1875. N°. 42. Woensdag 7 April. 33 Jaargang. Binnenland. HELDERSCHE EV NIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal130. tf franco per post - 165. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. UlReii Wonderdag vertrekt de mail naar Oo§t-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDEK en NIEUWEDIEP, 6 April. Onvermoed gaat de zangvereeniging Cecilia voort om haren leden van tijd tot tijd genotrijke avonden te bereiden. Zondag avond gaf zij in Musis Sacrum weder eene buiten gewone vergadering, waarin achtereenvolgens een tiental wèlgekozen zangstukken werden uitgevoerd. De levendige bijvalsbetuigingen van liet auditorium bewezen den goeden indruk, dien het gehoorde bij de aanwezigen had teweeg- gebragt. Voor de leden der nieuw opgerigte Onderofficiers- Societeit Bellona werd jl. Zaturdag de eerste lezing in Musis Sacrum gehouden. De heer J. L. M. van der Vinne, 2de luit.-adjudant bij het 7de regiment infanterie, hield eene voorlezing en had daartoe tot onderwerp gekozen De luchtballons. Nadat spreker had herinnerd aan de vruchtelooze pogingen van de GroofF om met zijne vlieg machine het luchtruim te doorklieven, trad hij in eene beschouwing van de proefnemingen, sinds ruim eene eeuw aangewend, om met den luchtballon in de hoogte te stijgen. Hij wees op hetgeen er van lieverlede was gedaan om de luchtvaart al meer en meer te volmaken, en deed uitkomen hoeveel er tot heden in dezen nog te wenschen overblijft. Meer in 't bijzonder stond spreker stil bij bet gebruik dat men van de luchtvaart heeft gemaakt bij 't voeren van oorlog, zoowel in de veldslagen en belegeringen op 't einde der vorige eeuw tussclien de Franschen en Oostenrijkers, als in den Fransch-Duitschen oorlog van 1870/71. Ver volgens werd stilgestaan bij de mislukte pogingen der Franschen om luchtballons, buiten het in 1871 belegerde Parijs opgelaten, in die stad te doen nederdalen. Eindelijk beschreef spreker de luchtballons zooals ze in het belegerde Parijs hadden gediend voornamelijk tot vervoer van brieven en postduiven. Aan 't slot werd de verwachting uitgesproken dat over het gebruik der luchtballons in den oorlog, ook in een door ons te voeren verdedigings-oorlog, nog niet het laatste woord gesproken is, terwijl nog meer gewigtige aangelegenheden, de defensie betreffende, sinds jaren op afdoening hebben moeten wachten. In de gepasseerde week had hier, aan den Havendijk, eene wel voorspoedige, maar, om der mogelijke gevolgen wille, niet zeer gelukkige verlossing plaats. De accoucheurs waren hier twee rijksveldwachters. Deze lieden ontmoetten, bij hunne ronde, een sjouwerman, die in eene uiterst intressante positie verkeerdede man was in het oogvallend zwaarlijvig. Uit medelijden met den zigtbaar moeijelijken toestand waarin hij verkeerde, spraken zij hem troostvol aan. Een hunner was echter onbescheiden genoeg, om den patiënt te betasten, en wie schetst beider blijde verrassing, toen zij onzen sjouwerman, geheel tegen zijn wil, aller- Onze paarden. Ettelijke jaren geleden werd aan de paardenfokkerij in het noorden des rijks betrekkelijk weinig zorg besteed en de lectuur over dit belangrijk landbouwbedrijf verwaarloosd. En toch is er misschien over geen dier meer geschreven dan over het paard! Men denke aan het meesterstuk van Buffon, aan de werken van Bourgelat en Vitet, indertijd in onze taal overgebragt, door den in de kennis van paarden zoo bedreven Fries, den beer Reinier Fontein, aan het „Huismans Handboek, voorgesteld in den Frieschen Stalmeester en Koeijendoctor," aan den „Nederlandschen Stalmeester, door van Oebschelwitsz, adjudant onder Oranje Vrieslands cavallery." De paardenfokkerij was dan ook vroeger eene zaak voor welke de regering dezer landen groote zorg droeg, zooals blijkt uit menig plakaat, vooral