1875. N°. 75.
Woensdag 23 Junij.
33 Jaargang.
AANBESTEDING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
PROVINCIE NOORDHOLLAND.
Binnenland.
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT.
„W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
h franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Klken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
Op Donderdag den lsten Juli] 1875, des namiddags ten half
drie ure, zal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van
Noordholland, te Haarlem, bij enkele inschrijving, worden aanbesteed:
a. De uitvoering van eenige baggerwerken in het
Noorder Spaarne.
h. Het herstellen van den toren der kerk van de
Hervormde gemeente te Oosterend op Texel, dienende
tot verkenmerk voor zeevarenden.
De aanbesteding van het sub h genoemde werk geschiedt namens
en voor rekening der gemeente Texel.
Dc bestekken zijn, tegen betaling van 10 cents per exemplaar,
voor het sub a gemelde werk en van 20 cents per exemplaar voor
het sub h gemelde werk verkrijgbaar aan het lokaal voornoemd,
en aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op den O. Z.
Achterburgwal tegenover het Walepleintje, te Amsterdam. Die
van het sub b genoemde werk daarenboven ter secretarie van de
gemeente Texel.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Hoofdingenieur van
den Waterstaat ie Haarlem, en daarenboven voor het sub a genoemde
werk bij den Ingenieur van den Waterstaat J. J. ROELANTS en
bij den Opzigter J. KEYZER, beiden te Amsterdam, en voor het
sub b genoemde werk bij den Ingenieur J. M. E. WELLAN te
Alkmaar en bij den Opzigter L. KOOT, te Nieuwediep.
De aanwijzing in loco van het sub b genoemde werk zal geschieden
op Zaturdag vóór de besteding.
HELDER en NIEUWEDIEP, 22 Junij.
Het oorlogs-escader, bestaande uit Zr. Ms. stoomschepen
Leeuwarden, Cornelis Dirks en Prinses Maria, onder bevel
van den kapt. ter zee van Gogli, is jl. Zondag morgen van
hier naar de Atlantische Zee vertrokken.
De rammonitor de Adder is jl. Zondag van hier naar
Hellevoetsluis vertrokken. Het ramschip de Stier verge
zelde genoemden bodem.
Kampioenen der Wetenschap.
De Britsche Noordpool-expeditie, bestaande uit de stoomschepen
Alert en Discoverv, onder 't opperbevel van kapt. Nares, verliet
den 80 Mei, des namiddags ten vier ure, de reede van Spitbead,
om, begunstigd door een oostenwind, 't Kanaal uit. te stevenen
kaap Landsend rond en zoo 't booge Noorden in.
't Was dien dag juist de verjaardag van de Koningin, die te
Portsmouth gevierd wordt door 't donderen van 't geschut en groote
parade van 't garnizoen. Was de stad dus toch reeds in feestdos,
de duizenden, die toegestroomd waren om de expeditie te zien
vertrekken, en de kaden, wallen en hoofden allerwege bedekten,
gaven haar een aanblik, die eiken toeschouwer onvergeetlijk blijven
moet. Veiligst laat men 't aan de verbeelding over, zich voor te
stellen hoe treffend een tafereel 't was, toen, met klokslag vier, de
beide schepen bun laatsten kabel loswierpen, en zich langzaam in
beweging stelden, terwijl aan den wal alles bont was van vlaggen,
alles golfde van wuivende hoeden en doeken, alles daverde van
den afscheidsrocp, die over 't breede water beentrilde, zamen met
de toonen cener half opwekkende, half weemoedige muziek. De
vreemdeling die van dit schouwspel getuige mogt zijn moet hij
't volk niet benijd hebben, dat zóó zijn roemrijke tradities met
daden kan doen voortleven? Het is werkelijk een benijdenswaardig
lot, sterk en wakker te mogen blijven niet magteloos te behoeven
terug te zien op een grootheid die was, doch nimmer wederkeert.
De twee kleine doch voortreffelijk uitgeruste schepen, met bun
tweemaal zestig dapperen aan boord, zijn thans op weg naar «de
kale kruin der aarde." Zij verlieten 't vaderland in de lagchende
Meimaand, om den winter te gaan zoeken den eindeloozen
winter. Enkele malen, als een walvischvaarder ben op den weg
noordwaarts praait, zal men nog iets van hen vernemen; doch
weldra verdwijnen zij, voor twee of drie jaren, tusschen eeuwig ijs
en weinig minder dan eeuwige duisternis. Dat zij terug mogen
keeren, hun doel bereikt, 't Pool-raadsel ontsluijerd hebbende, is
een wensch, die zeker niet Engeland alleen, maar gansch de be
schaafde wereld hun achterna zendt.
