Benoeming-en, enz.
Frankrijk.
Engeland,
Men schrijft uit Rotterdam aan het U. D.
Indien gij een voorstelling wilt van het tegenwoordig
leven in onze brave Maasstad, ik zon u geen betere kunnen
geven dan de woorden van Heine: Unsere Tage gleiten
sanft dahin wie ein Haar welcJies man durch die Milch zieht
Alles is regt doezelig en rustig. De Maas weet niet, of
hij wel stroomt, de wolken niet of zij soms zullen regenen
en de koopman niet, of hij wel handel drijft. Of liever,
wat hem betreft schijnt het vrij zeker, dat hij het niet
doet. Alleen de boter- en kaashandelaars hebben het
volhandig en maken hun geregelde uitstapjes naar Goudsche
en andere markten maar het overig handeldrijvend
publiek leest op kantoor ijverig allerlei kranten en praat
over buitenlandsche politiek, alsof het dat meer gedaan had.
Zoo passeert de dag, en als de avond daar is, gaat de
achtbare burgerij (want ge weet hier zijn geen standen)
die 's winters zoo juist en zoo fijn de artisten van de opera
kan critiseeren, naar park of diergaarde, waar de muziek
de luidruchtigheid harer gesprekken tempert, of vermaakt
zich in den Doele met koorddansers of kwasi-magnetiseurs.
Men heeft dan ook waarlijk wel een verzetje noodig, na
een jaar als 74, en menigeen, zal de cijfers van zijn balans
niet openbaren, en bedenkt, met bezorgdheid, de slechte
dividenden.
Of het daarvan komt, dat de beurzen niet al te wijd
voor Floralia geopend zijn? De heeren oprigters «gaan
met schaal en bussen rond,» maar op het appèl«en geeft
wat veel, gij rijken,» zegt men, dat velen Indisch doof zijn.
Maar laat ons bescheidenlijk wachtenwie weet over welke
schatten het comité nog eens beschikken zal. De geijkte
uitdrukking van het gevoelen is deze«ziekelijke philan-
tropie om bloemetjes te doen kweeken.» 't Mag intus-
schen worden opgemerkt, dat de meesten van hen, die zoo
spreken, liefst in het geheel niet aan pliilantropie doen.
Wat de Raad gisteren deed, is u bekend. Er moet steeds
op het water worden gelet; de commissie die daarvoor
diende, is bij acclamatie ontbonden, en nu zal het gebeuren,
maar hoe, dat weet men nog niet. Nu, dan heeft men
weer iets om over te denken. Daarna vergaderde men
geheim, hetgeen in onze groote steden meer en meer gebrui
kelijk schijnt te worden.
Laat mij eindigen met de vermelding eener goede zaak,
die het bekende voortvarende karakter van Rotterdam eer
aandoet en een moreele overwinning is voor mr. M. Mees.
Zooals ge weet, is deze heer de oprigter der spaarvereeniging,
die geen ongunstige resultaten schijnt op te leveren. De
spaarbank, aanvankelijk met dwazen naijver bezield tegen
een ligchaam dat haar arbeid wilde verligten en haar doel
bevorderen, weigerde halstarrig om de leden dier vereeniging
het regt van teekening toe te kennen, hetgeen veel omslag
veroorzaakte en menigeen uit het volk wantrouwig maakte.
Naar ik verneem, is de spaarbank van haar vooroordeel
terug gekomen en zouden de leden als adjunct-leden der
spaarbank de teekening verkrijgen.
Ge ziet, dat het leven nog niet geheel sterft, al staat
ook de thermometer hoog.
