam zamen-
gestroomd op de Westerbegraafplaats om getuigen te zijn
van de plegtige onthulling van het grafgesteente, op de
laatste rustplaats van dr. Meyboom door het penningske
van honderden opgerigt. Treffend waren de woorden,
waarmede de heer Schults dat gesteente aan de familie
overdroeg, en waarmede het door mr. J. W. Tydeman
voor de familie werd aanvaard. Eenvoudig is het monument,
maar inderdaad smaakvol.
In de hoofdsynagoge te Amsterdam is het «Haman-
kloppen» afgeschaft. Die het evenwel doet en misbaar
maakt wordt geacht de orde te verstoren.
In Daily News komt een ingezonden stuk voor van
den heer H M. Labouchère, uit Amsterdam, die de vraag
doet of niet Engeland een internationale wet zou kunnen
voorstellen tot bescherming van de kleine vogels in geheel
Europa.
Aan de Westermarkt te Amsterdam werd jl. Zaturdag
een proef genomen met een drijvende stoombrandspuit. Uit
zestien pijpen tegelijk spoot het water, in krachtige stralen
op. De proef is weder uitmuntend geslaagd. In negen
minuten tijds had de spuit, die voor de hoofdwacht op de
Prinsengracht lag, stoom op, en twee minuten later voer
het bootje door de Leliegracht naar de Westermarkt.
Van Multatuli's Vorstenschool verscheen dezer dagen
bij G. L. Funke te Amsterdam de vijfde druk. Achten
wij een aanbeveling voor dit in den laatsten tijd zooveel
besproken en met succes opgevoerde drama overbodig, niet
onbelangrijk vinden wij het, aan te halen wat de 'schrijver
in zijn voorberigt bij dezen druk zegt: «Door den moed,
den kunstzin, en ik durf hierbij voegendoor de vader
landsliefde van de tooneeldirecteuren Le Gras, Van Zuylen
Haspels is het stuk weggerukt uit de vergetelheid, waartoe
sommigen 't ouder gewoonte schenen veroordeeld te hebben.
Het is mij 'n ware behoefte, die heeren openlijk dank te
zeggen, voor 't opvoeren van m'n drama zoowel, als voor
de wijze waarop zij die taak volbragten. Ook als zelf
medewerkende artisten hebben zij aanspraak op de erken-