1875. N°. 100.
Vrijdag 20 Augustus.
33 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
GEMEENTERAAD.
Binnenland.
HELDERSCHE
EV MEI WEIMEPER COURANT
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 1.80.
nu franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar
Ooat-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Padang en Batavia, te ver
zenden per mailboot CONRAD, geschiedt voor drukwerken
den 3 September a. s., na aankomst van trein III (Noord-
hollandschen Spoorweg) ten 10,58 des avonds, voor brieven
den 4 September a. s na aankomst van trein I ten 9,47
des morgens.
Zitting van Dingsdag den 17 Augustus 1875.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 16 leden; afwezig de heer Graat met kennisgeving
van verhindering.
De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd.
Het eerst wordt aan de orde gesteld het onderzoek der geloofs
brieven van de bij de jongstgehouden verkiezing herkozen ledeu:
de heeren Boomsma, Braaksma, de Lange, van Veen en van
der Meulen. Daartoe wordt eene commissie benoemd, bestaande
uit do heeren Maalsteed, Boom en Groen, en tijdens de commissie
zich tot gemeld doel in een nevenlokaal verwijdert, wordt de zitting
gesehorst. Bij de heropening der vergadering brengt de commissie
bij monde van den heer Groen verslag uitzij heeft de geloofs
brieven in volkomene orde bevonden en stelt voor de toelating der
herkozen leden. Dienovereenkomstig wordt besloten. Tot het, nemen
van dit besluit hebben de herkozenen niet medegewerkt.
Met eenparige stemmen wordt vastgesteld het 1ste suppletoir
kohier van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1875, tot een bedrag
van f 658.26. Tegen dit kohier waren geene bezwaren ingebragt.
Mede met eenparige stemmen wordt goedgevonden een verzoek in
te dienen bij de Hooge Begering tot verhooging van het maximum
van het bedrag van den Hoofdelijken Omslag met f 1000, daar
het door evengemeld kohier verkregen cijfer het thans toegestane
bedrag van f 17,000 reeds overschrijdt.
De Voorzitter noodigt den algemeenen rapporteur, de heer
Braaksma, uit, om den Baad in kennis te stellen met het rapport
nopens het onderzoek in de afdeelingen van de onderscheidene
rekeningen en verantwoordingen over 1874. Uit dat verslag blijkt,
dat tegen die rekeningen geene bezwaren waren gerezen, dat de
verschillende posten door de noodige bewijsstukken werden gestaafd,
zoodat wordt voorgesteld ze goed te keuren. Dienovereenkomstig
wordt besloten en de bedoelde rekeningen vastgesteld als volgt:
Van de gemeente: Ontvangsten f 191,609.81!
Uitgaven - 175,124.44
Van het Burgerlijk Armbestuur:
Van het Algemeen Weeshuis:
Van de dd. Artillerie-Schutterij
Goed slot f 16,485.371
Ontvangsten f 9911.38!
Uitgaven - 9616.82!
Goed slot f 294.56
Ontvangsten f 15004.75!
Uitgaven - 14981.81
Goed slot f
22.94!
Ontvangsten f 1384.49!
Uitgaven - 1255.00
Goed slot f 129,49!
Koningin Cftndftce.
III. (Slot.)
Ondertussehen waande zich de arme Lise met haar zwarte pop
het gelukkigste kind ter wereld. Zonder twijfel was Candace,
Koningin van Ethiopië, vrij laag in de zamenleving afgedaald,
maar zeker was zij niet met meer onderscheiding behandeld, toen
zij den naam van Koningin droeg.
Lise deed niets zonder haar lief Zwartje te raadplegen. Zij
vroeg haar permissie om een hapje van haar boterham te eten of
om een slokje melk te drinken. Ja, zelfs de moeder maakte
gebrnik van den invloed van de ex-Koningin Candace om gehoor
zaamd te worden. Den derden dag dat Lise haar pop had, zei
vrouw Potten
Hu is het tijd, Lise! om naar bed te gaan.
Zullen wij slapen gaan, Zwartje! vroeg Lise aan de pop?
En daarna zich tot haar moeder wendende:
Nog niet, zegt zij, neen, 't Zwartje zegt dat we wachten moeten
totdat vader thuis is.
