Benoemingen, enz. Buitenland. Frankrijk. Engeland. Dnitschland. Griekenland. Amerika. aanstaanden winterdienst zal reeds de nieuwe bepaling moeten in werking treden. Zestal te Winkel: de hh. C. de Holl, te Bedijkte Schermer, J. W. van" Hoogstraten, te Krimpen a/d IJssel, dr. J. W. Lieftinclc, te Venhuizen, A. G. Koode, te Nieuw Vennip, J. C. van Slee, te Oostzaan en H. H. Zaalberg, te Varsseveld. Tot pastoor te de Rijp is benoemd de heer P. M. H. Finkerfiügel. Hoewel de droogte zicli overal doet gevoelen, heeft de Noordhollandsche polder «De Zeevang» steeds overvloed van gras, en heeft men er zooveel hooi geteeld, dat er zelfs overvloed voor uitvoer is. De tongblaar onder de koeijen heerscht te Edam en in de omstreken sporadisch. Ofschoon het zich liet aanzien, dat de oogst van boomvruchten te Hoorn nagenoeg mislukt zou zijn, valt de opbrengst zoo van peren als appelen in dien omtrek zeer in de hand. De doorvoer vandaar naar Amsterdam en naar andere markten is tamelijk aanzienlijk. Bij de opvoering te Amsterdam van De reis om de wereld in SO dagen, door de heeren Albregt van Ollefen, zal een levende olifant de hem toebedeelde rol vervullen. Het plan bestaat om in October a. s. het orgel in 't Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam voor het eerst te bespelen, als een begin van de feestelijkheden ter herinnering aan den dag, waarop dan vóór 600 jaren Floris V den eersten giftbrief aan Amsterdam heeft verleend. Jl. Donderdag werd te Abcoude de groote jaarlijksche paardenmarkt gehouden, die vooral door Fransclie en Duitsche kooplieden vrij druk werd bezocht. Ook ditmaal werd voor buitenlandsche en voornamelijk Fransche rekening heel wat gekocht. De bestede prijzen liepen van f 300 tot f 650 en f 700. Er waren p. m. 400 paarden aan de lijn. Het Prov. geregtshof in Zuidholland heeft den win kelier en melkverkooper W. de V., laatstelijk woonachtig te Haarlemmermeer, doch tijdelijk verblijf houdende te Kralingen, schuldig verklaard aan het als gefailleerd koopman verduisteren van koopmanschappen, waren en goederen tot zijn boedel behoorende, en hein deswege veroordeeld tot correctioneele gevangenisstraf voor den tijd van drie jaren, daarbij als verzachtende omstandigheden in aanmerking nemende, de geringe waarde van de verduisterde goederen. Wat betreft de hem ten laste gelegde misdaad van diefstal van vee uit de weide, achtte het Hof dit feit niet voldoende bewezen en heeft besch. mitsdien daarvan vrijgesproken. Gisteren is bij het tirailleren in de Bloemendaalsche duinen een treurig ongeluk voorgevallen. Een soldaat van het 4de regiment infanterie, te Haarlem in garnizoen, werd bij ongeluk doodgeschoten. Jl. Donderdag voormiddag heeft zich een dame, wonende in het Voorhout te 's Hag», met een scheermes den hals afgesneden. Onmiddelijk werd de geneeskundige hulp ingeroepen van dr. Sarluis, doch al de aangewende pogingen der kunst mogten niet baten. De ongelukkige was spoedig na het plegen van de ontzettende daad een lijk. Uit Botterdam hebben jl. Donderdag een lOOOtal kinderen, leerlingen van de scholen voor on- en minver mogenden, een uitstapje naar de residentie gemaakt. Per spoortrein te 's Hage aangekomen, hebben de scholieren eerst een wandeling door de stad gemaakt en de verschillende merkwaardigheden bezigtigd, alsmede een bezoek gebragt aan den Zoölogischen tuin, het Bosch, enz.zij hebben zich ook naar Scheveningen begeven, om, van daar teruggekeerd, teil half zeven ure de terugreis naar de Kottestad te aanvaarden. Dergelijke uitstapjes voor kinderen, die daarvan anders