ADVERTENTIËN. INGEZONDEN. Errata. Stoomvaart-Berig-ten. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Marine-Haven Nieuwediep. PERM EREN D ER MARKT van HEDEN. telijken, die dwaaslijk 111 de wet een soort schikking willen zien met de zonde, en uit vrouwen, die door de vigeerende voorschriften de eer harer sekse aangerand wanen. Ditmaal deed dit Bond zich hooren bij monde van Sir H. Johnstone, die een bill indiende en verdedigde tot intrekking der wet. Nadat op de meest overtuigende wijze met cijfers was aangetoond dat de wet heilzaam werkt, leverde't Huis blijk van zijn practischen zin, door de bill van Sir H. Johnstone met 3Ö8 tegen 126 stemmen te verwerpen. Dezer dagen is op de Teems een klein mahoniehouten schroefstoombootje te water gelaten, van 14 voet lengte en 4 voet breedte; de verticale stoomketel en de macbine kunnen in weinige minuten uit elkaar worden genomen het geheele vaartuigje weegt, met inbegrip van tuig en steenkolen, slechts 44 kilo. Jl. Donderdag heeft voor den magistraat in het graaf schap Surrey de vervolging gediend, door eene jonge dame ingesteld tegen zekeren kolonel der huzaren, Yalentine Baker genaamd, een broeder van den beroemden reiziger sir Samuel Baker, die haar in den spoortrein tusschen Portsmouth en Londen, waarin zij onder vier oogen gezeten waren, was lastig gevallen. De jonge dame had, na, zooals zij het voorstelde, door den beschuldigde herhaaldelijk beleedigd te zijn, het portier van haren waggon geopend en zich op de loopplank begeven, alwaar zij geruimen tijd met groot levensgevaar vertoefd had, totdat zij aan een station, waar men doorspoorde, werd opgemerkt en van daar naar het volgende station getelegrafeerd was, den trein te doen stilhouden, hetgeen geschied was. Kolonel Baker verklaarde, dat de jonge dame gehandeld had onder den invloed van overdreven vrees en angst, en verzocht een groudig onderzoek. De zaak is naar de aanstaande Assises verwezen en de kolonel is onder borgtogt ontslagen. Te Bath zijn drie varkensslagters elk tot drie maanden dwangarbeid veroordeeld, omdat ze zamen een zieke koe hadden gekocht, met het doel, die onder hun worst te v erwerken. Naar aanleiding van de jongste crisis in Engeland, hebben 39 firma's dezer dagen de betalingen gestaakt; het totaal der passiva van die huizen bedraagt 21,175,000 p. st. Hanengevechten verheerlijkt. Er leeft in Engeland een admiraal, zegt de N. ïtott. Crt., van wien 't twijfelachtig schijnt of hij ooit 't dek van een schip betreden heeft, maar die sinds jaren bekend staat als de held van de turf een paardenkenner, wedren-liefhebber, hondenfokker en jager uit duizend. Deze brave, admiraal H. J Rous, is, als kampioen van alle „mannelijke" oud-Engelsche spelen, Vrijdag in den Times opgetreden met een verdediging van hanengevechten voor welke de liefhebberij sedert eenigen tijd in Engeland zeer aan 't toenemen is. Hij breekt een lans voor dat „overoude en Koninklijke ver maak", dat, volgens hem bij uitnemendheid geschikt is om den mensch even moedig en krijgshaftig te doen worden als de haan; 't hanenperk roemt hij met geestdrift als de beste kweekschool van soldaten-deugd; en hij bejammert 't, dat de weekelijkheid van onze eeuw een wet in 't leven riep, die deze kweekschool sloot, door hanengevechten te verbieden. Zulk een weekelijkheid kan hij slechts vergelijken met 't gemoedsbezwaar van den Fakir, die nalaat zijn haren uit te kammen, uit vrees