1875. N°. 136. Vrijdag 12 November. 33 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Burean: MOLENPLEIN r. 163. Binnenland. HELDERSCHE EK MEI WED1EPER COURANT. „W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal 1 80. nu franco per post - 1.65. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Ëlken Donderdag vertrekt de mail naar Ooit-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. De sluiting der mail naar Padang en Batavia, te ver zenden per mailboot HOLLAND, geschiedt voor druk werken den 19 November a. s., na aankomst van trein III (Noordhollandsche Spoorweg), ten 10.58 des avonds, voor brieven den 20 November, na aankomst van trein I, ten 9.47 des morgens. HELDEE en NIEUWEDIEP, 11 November. De jl. Dingsdag verschenen Staatscourant behelst omtrent den toestand van H. M. de Koningin het volgende bulletin van des morgens 10 uur. H. M. de Koningin heeft in den afgeloopen nacht gedurende vier uren gerust geslapen, dat eenige verkwikking heeft aangebragt. De Koningin is vrij van koorts, doch gevoelt zich nog zeer vermoeid. De gisteren avond verschenen Staatscourant behelst omtrent den toestand van II. M. de Koningin het volgende bulletin van gisteren ochtend 10 uur. Hare Majesteit heeft den ganschen nacht door zeer gerust geslapen. De hoest vermindert, de koorts wijkt. De Koningin gevoelt zich zeer veel beter, hoezeer de ver moeidheid blijft aanhouden. Men schrijft uit den Haag aan de Zutf. Crt. omtrent de ongesteldheid van H. M. de Koningin: «Woensdag wandelde H. M. nog in den tuin en Donderdag avond werd reeds aan den Koning getelegrafeerd, om zoo schielijk mogelijk over te komen. De ontsteltenis in alle kringen was algemeen. Aan het paleis was gisteren morgen de toevloed der belangstellenden, die naar den toestand der hooge lijderes kwamen vernemen, zóó groot, dat er order moest gegeven worden, allen zonder onderscheid af te wijzen. Gelukkig luidde het bulletin in de Staatscourant gisteren avond iets geruststellender. Toch is de toestand nog altijd zorgelijk. De doctoren verlaten bijna het paleis niet. Men vreest voor longontsteking. Slechts enkele familieleden worden toegelaten. De reis van Prins Alexander naar Algiers is natuurlijk uitgesteld en de Prins van Oranje, die sinds zes maanden in het buitenland vertoefde, is zoo schielijk mogelijk overgekomen. Bij zulke gelegenheden bemerkt men eerst regt, hoe bemind onze Koningin is. Met tranen in de oogen zag ik gister vrouwen uit de lagere volksklasse voor het paleis staan. Ik merkte, dat zij druk bezig waren de deugden van de Koningin op te sommen en onwillekeurig bleef ik een oogenblik staan om er naar te luisteren. «Dat arme menscli, zeide de eene, wie weet hoe benaauwd zij het op dit oogenblik heeft. Men man heeft ook de zenuwkoortsen gehad en ik weet dus, wat het zeggen wil. Het staat bepaald niet best, want het ziet er alles zoo triest uit.» De deur ging open en er kwam een lakkei uit. Terstond werd hij in beslag genomen. «Hoe is het?» klonk het uit beide monden tegelijk. «Wat weet ik er van,» was het korte en niet zeer beleefde antwoord van den bediende. «Ach kom, ge behoeft zoo'n toon niet aan te nemen, wij zijn ook menschen.» De deur ging weer digt de lakkei was verdwenen. Toen brak de verontwaardiging los. «Wat zou zoo'n vent wel meenen, zelfs de Koningin zou ons zoo niet afsnaauwen. Tqen ik het vorig jaar met men dochter aan het strand liep, bleef ze bij ons staan en gaf het kind, dat Jansje op schoot had, een handje, 'k Zal het nooit weer vergeten, 'k Had vroeger wel gehoord dat ze zoo vrindelijk was, ook tegen ons soort van menschen; maar ik moet zeggen, 't is ook een kindje om te stelen, een allerliefst dotje.» «O mensch, daar kan ik je meer van vertellen. Toen voor twee jaar de vrouw van haar koetsier Dirk K...., je kent hem wel zwaar ziek lag, liet ze haar alles brengen, wat ze maar begeerde. Je moet die vrouw eens over de Koningin hooren; ik wed dat ze van daag zelf ziek is van angst.» «Nu, het zou ook een groote