betrekkelijk liet houden van hengsten uitgevaardigd. Zoo werd onder anderen in Friesland bepaald, dat de kleinste dekhengst vijf houtvoeten en teee duim hoog moest zijn, maar dat aan de Grietenijen van Engwierden, Doniawerstal, Haskerland, Schoterland, Gaasterland, Opsterland, Oost- en West-Stellingwerf, de vrijheid was gelaten van hengsten te mogen houden hoog 4 voet en 10 duim. Voorts werd toen in dat gewest bepaald, dat bij elk houder van hengsten, in de hooge landstreken onder de dekpaarden zal moeten staan en gebruikt worden, ten minste één donker graauwe hengst met witten staart en manen en zwarte beenen, alsmede dat geen merriën buiten Friesland mogten worden gevoerd om er gedekt te worden. Friesland was al vroeg het land der harddravers en weinig Hollanders werden er gevonden, die de kunst om jonge paarden naar eisch te leeren draven, goed in praktijk wisten te brengen. Daarom namen de Hollandsche stalhouders en roskammers veelal een flinkeii knaap of rij-er in hunne dienst. Opmerkelijk was het, dat een Friesch harddraver, in Holland komende, wel een jaar of een half jaar onwillig was tot den harden draf, dien hij in Friesland leerde, maar was die onwil overwonnen, daar beter leerde dan in Friesland. Een Fliesche barddraver, verder in Holland gedresseerd, was later het meest gezocht. voorspoedigst verlosten van een«poelje,» bestaande in niet minder dan dertig pond suiker, die bij in een zakje, op den buik droeg. «Poetje» is een term bij de sjouwer lieden in gebruik, waaronder bij enkelen hunner wordt verstaan monsters of proeven, die zij uit de lading der schepen, waarop zij werkzaam zijn, of naar hunne woningen meênemen, of bij enkele, bij hen bekende, bergers, van de hand zetten. Onze rijksveldwachters gaven nu terstond, bij wijze van proces-verbaal, de noodige publiciteit aan deze onverwachte verlossing en waarschijnlijk zal nu onze sjouwerman, tot herstel zijner krachten, naar een rijks-gasthuis worden geëvacueerd, alwaar men gewnon is alle deuren en vensters zorgvuldig tegen tocht en regen gesloten te houden. De opperkamerheer en de chef van het militaire Huis des Konings hebben bekend gemaakt dat Zijne Majesteit op Woensdag, den 7 April a. s. des morgens ten 9' ure, in het paleis te Amsterdam audiëntie zal verleenen aan cotnmissien, civile en militaire autoriteiten, officieren en militairen, en op Donderdag, den 8 daaraanvolgende, ten 9j ure, aan particulieren. 't D. v. Z. H. meldt het vertrek van den afgetreden gouverneur-generaal van Nederl. Indië, den lieer Loudon, uit Batavia. Bij zijn terugkomst in het moederland zal hij eenige dagen te 's Hage vertoeven, om daarna, gelijk gemeld is, zich te Lausanne met der woon te vestigen. - Beroepen te Groningen ds. K. F. Creutsberg, pred. te Arnhem. Bedankt voor het beroep naar Amsterdam door ds. J. P. Nonhebei, pred. te Middelburg; naar Botterdam door ds. P. Huet, pred. te Dirksland. Door kerkvoogden en notabelen der Herv. gemeente te Nieuwe Niedorp is onlangs het besluit genomen om in het volgende jaar het meer dan drie eeuwen oude kerk gebouw te doen slopen en een nieuw te stichten. Het kerkbestuur wenscht daartoe vóór den aanstaanden winter tot de aanbesteding van een en ander over te gaan. Het polderbestuur der Niedorper-Kogge heeft in zijne vergadering van jl. Donderdag besloten tot het plaatsen van een hulp-stoomgemaal te Lutjewinkel, om nog beter en spoediger dan met de bestaande strijkmolens mogelijk is, den polder van het overtollige water te bevrijden. Men meldt uit Broek op Langendijk: «De oprigting eener bijzondere school alhier, reeds geruimen tijd geleden vastgesteld, was tot dusverre niet tot stand gekomen, daar de confessioneelen het niet eens konden worden met de christelijk gereformeerden over den doopnaam, aan de school te