Jl. Vrijdag had te Middelburg de jaarlijksche bijeen
komst plaats der Vereeniging van Officieren der Schutterijen
in Nederland. Terwijl van openbare gebouwen en parti
culiere woningen de vlaggen wapperden, zijn de officieren
met hunne dames, door fraai weder begunstigd, naar Vlis-
singen vertrokken in eene opzettelijk voor hen bestemde
stoombarge. Op het feestterrein aldaar, hetwelk door tenten
en versieringen een vrolijk aanzien had, werd een schiet
wedstrijd gehouden, waarvoor een aantal fraaije prijzen
beschikbaar waren gesteld. Des avonds werd in het Schutters
hof een concert gegeven, waartoe de officieren met hunne
dames waren uitgenoodigd. Den volgenden dag werd een
rijtoer door Walcheren gehouden, een bezoek aan het buiten
van den heer de Jonge van Ellemeet gebragt en te Dom
burg gedineerd.
Voor de bijeenkomst in het volgende jaar is Alkmaar
aangewezen.
Herkozen zijn als leden van het bestuur: kolonel John
E. Knight, kolonel baron van Hardenbroek en majoor van
den Bergh van Heinenoord, en in plaats van kapitein
Brumsteede, aftredende tengevolge van zijn ontslag van de
schutterij, majoor Srengler.
De werken aan het drooge dok te Middelburg zijn
met kracht aangevangen. Reeds is men druk bezig met de
achterste kom bij het Domplein te dempen en aldaar de
kaaimuren weg te breken. De dekzerken zijn reeds rondom
weggenomen en de straatsteenen zoover opgebroken als voor
het werk noodig is, evenals alle balies en schoeijingen.
Jl. Zondag is te Vlissingen binnengekomen het Russisch
korvet Brogateijr, kommandant Shafroff, bestemd naar de
Oostzee. Het zal aldaar buskruid innemen.
Uit Vlissingen wordt aan den heer mr. J. P. R. Tak
van Poortvliet een adres gezonden, onderteekend door 113
ingezetenen niet-stemgeregtigden voorde verkiezing van leden
der Tweede Kamer, waarbij zij van hunne hoogachting
voor den heer Tak en hunne teleurstelling over den uitslag
der verkiezing blijk geven.
De zucht om zich voor Atsjin te engageeren is onder
Franschen en Belgen zoo groot, dat er te Harderwijk bijna
iederen dag een 25-tal worden aangenomen.
Aan eene behoeftige waschvrouw, in dienst bij een
bleeker te Deventer, is eene erfenis van 50 4 60 duizend
gulden ten deel gevallen.
Men meldt uit Mastenbroek, dd. 27 dezer:
«Het eerste nieuwe handelshooi van deze streek, alsmede
het Kamper-eilandsch, is verkocht voor f 20 a f 22 de
1000 halve kilogram.»
Op verschillende aardappelakkers in de Veenkoloniën
worden de zoogenaamde Amerikaansche rozenaardappelen
ondermijnd door een insect, dat aan den stam knaagt en
de plant doet wegkwijnen en sterven. Opmerkelijk is het,
dat de Turken en de Witmeelden daarvan tot dus ver
verschoond blijven. Over het algemeen staan de aardappelen
er uitstekend voor, zoodat het verschijnsel te meer de
aandacht trekt. Onderzoek van een deskundige zou onge
twijfeld wenschelijk zijn.
Zooals wij vroeger mededeelden, heeft men ook in Enge
land 't zelfde bij de uit Amerika aangevoerde aardappelen
opgemerkt.
Men berigt het overlijden van den heer Philippe Herz,
den welbekenden piano-fabrikant. Hij had pas den ouderdom
van 35 jaren bereikt.
Zekere Schmieder uit Chemitz, een bediende op een
Hamburgsclie handelsfactorij aan de Nazarethbaai op de
Westkust van Afrika, is onlangs door den Orungu-neger-
stam tot Koning gekozen. Toen de keuze was uitgebragt,
lag Schmieder nog te bed, en de getrouwe onderdanen
moesten een uur of zes wachten eer de nieuwe Koning wakker
werd. Toen hij eindelijk verscheen, werd hij op een ver
sierden stoel geplaatst en onder een helsch rumoer naar
het paleis van zijn voorganger gedragen. Daar hield de
zoon van den overleden vorst een levendige speech, afge
wisseld door het gebrul en gegil der menigte om den
nieuwgekozene zijn pligten voor te houden. Schmieder
beloofde een goed Koning te zijn en tracteerde des avonds
op rum, die de Orungu-negers met maten schijnen te
gebruiken.