Ziehier eenige bijzonderheden omtrent de inrigting en uitrusting
van beide bodems.
De Alert en de Discovery zijn betrekkelijk kleine schepen; de
eerste behoorde tot de Engelsche marine; de andere deed vroeger
bij de walvischvaart dienst. Laat 't zich alzoo denken, dat beide
schepen uit hunnen aard reeds stevig gebouwd waren zij zijn,
met 't oog op de zware taak vóór hen, geducht versterkt geworden.
Van buiten, 't dikst aan den boeg, zijn zij geharnast met een om
kleedsel van djatti-hout en ijzer; van binnen zijn tal van extra-
ribben en bouten aangebragt, die ze in staat moeten stellen aan de
Jl. Zaturdag is een 3jarig kind, spelende aan de
Achter-Binnenhaven, in het Heldersch kanaal verdronken.
De alpliabetische naamlijst der ingeschrevenen voor
de loting der Schutterij, in deze gemeente te houden op
Vrijdag den 25 dezer, telt 121 namen.
De collecte, dezer dagen alhier gehouden ten behoeve
van het Fonds tot aanmoediging en ondersteuning van de
gewapende dienst in de Nederlanden, heeft opgebragt de
som van f 84.50.
Voor bezoekers der algemeene vergadering van het
Nederl. Onderwijzers-Genootschap worden van wege de
directie der Holl. IJzeren Spoorweg-Maatschappij retour-
kaarten afgegeven, geldig van 27 31 Julij e. k.
H. M. de Koningin is gisteren middag naar Rotterdam
vertrokken, teneinde over Hellevoetsluis de reis naar
Engeland te aanvaarden.
In het tijdperk van vier weken, 16 Mei tot 12 Junij
1875, zijn, blijkens ingekomen ambtsberigten, door long
ziekte aangetast: in Zuidholland 96, in Noordholland 4 in
Friesland 92 en in Limburg 1; te zamen 193 runderen.
In het vorige tijdperk van vier weken waren 190 run
deren door die ziekte aangetast (Staatscourant van 26 Mei
1875, No. 121).
De Provinciale Staten van Noordhollandhebbengisteren
tot lid der Eerste Kamer gekozen jhr. mr. C. J. A. den Tex,
burgemeester van Amsterdam, met 48 van de 64 stemmen.
Jl. Donderdag is door den heer Keijser, dijkgraaf te
Texel, de eerste steen gelegd aan de sluiswerken tot indijking
van het Noorden. Door verschillende autoriteiten werden
daarbij toespraken gehouden.
Men schrijft van Texel, dd. 20 dezer:
«Door de stoomboot Ada van Holland is gisteren tus
schen 't Nieuwediep en Texel gevonden eene ten onderst
boven drijvende boot, waaraan twee flinke sleepers beves
tigd waren. Oogenschijnlijk had zij reeds eenige dagen
rondgezwalkt.»
Bestuurderessen der Vereeniging «Tot Nut der Armen»
te de Rijp hebben wederom eene gift van f 100 van
H. M. de Koningin voor genoemde instelling ontvangen.
Blijkens het verslag van den toestand der genoemde
instelling over het jaar 1874/75 werd de naai-en breischool
in 48 weken gemiddeld door 46 meisjes bezocht. Het
meest bevredigend resultaat gaf evenwel de bewaarschool,
die sedert Junij 1874 gemiddeld door 48 kinderen per week
bezocht werd. Evenals ieder jaar werd ook nu weder
eene verloting gehouden van de voorwerpen, door de
kinderen op de naai- en breischool vervaardigd. Die loterij
bevatte ditmaal 1191 loten, waarvoor 596 prijzen en 595
premiën bestemd waren. Van die prijzen werden onder
leiding der beide onderwijzeressen door de kinderen 559
stuks vervaardigd; 21 stuks werden ten geschenke ontvangen
en 16 stuks ter completering aangekocht. Door eene bijdrage
van 1 cent per week werden weder 836 loten geplaatst.
Het aantal leden is tot 60 geklommen en dat der donateurs
is 2 gebleven.
Beoosten de schutsluis Willem III aan het toekomstig
Noordzeekanaal, werd op 17 Junij een stuk Rijksgrond
verkocht, groot 1 heet. 21 aren 30 centiaren. Deze grond
werd door den heer J. Regtdoorzee gemijnd voor de som
van 27,600, doch is vooralsnog niet gegund.