van een buurman, dat ik breien leerde en dat juist bij mij was, zond ik naar beneden om inlichting. Ik was blijde, dat ik een oogenblik aan mijne eigene gedachten ontrukt werd. Ademloos kwam het kind terug. Reeds in de deur riep het op dien toon, die, al meldt hij iets treurigs, toch bijna blij klinkt, als men iets gewichtigs heeft mee te deeleu „Luitenant Günther heeft zich buiten in het boschje bij Reiden doodgeschoten. De mensehen zeggen, dat het reeds van morgen vroeg gebeurd moet zijn, want hij is reeds geheel en al koud." Smart kan ik het niet noemen, dat ik bij deze tijding ondervond, dat was te weinig gezegdhet was alsof me een slag trof, alsof ik geheel verscheurd werd en daartusschen was het, alsof een stem mij toeriep: „Dat hebt gij gedaan, dat is een misdaad van u." Reeds eenige uren later had een plotseling uitgebrokene zenuw koorts mij voor langen tijd van mijn bewustzijn beroofd. En zoo lag ik maanden, mij niet bewust van ééne duidelijke gedachte. Toen ik toch weder beter werd, bleven hart en ziel ziekde wereld was in het vervolg ledig en naakt voor mij. In mij was alles wat vreugde, vertrouwen, hoop en liefde geeft vernietigd. Van daag is het nu vijftig jaar geledenzoo lang reeds draag ik mijn schuld. Den eersten tijd na die treurige gebeurtenis bracht ik door met wanhopige verwijten tegen mijzelve en die niet verlicht werden door de verzekeringen van anderen, dat Leo niet door mijne licht zinnigheid alleen tot die verschrikkelijke daad was aangedreven, maar dat zijne aangeborene droefgeestigheid en zijne sombere levens beschouwing vereischt werden om iemand er toe te brengen een einde te maken aan een leven, dat in weerwil van die ééne smart, hem toch nog zooveel beloofde. Met de jaren werd ik bedaarder. Ik leerde geduld en nederigheid. Ik werd stil, bedaard en gelaten. De liefde tot mijne ouders gaf mij het meest kracht om te trachten naar die helderheid van inzicht, die alleen vrede geeft, als men een rijk leven vol liefde bedorven heeft. Geluk begeerde ik niet meer. Ik was tevreden als anderen gelukkig waren, als ik geluk kon verschaffen. Dikwijls bezocht ik Léo's graf nooit zonder daarop roode rozen neer te leggen. Ge kunt u voorstellen welk een pijnlijken uitwerking juist op dezen dag, toen mijn geest die verschrikkelijke uren weer door leefde. die witte roos op mij hebben moest. De lieve God late mij spoedig uitrusten na den zwaren strijd en dat geene dwaling, geene lichtzinnigheid ooit meer zoo hard gestraft worde. Vaarwel, lief kind," aldus besloot ze haar verhaal en gaf het jonge meisje nog eenmaal de hand, „en vergeef mij mijne heftigheid! Word gelukkig en maak het anderen Daarop wierp de vrouw nog een hartelijken blik op het graf met zijne roode rozen eu verliet langzaam het kerkhof. niet profiteren kunnen, moeten een lieilzamen invloed oefenen op hun ijver en leerlust. Jl. Zondag had te Zeist het volgende droevige voorval plaats. Terwijl een driejarig aanvallig knaapje, de vreugd der geheele buurt, aan het spelen was, geraakte de tuit van een theeketel in,den halsboord van zijn kleedje verward. Het knaapje viel met den ketel op den grond, terwijl de theestoof bleef staan. Het kokende water liep het kind in den hals op het bloote ligchaam. Onder vreeselijke smarten is het reeds den volgenden morgen bezweken. Uit Zeeland wordt aan het U. D. het volgende gemeld «Of misschien de opstand in een der provinciën van liet Hemelsche Rijk invloed uitoefent op de Domburgsche lot gevallen weet ik niet, maar ik hoor niets meer van de komst van Bismarck noch van eenig