van de rust eener kleine familie te zullen verstoren. De admiraal begint met aan te toonen dat men om der hanen wille 't hanengevecht niet behoeft af te keuren: want, zegt hij, 't is voor een jongen haan veel aangenamer, gedresseerd en goed gevoed in 't leven gehouden te worden (in gezelschap van een half dozijn hennen te zijner beschikking), dan de keel te worden afge sneden ten dienste van den soepketel. Voor de hanen derhalve niets wenschelijker, dan 't weder invoeren van hanengevechten. En wat de menschen betreft admiraal Rous maakt met tal van histori sche voorbeelden duidelijk, welk een heilzamen invloed een goed hanengevecht op de toeschouwers oefent. Bij de Syriërs en Grieken (zoo verzekert de admiraal) was de vechthaan een zinnebeeld der godheid. Toen Themistocles Dalmatia belegerde, liet hij ten aan- schouwe van zijn leger een paar hanen vechten, opdat 't voorbeeld dezer dieren zijn soldaten aanmoedigen zou. Pomponius Mela, de geschiedschrijver, getuigt dat 't Romeinsche Rijk eerst in verval begon te geraken nadat hanengevechten hadden opgehouden een geliefdkoosd volksvermaak te zijn. De groote Gustavus verzekerde den Koning van Denemarken, dat hij van de Keizerlijke troepen niets te vreezen had, wijl dezen zich niet langer vermeiden met hanengevechten, doch met drinken en dansen. Christiaan, Koning van Denemarken, verklaarde dat, zoo hij ooit mogt uittrekken tegen den grooten ongeloovige te Konstantinopel, hij zijn leger recruteeren zou uit enkel liefhebbers van hanengevechten. De laatste woorden van Sir T. Urquhart, die bij den slag van Nasehy doode- lijk gewond werd, waren: Mijn Koning en een goeden haan heb ik altijd liefgehad; en als een goede haan sneef ik thans welgemoed in mijns Konings dienst." Een zekere heer Wilson, in de vorige eeuw, raadde allen menschen, die „in dit overheerlijk en genotvol tijdverdrijf (hanengevechten) behagen scheppen, 't nooit, zoolang de Almagtige hen in 't leven houden en zegenen wilde, te laten varen;" hij meende zelfs, dat de Engelschen (ten einde in Europa 't over- wigt te behouden) elkander tot dit tijdverdrijf aansporen, doch de andere natiën er van terughouden moesten. En zoo nóg een voor beeld of wat, om den voortreffelijken invloed van hanengevechten te staven. Admiraal Rous zegt van zichzelf dat, wanneer 't laten vechten van hanen zonde is, hij voorwaar een oude en verstokte zondaar heeten moet. Nog (roept hij vol vuur) zou ik 200 mijlen ver willen loopen, om een bataille bij te wonen tusschen de Cheshire Piles en de Lancashire Blachbreasted Reds indien namelijk (voegt hij er behoedzaam bij) de wet 't niet verbood. „Want de eentoonigheid van 't menschelijk leven wordt door elke heilzame uitspanning ver minderd." Blijkbaar kent admiraal Rous in de wereld niets edelers voor menschen en dieren, dan tegen elkander te wedrennen en tegen elkander te vechten. Hij is een type van the fine old English gentleman," die op renbaan en jagtveld zijn aristocratische opleiding genoot, en in wien de aanbidding van louter physieke kracht zóó ver gaat, dat hij bij voorbeeld een zomer-ochteudwandeiing doelloos acht, tenzij hij zich een geweer over den schouder kan werpen „to kilt something." 