De heeren Regtdoorzee zijn voornemens, derwaarts hunne
reederij met den aankleve van dien over te brengen.
Jl. Vrijdag is in de valsche-munterszaak voor het
Prov. geregtshof te Amsterdam het getuigenverhoor ten
einde gebragt. Daarop erlangde het O. M., bij monde van
mr. J. Spoor, het woord. Uitvoerig lichtte hij het rekwisitoir
toe, dat strekte tot schuldigverklaring der beschuldigden
aan de hun ten laste gelegde feiten en veroordeeling van
W. Bolhoven tot eene tuchthuisstraf van 10 jaar en 136
geldboeten, elk van f 50; vrouw Bolhoven tot eene tucht
huisstraf van 5 jaren en 4 geldboeten, elk van f50; weduwe
Tophoff tot dezelfde straf en 10 geldboeten, elk van f 10,
en M. Bolhoven tot dezelfde straf en 2 geldboeten, elk
van f 2de boeten bij niet-betaling te vervangen elk door
eene gevangenisstraf van 2 dagen.
Het rapport der commissie, die vanwege de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen is belast met een onderzoek naar
de werking der wetten op lager en middelbaar onderwijs,
waarvan thans het eerste stuk, betreffende het lager onder
wijs, is verschenen, bevat o. a. het volgende: «Tot ver
betering van ons volksonderwijs adviseert de commissie:
1. tot invoering van leerpligt, onder erkenning, dat op
dit oogenblik een wet op den leerpligt nog niet in al haar
omvang uitvoerbaar is, omdat de toestand der schoollokalen
op vele plaatsen nog te veel te wenschen overlaat en het
onderwijzend personeel nog te weinig talrijk is; 2. tot
wijziging van art. 23 der schoolwet in dien zin dat in de
eerste alinea van dat artikel de woorden: en aan hun
opleiding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden,
1 vervangen worden door aan hun opleiding tot alle maat
schappelijke deugden en aan hun zedelijke vorming; 3.
tot duidelijke omschrijving in de wet van het onderscheid
tusschen lager en middelbaar onderwijs en den omvang
van 't lager onderwijs. Volgens het oordeel der commissie
drukking van 't ijs tegen hunne wanden weerstand te bieden;
bovendien zijn de binnenzijden, ter beschutting tegen de koude,
langs kajuiten en tusschendek geheel bekleed met een dikke huid
van vilt, en is al 't want en ijzerwerk aan boord, dat met de
hand moet aangeraakt worden, met leder omtrokken. Bewonderens
waardig is de inrigting der machines; roer en schroef kunnen in
een oogwenk, wanneer 't ijs ze dreigt te zullen loswringen, uit 't i
water geligt worden. Bewonderenswaardig! zijn ook de toestellen, i
die de schepen helpen moeten om zich door 't ijs een weg te
hanende ijszagen, ijsrammen, ijsboren, enz. De warmte, door de
stoommachine ontwikkeld, wordt door 't gansehe schip heengeleid;
dubbele deuren beschutten al de toegangen van huiten naar binnen.
De kooijen der manschappen gelijken meer op zekere fleschvormige
vogelnesten, dan op bedden. Lampen van geheel nieuwe vinding
geven een licht, gelijkstaande met dat van 26 waskaarsen, en voor
zien alzoo in eene eerste behoefte gedurende den maandenlangen
winternacht. Voor 't overige is van alles aan bóord, wat tot nut,
gerief en gezondheid der bemanning strekken kan. 't Proviand,
grootendeels uit verduurzaamde levensmiddelen bestaande, is van
uitgezochte kwaliteit weelderig zelfs, wanneer men let op des
zeemans gewone voeding. Versnaperingen, boeken, muziek-instru-
menten, gezelschapsspeelgoed aan alles is overvloed, dank zij
de onbekrompenheid van 't gouvernement en ook de gulheid van
verscheidene belangstellenden. Voor zooveel menschelijk overleg
doen kon, zullen de reizigers zich gedurende hun gedwongen wer-
keloosheid in des Poolnachts duister niet behoeven te vervelen.
