1875. N°. 67.
Vrijdag 4 Junij.
33 Jaargang.
BEKENDMAKING. j
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N\ 163.
GEMEENTERAAD.
Binnenland.
HELDERSUHE
EN MEI WEDIEPER COURANT
„Wjj huldigen het goede."
Verschijnt Ding9dag, Donderdag en Zaturdag namiddag.]
Abonnementsprijs per kwartaal1 80.
»n franco per po9t - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
KIken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Atsjin, Padang en Batavia
te verzenden met Zr. Ms. Stoomschip BROMO en per
Mailboot HOLLAND, geschiedt den 4 en 8 Junij a. s.
drukwerken na aankomst van trein III (N. Holl. Spoorweg) i
ten 10.58 des avonds; brieven na aankomst van trein I
den volgenden dag ten 9.47 des morgens.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter
openbare kennis, dat, ter voldoening aan bet bepaalde bij art. 17
der wet van 14 September 1866 (Staatsblad No. 138), de lijst,
bevattende de namen der inwoners die voor het verleenen van
inkwartiering en onderhoud in aanmerking komen, is herzien, en
gedurende de eerstvolgende veertien dagen, op de gewone kantoor
uren, op de Secretarie der gemeente, voor een ieder ter inzage
is nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder STALMAN BOSSÉ, Burgemeester,
den 1 Junij 1875. L. VERHEY, Secretaris.
Zitting van Woensdag den 2 Junij 1875.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 16 leden; afwezig de heer Boom, met kennisgeving
van verhindering.
De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter herinnert, dat in de laatstgehouden zitting onbeslist
is gebleven de regeling der gesubsidieerde bijzondere school voor
uitgebreid lager en middelbaar onderwijs. Tengevolge van het in
die zitting genomen besluit, zijn inmiddels de adviezen gevraagd
van de beide commissiën van toezigt op het onderwijs en van den
heer districts-schoolopziener. Achtereenvolgens worden daarop gelezen
de ingekomen missives. Zoowel de plaatselijke ^schoolcommissie
als de commissie voor het middelbaar onderwijs bepleit het behoud
der school als gesubsiaiëerd bijzondere, in het belang van de opleiding
der jongelieden. Verder worden in beide missives eenige wijzigingen
voorgesteld, o. a. omtrent de benaming der vakken, waarin onder
wezen moet worden. De missive van den heer schoolopziener
bevat o. a. de mededeeling: van de gevoelens der inspecteurs van
het lager en van het middelbaar onderwijs omtrent de door B. en
W. voorgestelde regeling. Op de in dit schrijven medegedeelde
gronden, wordt in overweging gegeven deze school te maken tot
eene gesubs. bijzondere school voor uitgebreid lager onderwijs voor
jonge heeren, en het tweeslachtige te vermijden, dat tot nog toe
bestond door die inrigting ook met het middelbaar onderwijs in
betrekking te stellen. Verder wordt voorgesteld de concept-regeling
op eenige punten te wijzigen en de subsidie met f 400 te ver-
hoogen, ter verbetering ook der positie van den hulponderwijzer
en ter verkrijging van betere hulpmiddelen voor het onderwijs.
Terwijl de Voorzitter aan de leden de gelegenheid opent om
over het van verschillende zijden toegelicht onderwerp nader van
gedachten te wisselen, doet hij opmerken dat al de drie adviezen
strekken tot aanbeveling van 't behoud der gesubsidieerd bijzon
dere school.
De heer van Veen herinnert aan het door hem in de vorige zitting
gesprokene ten gunste van de verandering dezer inrigting van
onderwijs in eene openbare school. Hij blijft op verschillende
punten zijn gevoelen handhaven en acht die verandering in 't belang
van het onderwijs zeer wenschelijk. Hij vreest ook, dat de te benoemen
directeur een kostschool zal houden, en acht dit minder geraden
voor eene inrigting als deze, met een vrij groot aantal leerlingen.
De heer van der Mculen spreekt mede in het belang der ver
andering van deze inrigting in eene openbare school, wederlegt het
bezwaar van te groote kosten, met het oog op de inkomsten en
de thans reeds toegestane niet onbelangrijke subsidie. Hij gelooft
ook dat de openbare onderwijzer veel beter onafhankelijk blijft
tegenover de uiteenloopende raeeningen en wenschen der ouders.
De heer Hugenholtz verklaart zich mede vóór de verandering en
ondersteunt zeer hetgeen daaromtrent door de heeren van Veen en
wan der Meulen is aangevoerd.
