1875. N°. 101.
Zondag 22 Augustus.
33 Jaargang.
BEKENDMAKING.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Binnenland.
HELDËRSCHË
EN MEI WEDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede."
mtsaat
Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal/I 30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 103.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar
Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur.
De sluiting der mail naar Padang en Batavia, te ver
zenden per mailboot CONRAD, geschiedt voor drukwerken
den 3 September a. s., na aankomst van trein III (Noord-
hollandschen Spoorweg) ten 10,58 des avonds, voor brieven
den 4 September a. s na aankomst van trein I ten 9,47
des morgens.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen ter
openbare kennis, dat het EERSTE SUPPLETOIR KOHIER VAN
DEN HOOEDELIJICEN OMSLAG, dienst 1875, door den
Gemeenteraad in zijne zitting van den 17 dezer is vastgesteld en
gedurende de eerstvolgende acht werkdagen op de gewone kantoor
uren voor een ieder ter Secretarie ter lezing is nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 18 Augustus 1875. L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 21 Augustus.
Volgens een bij het departement van Marine ont
vangen telegram is de divisie, onder bevel van den kapt.
ter zee J. van Gogh, en bestaande uit Zr. Ms. schroef-
stoomschepen Leeuwarden, Cornelis Dirks en Prinses Maria,
den 19 dezer van Funchal (Madeira) naar Lissabon ver
trokken. Aan boord was alles wel.
De Indische mailberigten brengen de tijding tot ons
van liet overlijden van een man, wiens dood, ofschoon
hij niet meer in de gelederen stond, door het Indische
leger niettemin met smart en deelneming vernomen zal
zijn. Wij bedoelen den gepensioneerden generaal-majoor
D. L. de Brabant, commandeur der beide Nederlandsche
Orden, adjudant des Konings in buitengewone dienst en wegens
betoonde dapperheid begiftigd met de eeresabel. (M. C.)
Spaarbank voor den Helder, 2de kwartaal 1875
Saldo op 1 April 1875 f 60826.25^
Ingebragt en renten gedur. het 2de kw. 1875 - 8584.3I|
Uitbetaald gedurende bet 2de kw. 1875
f 69410.57
- 8919.81
Saldo op 1 Julij 1875 f 60490.76
Aantal deelhebbers op 1 April 1875 446
«1 Julij 466
Het muziekkorps der dd. Schutterij zal zich, bij gunstig
weder, Zondag a. s., des namiddags ten 5 ure, laten hooren
op bet Molenplein.
Gisteren viel een scheepstimmerman, bezig met kalcfaten
aan boord van het schip Geziena Maria, van de stelling in
de Buitenhaven en zou door den stroom en bij gemis van
een vlet of sloep, zeker zijn omgekomen, zoo men liem
niet nog ter regter tijd een lijn bad toegeworpen, die hij
nog even bet bewustzijn bad te grijpen, en zóó gered werd.
Even daarna viel een kind iri de gracht nabij het Paleis
en was zinkende: toen eenio-e menschen tot redding toe-
O O
geschoten waren met haken, enz. had reeds eene vrouw
het bedwelmde kind uit het water gebaald.
Wie gisteren het Westelijk deel der gemeente bezocht,
zag daar de Kooisteeg en haren omtrek in feestdosch.
Geheel de steeg was met groen, eerepoorten en andere
decoraties versierd en van zeer vele huizen wapperde de
vaderlandsche driekleur. Do groenteverkooper Arie Kooij
vierde zijn 82sten verjaardag en tegelijk zijn 50jarig jubilé
als handelaar in tuinbouw-producten. Zijne collega's lieten
dien voor den grijsaard zoo belangrijken dag niet onopgemerkt
voorbijgegaan. In den nacht, die zijn feestdag voorafging,
versierden zij de naar den jubelaris genoemde steeg
en op den dag zeiven vereerden zij hem een fraaijen
armstoel, terwijl zij zorgden voor liet tot feestvieren
benoodigde materieel. Dat zich den geheelen dag en vooral
des avonds een talrijke schare in de Kooisteeg bewoog,
dat een en ander den braven grijsaard een onvergetelijken
dag bezorgde, zal wel niet behoeven verzekerd te worden.