Vrouw Potten begreep als een flinke, doch teerhartige vrouw,
dat het verstandig was om met die fantasie wat geduld te moeten
hebben en zeide tot Lise:
Laat ons nu eens zien, mijn kind, en vraag het Zwartje nu nog eens.
Na een oogenblik van stilzwijgen zei Lise met een beteeke-
nend lachje:
Ja moeder, het Zwartje antwoordt dat wij een anderen keer op
vader zullen wachten, en dat wij van avond naar bed moeten gaan
zonder op zijn Thuiskomst te wachten."
Ja, 't Zwartje is een verstandig ding, zei vrouw Potten, terwijl
zij een begin maakte om de zoete Lise uit te kleeden.
Voor Lise de oogen sloot, kuste ze de pop, zeggende:
Slaap goed, lief Zwartje, God zegene u.
Dienzelfden avond had Potten, die meestal door zijn bezigheden
den geheelen dag buitenshuis werd gehouden, de voorstelling van
een kleine comedie, die hij als liefhebbend vader veel (genoeglijker
vond dan eenige voorstelling in den schouwburg.
De besluiten tot vaststelling werden achtereenvolgens gelezen en
goedgekeurd. Aan de vaststelling der rekeningen van Weeshuis
en Armbestuur wordt geen deelgenomen door die leden van den
Baad, welke leden zijn der besturen van die inrigtingen.
Er wordt gelezen eene missive van den Kommandant en de
verdere officieren der dd. Artillerie-Schutterij, houdende verzoek
tot het verleenen eener subsidie ten behoeve van de instandhouding
van het muziekkorps dier Schutterij. Adressanten wijzen daarbij
op de gebleken sympathie voor die zaak hij de ingezetenen.
Namens het Dag. Bestuur stelt de Voorzitter voor om voor dit
jaar te verleenen eene bijdrage uit de gemeentekas van f 15U,
welke som op de loopende begrooting is uitgetrokken voor publieke
vermakelijkheden, en overigens bij de begrooting voor 1876 deze
zaak nader te behandelen. De heer van der Meulen is tegen het
voorstel van het Dag. Bestuur. Hij beschouwt dat muziekkorps
als een luxe-artikel en wijst op de kosten voor de Schutterij,
waartoe de wet reeds verpligt.
In stemming gebragt, wordt het voorstel van het Dag. Bestuur
met 9 tegen 7 stemmen aangenomen; tegen stemden de heeren
Berghuijs, Werendlijn Smit, van Veen, Hugenholtz, Jelgersma, van
der Meulen en de Lange.
De Voorzitter deelt mede, dat, van wege den Baad der gemeente
Alkmaar is ingekomen een verzoek om het van dienBaad uitgaande adres
ter bevordering van de verbinding der Noordhollandsche spoorweglijn
met eene lijn Hulken Alkmaar, bij de Tweede Kamer te
ondersteunen. Onderscheidene leden spreken, met het oog op
het belang, dat deze gemeente daarbij heeft voor handel en verkeer,
ten gunste van zulk een adres, tot inzending waarvan ten slotte
met eenparige stemmen wordt besloten.
Er wordt gelezen een adres van eenige ingezetenen, houdende
verzoek tot bestrating van den Dijkweg, waar thans alleen een
voetstraat is. De Voorzitter verzekert dat de rijweg aldaar thans
in goeden staat en hard gemaakt is; hij vergelijkt den tegenwoor-
digen toestand met dien van vroeger toen er een moddersloot was
en stelt voor het adres in handen te stellen der commissie voor de
gemeentewerken. Dienovereenkomstig wordt besloten.
De zitting wordt hierop voor gesloten verklaard.
VERGADERING van den RAAD der gemeente TEXEL,
op Woensdag 85 Augustus 1875, 's morgens 10 ure.
Punten van behandeling
Ingekomen stukken.
Vaststelling Gemeente-Rekening.
Aanbieding Rekening Armbestuur en Algemeen Weeshuis.
Onderzoek Geloofsbrieven.
Besteding Straatverlichting.
HELDER en NIEUWEDIEP, 19 Augustus.
Naar wij vernemen zal op a. s. Zondag den 22 dezer
ruim een 50tal leden der Oud-Roomsche gemeente alhier
het Vormsel ontvangen.