't Is niet twijfelachtig, dat dit type juist aan zulke liefhebberijen als hanengevechten goeddeels zijn ontstaan, ontwikkeling en nog voortdurende populariteit in Engeland te dan ken heeft. Op één punt verdient 't schrijven van admiraal Rous sympathie. Het is, waar hij vraagt om welke reden hanengevechten verboden zijn, terwijl zooveel andere wreedheden (de wreedheden van jagen en visschen, de wreedheden in slagthuis en keuken, de wreedheden vooral van dat verachtelijkste aller aristocratische vermaken, den tir aux gigeonsgeduld blijven. 't Antwoord is, dat de eene wreedheid de andere niet billijkt, en overigens, dat, na een Spaansch stierengevecht, geen schouwspel op de kijkers meer verdierlijkend werken kan dan een Engelseh hanen gevecht. Wie voor zijn genoegen twee schepselen, zoolang er adem in hen is, met de vinnigste verwoedheid elkander kan zien aan flarden rijten, die mag voor beulsknecht nog geschikt wezen voor held allerminst, zelfs al verwierf hij den rang van admiraal. X.ATHHH BKHIGTKiV. Mijnheer de Redacteur! Ofschoon het mijne dagelijksche bezigheid niet is, mijne gedachten op papier te zetten en het geschrevene voor de pers te bestemmen, gevoel ik mij thans genoopt u om een klein plaatsje te verzoeken voor de volgende regelen. Ik heb met groote belangstelling gelezen de stukken van ds. DE VISSER en van GUFO. Ronduit gezegd, ik ben volstrekt niet op de hoogte omtrent de onderwijs-zaak, die telkens met zooveel nadruk bij de verkiezingen voor de Kamer wordt ter spraak gebragt. Nu had ik hoop door het schrijven dier beide heeren eens regt op de hoogte te komen, ten einde het voor en het tegen te kunnen beoordeelen, om te komen tot eene keuze ter gunste of in 't nadeel der neutrale school. Een man als ds. DE VISSER, dacht ik, is thuis op het terrein van den strijd, en GUFO is, te oordeelen naar zijn schrijven, ook wel der zake kundig. Waarlijk het spijt mij, dat ik er nu niets meer van te weten kom, daar ik, te midden van zooveel geschil, gaarne licht, meer licht verhing over zooveel dat voor mij duister of althans niet genoeg opgehelderd is. Om verscheidene redenen heb ik tot nog toe groote genegenheid voor hen die de godsdienst op de scholen wenschen te behouden; de heftige verdediging der Staatsschool, vaak door mannen van talent, doet mij echter wel eens wankelen in mijne nog niet volkomen gevestigde overtuiging. Ziedaar, Mijnheer de Redacteur, hetgeen ik meende te moeten in 't midden brengen. Hoogst ongaarne zag ik de zaak nu reeds voor den doofpot bestemd. Ik geloof, met mij zien velen belang stellend uit naar nieuwe argumenten van weerszijden. Met dank voor de plaatsing, Uw bestendige lezer, L. Het berigt, ons toegezonden betreffende het calangeren van een officiers-oppasser, zie ons vorig nummer, blijkt bij nader onderzoek eene spotachtige bedreiging van een rijksveldwachter te zijn geweest. In ons vorig nummer-hebben we vermeld, dat het dezer dagen 30 jaren was geleden dat Koningin Victoria de regering aanvaardde, dit moet zijn 38 jaren. De Koning der Nederlanden, van hier naar Batavia, arriveerde den 27 dezer 's namiddags ten 4 ure te Port-Saïd en zou den volgenden dag 's ochtends ten 11 ure van daar vertrekken. De Madura, van Batavia naar hier, is den 26 dezer Falmouth gepasseerd. De Holland, van hier naar Batavia, arriveerde den 27 dezer te Port-Saïd en zou denzelfden dag de reis voortzetten. De P. Caland, van Rotterdam naar New-York, is den 26 dezer te Vlissingen gearriveerd en heeft den 28sten de reis voortgezet. Opgave van af Zaturdag middag tot Dingsdag middag. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. BEVALLENE. Neijman, geb. van Leeuwen, (D.). J. W. Sleeman, geb. Winter, (D.). D. E. Jaring, geb. van Haren, (Z.). OVERLEDENG. Troost, 6 maanden. H. G. Schuszler, 60 jaren. J. Oudkerk, 25 dagen. 1 Onbekende drenkeling. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet) a Windrigting Barometer Thermometer •Sfa Toestand p fci L> en mm. C. ■S van Kracht. Stand. Afw. Stand. Afw. de zee. 27 12 nwtn. O.lk. 763.7f 3.10 17.2 - 1.7 0.57 Stil. 28 12 zoto. 1.0/, 760.74 f 0.14 20.8 t 1-1 0.62 Vlak. 29 8 no. 2.4„ 759.51 - 1.03 18.0 f 1.0 0.85 Slecht. 29 12 ono. 1.2„ 759.08 - 1.46 19.1 f 0.2 0.83 1 Weêrsgesteldheid: 27Junij. 12 u. Helder, schoonweer. 28Juiiij. 12 u. Losbewolkt,, mooi weer. 29Junij. 8 u. Betrokken, regen, mooi. 29Junij. 12 u. Digtbewolkt, mooi. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 16 Junij.24Junij.Elizabeth. W. van Hilten. Batavia. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkoms'. 26 Junij. Orvarodd. M.Johannesen. Meijer Co. New-York. 27 J.W.Setterwall.J.A.Lofqvist.Duink.&Goedk. Probolingo. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Buiten— of Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Barsingerhorn.S.van derWouden.Sundswall. Hout. Blikman Co. Trcvethick. G. H. Carr. Newcastle. Steenk v. Gijn kCo. Wynyird. R. Robson. Seaham. Duink. &Goedk. Eliza. T. J. Hall. Sunderland. Meijer Co. Delft. W.J.van derMeer.Sundswall. Hout. Duink. &Goedk. Minerva. H. A. Maas. Borgo. Amons Co. Brouwershaven.P.J.L.Teensma. Sundswall. v. Vliet 8c Co. Noordholland. T. B. Bloos. Nerva. PER TELEGRAAF. 36 stuks Paarden. 148 Runderen. 156 vette Kalveren f 0,70 a 0,90 per kgr. (stug) 82 magere dito - 6,a 18,per stuk. (stug) 678 Schapen. i, Lammeren. 86 vette Varkens - 0,46 a 0,56 perkilog. (vlug) 4 i, magere dito - 10,al 5,per stuk. stug) 281 stapels kleine Kaas, f a per 50 kilogram. 1 middelbare dito f per 50 kilogram. Boter f 1,40 a 1,50 per kilogram. Kip-Eijeren f 3,25 a per 100 stuks. Eend-Eijeren- 4,a Volgens een bij het departement van Marine ontvangen telegram is Zr. Ms. raderstoomschip Bromo, onder bevel van den kapt. luit. ter zee W. J. Scholten van Aschat, den 26 dezer te Gibraltar aangekomen, en zou, na kolen ingenomen te hebben, de reis naar Atsjin voortzetten. Aan boord was alles wel. Blijkens een bij het Departement van Koloniën ont vangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederl.- Indië, heeft de kolonel Wichers van Kerchem, die den 12 dezer het bevel in Atsjin tijdelijk van den generaal-majoor Pel heeft overgenomen, den 22 dezer aan de Indische regering geseind, dat de gezondheidstoestand stationair en de sterfte gering was. Gevallen van cholera deden zich weinig voor, en de koorts en buikloop waren minder kwaadaardig. De in Kotta-Radja gegraven artesische put leverde ongeveer 60 kan goed water per minuut, terwijl 140 kilo ijs per dag verkregen werden met eene van Batavia naar Atsjin gezonden ijsmachine. Het schaapscheren levert thans, vooral in de Beemster, waar duizenden schapen zijn, niet alleen veel bezigheid, maar ook groote winsten op, dewijl, zooals men algemeen verneemt, de wol zeer in prijs gestegen is. Te Hoorn is de handel daarin ook groot; wekelijks worden meer dan vijfhonderd schapen aangevoerd, die meest alle verkocht worden. De bessenteelt, zoo meldt men uit Hoorn, valt ditmaal bijzonder meê, vooral wat de kruis- en zwartebessen betreft, die een goeden oogst opleveren. Ook de roode bessen, zoogenaamde aalbessen, indien