Wat nu de bemanning der heide bodems betreft, zij bestaat uit
louter uitgelezeuen. Naar ervaring is hij 't gros niet gevraagd
behalve de gezagvoerders Nares en Markham en de zes ijsmeesters,
heeft niemand van de opvarenden ooit de Poolstreek bezocht. Doch
bijzonder is gelet op ligohamelijke geschiktheid, op jeugd, karakter,
temperament. Geen man is ouder dan 31 jaren, of kleiner dan
vijf voet en zes duim; de medische keuring was zóó streng, dat
zelfs gaafheid van gebit een sine qua non gerekend werd, omdat er
op de sledevaarten niets te eten zal vallen dan scheepsbeschuit en
andere harde kosten. Wie, uit 't heir van aspiranten, behalve een
physiek „saus peur ni reproche" een goede stem had of een weinig
muzikant was, die had boven zijn minder begaafde mededingers
een kans vóór. Want geen beter remedie legen den invloed van
koude en duisternis, dan opgewektheid.
De bemanning van de Alert telt in 't geheel 63 koppen, als
de kommandant en zes officieren, de kapellaan, twee doctors, cén
naturalist, zeven mariniers, vier stokers, en de rest matrozen. Die
van de Discovery is ongeveer even talrijk en eveneens zamengesteld.
Te Disco zal elk schip twee Eskimo's en de noodige honden opnemen,
die de sleden zullen moeten drijven en trekken. De geestelijke
aan boord van de Alert ('t mag in het voorbijgaan gezegd worden)
is de heer Pullen, bekend als schrijver van de indertijd zoo vermaarde
brochure Dame Europa's School.
De Alert en Discovery worden tot Disco (ter westkust van
Groenland, 70° NB.) vergezeld door een derden bodem, de Valorous,
die hun voorraad kolen en proviand aldaar aanvullen zal. Tot
Disco zal de reis vlug genoeg gaandoch daarna zal men zich
door de lastige ijsdammen in de Melville-baai hebben heen te slaan,
tot aan den ingang van Smith's Sound, waar men weer open water
hoopt te treffen. Die naauwe, lange zeeëngte den eenigen
weg Poolwaarts, naar men gelooft zullen de schepen zoo hoog
mogelijk opvaren, welligt tot Newnian's-baai, op 83° NB. Daar
omstreeks zal de Discovery haar winterkwartier betrekkendoch de
Alert zal trachten nog hooger op te stevenen, ten einde zoo digt
mogelijk bij de Pool te zijn tegen de lente, wanneer kapitein Nares,
naar bevinding, of te water, of met sleden over land, 't einddoel
van zijn togl zal pogen te bereiken. De Discovery blijft alzoo hij
wijze van reserve achter, ongeveer op hetzelfde punt waar de Polaris
overwinterde, 't Plan is voorts, later een derde schip uit te zenden
dat zich met de Diseovery in verbinding zou moeten stellen; doch
of dit plan ooit zal kunnen verwezenlijkt worden, blijft onzeker.
Tot meerder veiligheid zullen de schepen op de westkust van Groen
land hier en daar caches of kleine dépots van levensmiddelen
achterlaten, welke men in geval van nood zal kunnen aanspreken.
Wij gewaagden daareven van 't einddoel der expeditie't bereiken
van 't noordelijk uiteinde der aardas. Dit einddoel, hoe veelbelovend
voor Eugeland's glorie, mag evenwel geen hoofddoel, nog veel
minder óónig doei wezen. Wat toch zal er aan de Noordpool op
zichzelf te zien zijn? Weinig anders, vermoedelijk, dan een plek,
waar de hoogte der zon gelijk is aan hare declinatie. Maar de
terra incognita rondom die plek, de onbetreden oppervlakte van
circa 2,500,000 vierkante Eng. mijlen wie weet wat deze ver
bergt! Wat voor zeeën en landen, wat voor bergen, wat voor
onbekende dieren en planten welligt! Er zijn nog vele raadselen
op 't gebied van geologie, botanie eh zoölogie, die een grondig
onderzoek van dezen gordel rondom de Pool welligt oplossen zal.
Zelden werd een expeditie ondernomen, van welke de wetenschap
zooveel vrucht, de nieuwsgierigheid zooveel bevrediging verwachtte,
als van deze.
Om zich een denkbeeld te maken wat den braven reizigers te
wachten staat, deelen wij hier mede 't geen Pnyer, het beroemde
hoofd der Oostenrijksche expeditie, omtrent de koude in de Pool
streek zegt. Hij deed die ondervinding op, toen hij den 14 Maart
1874 met een aantal zijner mede-reizigers met sleden een ontdek
kingsreis op het Frans Joseph-land maakte. Op dien dag, zegt hij,
trad de felste koude in, die wij gedurende den ganschen togt onder-