geven. Dezen wilde haar «christelijk gereformeerde,» genen «christelijk nationale» school noemen. Zoolang men het hierover niet eens kon worden, kwam men niet verder, omdat geene der beide partijen afzonderlijk over voldoende financiëele krachten beschikken kan. Thans echter is de zaak in der minne vereffend, en slaat men de handen ineen, zoodat hoogstwaar schijnlijk eene «christelijk nationale» school weldra alhier zal verrijzen.» Een paard „van zessen klaar" beteekende een paard dat aan de zes voornaamste deelenaan de 4 pooten en de 2 oogen, geen gebrek had. Kieskeurige liefhebbers echter eischeu vrij wat meer dan goede pooten en oogenDat een paard niet ligt nabij het volmaakte komt, is ook wel te begrijpen, als het waarheid is dat bet cijfer der voornaamste uitwendige gebreken tweehonderd en dertien en dat der voornaamste inwendige kwalen zeven en dertig bedraagt. De Eriezen en Hollanders waren van oudsher liefhebbers van rijden, zoowel onder den man als voor een rijtuig, en onder de koetsiers waren er die in het besturen van een vier-, zes-, zelfs van een achtspan, groote reputatie hadden. Zoo had men te Amsterdam een beroemd pikeur, Schreuder geheeten, die eene weddingschap aanging, dat hij met aoht paarden voor eene koets, zonder voorrijder, de toenmalige Haarlemmerpoort zou uitrijden, wat, van wegc haar bogt en draaijing, met slechts 4 paarden hoogst moeijelijk was te doen. Hij volbragt dat rijkunststuk tot groote verbazing der aanschouwers, been en weder met acht paarden, rijdende in vollen draf er door tot tweemaal toe, en op het Haarlemmerplein zwenkende in vollen draf. Behalve de harddraverijen maakte men vroeger vooral in Holland veel werken van sledevaarten, die echter wel eens aanleiding gaven tot buitensporigheden. Zoo verzon zekere Giongisky, te Leiden, eene sledevaart, waarbij de deelnemers vermomd waren in de kleedij der Roomsehe geeste lijkheid, dat zeer euvel werd opgenomen. Van hoe groot belang te dien tijde de paardenhandel was, is ook op te maken uit het houden van tal van gepriviligeerde paarden markten, die niet alleen bezocht werden door land- en voerlieden, maar zelfs door uitheemsche Vorsten en Prinsen. De heerlijkheid Valkenburg was van ouds de voornaamste en misschien ook de eerste plaats waar zoodanige markt werd gehouden. In het jaar 1556 werden aldaar op eene markt drie duizend paarden verkocht, maar die markt is later zeer verloopen. Het prijzen- en premiën- stelsel, dat nu ook,, en zelfs met vernieuwde inspanning, in praktijk wordt gebragt, was vroeger sterk in zwang. Die de meeste paarden -Jl. Vrijdag is door den heer A. M. Middelhoff, te Purmerende, de eerste boom (een lindeboom) in de droog gemaakte gronden van het IJ in den Middenweg van den Houtrakpolder bij de voor hem in aanbouw zijnde hof stede geplant. De tuinbouwtentoonstelling in het Paleis voor Volks vlijt te Amsterdam, van 813 dezer, belooft zeer luisterrijk te zullen zijn. Meer dan 80 inzenders hebben zich aan gemeld, mededingende met 200 verzamelingen, dat is een vierde meer dan in vorige jaren werd ingezonden. P. J. Bonte, vroeger sergeant - schrijver, den laatstee tijd te Utrecht werkzaam, beschuldigd van diefstal aan boord van het stoomschip Sambas,- en 10 maanden geleden te Eotterdam verdwenen, is gearresteerd. In het U. D. werd voor eenige dagen medegedeeld, dat de schrijver van Les villes mortes du Zuiderzèe, Henry Havard, te 's Hage, eerlang een nieuwen reistogt door een ander gedeelte van ons land zal ondernemen. Van goederhand mogten wij vernemen, dat zijn reisplan zich nu uitstrekt langs de oostelijke grenzen, en wel van Groningen tot Maastricht, zoodat daarin de voornaamste steden der provinciën Groningen, Overijssel, Drenthe, Gelderland, en Noord-Brabant zijn opgenomen. (Vad.) Zekere D. A., wonende in de Vingerhoedstraat te Breda, kreeg Maandag met haren minnaar, een gewezen militair, eenige woordenwisseling die zoo hoog liep, dat zij het besluit nam een einde aan haar leven te maken en werkelijk in de achter haar woning zijnde gracht sprong. De oud-krijger volgde zijne Dulcinea op den voet en wierp zich mede in de gracht. Spoedig kwamen beiden tot andere gedachten en krópen, geheel bemodderd, tegen den kant op, waar zij door eene joelende en steeds aan groeiende menigte werden opgewacht. De afstand van de marinewerf te Vlissingen, in 99jarige erfpacht aan den heer Smit voor f 13,000's jaars, zal spoedig aan de goedkeuring der wetgevende magt onderworpen worden. Bij de openbare verhuring te Deventer van 191 koeweiden (melkvee) op stadsweiden heeft die opgebragt f 13,928 of bijna 73 voor elke koeweide; in het vorige jaar was f 60,26 voor elke koeweide gegeven. Een kleinhandelaar uit Nijmegen vervoegde zich dezer dagen aan een der woningen, die zich te Horsen langs den weg naar Bergharen bevinden, om daai; zijn koopwaren aan te bieden. Van die woningen wilde hij zich begeven naar een ander huis, doch in plaats van den publieken weg te volgen, stak hij een aan de eerstbedoelde woning belen dend akkertje over; dit scheen den zoon van den huize, een jongeling van 16 a 17 jaar, niet te bevallen, ja zijn gramschap zoo gaande te maken, dat hij in huis gaat en met een geweer naar buiten komt. Weldra valt er een schot en is de koopman, hoewel gelukkig niet doodelijk, door hagelkorrels getroffen. Na aangifte werd terstond proces-verbaal tegen den dader opgemaakt, en nog denzelfden avond werd hij gevankelijk weggevoerd om naar Nijmegen getransporteerd te worden. aanvoerde, ontving een zilveren stalborstel; die het fraaiste span ter markt bragt of kocht, een zilveren manekam; die het mooiste rijpaard te koop aanbood, een paar zilveren sporen en hij wiens paard het hardst draafde, een zilveren zweep. Bekende harddravers in de vorige eeuw waren Wijker-Griet, Valkenburger Hans, het Haagsche Spook en Malle Jan. Bij uitstek prachtig was de zweep, die in de vorige eeuw op de regt statelijke harddraverij te Soestdijk, in tegenwoordigheid van Zijne Doorluchtige Hoogheid gehouden, gewonnen werd door den heer Lever van Amsterdam. Nog kostbaarder was de gouden zweep, op de luisterrijke hard draverij te Leeuwarden uitgeloofd, toen Zijne Hoogheid voor den laatsten keer in Friesland was en die behaald werd door dén koopman Loos Boumans van Franeker. Ook plagt men vroeger weddingschappen aan te gaan hij wedrennen met chaisen. Zoo verhaalt men dat de reeds door ons genoemde Schreuder, pikeur te Leiden, in één zomerdag, in eene chais, met dezelfde paarden, van Amsterdam naar Antwerpen en terug is gereden. Na deze herinneringen uit het verleden, melden wij met genoegen, dat de belangstelling in de paardenfokkerij in de jongste jaren zeer is toegenomen. Ongetwijfeld is dat mede toe te schrijven aan de hooge prijzen, welke thans voor goede schoone paarden zijn te verkrijgen, waardoor de boer meer werk maakt van den aanfok van veulens en ver blijdend is het verschijnsel, dat voorname lieden hun daarin behulpzaam zijn, door de moeite welke zij zich geven om uitstekende dekhengsten op het platteland te brengen. Zoo heeft de heer mr. S. W. S. baron de Vos van Steenwijk, te Zwolle, in het najaar van '873 en in dat van 1874 vier hengsten veulens aangekocht, om die, als ze den vercisebten leeftijd hebben, op verschillende plaatsen in Drenthe tot dekking beschikbaar te stellen. Als zoo allen die belang hebben en belang stellen in het landbouwbedrijf de handen inéén slaan, dan mag men vertrouwen dat de goede naam, dien onze paarden ook in het buitenland hadden, blijft voortleven. (Arnh. Crt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 1