ander hooggeplaatst Duitscher in de Zeenwsche badplaats, die trouwens op 't oogenblik goed bezocht wordt. Het badhotel is vol en ook in het Schuttershof en bij particulieren is veel ver huurd. In geheel Zeeland heerscht dan ook een ware komkommer stilte, terwijl men in de steden voor een aantal aanzienlijke huizen leest: «Brieven en boodschappen te bezorgen enz.,» waaruit blijkt, dat de bewoners andere oorden der wereld hebben opgezocht, vanwaar ze straks aanmerkelijk verligt zullen terugkeeren. Ik geloof wel dat betrekkelijk des zomers uit Zeeland meer personen op reis gaan dan uit andere streken van ons land. V erschillende oorzaken werken daartoe mede alshet isolement, waarin men verkeerd heeft, en waardoor men nu dubbel verlangt eens iets anders te zien, de weinige gelegenheid om in eigen omgeving afwisselend genot te smaken enz., maar er is, naar mijne meening nog iets anders, nl. het betrekkelijk groot aantal renteniers. Met een kapitaal, waarmede men in Amsterdam en Rotterdam eerst flink zaken gaat doen, wetende, dat het eigenlijke geldverdienen eerst goed aanvangt als men over kapitaal kan beschikken, gaat men hier rentenieren, of neemt allerlei baantjes waar, die wel wat, doch niet veel geven, en is men vooral tuk op het air van een groot heer. Een geheel ander soort van kleingeestigheid houden de Vlissingers er op na, die tegenwoordig aan de manie schijnen te lijden, van in ieder Nederlander, die eene onderneming buiten Vlissingen op touw wil zetten, een landverrader te zien. Zoo is de brochure van den heer H. Nijgh Jr. over een stoombootlijn tussclien Nederland en Braziel la Plata weer een oorzaak van ergernis voor de Vlissingers geweest, want de heer Nijgh wil zijn booten laten varen van Rotterdam en niet van Vlissingen. De Vlissingsche Courant heeft daarover een oratio pro Domo gehouden. De heer Nijgh heeft echter plan om een speciaal Rotter- damsche zaak te stichten, om de doodeenvoudige reden, dat hij Rotterdammer is, de bedoelde onderneming met Rotterdamsch geld op touw zou willen zetten en dus de voordeelen er van ook zou willen gunnen aan de plaats waaraan de zaak haar ontstaan te danken heeft. Als de Vlissingers den heer Nijgh het kapitaal voor zijne onder neming willen aanbieden, dan twijfel ik niet, of hij zal terstond bereid zijn om zijn booten vandaar te laten uitvaren en waarschijnlijk zelf overtuigd wezen, dat dit nog voor- deeliger voor de zaak zou zijn. 't Is zeer duidelijk, dat de heer Nijgh alleen aan Rotterdam gedacht en voor Rotterdam gerekend had, omdat hij wel begreep, dat hij daar het geld zou kunnen krijgen, wel voor een Rotter- damsche, maar niet voor een Vlissingsche stoomvaartlijn. Dergelijke ondernemingen zijn natuurlijk speculaties om geld te verdienen en dan kan niet altijd de eerste vraag zijn: «wat is het algemeen belang?» maar: «hoe kan ik geld krijgen en verdienen?» De Vlissingers schijnen te willen, dat ieder met zijn kapitalen naar hun stad komt en ondernemingen op touw zet, waarin zij liever hun geld niet wagen.» - Het huwelijk tussclien den grijsaard van 73 en het meisje van ongeveer 20 jaar, waarvan vroeger gewag is gemaakt, is jl. Woensdag te Vlissingen voltrokken. De voorgestelde «aardigheid» is, dank zij de goede politie maatregelen, achterwege gebleven. De grap heeft zich bepaaldtot het bijeenkomen van een massa volk, veel gejoel en geschreeuw van het plebs en nijdige blikken vande bruid. Jl. Dingsdag avond was het Klarenbeeksche bosch te Arnhem het tooneel van een tragisch-komisch voorval. Met veel omhaal en betraande oogen deelde eene