De heer de Lauge doet uitkomen, dat het belangrijk bedrag der
subsidie aanleiding geeft om deze bijzondere school tot eene open
bare te maken. Z. i. zouden, als er zooveel vóór te zeggen is om
deze school eene bijzondere school te doen blijven, alle openbare
scholen opgeheven en in bijzondere veranderd moeten worden.
De heer Groen verklaart zich mede voor de door den heer van
Veen voorgestelde verandering. Hij wijst er met nadruk op, dat
aulks uit een financieel oogpunt ook geen bezwaar heeft. Hij acht
het in een gemeente als deze, van meer dan 20,000 zielen, behoefte
«lat er eene openbare school besta voor meer uitgebreid lager
onderwijs. Ook levert z. i. zulk eene inrigting meer waarborgen
van degelijkheid op dan eene bijzondere school.
De heer Berghuijs verzekert, dat de adviezen, door de beide
commissiën voor onderwijs niet met eenparige stemmen zijn vastgesteld.
De bezwaren, die bij de minderheid hebben gegolden, zijn door
hem ernstig overwogen, en het is tengevolge daarvan, dat hij uit
overtuiging het voorstel van den heer van Veen ondersteunt.
Bij herhaling wordt door den wethouder, den heer Graat, het
-woord gevoerd tot wederlegging van hetgeen door de voorstanders
der verandering wordt aangevoerd en ter verdediging van het voorstel
van B. en W. om het karakter der school te blijven behouden.
Hij wijst met nadruk op de groote kosten, die in 't vervolg door
de voorgestelde verandering zouden gevorderd worden, inzonderheid
voor het personeel, het lokaal en de meubelen. Hij herinnert aan
de uitmuntende resultaten, onder de leiding van den heer Blok
verkregen, en aan den lof door autoriteiten eenparig aan die inrigting
van onderwijs toegebragt. Het bezwaar tegen de opneming van
kostleerlingen acht hij zoo groot niet, daar dit in vergelijking met
het aantal leerlingen der school altijd een klein getal zal zijn.
De Voorzitter stelt twee vragen1. Zijn de door de voorgestelde
verandering te ontstane kosten niet te groot voor de gemeente?
en 2. Is die verandering voor het onderwijs wel wenschelijk? Beide
vragen beantwoordt hij ontkennend. Ook met het oog op de
examens, waarvoor de meeste jongelieden, die aan deze school
hunne opleiding ontvangen, moeten worden voorbereid, acht hij het
meest wenschelijk dat deze inrigting blijve eene bijzondere school.
Ter beantwoording van het gesprokene door den heer de Lauge,
doet hij uitkomen, dat de subsidie aan deze school dient om het
schoolgeld, dat door den Baad wordt bepaald, niet te hoog te
doen zijn.
In stemming gebragt, wordt het voorstel van B. en W., om het
tegenwoordig karakter der school te behouden aangenomen met 9
tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren Groen, de Lange,
Berghuijs, van Veen, van der Meulen, Hugenholtz en Giltjes.
Nu komt aan de orde de concept-regeling, bevattende voor
schriften omtrent het onderwijs, de onderwijzers en de leerlingen.
Onder de wijzigingen, daarin sedert de vorige zitting opgenomen,
behoort ook de bepaling, dat uit de door de gemeente te verleenen
subsidie f 200 zal bestemd zijn tot aankoop en onderhoud van
schoolmeubelen.
Bij de discussie hierover wordt door den heer Jelgersma in
overweging gegeven, om de subsidie der gemeente met nog f 400
te verhoogen, ter verbetering der jaarwedden van de onderwijzers in
wiskunde en talen. De heer van der Meulen verzet zich hier
tegen, omdat men dan juist zou verkrijgen wat door de tegenstanders
der voorgestelde verandering werd gevreesduitbreiding der uit
gaven. Ook de Voorzitter en de heer Graat bestrijden hetgeen
door den heer Jelgersma hieromtrent is in 't midden gebragt.
De heer Berghuijs zou het. wenschelijk achten, dat het school
lokaal eigendom ware van de gemeente. De Voorzitter brengt
in herinnering, dat het gebouw vroeger werkelijk eigendom van de
gemeente was, maar dat men gemeend heeft dat het beter was als
het in eigendom aan den onderwijzer of een particulier toe
behoorde.