Dezer dagen zijn de uitnoodigingen verzonden tot
deelneming aan den schietwedstrijd op 12, 13 en 14 Sep
tember e. k. alhier te houden. Die uitnoodiging is gerigt
tot 9 Weerbaarheids-Vereenigingen in Noordholland en 12
in Zuidholland; tot 14 schutterijen in Noord- en 18 in
Lise, die onrustig sliep, werd wakker, terwijl haar vader zijn
pijp rookte en zich te goed deed aan een kruik bier.
Lise stond er op dat Zwartje ook haar deel zou hebben van de
pijp en het bier, want zei ze, ze is in haar land gewend aan
goeden tabak en schuimend bier. Dus werd het lieve Zwartje op
de tafel gezet, tegen een kandelaar geplaatst, en door haar veronder
stelde praatjes, die Lise vertolkte, vervrolijkte zij den avond.
Wat is het toeh een lief kind! riep Potten uit, nadat Lise weer
was gaan slapen (terwijl hij de tranen afwisehte, die deze kinderlijke
comedie hem hadden doen lagchen). Zij kan je vermaken. Waarlijk
die pop is een fortuintje voor ons.
Maar den volgenden morgen was Potten niet zoo opgeruimd.
Lise had, naar het scheen, een aanval van koorts gehad en sliep
onrustig, snel ademhalende, zich links en regts keerende, en met
een drooge huid, heet als een kool vuur. Arme mensehen zien
op tegen de onkosten van een visite van den doctor, en Potten
besloot nog af te wachten, hoe ze het den volgenden nacht zou maken.
Dien tweeden nacht kreeg zij zooveel keelpijn, dat men bang
was dat Lise stikken zou. Het was nu onmogelijk om langer te
wachten, en de doctor werd ontboden. Hij kwam in den loop
van den dag, onderzocht Lise en verklaarde dat het een ernstige
ziekte was; hij schreef een drankje op, en kwam 's avonds nog
eens kijken, juist toen Potten Thuiskwam.
Lise was zoo rood als bloed, zelfs tot in 't wit van haar oogen.
Wat zou het zijn, vroeg Potten, bleek en bevende?
Het is het beste om het u openhartig te zeggen, hernam de
doctor, opdat ge voorzorgen kunt nemen't is roodvonk.
Potten slaakte een diepe zucht, viel op den stoel neer bij het
bed en bedekte zijn gezigt met beide handen.
Heb moed, brave man, zei de doctor, terwijl hij hem op den
schouder klopte. Geef je niet zoo aan uw droefheid over. Ik
heb nog wel ernstiger gevallen dan dit gezien, die goed zijn
afgeloopen.
Potten rigtte zich op en keek met ontstelde blikken in het rond.
I)e doctor gaf zijn bevelen aan vrouw Potten en ging heen,
haar nog wat moed insprekende.
Zuidholland, alsmede tot de hoofden der korpsen alhier en
tot de plaatselijke vereenigingen Mars, Vaderland en
Oranje, Willem Teil en Bellona.
Gisteren avond hield het Heldersche Comité van het
Roode Kruis eene vergadering in het lokaal Tivoli. Tot
afgevaardigde naar de in de volgende maand te houden
algemeene vergadering der Vereeniging werd benoemd de
heer H. C. Steenbergen. Na eene korte bespreking der op
die vergadering te behandelen voorstellen, werd op voorstel
van den President van het Comité besloten de op nieuw
niet onbelangrijke som van f 100 af te staan ten behoeve
van de zieke en gewonde krijgs- en zeelieden te Atsjin.
Bij de vermelding hiervan voegen we een woord van
opwekking aan onze mede-ingezetenen om eene Vereeniging
die zulk een echt menschlievend doel beoogt, door aan
vaarding van het lidmaatschap te steunen. De contributie
bedraagt slechts één gulden 's jaars.
Tot lid van het bestuur, ter vervanging van den heer
F. A. A. Gregory, werd op voorstel van den president bij
acclamatie gekozen de heer P. A. van Rees, schout-bij
nacht, directeur en kommandant der Marine alhier.
In het marine-hospitaal is gisteren gebragt een
sjouwerman, die uit de mast van een in de Binnenhaven
liggend schip is gevallen en zich ernstig heeft bezeerd.