Inzonderheid werd in die feestviering gedeeld door ouden
van dagen, die den jubilaris niet minder dan 50 jaren
achtereen het bekende«Dat zijne bessen als kersen» enz.
hebben liooren uitroepen.
Een beroemd man heeft gezegdrigt niet één, maar twee
verhevenheden op: een schandhout voor den boosdoener,
een hoogte waarop ge, ten aanschouwe van 't publiek, den
brave de burgerkroon op de slapen drukt. De vereeniging
van groente-handelaren alhier heeft gisteren naar dien wenk
gehandeld, en een eenvoudig maar braaf man eene wel
verdiende hulde gebragt.
Naar men verneemt, zijn de gemeente-besturen van
liooger band aangeschreven tot een stipte naleving der wet,
houdende bepalingen bij liet voorkomen van hondsdolheid,
welke op 1 Sept. e. k. in werking treedt.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal is bijeengeroepen
tegen Maandag den 30 dezer, des avonds ten 8 ure.
De minister van Binnenl. Zaken heeft liet voornemen,
als proeve, eene statistiek te verzamelen van schipbreuken
op onze kusten, in den geest van hetgeen voor dit onder
werp in Engeland geschiedt.
Naar aanleiding daarvan zijn de burgemeesters-strand
vonders, door tusschenkomst van de commissarissen des
Konings uitgenoodigd, bij elke stranding, die binnen bun
ressort voorkomt, daarvan aanteekening te houden, zooveel
doenlijk ingerigt naar en antwoord gevende op de vragen,
gesteld in een door den minister vastgesteld model-
strandingsrapport, dat jaarlijks moet worden ingezonden.
Multapatior lieeft dezer dagen een vergadering met
dames belegd, ten einde zijn plannen ook met liaar te
bespreken. Do uitslag is geweest, dat er een vrouwen-
afdeeling van Multapatiorsbond tot stand gekomen is, die
voornamelijk ten doel zal hebben de regelen de populaire
gezondheidsleer meer algemeen en in alle standen door de
vrouw te doen waardeeren en in het gezin de toepassing
te brengen, huiselijke opvoeding te bevorderen, enz. Zoo
wel gehuwde als ongehuwde vrouwen kunnen tot dien Bond
toetreden.
Beroepen te Middelburg ds. P. Bartstra, pred. te
Klundert.
Naar aanleiding van de weigering van den Amster-
damschen kerkeraad om deel te nemen aaii het 200jarig
bestaan der Portugesche synagoge bevat de Ned. Spectator
een spotprent, die algemeene verontwaardiging wekt. Op
ruwe wijze wordt daarin de spot gedreven met heilige
zaken en alle Christenen, van welke rigting ook, worden
op grove wijze beleedigd, als de Spectator den Israëliet
laat zeggen, dat de Christenen den Joden grooten dank
schuldig zijn, omdat de stichter van de Christelijke godsdienst
't nooit zoo ver zou gebragt hebben als de Joden hem niet
hadden gekruisigd.
Handelsblad, Vaderland, Dagblad, Standaard, enz. enz.
spreken allen in meer of minder strenge bewoordingen hun
verontwaardiging over die spotprent uit.
De commissaris des Konings in Noordholland is jl.
Woensdag van zijne buitenlandsche reis te Haarlem
teruggekeerd.
Door het provinciaal bestuur van Noordholland is
jl. Donderdag aanbesteed, het herstellen van 's Rijks zee
weringen op het eiland Marken. Daarvoor was de minste
inschrijver de lieer B. Beukenkamp, te Wieringen, voor
f 10,882.