slag zijn. Het arme mensch. Ik hoop dat God haar sparen zal.» «God geve het.» De tranen rolden de oude vrouw uit het oog. Die tranen, zij waren het innigste gebed dat naar boven kon worden opgezonden. Blijkens een bij het departement van Koloniën ont vangen telegram van den gouverneur-generaal van NederL- Indië, heeft de kolonel Wiggers van Kerchem, tijdelijk militair en civiel bevelhebber in Atsjin, den 1 dezer aan de Indische regering berigt dat de vijand over het algemeen bijzonder rustig is; dat het Hoofd van Langsar, op de oostkust, stappen tot toenadering heeft gedaan; dat de spoorweg te Atsjin over eene lengte van 1200 meters is voltooid en dat de gezondheidstoestand gunstig is. Gisteren is bij de Directie der Marine alhier aan besteed de levering van versch rundvleesch en soepgroenten, ten behoeve der equipagiën van Zr. Ms. schepen en vaar tuigen van Oorlog, gedurende het jaar 1876. Voor het vleescli waren ingekomen 4 inschrijvingsbilletten, als, van de heeren: W. S. J. Beek ad f72,50, D. Schrij ver f 71,85, J. Zuurbier f 71,50 en A. L. van Gelder f 67,98, alles per 100 KG. Voor de soepgroenten was de minste inschrijver de heer J. Huijsing. Nader kan omtrent het tusschen de regering en de Maatschappij «Nederland» gesloten contract worden gemeld, dat bepaald is, Jat de stoomschepen ook uit Batavia naar hier zullen vertrekkenzooveel mogelijk met geregelde tusschen- poozen, minstens eenmaal 's maands, op den dag, die door de agenten der Maatschappij, na overleg met den directeur der burgerlijke openbare werken in Indië, zal worden vast gesteld. Met genoegen vernemen wij dat alhier een strijk kwartet is opgerigt door de hh. Egbers, Weckesser, J. Craner en H. Oraner. Klassieke werken, zooals van Beethoven, Mozart, Mendelssohn, enz. zullen het programma uitmaken. Nog in deze maand zal eene uitvoering in Musis Sacrum plaats hebben en bij genoegzame deelneming door vier dergelijke uitvoeringen gedurende dezen winter worden gevolgd. Met leedwezen verneemt men het overlijden van den heer J. Fransen van de Putte, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, in bijna 77jarigen ouderdom. De ontslapene, om zijn degelijk en humaan karakter, zijn helderen geest en zijn veelzijdige kennis algemeen geacht, had sedert 1859 onafgebroken zitting in de Eerste Kamer, waarvan hij een der sieraden mogt heeten. Voor de liberale partij is zijn verscheiden een groot verlies. Maar ook voor de provincie Zeeland, waar hij veel goeds en nuttigs hielp tot stand brengen, is zijn overlijden een zware slag. De overledene was ridder der orde van den Neder- landsclien Leeuw. (Vad.) Jl. Maandag overleed te Breda, de luit.-kolonel van Assendelft de Coningh, kommandant in de 7de stelling dei- genie te Breda. Op de jl. Woensdag te Alkmaar gehouden paarden markt waren 232 paarden en veulens aangevoerd. De prijzen der paarden waren f 56 a f 675, die der veulens f 75 h f 120. Jl. Dingsdag avond is er brand ontstaan in de boer derij van de Wed. Volkers, in den polder Waardland, onder Noordscharwoude, die tot den volgenden morgen heeft gewoed. Huis en inboedel zijn geheel verbrand en 5 koeijen zijn bij den brand omgekomen. De oorzaak is nog onbekend. In den hevigen storm van jl. Zaturdag heeft schipper M. Boerendans op de hoogte van Marken den mast en tuigage over boord gezeild; er bevonden zich een 15tal boeren aan boord, die van plan waren de Hoornsche veemarkt te bezoeken. Gelukkig dat schipper Zwart, die tegelijkertijd van Elburg was vertrokken, tevens met bestemming naar Hoorn, zich in de onmiddellijke nabijheid bevond, en de aan boord zijnde passagiers kon overnemen. Schipper Boerendans is, nadat het weêr eenigszins tot bedaren kwam, voor den wind naar Kampen gelensd en aldaar behouden aangekomen. Negen weken geleden werd te Beemster een vierjarig kind door een van dolheid verdachten hond gebeten. De wond werd terstond door een geneesheer uitgebrand. Toch is het kind jl. Zondag avond plotseling ongesteld geworden en onder hevige