A D V E R T E N T I N. Stoomvaart-Berig'ten. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Burgerlijke Stand. Gemeente Texel. Burgerlijke Stand. Gemeente Wieringen. Marine-Haven Nieuwediep. SCHAGER MARKT van HEDEN. Fransche ingelijfd, en toen het gevecht op zijn heetst was, keerden de Saksers zich om en gaven met de Duitschers vuur op de Franschen, hun Koning verlatende die alleen getrouw bleef. Ongeveer zestig jaar later, op het slagveld van Sedan, liet Bismarck aan een veldtafel in de open lucht bier brengen, en terwijl hij klonk met Engelschen en Amerikanen, die den staf volgden, zeide hij hun«Mijne grootste vreugde is, dat de slag heden gewonnen is geworden voornamelijk door Beijerschen, Wurtembergers en Saksers: dat is Duitschland.» In 1870 was Duitschland reeds gemaakt, en het was een misdadige dwaling dit niet te begrijpen. Maar zelfs indien Oostenrijk partij voor ons land had willen trekken, zou het dat hebben kunnen doen? Wij antwoorden neenen wel om deze redenomdat Oostenrijk stond onder een veto: het veto van den Keizer van Rusland.» Prof. Lefort, heelkundige in het hospitaal Beaujon, te Parijs, heeft op de binnenplaats van dit verplegings- gesticht een groote tent doen oprigten, onder welke hij al zijne lijders plaatst. Hij wil beproeven of de personen, die onder heelkundige behandeling zijn, niet, natuurlijk in den zomer, meer kans van genezen hebben door dit stelsel van ziekenhuis in de open lucht. De heer Lefort volgt hierin het voorbeeld der Amerikanen, die al hunne hospitalen hebben zamengesteld uit planken, welke om de vijf of zes jaren verbrand worden ter voorkoming van het intrekken van ongezonde dampen. Zoodra Adelina Patti de onheilen vernam die Frankrijk hebben getroffen, bood zij mevrouw Mac-Mahon en den heer Halanzier, directeur van de groote opera, per telegraaf haar medewerking aan tot een voorstelling ten bate van de noodlijdenden. Onnoodig te vermelden, dat dit aanbod dankbaar werd aanvaard. Den 1 Oct. zal de bedoelde voorstelling plaats hebben, waarna de diva weder naar Rusland vertrekt. In Frankrijk over het algemeen, maar te Parijs in het bijzonder wordt gezongen, muziek gemaakt, gedanst, tooneel gespeeld ten voordeele der overstroomden. Alles wordt beproefd en ten bate der ongelukkigen met succès geëxploi teerd. Thans wordt iets geheel ongewoons aangekondigd. Eene jonge dame, mlle Marie Basset, zal een assaut op verschillende wapens geven, en reeds hebben de beroemdste meesters op den degen enz. zich aangemeld om met haar in het strijdperk te treden. Zij moet zeer bedreven zijn, en men verwacht een grooten toevloed van nieuwsgierigen, en bijgevolg een groote ontvangst. De acclimatatietuin te Parijs heeft twee uiterst zeldzame dieren gekregen, de eerste twee van die soort, welke in Frankrijk zijn aangevoerd. Zelfs zijn er nog maar tot nog toe twee in Europa gebragt, en deze bevinden zich te Londen. De bedoelde dieren zijn: zeeleeuwen. Bij den eersten aanblik gelijken zij veel op zeehonden, maar als men ze meer dan oppervlakkig beziet, ontdekt men groote punten van verschil. Zij zijn sierlijker van vorm en hebben een beweegbaren nek, waardoor bij gevolg ook hunne bewegingen sierlijker zijn. Hunne pooten hebben de lengte van een mans-voorarm. Zij loopen gemakkelijk, en het is zelfs allervermakelijkst hen te zien galopperen. Engeland. Kapt. Warrens voerende het schip Greenland, rapporteert, dat hij zich eenige maanden geleden op 77 graden noorder breedte te midden van ijsbergen bevond, die het hem onmogelijk maakten door te stevenen. Hij was van alle kanten ingesloten niet alleen, maar op meer dan een mijl afstand was niets dan ijs te ontdekken. Hij wist niet hoe uit dien toestand te geraken; het weder was kalm, geen togtje zelfs blies in de zeilen