De heer van der Meulen geeft nog in overweging te bepalen,
dat de directeur dezer inrigting ,geene kostleerlingen zal mogen
houden. De Voorzitter en de heer Graat vinden die bepaling
niet goed en zouden vreezen, dat de meeste sollicitanten zich ten
gevolge daarvan zouden terugtrekken. Ook doen zij opmerken dat
het aantal kostleerlingen nooit heel groot zal kunnen zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt ten slotte de concept-regeling
eenparig goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zich 18 sollicitanten hebben aan
gemeld voor de betrekking van directeur aan deze inrigting en
stelt namens het Dag. Bestuur voor, om een 4tal, die daartoe in
overleg met de Commissiën van Onderwijs is uitgekozen, tegen
vergoeding van reiskosten, te doen overkomen tot persoonlijke ken
nismaking. Dit voorstel wordt goedgekeurd.
Aan de orde wordt gesteld de benoeming van een lid der
Plaatselijke Schoolcommissie, ter vervanging van den heer C. L.
Loder, die deze gemeente heeft verlaten en zijn ontslag heeft
genomen. Door de Schoolcommissie zijn aanbevolen: 1stecandidaat
de heer C. D. Zur Mühlen, 2de cand. de heer J. T. Tinkelenberg.
De uitslag der stemming is deze: de heer Zur Mühlen is benoemd
met 8 stemmen; 6 stemmen waren uitgebragt op den heer Tinkelenberg
en 1 briefje was in blanco.
Op voorstel van het bestuur van het Algemeen Weeshuis wordt
aan den vader en de moeder in dat gesticht, de heer 1). van Proojen
en echtgenoot, op hun verzoek, wegens hunne benoeming te
Rotterdam, verleend een eervol ontslag uit hunne tegenwoordige
betrekkingen, in te gaan met of omstreeks 1 Julija. s. Niet minder
dan 22 echtparen hebben zich voor de vervulling dezer vacante
betrekkingen aangemeld. Overeenkomstig het voorstel van bestuurders
van het Weesbuis worden gekozen tot vader en moeder, de heer
J. W. Mink en zijne echtgenoote S. C. Baars, wonende te Alkmaar.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat op 21 Mei 11. heeft
plaats gehad de openbare verpachting van het ophalen van beer,
vuilnis, enz. en dat pachter is geworden de heer Oudenhoven, met
de heeren Swets en Èlaauboer als medepachters. Aan die verpachting
hecht de Raad zijne goedkeuring.
Op voorstel van het Dag. Bestuur wordt bepaald, dat de lokalen,
tot nog gebezigd tot het houden der Industrieschool, zullen worden
ingerigt uitsluitend voor het onderwijs in de wiskundige vakken en
het teekenen, terwijl het onderwijs in de overige vakken zal gegeven
worden in de bovenlokalen der school in de Oostslootstraat.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen missives van de
hulponderwijzers H. W. Disper en P. G. Appelboom, de kennis
geving inhoudende van hunne benoeming te Brummcn en het verzoek
om tegen 15 Julij e. k. uit hunne tegenwoordige betrekking te
worden ontslagen. Op voorstel van het Dag. Bestuur wordt dat
ontslag eervol verleend en wordt, bepaald dat, met het oog op
twee nog bestaande vacaturen, oproeping van sollicitanten voor vier
hulponderwijzers-betrekkingen zal geschieden.
Bij de gewone rondvraag rigt de heer Berghuijs tot den Voorzitter
de vraag, of bij hem ook klagten zijn ingekomen tegen den hoofd
onderwijzer te Huisduinen. De Voorzitter antwoordt ontkennend,
doch verzekert, dat hij onderzoek zal doen instellen.
Op de vraag van den heer van Veen, wie van gemeentewege
belast zal zijn met het toezigt op de' inzameling van beer, vuilnis,
enz. antwoordt de Voorzitter, dat de pacht ingaat 1 Oct. e. k. en
dat tegen dien tijd aan de door den heer van Veen bedoelde
bepaling van het contract zal worden gevolg gegeven,
i De zitting wordt hierop gesloten.
HELDER en NlËUWEDIEP, 3 Junij.
Men meldt ons uit Alkmaar, dd. 31 Mei:
«Heden heeft de Centrale Kiesvereeniging van het district
alhier een bijeenkomst gehouden, om te spreken over een
candidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer, in de
plaats van wijlen den heer jhr. mr. C. van Foreest. Talrijk
was de vergadering bezocht. Kiezers uit het gansche
kiesdistrict Alkmaar hadden zich in de zaal van Vervloet
vereenigd. Drie candidaten zijn genoemd geworden. Een
van hen is slechts genoemd, over zijn candidatuur heeft
niemand gesproken. In aanmerking zijn gekomen mr. W.