Op grooter schaal is zeker wel nooit geschaakt dan
onlangs in de Vereenigde Staten. Eensklaps zijn veertig
studenten van het Yale-college, waaronder verscheidene
theologen, met evenveel jonge dames uit New-Haven ver
dwenen; niemand weet waarheen. Waarschijnlijk reizen
zij niet zamen, maar hebben zij zich verdeeld. Men ver
moedt, dat ze voor het meerendeel zich naar Europa inge
scheept hebben. Schakers en geschaakten behooren tot de
welgestelde klassen.
Dit is zeker een der kolossaalste studentenstreken, welke
ooit uitgehaald zijn.
De digtheid der bevolking. Omtrent de digtheid
der bevolking in de Europesche Staten is door het Pruis-
sische statistieke bureau, op grond van de jongste volks
tellingen en berekeningen, in zijne Statistische Correspondenz
het volgende medegedeeld:
Oppervl. Inw.
Bevolk. in per vk.
vk.kilom. kilom.
Europeesch Rusland
met Finland
73563118
5373224
13,7
Duitsch Rijk
41060846
540625
78,0
Frankrijk
36102921
528577
68.3
Oostenrijk-Hongarije
35904435
624045
57,5
Groot-Brittannië met
Ierland, Malta, Gi
braltar enHelgolaud.
31560874
315326
100,08
Italië
26801154
296305
90,4
Spanje
16551647
499762
33,1
Europeesch Turkije
8500000
364037
23,3
Zweden-Noorwegen
6060972
761508
7,9
België
5253821
29455
178,3
Rumenië
4500000
120973
37,2
Portugal
3990570
89355
44,7
Nederland
3716002
32840
113,1
Zwitserland
2669147
41241
65,0
Denemarken metIJ sland
en de Faroër-eilanden 1942400
141986
13,6
Griekenland
1457894
50123
29,1
Servië
1338505
43555
30,7
Luxemburg
197528
2587
76,3
Montenegro
120000
4427
27,2
Verslag der verrigtingen door de zeemagt in de wateren van
Atsjin; vervolg.
Zr. Ms. stoomschip Deli vertrok den 3 April naar de
westkust met opdragt om aldaar Zr. Ms. stoomschip Pontianak
op te zoeken en met laatstgenoemden stoomer eene zending
te volbrengen naar Analaboe, Patty en Tampat-Toean.
Door Zr. Ms. stoomschip Metalen Kruis werden eenige
granaten geworpen in het gebied der VI Moekims, van
waar op het nabij Poeloe-Toean geankerde stoomschip
Aart van Nes geschoten was.
Zr. Ms. stoomschepen Palembang en Citadel van Ant
werpen, behoorende tot het station der noordkust, kwamen
respectivelijk den 4den en 5den op Atsjins reede ten anker
en keerden, na den steenkolenvoorraad aangevuld te hebben,
den 7den d. a. v. naar hunne station terug.
De stoomer Petrel, nabij de monding van de Atsjin-
rivier aan den grond geraakt zijnde, werd Zr. Ms. stoomer
Aart van Nes ter assistentie derwaarts gezonden. De
Petrel was echter bij de aankomst van de Aart van Nes
weder vlot geraakt en vervolgde hare reis naar Pinang.