Jl. Woensdag kwamen te Hoorn aan eene menigte
rijtuigen met ruim 100 bedevaartgangers, die van daar
uit met eene stoomboot van de Zuiderzee-Maatschappij
vertrokken naar Sittard, om van daar naar Kevelaar te gaan.
Waarschijnlijk zal het standbeeld van Thorbecke te
Amsterdam in het begin van Nov. a. s. worden onthuld.
Gisteren ochtend is te Amsterdam op het Rokin een
doctorskoets tegen een bierkar aangereden, tengevolge waar
van het lemoen brak, het paard doorging en het rijtuig
met den doctor er in onderste boven in het Rokin geraakte.
Een voorbijkomend werkman sprong gekleed te water en
had het geluk den drenkeling te redden.
Voor het genootschap «Natura ArtiS Magistra,» te
Amsterdam, zijn met de mailboot Sumatra, van Java hier
binnen, aangebragt twee Balinesche stieren en een casuaris.
Het nieuwe drama getiteld: De sterren liegen niet
(in Rome, A°. 1539), van de hand van mejufvr. Betsy
Perk, zal op 8 Sept. a. s. door de vereenigde tooneellisten
in den gerestaureerden schouwburg van den heer van Lier,
in de Amstelstraat, te Amsterdam, ten tooneele worden
gevoerd.
In de eerstdaags te Haarlem te houden algemeene
vergadering van den Nederlandschen Weerbaarheidsb«?id
komt o. a. aan de orde het rapport der in de vorige alge
meene vergadering benoemde commissie, aan wie was
opgedragen het voorstellen der middelen om den bond in
't algemeen en de verschillende vereenigingen in 't bijzonder
in bloei te doen toenemen en te stellen op het standpunt,
waarop zij in 't belang der landsverdediging zich hebben
te plaatsen. De meerderheid der commissie stelt alsnu
voor, te bepalen, dat de bond voortaan alleen zal voorstaan
oefening in den wapenhandel met het doel om, door indi-
vlduëele toetreding in geval van nood, de bestaande wapen-
magten: leger en schutterij te versterken door oefening
van allen, die op 't oogenblik niet verpligt zijn zich in
den wapenhandel te oefenen. De meerderheid der com
missie is alzoo tegen de militaire inrigting der Weerbaar-
heids-vereenigingen en adviseert tot herstelling van liet
zuiver burgerlijk karakter dier korpsen. Zij meent dat
door opheffing van het dualisme, waaraan baars inziens
de zaak der Weerbaarheid lijdt, de ontwikkeling van deze
eclit nationale zaak zeer zal bevorderd worden.
Jl. Woensdag avond ten 8 ure zijn te 's Hage uit
Duitschland gearriveerd Z. D. H. Prins Herman van
Saksen-Weimar met zijne gemalin, Prinses Augusta, zuster
van H. M. de Koningin en twee kinderen. De reizigers
werden aan het station van den Rijnspoorweg door H. M.
de Koningin verwelkomd en begaven zich met HD. naar
het huis ten Bosch, waar zij gedurende hun verblijf aldaar
de gasten van H. M. zijn.
In het dorpje Chaam, nabij Breda, zijn jl. Dingsdag
avond twee kapitale hofsteden in de asch gelegd. De brand
is ontstaan, doordien een der knechten rookende aan het
dorschen in de schuur was geweest. Alles was togen brand
schade verzekerd.
In het anders zoo rustige Doesburg geeft een conflict
tusschen den gemeenteraad en de bedienaren van de
godsdienst veel stof tot discours. De pastoor, de kapelaan
en de dominés ontvingen dezer dagen een missive van het
stadhuis, waarbij hun werd medegedeeld, dat zij tot de ver-
cerende betrekking van «waterdragers hij de brandspuit
waren benoemd. Met die eer waren zij echter volstrekt
niet ingenomen en eenstemmig gaven zij den Raad in
overweging om toch die betrekking aan anderen op te dragen.