vrouw aan hare buren mede, dat haar man in eene vlaag van woede een einde aan zijn leven had gemaakt door zich in den vijver bij Klarenbeek te verdrinken. Zij was ijlings haren echtgenoot gevolgd, met het voornemen om hem van zijn noodlottig plan terug te houden, maar kwam te laat: een enkelen plomp slechts had zij gehoord, daarop was alles stil geworden. Terstond gingen drie personen naar de aangeduide plek, om te trachten den drenkeling op te visschen, doch hunne pogingen waren te vergeefs; en niet te verwonderen, want toen zij een paar uren later terug keerden, vonden zij den vermiste, gezond en wel,slapende te bed. De bijenhouders in Drenthe zullen goede zaken maken. De korven die «geslacht» (van honig ontdaan) kunnen worden, zijn meestal vrij goed van zwaarte, en die welke «opgezet» worden, zal het niet aan voedsel ontbreken. Over 't geheel hebben de nijvere diertjes den kost voor den winter opgezameld. Sommige bijkers hebben hun korven dit jaar 5 maal zien verdubbelen door gelukkig «zwermen» en overvloedig voedsel. Met ingang van 1 Sept. a. s. is benoemd tot leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Alkmaar de heer dr. H. W. Waalewijn, te Leiden. Met ingang van 8 Sept. is herbenoemd tot. burgemeester van Egmond-Binnen de beer S. C. S. Holland, secretaris dier gemeente. Tot hoofdonderwijzer aan de school van meer uitgebreid lager onderwijs te Eraneker is benoemd de heer J. D. C. Batenburg, thans in gelijke betrekkiug werkzaam te Medemblik. Caradoc, het beroemde paard waarop de Hongaarsche luitenant Feodor von Zubowitz in veertien dagen van Weenen naar Parijs reed, is jl. Dingsdag te Parijs gestorven bij een paardenhandelaar in de Champs Elysées, aan wien hij het verkocht had. Het stoffelijk overschot heeft bij den vilder Macquart 50 francs opgebragt. Zoo weinig blijft er van de glorie over! Te oordeelen naar hetgeen de Parijsche bladen er van verhalen, moet de Amsterdamsche Beijerschbier-fabri- kant Heineken ontzaggelijke hoeveelheden Beijerscli ver- koopen op de tentoonstelling, die op 't oogenblik in het palais de 1'industrie te Parijs wordt gehouden. De ver tegenwoordiger van Heineken wordt dan ook niets minder genoemd dan opperbevelhebber van het leger van Gambrinus. Het bier wordt zeer geroemd als van uitstekende kwaliteit. Kapt. Webb, de onverschrokken zwemmer, die onlangs zijne poging om 't Naauw van Calais over te zwemmen opgeven moest, is jl. Dingsdag gelukkiger geweest. Hij begaf zich, bij zeer kalme zee, ten één ure 's namiddags te Dover te water, en betrad ten half elf ure den vol genden morgen den wal te Calais. Hij was 22 uren en 30 minuten in 't water, terwijl Boyton voor zijn togt 23 uren en 32 minuten noodig had. In de geschiedenis der zwemkunst is Webb's exploit ongeëvenaard. Boyton zwom niet, maar dreef, en bewoog zich voort met behulp van een spaan en een zeil. Wat kracht en volharding betreft, is dus Boyton's tour de force in de verte niet met dien van Webb te vergelijken. Op de veemarkt te Londen van den 23 dezer bleef het getal schapen uit Nederland 2000 onder de gewone hoeveelheid, en men berekent dat in elke week 6000 a 7000 schapen te kort kwamen, ten gevolge van de strenge ver ordeningen op buitenlandschen invoer. Het gevolg is dat schapen, die op eene volle markt slechts 50 sh. (f 30) opgebragt zouden hebben, toen 50 en 60 sh. golden. Naar laatstgenoemden marktprijs berekend, zal het Eng. pond (4| Ned. ons) den huishoudenden man 1 sh. (60 cent) kosten voor gewone stukken, en 1 (80 ct.) of 1 (90 ct.) voor de beste gedeelten. Bovenstaande