van de Greenland. Tegen middernacht evenwel kwam er verandering en stak de wind hevig op. Alles begon rondom het schip te kraken. De wind, bijna tot storm aangewakkerd, drong in de spleten, en brak met geweld de ijsmassa. Den volgenden dag, toen het weder tot kalmte was terruggekeerd, was zij geheel verdeeld, de ijsbergen her- en derwaarts verspreid en bevond zich de Greenland als in een bevaarbaar kanaal. Tegen den middag bespeurde men een ander schip in dit vaarwater. Voorshands alleen de masten. Het werd door den noordewind voortgedreven. Zeilen en tuigaadje zagen er zeer vreemd uit. Op het dek, eindelijk zigtbaar geworden, was niemand aanwezig. Kapt. Warrens wilde weten wat er van dit schip was. Hij liet een sloep uitbrengen en ging met eenige van zijne manschap er op af. Hoe nader hij kwam, hoe grooter zijne nieuwsgierigheid werd. Het schip scheen verlaten. Kapt. Warrens ging aan boord,- hij vond niemand. Daarop begaf hij zich regelregt naar de kajuit. Een man zat met den rug naar de deur gekeerd aan een tafel te schrijven. Hij scheen van de vreemde gasten en het gerucht dat zij aan boord maakten geen de minste notitie te nemen. Kapt. Warrens klopte hem op den schouder.... vreeselijke ontsteltenis! De schrijvende was een lijk, een doodgevrorene Hij had de pen nog in de hand, en op het papier dat voor hem lag, las men: «14 Nov. Reeds 17 dagen is onze vaart door het ijs gestremd en zijn wij geheel inge sloten. Sedert gisteren hebben wij geen vuur meer. Onze kapt. heeft vergeefs getracht ons uit onzen rampzaligen toestand te redden. Zijne vrouw is dezen morgen gestorven. Zonder hulp»Hier had de dood hem zeiven de vingers verstijfd en het bloed in de aderen doen stollen. Kapt. Warrens en zijne gezellen doorzochten nu het schip verder. De geheele bemanning was doodgevroren. Tusscliendeks, in de hangmatten, overal hard bevroren lijken. In eene der kooijen vonden zij dat eener vrouw, met haar kind in den arm. De hardvochtigste werd week bij het afgrijselijk schouwspel dat dit schip aanbood. Kapt. Warrens heeft de boeken en papieren die hij aan boord kon vinden medegenomen, en zal in Engeland eene enquête doen instellen. De reeks feestelijkheden te Londen, bij gelegenheid van de bijeenkomst der Burgemeesters der voornaamste gemeenten in de Oude en Nieuwe Wereld, bestaat in het volgende: Donderdag 29 Julij, groot banket; Vrijdag 30 Julij, bal; Zaturdag 31 Julij, groote receptie. Al de uitnoodigingen van den lord-mayor, behalve twee, zijn aangenomen. De berigtgever der Londensche Times schrijft, onder dagteekening van 14 Junij, uit Karaman, een stadje gelegen aan de grens van de in 1873, 1874 en 1875 door hongersnood geteisterde centrale vlakte van Klein-Azië, een brief, waar aan het volgende is ontleend«Een oppervlakkig beschouwer ziet maar weinig van de ellende, die nog zeer groot is. Overal staat de oogst prachtig; dagen achtereen rijdt men door velden graan, zoo schoon als ergens ter wereld, en de goedkoopte der levensmiddelen is voor een Europeaan treffend; maar zoo men zich wat meer onder het volk begeeft, hoort men overal dezelfde verhalen van ellende en dood. De rijken zijn thans arm; de armen zijn dood of uitgeweken. Binnen weinige weken zou de oogst veel van de ellende lenigen, zouden de menschen niet meer van honger sterven, zooals in 1873 en 1874 met duizenden bij duizenden het geval is geweest, maar intusschen was de ellende zeer groot. Het gebrek was niet zoozeer door slechte oogsten als wel door het omkomen van alle kudden gedurende den strengen winter van 1873 op 1874 ver oorzaakt, toen de grond 4 maanden achtereen met sneeuw bedekt was. Die kudden maakten den geheelen rijkdom der bewoners uit. Ziehier de beschrijving van een der dorpen, die de brief schrijver was