Dezer dagen maakte iemand gewag van de door hem
gedane ontdekking, dat in een zwaluwennest wandgedierte
was gevonden. Hij vond daarin aanleiding om tot «voor
zigtigheid» aan te manen. Wat die voorzigtigheid voor de
zwaluwen te beteekenen zou hebben, is na te gaan. Wij
meenen in anderen zin tot voorzigtigheid te moeten aan
sporen. Wij herinneren ons juist dezer dagen in een betoog,
dat elk dier zijne eigene parasieten heeft, de zwaluwen als
voorbeeld te hebben zien aanvoeren, die een diertje bij
zich hebben, dat in uiterlijk wel eenige overeenkomst heeft
met het teregt gevreesde wandgedierte, maar daarmede in
geen enkel opzigt iets gemeens heeft. Men behoeft zich
dus uit vrees voor het besmetten zijner woning niet tot het
verdelgen van zwaluwennesten te laten verlokken, maar
behoort zich daarvan te laten terughouden door de volgende
mededeeling, die in de Landb. Crt. gedaan wordt door
den heer v. d. Hardt Aberson, te Angerloo. «Voor eenige
dagen was door een of ander toeval, een zwaluwnest, dat onder
een overstekend dak zat, naar beneden gevallen en drie
jongen lagen dood. Ik kwam op den inval eens te onder
zoeken wat de diertjes in de maag hadden, en vond die
tot mijne groote verwondering geheel gevuld met eene
kleine kale grijsbruine rups met twee witte lengtestrepen,
die ik ook bij het maaijen der tarwe over den grond zag
loopen. De drie magen bevatten te zamen 51 rupsen en
eenige weinige overblijfselen van andere insecten. Aangezien
men de zwaluwen bijna nimmer op den grond ziet zitten,
moeten zij die rupsen wel al vliegend hebben gegrepen.»
Men zal zich herinneren, dat, eenige maanden vóór
het zilveren krooningsfeest van Z. M. den Koning, door
eenige onderwijzers de uitnoodiging werd gerigt aan de
Nederlandsche jeugd om door gezamenlijke bijdragen een
Drie dagen later, op den avond van den zevenden dag, lag Lise
in een ijlende koorts. Noch rozen, noch viooltjes, trok de aandacht
van de arme Lise; geen druiven noch sinaasappelen konden hare
drooge lippen verfrisschen.
Telkens als haar vader zich over haar heenboog, keerde Lise
het hoofde om en stamelde verward: Weg zwarte man, ga weg
zwarte man!
De achtste dag ging voorbij gelijk de zevende, en 's avonds
bezweek Lise.
Zoolang de koorts duurde, had Potten bijna niet gesprokentoen
hij niet langer kon twijfelen, dat Lise gestorven was, riep hij eensklaps
uit, terwijl hij het lijkje met verwilderde oogen aanzag:
Suzanne, ik heb mijn kind gedood.
Vrouw Potten bedwong haar snikken en keek haar man met
ontroerde blikken aan.
Ja! ik heb haar gedood, vervolgde hij met een doffe stem. Ik
wist dat er roodvonk was in het huis waaruit de pop is gekomen;
de dame die haar mij gaf, had mij aanbevolen haar te verbranden,
of ten minste het haar en de jurk te verbranden of vooral zorg
vuldig te ontsmetten, wat ik er van bewaren wilde, maar ik was
bang haar te bederven en wetende dat men reeds alles in dat
huis had ontsmet en
Potten kon niet voortgaan en de zwarte pop opnemende wierp
hij haar met een wanhopend gebaar op het dek van het bed.
Vrouw Potten had met ontzetting naar hem geluisterd; maar
zij antwoordde hem slechts met een kreet van vertwijfeling: O John
Dit was het eenige verwijt, dat ze hem deedmisschien dat
de toon van haar stem meer uitdrukte dan die korte uitroep!
Potten ging langzaam naar de deur en verliet het vertrek. Hij
zag er uit als iemand die in een droom liep. Hij kwam dien
nacht niet Thuis en zijn vrouw maakte zich ongerust; hij kwam
ook den volgenden dag niet terug, en de geheele buurt dacht dat
hij als krankzinnig ronddoolde, zich zeiven beschuldigende, dat hij
de oorzaak was van den dood van zijn kindmen zocht hem
langs de rivier, en den derden dag vond men hem terug, met
laag water,verdronken.