De pastoor en de kapelaan protesteerden tegen hun benoeming
in zeer gepaste bewoordingen, te kennen gevende, dat naar
hun meening een bedienaar van de godsdienst moeijelijk
bedienaar van de brandspuit kon zijn, maar de predikant
der Herv. gemeente, de heer dr. Faure, was zoo veront
waardigd, dat hij aan den gemeenteraad schreef, dat hij,
zoolang de commune van Parijs nog niet naar Doesburg
was overgehragt, geen waterdrager verkoos te worden, en
dat de hem gedane opdragt in strijd was met zijn privilegie
en regten.
In de eerstvolgende raadsvergadering gaf dit conflict tot
uitvoerige bespreking aanleiding. De voorzitter wilde, om
alle verdere onaangenaamheden te voorkomen, de bedienaren
van de godsdienst maar vrijstellen, maar anderen waren
daartegen en meenden, dat dan ook de waardigheid van
een lid van den gemeenteraad liet waterdrngen niet toeliet.
Nog anderen waren van meening, dat er van vrijstelling
in het geheel geen sprake mogt zijn. De kwestie is nog
niet uitgemaakt. (Vad.)
Uit het noorden des lands wordt berigt, dat het
erwtengewas nagenoeg geheel is mislukt. Dit gewas, evenals
het koolzaad, is schier het eenige dat slecht is geslaagd.
In sommige gemeenten is letterlijk niets van het koolzaad
teregt gekomen, vermits daar in liet voorjaar alleen is
omgeploegd.
In Friesland en in aangrenzende dalen van Groningen
vertoont zich in het hooi iets daar onbekend, nl. een
made. Do oorzaak van dat verschijnsel is nog niet
bekend geworden.
De Opmerker zegt omtrent onze bouwkunde, dat
wanneer wij onze straten, pleinen, grachten, landwegen en
liet eene bouwgewrocht na het andere beschouwen, wij tot
de overtuiging moeten komen, dat bij ons de verregaandste
onbedrevenheid heerscht in het vak als kunstvak, en dat
alles de ergerlijkste onkunde en een onbeschrijfeliiken wan
smaak verraadt. Dit komt vooral, doordat de kunst ten
onzent niet genoegzaam is doorgedrongen en liet over het
algemeen een eerste en voornaamste belang voor onze
bouwheeren is, dat men zoo goedkoop mogelijk bouwt. Uit
zuinigheid wordt geen architect geraadpleegd: men onder
handelt liefst met een werkbaas, en hoewel de Opmerker
niets'wil afdingen op de bekwaamheden onzer timmerlieden
en metselaars, is het toch duidelijk, dat hun werkkring
slechts een onderdeel is vau het vak van bouwkunst. Doch
ook de architecten staan, wat hun kundigheden betreft, op
een te laag peil; er is gebrek aan eene degelijke archi
tectonische opleiding, aan een degelijk artistieke vorming;
daarbij komt, dat de een een werk goedkooper wil aan
nemen dan de ander, en dat de kunst hieronder lijdt,
spreekt van zelf. Onze huizenbouw is allertreurigst
daklijsten, dakramen, consoles, puilijsten enz. enz. schreeuwen
tegen elkander: liet een is veel te ligt, het ander veel te
zwaar. Het eenige ligchnain waardoor onze heden-
daagsche bouwkunst zelfstandig wordt vertegenwoordigd is
de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst, doch ook
deze is op verre na niet hij magte, om vooral den treurigen
toestand van onzen hedendaagschen huizenbouw maar
eenigermate te lenigen. Wanneer wij de bouwkunst bij ons
vergelijken met die in het buitenland, merkt men een voor
ons nadeelig verschil. Het middel om onze bouwkunst te
releveren zou volgens de Opmerker zijn, dat er jaarlijks
een zeker getal door de regering te bepalen leerlingen der
stadsteekenscholen, of die elders eenige opleiding hebben
genoten, en die na een voorafgaand onderzoek, door het
bestuur der Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst