Benoemingen, enz.
B u ite n 1 a n d.
Frankrijk.
Italië.
Gemeenteraad van Texel.
Amsterdam ds. Dermout, van ScheveningenT. M. Looman, I
van Amsterdam van Lummel, van Utrechtds. Posthumus
Meyjes, van Amsterdamds. Sporleder, van Emden en ds.
van der Valk, van Delft. (St.)
De runderstallen van de veehouders in Drenthe,
Friesland, Groningen en Overijssel worden thans weer
druk bezocht door opkoopers van kalfdekoeijen (de Mei-
kalfden het liefst); de prijzen dezer dieren beginnen
dientengevolge zeer te stijgen; in de laatste dagen zijn
p. m. 700 stuks per spoor verzonden naar Duitschland en
België, die ruim f 200 f 230 golden. De landlieden
verblijden zich over deze gelukkige wending van zaken.
Uit de opgaven, door de liedertafels aan den pen
ningmeester van het hoofdbestuur gedaan, blijkt, dat het
Nederlandsch nationaal zangersverbond thans 1114 leden
telt. «Amstels Mannenkoor» te Amsterdam komt daarop
voor met 70 leden, het hoogste cijfer, en «Arion» te
Alkmaar met 10 leden, of het laagste cijfer.
Eene belasting op vrijgezellen is door een onlangs
in de Wetgevende Vergadering van den Staat Tennessee
ingevoerde bill gelegd, welke aldus luidt: Dewijl het de
Algemeene Vergadering voorkomt, dat vrijgezellen ge
schikte belastbare voorwerpen zijn, wordt bepaald: 1ste
afdeeling. Dat de staat van vrijgezel als een privilegie
moet beschouwd worden en dat derhalve elke mannelijke
bewoner boven de dertig jaar, die ligchamelijk en geeste
lijk gezond is en na den eersten Mei 1875 ongehuwd
blijft, jaarlijks eene belasting van tien dollars moet betalen.
2de afd. De ontvangers der belastingen zijn verpligt om
de werking dezer belasting te verzekeren, uitvoerige lijsten
aan te leggen, waarin ouderdom, kleur des gelaats, grootte
en kleur der haren en oogen van eiken vrijgezel zijn aan
gegeven. 8de afd. Wordt verder bepaald, dat de gelden,
door deze belasting verkregen, zullen bestemd worden tot
aanvulling van het openbare schoolfonds van die gewesten,
waarin deze belasting geheven wordt.»
Het laatste nouveauté voor damestoiletten schijnt niet
bijzonder gemakkelijk voor haar die het dragen. De
Fransche modemaaksters hebben een kleed gedecreteerd,
waarin het bijna onmogelijk is te loopen, te zitten of
in een rijtuig plaats te nemen, en dat slechts gedragen
kan worden door het ligchaam op de pijnlijkste wijze te
verwringen, op eene wijze door de modemaaksters aan te
geven. Wij zouden eerst de demi-lrains moeten zien, om
te begrijpen hoe de dames het moeten aanleggen om haar
aan te trekken, of den sleep te laten vallen of op te
heffen. Dit schijnt uit de beschrijving te blijken, dat de
demi-trains zware eisclien aan de ijdelheid der dames stellen.
Z. D. H. Prins Willem Adolf Maximiliaan Karei Vorst zu Wied
is benoemd tot ridder grootkruis der Orde van den Nederl. Leeuw.
Benoemd tot leeraar in de oude talen aan de hoogere burgerschool
te Hoorn de heer B. T. F. Keudler, te Noordhey.
Aan den luit.-gen. N. H. W. S. Whitton, komm. van het leger
in Ned.-Indië, is op zijn verzoek, met ingang van den dag waarop
hij zijne voormelde betrekking zal nederleggen, op de meest eervolle
wijze ontslag verleend uit 's lands dienst, onder dankbetuiging voor
de langdurige en trouwe diensten door hem aan den lande bewezen,
en met aanspraak op pensioen, en de gen.-maj. bij voormeld leger
O. B. de Neve benoemd tot luit.-gen. en komm. van het leger in
Ned.-Indië, een en ander met ingang van den dag waarop de luit.-
gen. Whitton het bevel zal nederleggen.
Bij het wapen der infanterie is benoemd tot kapt. van de 2de
kl. (naar ouderdom van rang), bij het 7de reg., de 1ste luit. G.
A. W. C. baron van Hemert tot Dingshof, van het reg. gren. en jagers.
De heer Donaldson, een Amerikaansch ballonnist
(nieuw woord voor luchtreiziger), heeft aan de luchtvaart
maatschappij te Parijs zijn voornemen medegedeeld om
over eenige maanden van de Vereenigde Staten naar Europa
door de lucht over te steken in een ballon met 70,000
kubieke meters gas. De heer Donaldson is overtuigd, dat
in het saizoen waarin hij denkt op te stijgen een van het
westen naar het oosten loopende luchtstroom in de boven-
atmospheer heerschende is. Hij is niet ontmoedigd door
het mislukken van vroegere pogingen en denkt geheel
alléén de reis te ondernemen met een voorraad levensmid
delen, reddinggordels, vuurpijlen, postduiven, flesschen voor
vlaggen tot het wisselen van signalen met schepen. Zijn
ballast zal bestaan uit vuurpotten, zijnde een scheikundige
verbinding, die uit de ballon geworpen een helle vlam
geeft als zij met het water in aanraking komt. Als de
heer Donaldson dus in de lucht voorwaarts vliegt, zal hij
op zee een vurig spoor achterlaten.
Het plan is zeker grootsch, vooral daar de langste reis
die ooit gemaakt is, onlangs door Fransche luchtreizigers
is volbragt en slechts zestien uren duurde. Green was
nooit langer in de lucht dan drie of vier uren achtereen.
Nadar bleef zes uren onderweg van Parijs naar Hannover
en Flammarion en Godard elf uur van Parijs naar Pruissen.
Donaldson hoopt in een week den togt te volbrengen. Hij
gelooft wel, dat bij van tijd tot tijd moeijelijkheden zal
hebben, maar de luchtstroom moet worden bereikt en
Europa zal met open armen den luchtmenscli uit het verre
westen ontvangen.
Het is te hopen.
Te Parijs is voor eenige dagen de bekende «foire
aux jambons» (de liammenmarkt) gehouden.
Het is er vrij druk toegegaan en behalve dat eenige
liatnmen als oneetbaar werden afgekeurd, zijn ook een aantal
zakkenrollers gearresteerd. De heeren pick-pockets zijn
onafscheidelijk van dergelijke «volksvermakelijkheden.»
Van «vermakelijkheden» gesproken, de Communisten te
Londen, het berigt komt een weinig laat, hebben met een
diner den verjaardag der Commune gevierd. Het behoeft
naauwelijks gezegd te worden, dat er geen gebrek was aan
brommende redevoeringen, vol verwenschingen tegen de
tyrannen, en vivats op de gewezen Commune. Evenmin,
dat de heeren in hunne verdrukking behoorlijk aten en
met een glas champagne verklaarden, dat arme proletariërs,
gelijk zij zijn, uitgezogen worden.
Op de hammenkermis volgt een dag later de koekkermis.
Ieder jaar maken de koekbakkers de populaire personen
van den dag onsterfelijk door hun producten en gedurende
de regering van Thiers mogt deze staatsman zich in het
voorregt verheugen «in effige» te worden opgegeten. Dit
jaar is de populariteit der staatkundigen niet groot en men
zegt dat de koekbakkers slechts één nieuwe figuur hebben
uitgedacht, die van Bazaine, hangende aan een stuk touw.
De politie, want zelfs de koek staat onder haar opzigt,
heeft Bazaine verboden, en de uitvinder hield alleen het
touw over, dat hij nu als la corde fantastigue verkoopt.
De koekbakkers hebben evenwel in één opzigt volmaakt
gelijk. Ziet men terug op hetgeen in het afgeloopen jaar
in Frankrijk is gebeurd, men zal slechts weinige mannen
ontdekken, die populair zijn geworden. Slechts weinigen,
die aan het bestuur zijn gekomen, hebben hun populariteit
behouden, en het eenige waarlijk belangwekkende gedurende
het afgeloopen jaar was het touw van den gewezene
gevangene van het eiland St. Marguérite.
-Een vreeselijk voorval bragt dezer dagen de bevolking
van het gehucht Verreries, bij Ribeauvillé, in opschudding.
Verreries ligt namelijk bijna geheel afgezonderd, in een
zeer woudrijke streek, die dikwijls bezocht wordt door
wilde zwijnen. De bewoners, die meest allen houthakkers
zijn, maken drie meter diepe kuilen, die met rijshout en
takkebossen worden onzigtbaar gemaakt, om de ongenoode
gasten daarin te vangen. Eenige dagen geleden nu, zag
een vrouw, dat een wild zwijn in zulk een kuil stortte.
Blij dat weder een der verwoesters hunner veldvruchten
schadeloos gemaakt was, ijlt zij naar den kuil, maar neemt
ongelukkig hare drie kleine kinderen mede. Het oudste,
een meisje van zes jaar, loopt haar vooruit englijdt
in den kuil. Do moeder slaakt taen hartversclieurenden
kreet en valt in zwijm. Gelukkig werd die kreet gehoord.
Buurvrouwen kwamen toeschieten en wierpen haastig stroo
en bladeren op het kind, dat reeds door het wilde beest
was aangepakt. De vader, die in het bosch werkte, werd
geroepen. Hij begaf zich met een ladder in den kuil,
maakte het dier onschadelijk met zijn bijl en mogt het
kind nog van een zekeren en vreeselijken dood redden.
De correspondenties uit Venetië moeten voor hen, die
gaarne verslagen van feestvieringen lezen, een waar buiten
kansje zijn. De ijverige reporters vergeten zelfs de onver
mijdelijke menu's niet. "VVij moeten niet alleen precies
weten, wat de hooge heerschappen zeggen en wat zij al
gezien hebben, maar ook wat zij eten en drinken. Het is
streelend voor het vaderlandsch gevoel, dat er o. a. een
of ander kostje met een onvertaalbaren naam gegeten is
met eene sauce Hollandaise!
De ridderorden van beide mogendheden dalen als milden
regen op smachtende rokken en uniformen neer en men
put zicli uit in liefelijkheden.
Zoo heeft, volgens den telegraaf, Keizer Frans Jozef tot
Visconti Venosta gezegd, dat het hem groot genoegen deed,
te hebben kunnen voldoen aan den wensch om het bezoek
te beantwoorden, 't welk Koning Victor Emanuel hem te
Weenen heeft gebragt, en dusdoende een bewijs te kunnen
geven van zijn opregte vriendschap voor zijn koninklijken
broeder en vriend en van zijne warme belangstelling in
het schoone Italië en in de Italiaansche natie. Hij wenschte
zich geluk met de tussclien beide landen bestaande vriend
schapsbetrekkingenverklaarde overtuigd te zijn van de
duurzaamheid dezer vriendschap, op wederzijdsche achting
en op gemeenschappelijke belangen gegrond, en hoopte,
dat de bestaande betrekkingen van nog inniger aard mogten
worden. Hij koesterde de vurigste wenschen voor liet
welzijn van Italië.
Onder den donder van 't geschut en het gejubel van
het volk heeft Keizer Frans Jozef Venetië verlaten. Victor
Emanuel deed hem op eene lagune-stoomboot uitgeleide.
Woensdag avond kwam de Keizer te Pola aan.
Tot aan 't einde heerschte volgens de berigten de grootste
hartelijkheid tusschen de vorsten en de wederzijdsche
ministers en bleef de geest der bevolking uitstekend.
Het reisplan van den Duitschen Keizer, die ook zoo
gaarne zijnen «koninklijken vriend en broeder van Italië»
een bezoek wilde brengen, schijnt in duigen gevallen te
zijn. De doctoren moeten de reis verboden hebben.
Nu echter heeft de Kroonprins per telegram zijn wensch
te kennen gegeven om met de Kroonprinses een bezoek
aan den Koning van Italië te brengen. En de Koning
heeft dit beantwoord met de uitnoodiging om den tijd en
de plaats voor dit bezoek te bepalen.
Brand in een krankzinnigengesticht.
Het Journal de Nice bevat de volgende bijzonderheden
omtrent den brand in het krankzinnigengesticht te Saint-
Pons bij Nizza: Van het uitgestrekte gebouw is niets
overgebleven dan de vier muren. Van de kelders tot aan
de nok is het voornaamste deel geheel uitgebrand. Men
meent, dat omstreeks drie uur in den nacht de brand is uit
gebroken in een der onderhoorigheden van de keuken, die
gelijkvloers onder de afdeeling voor mannen zich bevond
maar eerst tegen vier uur is er alarm gemaakt en wel door een
der krankzinnigen. Men geloofde eerst nog aan een aanval
zijner ziekte, maar weldra moest men de akelige werkelijk
heid ondervinden. Door alle openingen lekten de vlammen
als vurige tongen en zulk een dikke rook drong door alles
henen, dat men ter naauwernood adem kon halen.
Niettegenstaande de brand vreeselijk snel toenam, gelukte
het de gevaarlijke krankzinnigen te binden en de andere
in vrijheid te stellen. Het eerste oogenblik van vrijheid
voor die ongelukkigen veroorzaakte een geweldige opschud
ding kreten van schrik, geschreeuw, schaterlagchen,
weeklagen, zuchten, dat alles mengde zich dooreen en steeg
als een akelig, verward gebrul op uit die massa half naakten,
die hier heen en daar heen liepen, maar te vergeefs een
uitgang zochten. De groote trap, in het midden van het
gebouw, was reeds door de vlammen aangetast. Gelukkig
slaagde men er in de zieken langs een kleinen houten trap
naar buiten te brengen. Weinige oogenblikken later stortte
ook deze in, waarop onmiddellijk de vloeren van ver
schillende zalen der eerste verdieping volgden, die bedden
en andere meubelen meesleepten in den vuurpoel en daar
nieuw voedsel aan verschaften.
Intusschen waren verscheidene krankzinnigen ontsnapt.
Eén ongelukkige evenwel, een oud-geestelijke, had niet
willen vlugten; hij had zich aan een ijzeren tralie-balustrade
der tweede verdieping vastgeklemd. Hij moest gered worden.
Men plaatste een ladder tegen den muur, drie pompiers
zijn ijl een oogwenk boven. Men maakt een gedeelte van
het fraliewerk los en steekt den krankzinnige een touw toe.
Wat men echter ook doen mogt om den ongelukkige te
doen begrijpen, dat hij er zich aan vast moet houden, alles
nutteloos. Als vastgenageld stond hij daar, slechts zuchten
slakende en blijkbaar zonder eenig begrip van zijn toestand.
Daar de vlammen al digter en digter het venster naderen,
waarvoor hij zich bevindt, wordt het eindelijk ook voor de
pompiers gevaarlijk daar langer te toeven. Men geeft order,
dat zij terug moeten keeren.
Daar wordt de ongelukkige door den rook en de vlammen
omhuld, een gekraak wordt vernomen, een kreet van schrik
en ontzetting stijgt op uit de menigte, die beneden het
vreeselijke drama staat aan te starende vloer is onder
den ongelukkige ingestort en met hem verdwijnt de reeds
half verbrande in den vuurgloed. Behalve hem heeft men
den dood van nog twee zieken te betreurendien van een
man en dien eener vrouw, welke in hun bed zijn verbrand.
De hulp, die uit Nizza werd gezonden, kwam te laat.
Water was er evenmin in genoegzame hoeveelheid voor
handen. Ondanks hun ijver konden de pompiers niets van
de inrigting redden. Een hunner werd aan de knie gewond,
een ander werd wreedaardig in de hand gebeten door een
gek, dien hij uit de vlammen redde.
Vergadering van Vrijdag 9 April 1875.
Afwezig de heeren J. lt. G. Coninck Westenberg, met kennis
geving van verhindering, P. Langeveld en W. Hillenitis.
Na opening der vergadering worden de notulen gelezen en
goedgekeurd.
1. Eenige provinciale bladen en circulaires worden na mededee-
ling voor kennisgeving aangenomen.
2. Door den Voorzitter wordt inededeeling gedaan van de opname
der boeken en kas van den gemeente-ontvanger. Aangenomen voor
kennisgeving.
3. Er wordt ter tafel gebragt een rekwest van Pieter Machielsz.
de Waard, te Oude Schild, inhoudende het verzoek om een gedeelte
grond aan de haven aldaar in erfpacht te mogen hebben, tot bou
wing van eene bergplaats voor goederen van de betonning en
bebakening in de Zuiderzee nabij Texel. De Voorzitter deelt
mede, dat het terrein daartoe is onderzocht en er geen bezwaar
bestaat dat verzoek in te willigen. Hij stelt voor, het besluit
daartoe in de volgende vergadering ter tafel te brengen, met vast
stelling der voorwaarden. Daartoe wordt besloten.
4. Aan de orde wordt gesteld het verzoek van Jan Pz. Smit,
winkelier aan den Burg, om den grond der gemeente, thans door
hem in erfpacht bezeten, te koopen voor f 50 in eens. Op
voorste! van het üagelijksch Bestuur wordt besloten dat verzoek
toe te staan en in de volgende vergadering het daartoe strekkende
besluit aan te bieden.
5. Er wordt ter tafel gebragt het in de vorige vergadering aan
gehouden rekwest van K. Brouwer, hulponderwijzer te de Cocks-
dorp. Op voorstel van het Dag. Best. wordt besloten, het
verzoek in handen te stellen van de Plaatselijke Schoolcommissie,
om daarop te dienen van berigt, en in eene volgende vergadering
besluit te nemen.
6. Er wordt gelezen eene missive van Tijs Cz. Plens, andermaal
verzoekende om een gedeelte grond van het park achter zijne
woning in erfpacht te mogen erlangen. De Voorzitter stelt
namens het Dag. Best. voor, om het besluit der vorige vergadering
te handhaven en het verzoek te wijzen van de hand, omdat door
het inwilligen van het verzoek het park aan den Burg zou worden
geschouden, spoedig meerdere aanvragen zouden volgen, en er geene
termen bestaan oin op het genomen besluit terug te komen.
De heer K. Bakker kan zich hiermede niet vereeuigenhij is van
oordeel, dat het verzoek kan worden ingewilligd zonder dat het
park wordt benadeeld. Aan andere personen is in vroegere jaren
ook wel grond afgestaan, waarom nu niet? De heer Keijser,
Wethouder, zegt, dat het hier een geheel andere zaak geldt dan
vroeger; dat voor het afstaan van grond in vorige jaren gegronde
redenen bestonden, die hier geheel ontbreken; dat het park is een
sieraad voor het eiland, dat thans met vernieling wordt bedreigd,
zonder dat hiertoe eenige noodzakelijkheid bestaat. Hij moet dus
de aanneming van het verzoek ernstig afraden. De heer K.
Bakker repliceert en zegt, dat hij gelooft, dat hier uit pikanterie
wordt gehandeld. Nadat deze spreker wegens die uitdrukking,
als beleedigend voor het Dag. Best., door den Voorzitter tot de
orde is geroepen, wordt het voorstel in stemming gebragt en ver
worpen en het Dag. Best. opgedragen in eene volgende vergadering
de voorwaarden mede te deelen waarop de grond aan Tijs Cz. Plens
zou kunnen worden afgestaan.
7. Er wordt ter tafel gebragt het in de vorige vergadering aan
gehouden verzoekschrift van eenige ingezetenen te de Cocksdorp,
inhoudende dat aldaar het voetpad worde verlengd. De Voor
zitter geeft, namens het Dag. Best., eenige inlichtingen en stelt
voor aan adressanten te kennen te geven, dat het bedoelde voetpad
eerst dan kan worden gemaakt, wanneer het Gemeentebestuur over
den grond, die thans het eigendom is van het Waterschapsbestuur
van Eijerlaud, zal kunnen beschikken. Overeenkomstig dit prae-
advies wordt besloten.
8. De Voorzitter brengt ter tafel een rekwest van eenige inge
zetenen, schippers te Oosterend, omtrent het daarstellen eener haven.
Hij stelt, namens het Dag. Best., voor, aan adressanten te kennen
te geven, dat de Baad gaarne hunne pogingen wil ondersteunen,
om de haven voor rekening van het Bijk of van de Provincie te
doen maken, maar dat, alvorens daartoe verdere stappen bij de
Hooge Begering te doen, eenige opnemingen zullen dienen te ge
schieden en informatiën te worden ingewonnen. Dienovereenkomstig
wordt besloten.
9. Er wordt gelezen eene missive van hh. Gedep. Staten, betref
fende de aflossing der nieuwe geldleening. - Op voorstel van het
Dag. Best. wordt besloten te berigten, dat de Baad bezwaar maakt
om jaarlijks eene som van f 1900 voor aflossing te bestemmen en
derhalve verzoekt goedkeuring van het vroeger genomen besluit.
10. Er wordt kennis gegeven van eeue ontvangene missive van
den heer Ingenieur van den Waterstaat betreffende den toren te
Oosterend. Aangenomen voor kennisgeving.