vermindering van aanvoer betreft alleen Nederland, doch het is bekend dat de bestaande verordeningen vele aanvoeren uit andere landen in Europa terughouden. Gelijktijdig wordt uit onderschei dene streken van Engeland de uitbreiding der veeziekte berigt, en het belemmeren van buitenlandschen invoer, uit plaatsen, alwaar de ziekte, in vergelijking met Engeland, veel geringer is, kan dus weinig nut hebben. Intusschen is er vee van Kanada ontvangen, en de 61 beesten, die ter markt kwamen, leverden een goed voordeel op. Kanada is in staat» van April tot Aug. duizend stuks hoornvee elke maand te leveren, en ook bereid dit doen, indien de Engelsche regering de aanvoerders slechts billijkerwijze op gelijken voet met de Iersche en Schotsche veehandelaars gelieft te plaatsen, d. i., alleen te doen slagten het vee dat aangetast is of aangetast mogt worden gedurende de ont scheping, want er heerscht geene veeziekte in Kanada. De regering doet echter niets, naar het schijnt, om den stilstand in den buitenlandschen veeaanvoer weg te nemen, hetgeen de Engelsche dagbladen een politiek van laisser faire noemen. -- Uit Gydney zijn van den gouverneur van Nieuw Zuid-Wallis berigten ontvangen omtrent den moord, gepleegd op den commodore Goodenough, commandant van het escader in de Australische wateren. Op den 12 Aug. landde de commodore aan de Carlisle- bay op het eiland Santa-Cruz, om betrekkingen van vriend schap aan te knoopen met de inlanders. Na ongeveer een uur aan de kust te hebben vertoefd en het doel van de zending te hebben bereikt, wilde men naar het schip terug keeren, toen een inboorling op korten afstand van den commodore een vergiftigde pijl op hem afschoot, die hem in de linkerzijde trof. De booten ontvingen te gelijkertijd verscheidene pijlen, waardoor zeven van de manschap gewond werden, met inbegrip van den commodore en luitenant Hawker. De commodore en twee der getroffen manschappen van de boot zijn reeds overleden; de overigen zijn betrekkelijk wel, maar het gevaar is nog niet geweken, hoewel twintig dagen na den dag der verwonding verstreken zijn. Het schip de Pearl heeft, alvorens Carlisle-bay te verlaten, het dorp in brand geschoten. De Santa-Cruz-eilanden liggen ongeveer 1500 mijlen ten noordoosten van Brfebane, Queensland. De onlangs overleden Prins Karei van Beijeren, wiens liefdadigheid en zorg voor zijne onderhoorigen bekend waren, heeft in zijn testament die eigenschappen niet verloochend. Alle leden van 's Prinsen Hofpersoneel behouden levens lang hun tractement als pensioen, hetgeen ook op hunne weduwen en zelfs op hunne kinderen zoolang deze nog geene 20 jaar zijn, overgaat; bovendien ontvangt elk ambtenaar nog een legaat van 100 a 2000 ff, naarmate hij korter of langer geleden in 's Prinsen dienst getreden was. De rente van 2 millioen gulden is bestemd voordebehoeftigen, die jaarlijks giften van den Prins ontvingen. De Koning heeft de nieuwe Kamer den 23 dezer met eene troonrede geopend. Daarin wordt gezegd, dat de verhouding van Griekenland tot de buitenlandsche mogend heden niets te wenschen overlaat en het land zich verheugen mag in vreedzame instellingen, die den vooruitgang waar borgen. Reeds meermalen werd er op gewezen, hoe hardvochtig niet alleen, maar ook hoe laaghartig de roodhuiden behandeld worden door het zoogenaamde Ainerikaansche agentschap. Thans heeft de heer Marsh, na zich naauwkeurig overtuigd te hebben van den toestand, aan den president der republiek een aanklagt gezonden tegen den commissaris voor de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 2