Benoemingen, enz.
Buitenland.
Frankrijk.
Engeland,
Duitschland.
Rusland,
Griekenland.
Amerika
te bounven voor een paar bataillons infanterie. Daar men
van een paar bataillons infanterie voor de gemeente niet
even groöte voordeelen verwacht, als van de Indische
brigade, heeft de Raad op voorstel van B. en W. besloten,
tot het bouwen eener infanterie-kazerne wel grond te
willen verkoopen of ten gebruike geven, maar op andere
voorwaarden dan voor de Indische brigade waren gesteld.
Het daarvoor gedane aanbod van kosteloozen afstand vervalt,
indien in 1876 daarvan niet voor de Indische brigade
gebruik is gemaakt.
Op de dezer dagen te Haarlem gehouden grasveilingen
(voor en nagewas) werden in vergelijking met vorige jaren
zeer hooge prijzen besteed. De opbrengst bedroeg thans
f 150 tot f 200 per heet.; sommige perceelen bragten zelfs
nog meer op. In 1874 bedong men f 120 tot f150 per heet.
Jl. Zaturdag zijn te Beverwijk in publieke veiling
verkocht 80 aren bouwgrond, voor f 6000.
Sedert eergisteren zijn te Leiden de feesten aange
vangen bij gelegenheid van het 300jarig bestaan der
hoogeschool. Heden wordt de maskerade gehouden indien
het weer niet te ongunstig is.
De afgetreden gouverneur-generaal van Nederl.-Indië,
mr. J. Loudon, is jl. Zaturdag avond met zijne familie uit
Zwitserland te 's Hage gearriveerd. Aan het Rijnspoor
station bevond zich, behalve de bloedverwanten van den
gewezen landvoogd, een talrijke vriendenschaar, die hem
op hartelijke wijze met een welkom begroette. De generaal
van Swieten en verschillende Indische civiele en militaire
autoriteiten waren eveneens bij de aankomst tegenwoordig.
Volgens het verslag in het Dagbl. van Zuidh. van
een voordragt van den heer Jeekel, zou die heer 2,900.000
gulden hebben betaald, om in Nederland het monopolie te
hebben van 't vervaardigen van gehard glas. Met allen
eerbied voor die millioenen en voor de vez'dere monte
christo-schatten in dat verslag genoemd, meenen wij er op
te moeten wijzen, dat de octrooi-wet in Nederland is afge
schaft en dat elke zaak, waarvoor elders octrooi wordt
genomen, b. v. in Engeland, ophoudt een geheim te zijn.
Een zeer treilend ongeluk had gisteren middag in
het bosch te 's Hage plaats. De heer W. U. C. ridder
van Rappard, luitenant-kolonel der artillerie op nonactiviteit,
is even voorbij de boschwachterswoning van het paard
gevallen en weinige oogenblikken na het ongeluk overleden.
Met de Rotterdam, zijn van Rotterdam 94 personen,
tot geestelijke orden behoorende, hoofdzakelijk Duitschers,
naar New-York vertrokken. Onder dit getal waren 10
geestelijke zusters.
Jl. Vrijdag middag zijn ten gevolge van den hevigen
storm de zes in aanbouw zijnde houten overdekkingskappen
voor monitors, op 's Rijks werf te Hellevoetsluis, omver-
gewaaid en grootendeels verwoest. De schade voor den
aannemer is zeer aanzienlijk, daar weinig hout meer te
gebruiken is. Persoonlijke ongelukken zijn niet te betreuren.
Te Oudenaarde werd een geneesheer geroepen om te
trachten twee drenkelingen in het leven terug te roepen.
De doctor haastte zich de gevraagde hulp te verleenen,
maar naauw was hij de verstijfde ligchamen genaderd, of
schrik en ontzetting verlamde hem een der ongelukkige
jongelieden was zijn zoon. De toestand van den geneesheer
baart ernstige zorg.