Zr. Ms. stoomschip Watergeus vertrok den 8 April
weder naar de westkust tot handhaving der blokkade en
kwam den 14 d. a. v. ter reede terug. Eene door dien
bodem in de Karang-Raba-baai aangehouden en opgebragte
praauw, welke bij nader onderzoek gebleken was toe te
behooren aan den Radja van Analaboe, werd vrijgelaten
en teruggesleept tot op de hoogte van Kloewang, om van
daar hare reis zeilende te vervolgen.
De Aart van Nes, den llden post gevat hebbende
tusschen Koeala-Gighen en Pedro-punt, kwam ingevolge
daartoe ontvangen order den 13 d. a. v. ter reede terug,
om den 15den eenige opnemingen nabij de bij Sumatra's
noordpunt gelegen eilanden te bewerkstelligen.
De gouvernements-stoomer Siak, toegevoegd aan de
zeemagt in de Atsjinesche wateren, kwam den 8 April
ter reede en volgde den 12 d. a. v. zijne bestemming,
het station der oostkust, op.
Toen den 16 April uit de aan het strand van de VI
Moekims gelegen bentings op Zr. Ms. stoomschip Metalen
Kruis eenige schoten gelost waren, waarvan één het schip
trof, werden door dien oorlogsbodem een 60tal granaten
in dat gebied geworpen, met dit gevolg, dat het vijandelijk
vuur, na gedurende korten tijd, doch zonder succes te
zijn voortgezet, ophield.
Zr. Ms. stoomschip Sambas, den 20 April teruggekomen
van Singapore, waar dat vaartuig eenige kleine herstellinge
ondergaan had, vertrok den daaraanvolgenden dag naar
de westkust, vanwaar Zr. Ms. stoomschip Deli op eerst-
gemelden datum was teruggekomen.
De Sambas kwam na volbragte zending den 22 d. a. v.
ter reede van Atsjin terug.
Bevorderd met ingang van 1 Julij a. 9. bij het korp9 ingenieurs
der Marinetot hoofdingenieur de hoofdingenieur-titulair J. W.
Caltentot ingenieur 1ste kl. de ingenieur 2de kl. P. J. Turk;
tot ingenieur 2de kl. de adspirant-ingenieur J. F. van Beek.
Buitenland.
Omtrent de overstrooming in het zuiden van Frankrijk
zijn nog de volgende telegrammen ontvangen.
Toulouse, 24 Junij, 's avonds. De Garonne was ongeveer
9 meter boven zomerpeil gewassen. De voorstad St. Cyprien
bleef 12 uur zonder bijstand, daar het geweld van het
water alle communicatie onmogelijk maakte. Er zijn meer
dan 300 huizen ingestort. Men heeft reeds 120 lijken
gevonden, maar er zijn veel meer menschen omgekomen.
Men zegt, dat de markies d'Hautpoul verdronken is, toen
hij hulp trachtte te verleenen. Op het land is de schade
zeer groot. De gemeenteraad te Toulouse heeft 100,000
francs beschikbaar gesteld, en van verschillende kanten
komen giften. Het spoorwegverkeer is langs de meeste
wegen onmogelijk en vele telegraaflijnen zijn vernield.
Foix, 25 Junij, 's ochtends. Te Mazères zijn twaalf
huizen ingestort. Er is veel vee omgekomen. Te Verdun
kwamen ook menschen om het leven. Daar zijn 50 ge
bouwen ingestort; 80 personen worden vermist; 34 lijken
zÖn gevonden. De dorpen Labastide en Bespias zijn geheel
onder het water bedolven. De schade is onberekenbaar.
Wegen en bruggen zijn vernield. De regen heeft opge
houden, maar men vreest het ergste van de sneeuw op de
bergen.
Montauban, 24 Junij, 's avonds. De landbouwers, door
het plotseling wassen van de Garonne en Larn verrast,
hebben niets kunnen redden en zijn van alles ontbloot. Te
Moissac was het water 8 meter gewassen. De Tarn en
de Garonne vormen eene watervlakte. Het lager deel der
stad staat onder water. Het water daalt vijf streep per
uur. Ook te Auch daalt het.