doorgetrokkenhij zou vele zulke dorpen kunnen opnoemen. Olokishla, een groot dorp, boven aan de bergengte, die naar de Ciliciaansche vlakte leidt, bestond vroeger uit 400 huizen; daarvan zijn nog 100 over, de andere zijn verlaten, en hunne bewoners zijn óf van honger gestorven «wij vonden hen overal in het gebergte dood liggen,» zeide de gids) óf enkel ontkomen om te Adana of Tarsus aan typhus of dyssenterie te sterven. Het dorp was eenmaal 18,000 schapen en ongeveer 1000 geiten rijk; van deze alle zijn 5 pCt. over. Er kwamen 1200 koeijen en ossen om; de bevolking verminderde met 1000 zielen. Hoevelen hiervan gestorven waren, was niet te zeggen, maar het was verreweg het grootste deel. Omtrent 't geen hij in een ander dorp, Devlah, in Lycaonie, vernam, meldt de berigtgever onder anderen: Toen geen voedsel meer te krijgen was, aten de bewoners gras, kruiden, de schors van kreupelhout, en zij stierven bij twintigtallen. Eindelijk vonden eenige eene soort van klei, die zij maalden, met water aanmengden en opaten. Er kwam geene hulp; sommigen ontkwamen naar Koniah; van hen, die naar Adana vlugtten, stierven de meesten aan typhus. Van regeringswege werd geene hulp geboden, maar alleen zaaigraan uitgedeeld. «Indien dit alles den grootvizier gezegd was,» zeide een gids den briefschrijver, «dan zou hij verontwaardigd zijn geweest, omdat de wali er hem niet vroeger verslag van had gedaande wali zou woedend zijn geweest op den kaimakan, omdat deze hem omtrent den waren stand van zaken had misleid, en de kaimakan zou ons alle schuld gegeven hebben, omdat wij ons niet bij hem zouden hebben beklaagd. Elke regering is beter dan de onze.» Duitschland. Een Heidelbergsch student, die in een duel zijn tegen partij gedood had, is tot 2 jaren en zijn secondant, die de uitdaging overgebragt had, tot drie maanden vestingarrest veroordeeld. De eerstgenoemde werd verdedigd door zijn vader, die een lofrede op het duel hield en, zooals de Yoss. Ztg. zegt, «de jury uit kooplieden en landbouwers bestaande, tot de beginselen van Pruissische jonkers scheen te willen bekeeren.» De Koning der Nederlanden, van hier naar Batavia, is 13 dezer Point de Galle gepasseerd. De Voorwaarts, van hier naar Batavia, vertrok den 13 dezer 's avonds ten 5 ure van Southampton. 3* S Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. 1 procent, j Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 14 12 zw. 0.7k. 763.45 f 3.40 16.4 - 3.1 0.72 Vlak. 15 8 ono. 6 758.81 - 1.21 15.7 - 2.1 0.79 weingolv 15 12 ono. 7„ 757.73 - 2.29 17.6 - 2.0 0.79 1» Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeetj Opgave van af Dingsdag middag tot Donderdag middag. ONDERTROUWDGeene. GETROUWDC. H. Verbrugge en C. W. Smit. E. Prins en A. Moen. P. van der Wiele en L. Ros. BEVALLENN. Bommels, geb. Kraak, (D.). M. C. Blanseri, geb. Brusse, (D.). E. de Ring, geb. Bakker, (D.). A. Bood, geb. van Wijngaarden, (Z.). T. van Brederode, geb. Agema, (Z.). C. Wilnes, geb. Brandenburg, (D.). OVERLEDENJ. M. de Goeij, bijna 8 maanden. M. N. de Vries, 8 maanden. A. M. G. Bolwerk, 6 maanden. C. van Zoonen, 59 jaren. van 8 tot 14 Julij 1875. ONDERTROUWDJan de Boer Jbz. en Aaltje Vlas. Gerrit Brouwer Gz. en Cornelisse Dijker. GETROUWDArie Graad' en Grietje Bakker. Willem Wuis en Wilhelmina Cornelia Keizer. GEBOREN: Johannes, zoon van Bernardus Halsema en Hen- drika van Kooten. Anna Maria, dochter van Freerk Wegman en Jannetje van der Wielen. Trijntje, dochter van Jacob Bruin en Jantje Slot. Willem, zoon van Hendrikus Sikkelen en Antje Drijver. Pietertje, dochter van wijlen Pieter de Ridder en Trijntje Eelman. Pietje, dochter van Pieter Brans en Martje Koning. OVERLEDEN Reijer Huijsman, 3 maanden, zoon van Pieter Huijsman en Klaartje Witte. Van 1 tot 30 Junij 1875. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. GEBOREN: Jacobus, zoon van J. Dovis en M. Zasburg. Dirk, zoon van W. Breet en J. ter Keurst. Johannis, zoon van J. Buis en J. Rotgans. Dieuwertje, dochter van S. Heijblok en G. ten Bokkel. Jan, zoon van D. Bekendam en M. Klein. Willem, zoon van J. Vermeulen en M. Vermeulen. Hillegonda, dochter van J. Lont en E. Wagemaker. OVERLEDENAntje Smit, 65 jaren, echtgenoote van S. Keijzer. Weersgesteldheid: 14Junij. 12 u. Ligtbewolkt, mooi. 15Julïj. 8 u. Ligtbewolkt, beneveld, winderig. 15Julij. 12 u. Idem. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming, 8 Julij. 13JulijPenelope. K. W. Bols. Middell.Zee. 14 Julij. MariaAnnaCath.Elizab.H.Reeders. Macassar. 14 Julij. NicolaasWitsen. A. van der Woude. Singapore. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Buiten- of Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. JamesJoicey. G.Morrill. Newcastle. Steenk. Duink.&Goedk. BrotherlyLove. O. Burrough. ZurMühlenkCo. PER TELEGRAAF. 6 Paarden f 24al00 Ossen - 140al80 Stieren - 160a220 52 Gelde-Koeijen - 90a300 Kalf-Koeijen - 200a260 Vaarzen - 80a 95 Hokkelingen - a 10 Nucht.Kalveren - 8a 18 Vette Rammen - a 540 Schapen - 16a 33 80 Lammeren f 9 a 12 5 Bokken&Geiteu -la 6 39 MagereVarkens - 10 a 20 9 Biggen - 6 a 8 Kippen c. 50 a 75 Eenden - 50 a 70 Boter per kop -105 al 10 Kaas per kilogram - 85 a 45 Kip-Eijeren per 100 -275 a Eend-Eijeren ya I, VTClt li BEHIOTEIV. Goedgekeurd bij Koninkl. besluit van 8 Junij 1875, eene wijziging van art. 22 en 45 der statuten van de Vereeniging «Marineclub» alhier. Naar wij vernemen, wordt hier een Russisch eskader verwacht, hetwelk op een oefeningstogt verschillende Europeesche havens zal aandoen. Van de 4530 huwelijken, die in het vorige jaar in Noordholland gesloten zijn tusschen jongelingen en jonge dochters, waren er 124 waarbij de man, 386 waarbij de vrouw, en 91 waarbij beiden verklaarden niet te kunnen schrijven. Dit is van de mannen 4.7, van de vrouwen 10.5, gemiddeld 7.6 pCt. De jl. Dingsdag te Hoorn gehouden collecte voor de overstroomde steden in het zuiden van Frankrijk heeft opgebragt de aanzienlijke som van ruim f 320. Jl. Maandag is te Breda het congres van Nijverheid bijeengekomen. Het ging gepaard met een tentoonstelling, die den vorige dag was geopend, welke plegtigheid werd bijgewoond door Prins Hendrik en den minister van Binnenlandsche Zaken. Aan den Prins werd een dejeuné aangeboden in de Kroon. Te Toulon is een adelborst, Léon Jacquemin, die proeven nam met een nieuwe doorhem uitgedachte «projectile— torpille,» het slagtoffer geworden van een ontploffing van phospliure de calcium.» Met hem verloren een bootsman en een vuurwerkmaker het leven. Getrouwd: C. DE BUISONJÉ en J. C ZURICH. Nijmegen, 14 Julij 1875. Algemeene en tevens bijzondere kennisgeving. Getrouwd P. VAN DER WIELE, Weduwnaar van Hendrik je Westhuis, en LOUISA ROS. Nieuwediep, 15 Julij 1875. Heden overleed, tot mijne diepe droefheid, ALIDA MINKEN, in den ouderdom van 28 jaren, mij nalatende een Kind, te jong om dit verlies te beseffen. Nieuwediep, 12 Julij 1875. A. G E R S E N. Mede uit naam der Familie. Heden overleed, tot onze diepe droefheid, onze eenigste lieveling MARTINUS NOLBERTUS, in den nog jeugdigen leeftijd van circa 9 maanden. Beider, den 15 Julij 1875. E. M. DE VRIES. W. DE VRIES-BAKKER. Algemeene kennisgeving. Heden morgen ontsliep zacht en kalm, mijn geliefde Echtgenoot en Vader CORNELIS VAN ZOONEN, in den ouderdom van 59 jaren, na eene gelukkige Echt- vereeniging van 34 jaren, diep betreurd door mij, mijne Kinderen en Behuwdkinderen. Koegras, 15 Julij 1875. GEERTJE JESSE, Wed. C. van Zoonen. Kinderen en Behuwdkinderen. Algemeene kennisgeving.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 3