zij niet veel van de wormen te lijden hebben, beloven een zeer ruimen oogst, tot groot voordeel van de bewoners van den Bangert en andere omstreken, welke zich bijna uitsluitend op de bessenteelt toeleggen en daarin meestal huil bestaan moeten vinden. Op de tentoonstelling, die 12 Julij te Breda geopend wordt, zal te bezigtigen zijn een afslaand tafeltje met zwarten voet en waarvan het blad, op notenboomhout met zwarten rand, de welgelijkende beeldtenis te zien geeft van luitenant-generaal van Swieten, te paard gezeten. Deze beeldtenis is geheel van ivoor, in verschillende kleuren vervaardigd en in de kleinste bijzonderheden keurig afge werkt. De vervaardiger, de heer Camphuijs, schrijn werkersbaas bij de werkplaats der Staatsspoorwegen te Tilburg, heeft het in zijne vrije uren bewerkt voor de tentoonstelling, die in het vorige jaar te's Hage zou worden gehouden, maar niet is doorgegaan. Het is thans eigendom van Z. H. H. Prins Hendrik, die het welwillend voor den duur der tentoonstelling te Breda heeft afgestaan. Men meldt uit Harderwijk, dd. 28 dezer: «Sedert 23 dezer zijn van hier niet minder dan 12 kolo niale militairen (meest allen Franschen) gedeserteerd. Eerst zijn er door den jagtopziener te Nunspeet drie aangehouden, daarna heden morgen vier door da Zwolsche politie, terwijl er heden morgen wederom vijf op den loop zijn. De politie is alom druk in de weer om hen op te sporen. Yoor eiken deserteur wordt bij aanhouding drie gulden premie uitbetaald.» Het 29ste landhuishoudkundig Congres werd jl. Maandag te Heerenveen geopend met toespraken van den burgemeester en van den voorzitter. De sectie-besturen werden als volgt zamengesteldeerste sectiede heeren dr. Mulder, voorzitter, Roemelingh, vice-voorzitter, Jongkindt,secretaris; tweede sectiede heeren Sloet, voorzitter, van Blom, vice- voorzitter, de Vries, secretaris. Morgen heeft eene vergadering plaats der gecombineerde sectiën, welke bijgewoond zal worden door den minister van Binnenlandsche Zaken en den commissaris des Konings. In het Engelsche Lagerhuis heeft de heer Bourke verklaard, dat het Gouvernement geen nadere informatiën kan geven omtrent den politieken toestand van Grieken land. Er hebben zich aldaar geen exceptioneele of abnormale omstandigheden voorgedaan; alleen eene aftreding en ver andering van ministerie. Het Britsch gouvernement ziet geen enkele reden van ongerustheid. De Keizer van Oostenrijk is gisteren ochtend te 6| ure te Eger aangekomen en door den stadhouder en den provincialen commandant begroet. Bij de aankomst van den trein, waarin Keizer Alexander reisde, bevond Keizer Frans Jozef zich op het perron. Keizer Alexander verliet onmiddelijk den trein en de twee Keizers omarmden elkander en kusten elkander herhaaldelijk en hartelijk. Na de eerewacht geïnspecteerd te hebben en nadat het gevolg van Keizer Frans Jozef aan Keizer Alexander was voorgesteld, begaven HH. MM. zich in de wachtkamer en vertrokken ten 91 ure te zamen in de rigting van Kommotau. Heden overleed, zacht en kalm, tot mijne en mijner Kinderen diepe droefheid, mijn hartelijk oeliefde Echtgenoot HERMANIJS GERARDUS SCHUSZLER, in den ouder dom van ruim 60 jaren, na eene gelukkige echtvereeniging van bijna 35 jaren. Helder, 28 Junij 1875. Wed. H G. SCHUSZLER, geb. C. P. Römer. Mede uit naam van mijne Kinderen en Behuwdkinderen. Algemeene kennisgeving.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 3