Toulouse, 25 Junij, 's middags. De voorstad St. Cyprien
is geheel verwoest. Het water heeft er acht meter hoog
gestaan. In den loop van den ochtend zijn 115 lijken
gevonden, waardoor hun aantal tot 235 gestegen is.
20,000 personen zijn zonder dak. Men berekent de
schade in de overstroomde districten op 200 millioen; te
Toulouse alleen op 100 millioen.
Uit Parijs wordt dd. 27 dezer gemeld:
«De ramp, die het zuiden van Frankrijk geteisterd heeft
en nog teistert, vervult alle harten met droefheid en
deelneming. Men hoort of leest van niets dan van de
verwoestingen door het water aangerigt, van de menschen-
levens, die er bij verloren zijn, van de daden van zelfop
offering, en menschenliefde, van de hulp, die noodig is.
Ieder tracht te helpen en denkt een middel uit, om aan
zooveel nood te gemoet te komen. De theaters organiseren
voorstellingen, particulieren loterijen; mevrouw de Mac
Mahon heeft eene inschrijving geopend en zich aan het
hoofd geplaatst voor 5000 fr.de ministers volgen ieder
voor 1000 fr. en men zal zien dat eer wij veertien dagen
verder zijn de materiële schade in haar geheel gedekt is.
Ongelukkigerwijze geloof ik niet te hoog te schatten, als
ik zeg dat wel 1000 menschen bij den vloed zijn omgekomen.
De vraag is: was deze niet te voorzien en waren althans
persoonlijke ongelukken niet te voorkomen geweest. Het
antwoord op die vraag schijnt bepaald bevestigend te moeten
zijn, althans volgens een schrijven van een ingenieur te
Bagnères-de-Bigorre, die mededeelt dat van den meteoro-
logischen post van den Pic du Midi reeds den vorigen dag
waarschuwende berigten waren gezonden aan enkele punten,
die nogtans vele bewoners hebben zien verdrinken of
bedelven door de instortende huizen.»
Een correspondent van Paris-Journal verhaalt het volgende
Aan het uiteinde van een klein dorp was een hofstede,
bewoond door een boer, zijn vrouw en drie kinderen. Het
gezin was, door het water verrast, half naakt op het dak
geklommen. De moeder werd met een touw aan den schoor
steen gebonden; zij hield krampachtig haar zuigeling vast.
De vader hield zijn twee dochtertjes op de schouders en
hield een hoek van het dak omvat. Eindelijk naderde een
schuitje met twee gendarmen. Op hetzelfde oogenblik, dat
zij het huis bereikten, bezweken de muren en in den kolk
verdwenen, met de ongelukkigen, de beide moedige
redders.
Voor een paar dagen is te Bordeaux sneeuw gevallen.
Naar gemeld wordt, moet zich dergelijk verschijnsel in de
maand Junij sedert het begin dezer eeuw aldaar niet
hebben voorgedaan.
't Lagerhuis hield zich jl. Woensdag bezig met een
discussie over de sinds eenige jaren in werking gestelde
wet tot beperking en regeling der prostitutie in de voor
naamste zeehavens en garnizoens-plaatsen van't Vereenigd
Koningrijk. Die wet vond in den jongsten tijd veel
tegenkanting; men bestrijdt haar op grond van zekere
weinig practische zedelijkheids-begrippende regering (zegt
men) werkt onzedelijkheid in de hand, door haar als ware
't een wettelijk regt van bestaan toe te kennen; en men
vergeet daarbij, dat, waar dej regering magteloos is een
kwaad uit te roeijen, zij niet beter doen kan dan het voor
't minst door zekere wettelijke voorschriften te beperken
en zoo onschadelijk mogelijk te maken. De oppositie tegen
de bestaande wet arbeidt door middel van een Bond, dat
de groote meederheid van zijn leden recruteerde uit gees-