van der Kaay, vroeger lid van de arrondissements-regtbank
te Alkmaar, thans kantonregter te Leiden, en mr. G. de
Vries, oud-minister van Justitie. Veel is voor beide can
didaten gesproken, want beiden hebben veel, dat hen aan
de liberale kiezers aanbeveelt. Beiden zijn met hart en ziel
de liberale beginselen in het bestuur van den Staat toege
daan beiden zijn, waar bij de tegenwoordige verkiezingen
vooral op gelet dient te worden, voorstanders van het open
baar onderwijs. In dit opzigt zijn dus beiden begeervolle
candidaten voor het district. Verder werd mr. G. de Vries
aanbevolen, omdat hij zooveel voor de belangen van Noord
holland, dat voor een groot deel uit polders bestaat, door
zijne onderscheidene geschriften over polders en polder
besturen heeft gedaan. Hij heeft boeken geleverd, die men
nooit te vergeefs naslaat, maar waaruit men bijna in elke
omstandigheid licht ontvangtmaar veel is er ook dat mr.
W. van der Kaay, als een begeerige candidaat voor ons
district maakt. Tijdens zijn verblijf in Alkmaar was hij,
ofschoon niet wonende binnen de grenzen van het district
Schagen, door dit district als lid van de Provinciale Staten
gekozen. Wekelijks lazen wij van hem belangrijke stukken
in de Alkmaarsche Courant. Alle betrekkingen, waaraan
veel drukte en moeite, maar geen voordeel verbonden was,
werden in den regel aan mr. W. van der Kaay opgedragen
en hij vervulde ze met de grootste naauwgezetheid en den
vurigsten ijver. Verder werden de kiezers er op gewezen, dat
mr. W. van der Kaay zich vroeger driemalen onder
ongunstige omstandigheden, omdat zijn tegen-candidaat jhr.
mr. C. van Foreest was, aan de candidatuur had gewaagd,
dat hij ja, niet de meerderheid der stemmen op zich had
vereenigd, maar dat het verschil toch zeer gering was;
dat, daar mr. W. van der Kaay, getuigen de stukken in
de Alkmaarsche Courant, geheel dezelfde was gebleven,
die hij vroeger was, of het nu van de kiezers niet onzedelijk
wezen zou, nu de omstandigheden voor gelukkig slagen
gunstiger waren, hem de candidatuur te onthouden, te meer
daar hij het waagde de candidatuur te aanvaarden. Na
vele en belangrijke discussiën, want voor de candidatuur
van beiden is zoo veel te zeggen, is de vergadering eindelijk
tot stemming overgegaan. Van de negentig tegenwoordig
zijnde leden werden negen-en-zestig stemmen op mr. W.
van der Kaay uitgebragt en op mr. G. de Vries één-en-
twintig. Met een groote meerderheid is eerstgenoemde
dus door de Liberale Centrale Kiesvereeniging te Alkmaar
tot candidaat geproclameerd, en het is te wenschen dat
de liberale kiezers nu als één eenig man getrouw naar
de stembus gaan en hun stem uitbrengen zullen op mr.
W. van der Kaay, kantonregter te Leiden, en dat zij alle
kleingeestigheden ter zijde zullen zetten, waardoor vroeger
de uitslag ongunstig was.»
Heden morgen is van hier uit de haven gezeild de
nieuw gebouwde logger «de Rijp, schipper Boon. Dit
vaartuig, uitgerust door de Maatschappij ter Bevordering
van Nijverheid, onder de firma van wijlen J. Boon Jr.,
te de Rijp, trok, om zijn vluggen en sierlijken bouw
de aandacht en bewondering van ieder deskundige. Het
is groot 80 gemeten zeetonnen en bemand met 15 flinke
koppen. De bestemming is naar de Schotsche kust ter
haringvangst.
Tot lid van de Tweede Kamer in 't hoofdkiesdistrict
Nijmegen is gisteren met 1176 van de 1227 geldige stemmen
gekozen de heer jhr. Raphael van Nispen.
Beroepen bij de Herst. Evang. Luth. gemeente te
Amsterdam ds. K. Scharten, pred. te Leeuwarden.
Drietal bij de Evang. Luth. gemeente te Zaandam:
ds. Grottendieck, te Alkmaar; Kindermann, alhier en Manssen,
te Amersfoort.
Dr. W. C. van Manen, te Winkel, komt voor op he
zestal te Zierikzee.
Bedankt voor het beroep naar Groningen, door ds.
M. Sjoers, pred. te Oppenhuizen.
In eene jl. Maandag avond gehouden vergadering heeft
de afdeeling Alkmaar van het Nederl. Schoolverbond zich
verklaard vóór het voorstel der hoofdcommissiezamen-
smelting met de vereeniging «Volksonderwijs.» Tot afge
vaardigde ter algemeene vergadering is gekozen de heer
M. Colien Stuart.