Op den 10 dezer overleed te Oosterhout, op 64jarigen
leeftijd, de heer S. A. Keurenner, oud-directeur der voor
malige Koninklijke Academie te Delft.
Te Hooge Mierde begaf zich de landbouwer O. van
Loon, vergezeld van drie nog jonge kinderen, met paard
en kar op weg om een voer gras te halen. Toen het gras
gemaaid en geladen was, plaatste v. L. zijn jongste kind
op den wagen, waarop hij zijn zeis stevig in het gras drukte.
Het kind slaakt op eens een schreeuw. De vader, aanstonds
op de kar springende, bemerkte nu tot zijn niet geringe
ontsteltenis, dat hij het kind al de teentjes van den voet
gesneden had.
Uit Zeeland wordt het volgende geschreven:
«Toen Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden jl. Vrijdag
morgen Middelburg verliet en reeds had plaats genomen in
den voor hem bestemden waggon van den spoortrein, moet
hij hebben gevraagd, of de heer Tak van Poortvliet er
ook was. Het antwoord luidde, dat die heer in een anderen
waggon zat, waarop de Prins moet hebben gezegd«verzoek
dan den heer Tak bij mij te komen zitten.» Dat is een
staaltje van vorstelijke hulde en waardeering tegenover den
ondank en de miskenning door de bevolking van een man aan
wien zij zooveel verpligt is en van wien zij zooveel te
wachten had als de Zeeuwen van den heer Tak van
Poortvliet.»
In de jongste aflevering van de Revue des Deux
Mondes komt een artikel voor, zonder naam van auteur,
getiteldLes derniers Stuarts, impressions d'une Reine. Het
dagblad la France zegt, dat de schrijfster de Koningin
der Nederlanden is.
Van een volkomen vertrouwbare zijde verneemt het Dagbl.
dat het vermoeden van 't Fransclie blad allen grond mist.
Men veronderstelt nu, dat de gewezen Koningin van Han-
nover de schrijfster zal zijn van het bewuste stuk in de
Revue.
De Gros-Kanizsaer Dampbadmaatschappij keert over
1873/74 een dividend uit, hierin bestaande, dat de gelukkige
aandeelhouder gratis een dampbad mag nemen, «'t Dividend,»
merkt een Hongaarsch humoristisch blad op, «is klein
maar rein!»
- Het veepark: te St. Louis. Het uitgestrekte
veepark van St. Louis, dat aan den anderen oever van
den Missisippi is aangelegd, heeft niet minder dan 6
millioen francs gekost. Het vee komt daar aan uit de
meest verwijderde Staten van Noord-Amerika, zelfs uit
Arkansas en Texas. De spoorweg-maatschappijen hebben
het vervoer voor het vee zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt,
en de herders of afzenders kunnen persoonlijk hun vee
vergezellen of aan commissionairs toezenden. Het park,
waarin te gelijker tijd 15,000 schapen, 6000 varkens,
10,000 ossen en verscheidene honderdtallen paarden kunnen
geborgen worden, beslaat eene oppervlakte van 160
bunders. Behalve een hotel, een telegraaf en eene beurs,
zijn daar ook bureaux voor de geëmployeerden en de
kooplieden aanwezig. De stallen zijn overdekt en afgezonderd
en niet meer open, zooals b. v. die voor de runderen te
Chicago. Overal stroomt het water in overvloed. Door
eene machine wordt het in een afzonderlijk gebouw gebragt,
met 4 zeer groote reservoirs en van daar in onderaardsche
gangen geleid, die het overal brengen waar het noodig
is. De inrigting wordt door gas verlicht. Het voedsel
voor het vee, hooi en maïs, wordt op groote zolders
geborgen. De voornaamste spoorwegen, die op St. Louis
uitloopen, hebben lijnen aangelegd, die naar het park leiden.
Vernuftig gemaakte gangen geven de gelegenheid, om het
vee uit de wagens, die het hebben aangevoerd, onbelem
merd te vervoeren naar de voor hetzelve bestemde afdee-
lingen, waar het gestald kan worden, en van daar weder
in de wagens, wanneer het verkocht is en verzonden moet
worden. Met de buitengewoon groote weegschalen van
Fairbanks, die op de Weener tentoonstelling in 1873
met de gouden medaille bekroond zijn, kunnen geheele
kudden vee gelijktijdig gewogen worden. Men kan er
50,000 kilogr. mede wegen en zij slaan door bij een
gewigt van een half kilogram. Het opstellen van zulk een
bascule vereischt hetzelfde timmerwerk als een gewoon huis.
Na hier gedrenkt en gevoed te zijn, wordt het vee weder
verzonden naar de Staten, die het opkoopen of naar de
slagterijen der stad, waar het vleesch, even als te Chicago,
gezouten wordt. In de nabijheid van het park bevindt zich
eene afzonderlijke inrigting voor het smoren in Warm water
en inzouten der varkens, alwaar dagelijks 6000 stuks
kunnen geslagt en gezouten worden. Vooral bij de aan
komst en het verzenden van het vee is het park een kijkje
waard. Ofschoon het eerst 16 maanden bestaat, en wat
het aantal runderen aangaat, die er in opgenomen worden,
voor het park te Chicago moet onderdoen, is het beter
ingerigt dan het laatste en zal het dit zeker spoedig
evenaren. In 1874 werden te St. Louis ongeveer 1,000,000
varkens, 300,000 stuks hoornvee en 100,000 schapen aan
gevoerd, van welke een gedeelte in het park zijn opgenomen.
Benoemd tot ridder in de Orde van den Nederlandsehen Leeuw-
de heer dr. F. A. Snellen, te Zeist.
De luit. ter zee 2de kl. F. B. 's Jacobs en de adelb. 1ste kl.
H. F. Netschcr, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-
Indiö en van daar respeotivelijk den 5 en 7 dezer teruggekomen,
zijn met dien datum op non-activiteit gesteld.
Jl. Woensdag heeft boven Parijs een ontzettend onweder
gewoed. De bliksem is in eene zusterschool ingeslagen,
zonder echter noemenswaardige schade aan te rigten; maai
de hevige wind, die tot een orkaan aangroeide, heeft zoo
veel te meer verwoesting aangerigt. Boomen, sehoorsteenen
dakpannen zijn in massa gevallen. Bijna alle telegraaflijnen,
die op het centraal kantoor van de rue Grenelle uitloopen
werden door vallende boomstammen of zware takken
gebroken. Eene geheele zwemschool sloeg van de ankers
los en dreef de Seine af, een rijtuig op de place du
Caroussel werd omvergeworpen, een reusachtig panorama,
dat men juist had opgeslagen en meer dan 50000 francs
kostte, werd totaal vernield. De planken van dit houten
gebouw werden door de lucht en tot op een aanmerkelijken
afstand geslingerd. Een schildwacht werd omvergeworpen
met zijn schilderhuis. De oudste boom van Parijs, de
treurwilg van de square du Temple, is ontworteld.
Te Versailles ging het evenzoo. De Nationale Vergade
ring was bezig met de wet op 't hooger onderwijs, maar
behalve dat de spreker zijne eigene woorden niet kon ver
staan, werd het plotseling zoo duister, dat men hem te
naauwernood kon zien. Midden op den dag moest het gas
worden ontstoken in de vergaderzaal.
Uit de provinciën komen soortgelijke berigten.
Uit Bordeaux wordt gemeld, dat de wijnoogst de
gunstigste uitkomsten belooft. Sedert 1840 moet het gewas
niet zoo overvloedig geweest zijn.
De Sultan van Zanzibar, te Londen aangekomen, is
een man onder de veertig, begaafd met de hoogst eenvou
dige en aangename manieren van den Arabier van geboorte,
schrander en opmerkend, goed belezen in zijn eigen taal,
inzonderheid in de Arabische godgeleerdheid. Hij zal
vermoedelijk, daar hij zijn diamanten thuis gelaten heeft,
en zijn land in de «Duizend-en-één-nacht» geen hoofdrol
speelt, in Engeland minder bekijks hebben dan de Shah
van Perzië, doch zélf meer zien.
Z. M. Seyjid Barahash bezocht jl. Donderdag de wedrennen
te Ascctt en werd getroffen door de uitgestrektheid der
stad. Hij merkte aan dat hij jl. Woensdag den halven
dag bezig geweest was met door Londen te stoomen en
jl. Woensdag uren noodig had om de stad uit te geraken.
Zijne aandacht werd zeer getrokken door de regelmatige
en net begroeide heggen aan de zijden van den weg,
doch, hij begreep, wat de booinen betrof, dat het nuttiger
ware vruchtboomen te planten, evenals in Afrika, omdat
deze evenzeer schaduw geven. Van de wedrennen zeide
hij, dat de Arabieren de paarden beter berijden zouden
dan de Engelsche jockeys. Seyjid ontving dien en den
volgenden dag verscheidenene bezoeken, waaronder de
premier en den lord-mayor. Volgens eene mededeeling in
den Daily Telegraph is de Sultan bijzonder opgetogen over
hetgeen hij te Londen ziet, en vooral öok verbaasd over
het getal der voorbijgangers. Hij is iemand van aangename
manieren en trad de zaal alwaar het gezelschap, waartoe
de berigtgever behoorde, zich bevond, binnen zonder eenig
praalgewaad of opschik.
De onderscheiding welke hij droeg was een hemelsblaauwe
turkoois—ring aan de linkerpink. Behalve dit juweel van
buitengewone grootte, droeg hij een gouden zegelring met
een opschrift, dat veronderstelt wordt dezelfde woorden te
bevatten als die, welke op zijn officieel schrijfpapier staan,
namelijk: ya Fath' ah in vier verschillende rigtingen
gesteld en beteekenende«o gij, die den weg opent.» De
Arabische woorden zijn een der negen-en-negentig uit
drukkingen, waarmede de Allerhoogste wordt aangeduid.
Met opzigt tot de afschaffing van den slavenhandel, ver
klaarde hij dat de moeijelijkheden daaraan verbonden zeer
groot zijn en dat er veel vereischt zal worden om het oude
stelsel door een geoorloofde handel te vervangen. De
drukpers noemde hij «een Koning achter den rug dei-
Koningen.» Seyjid was zeer bekend met de Engelsche
drukpers, en bevindt zich zonder twijfel op de hoogte der
omstandigheden waarmede zijn bezoek in verband staat.
Hij betuigde gekomen te zijn om der Koningin zijne hulde
te bieden, doch zal daartoe geene gelegenheid hebben.
Op de bezittingen van den hertog van Sutherland
in Schotland is met goed gevolg de stoomkracht aangewend
tot het verplanten van boomen. Daartoe is een locomobiel
van 12 paardenkracht gebruikt. Deze werd op 150 schreden
afstand van den te verplanten boom geplaatst. Een ketting
werd op korten afstand van den grond om den boom
geslagen en toen de machine werkte werd de boom met
een groote kluit aarde uit den grond getrokken300 boomen
van 6 tot 12 d M. middellijn werden op deze wijze verplant,
maar ook boomen van 3 voet middellijn werden zoo met
goed gevolg behandeld.
-Uit New-York wordt aan de Daily News per telegraaf
berigt, dat de stoomboot Vicksburg, van Quebec naar
Liverpool, op 1 dezer door een drijvenden ijsberg ver
pletterd is, ongeveer op 120 Eng. mijlen ten Zuidoosten
van St. John's (New Foundland). De Vicksburg had
een bemanning van 60 koppen, benevens 28 passagiers.
Van die 88 zijn er 5, die in een sloep zich redden, dooi
de stoomboot State of Georgia opgevischt. Van een aantal
anderen, die mede in sloepen ontkwamen, heeft men nog
niets vernomen. Men houdt voor zeker, dat er bijde ramp
een 40tal menschen verdronken zijn, onder welke de kapitein.
Uit Singapore wordt van den 11 dezer berigt:
«Do Oostenrijksclie korvet Aartshertog Friedrich heeft
den 7 Mei op de Simbokoe—rivier een gevecht gehad met
zeeroovers uit Dajaktwee matrozen sneuvelden en een
werd zwaar gewond.»
De beroemde reiziger in de binnenlanden van Afrika,
dr. Nachtigall, is na een afwezigheid van bijna zes jaren,
nadat reeds herhaalde malen het gerucht van zijn dood
had gecirculeerd, in goeden welstand te Berlijn terug
gekeerd.
De Prins Nicolai Tschelakojew is door de regtbank te
Tiflis, wegens mishandeling en opsluiting zijner gemalin,
veroordeeld tot deportatie naar het gouvernement ïrkutsk,
voor den tijd van 17 jaren, met vervallenverklaring van
al zijne regten en privilegiën, onder bepaling dat hij de
vijf eerste jaren binnen het grondgebied der hem aan te
wijzen gemeente en de twaalf overige binnen het gebied
van genoemd gouvernement moet blijven,
Alle geruchten omtrent de abdicatie van den Koning en
de aankomst van Russische en Turksclie vloten zijn van
grond ontbloot overal heerscht volmaakte rust. De
Koning en zijne familie zijn op hun buitenverblijf; het
Fransche eskader is op zijn voorbijtogt als naar gewoonte
aangekomen en het Engelsche wordt verwacht.
De New-Yorksche dagbladen van den 29 Mei jl. behelzen
bijzonderheden omtrent den brand van de Roomsch-Catholieke
kerk te Holyoke in Massachusetts, waarbij honderd personen
omkwamen en een gelijk getal zwaar werd gekwetst.
Ongeveer 600 personen waren in de kerk. Het beeld
der Heilige Maagd was ter eere van den Sacramentsdag
met bloemen en draperiën getooid. Te 7.45 u. des avonds
vatten deze draperiën, door de vlam van een kaars, die
door den togt werd bewogen, vuur. Een jong meisje deed
een poging om de vlam te dooven, maar haar kleederen
vlogen in brand. Onmiddellijk tastten de vlammen de
wanden aan, die met geteerd papier waren bekleed en
bliksemsnel was het geheele gebouw in vuur. De personen,
die van de galerijen naar beneden snelden, kwamen aan
het einde van de trap in botsing met de menschen, die uit
het schip van de kerk een uitweg zochten en daardoor
ontstond een opeenhooping, die voor allen ontsnapping haast
onmogelijk maakte. De portalen waren gevuld met menschen-
hoopen, die door den drang van achteren werden omver-
gedrukt en daarna vertrapt, terwijl de vlammen boven de
hoofden woedden.
De brandweer bluschte den brand, haalde de muren omver
en daarna begon een onderzoek naar de dooden en gekwetsten.
De tooneelen, die zich aan het oog voordeden, waren afgrijse
lijk. Yele ligchamen konden niet herkend worden, in zoo
hooge mate waren zij door het vuur geblakerd of door de
kwetsuren misvormd. Vreeselijke scènes hadden plaats bij
de herkenning van lijken door de nabestaanden. De Ameri-
kaansche bladen bevatten ontzettende bijzonderheden over
het voorval, die de haren doen te bergen rijzen en die te
verschrikkelijk zijn om ze onzen lezers mede te deelen.
De dagbladen melden dat de stad Cucuta (in Nieuw-
Granada) door een aardbeving geheel verwoest is; slechts
enkele huisgezinnen ontkwamen. Vijf andere plaatsen in
den omtrek zijn mode bijna geheel verwoest. Men verzekert
dat van de bevolking van het district 35000 zielen sterk, niet
minder dan 16000 menschen bij de ramp het leven
verloren.