pijnen weinige uren later overleden. Het plan tot oprigting van een stoombootdienst van Texel naar Amsterdam langs het Noordhollandsch kanaal, wordt thans meer dan ooit besproken en zal eindelijk zijn beslag wel krijgen. De drie thans varende beurtschippers maken goede zaken; het vervoer der goederen neemt bij vorige jaren sterk toe, zoodat van een zoodanige onder neming gunstige geldbelegging te verwachten is. Door een der stormen van de laatste dagen is te Haarlemmermeer, aan yden Kruisweg nabij de Cruquius, een in aanbouw zijnd huis, dat reeds onder de pannen was en spoedig zou zijn bewoond worden, geheel en al om gewaaid en tegen den grond geworpen. De Dordr. Crt. verneemt, dat den 17 dezer te Dordrecht door de dames Mina Kruseman, Baart en Gerritsen, zal worden vertoond eene onuitgegeven dramatische schets van mejufvr. Kruseman, getiteld: «Een blik in de kunste naarswerelds Het Fransche oorlogsstoomschip Cuvier, komm. C. Bigrel, wordt morgen van Vlissingen, alwaar het nu ter reede ligt, ook te Hellevoetsluis verwacht. Te Utrecht begint men weer last te krijgen van veldmuizen. In de jl. Dingsdag te Middelburg gehouden najaars zitting van den geneeskundigen raad in Zeeland is een uitvoerig en belangrijk rapport uitgebragt van den in de vorige vergadering daartoe gecommitteerden heer dr. A. P. Fokker, te Goes, betreffende de vraag, of het wensehelijk en, zoo ja, mogelijk zou zijn, in Zeeland een krankzinnigen gesticht op te rigten. Die vraag werd in alle opzigten bevestigend beantwoord. Het ligt in den aard der zaak, dat in eene zoo hoogst gewigtige aangelegenheid niet aanstonds eene beslissing kon genomen worden; van daar dat besloten werd, eene commissie van drie leden uit den raad te belasten met een onderzoek van bedoeld rapport, om in eene volgende vergadering een praeadvies uit te brengen. De Middelb. Crt. is in staat gesteld om het aan het Vaderland ontleende berigt, als zou de procedure van schipper M. de Bruin tegen den gezagvoerder der Deensche stoomboot Phenix bij transactie worden beëindigd, ten stelligste tegen te spreken, De mailbooten der maatschappij «Zeeland» komen tegenwoordig te Vlissingen zeer geregeld aan; het aantal passagiers is, tengevolge van het gevorderde saizoen, niet groot meer, maar de reizigers zijn algemeen zeer tevreden, zoowel over de schoone inrigting der booten als over de uitmuntende bediening en beleefde behandeling aan boord ondervonden. Het vertrek der booten 's avonds van Vlissingen wordt zeer vertraagd, doordat de correspon- deerende treinen geregeld een half uur, somtijds bijna een uur, te laat aankomen. Te Vlissingen is een luitenant, die iemand iets uit zijn venster wilde toeroepen, van eene hoogte van acht meters op straat gevallen, maar slechts ligt gekwetst. Bij den landbouwer G. te Laag-Soeren werden onlangs op een morgen 8 voorjaarslammeren dood in den schapenstal gevonden, terwijl nog andere schapen ziekelijk waren. 3 zijn er sedert nog gestorven. Men vermoedt, dat de schapen bij het weiden een schadelijk kruid hebben gegeten, of wel dat pas gekochte en aan de schapen gevoerde raapkoeken schadelijke bestanddeelen bevatten. Men heeft daarom een paar van de koeken tot een schei kundig onderzoek opgezonden. De vetweiders te Deventer maken dit jaar slechte rekening. Het guste vee kochten zij in het voorjaar voor hooge prijzen in. Gedurende den zomer was er wegens de toen zoo lang geheerscht hebbende droogte zeer weinig gras in de weilanden, waardoor het vee zich zeer weinig ont wikkelde, en dientengevolge zijn er bijna geen vette koeijen voorhanden. Half vette zijn er in menigte en deze zijn laag in prijs. Het meeste slagtvee is echter dit jaar zeer ligt o]) het gewigt en heeft daarenboven zeer weinig binnenvet. De vette runderen worden door de slagers van elders ge haald en daarvoor worden zeer hooge prijzen besteed. De meeste vetweiders hebben dit jaar zelfs geen weidegeld verdiend. Jl. Zondag gingen te Langeveen, onder Tubbergen, twee jongens van 14 tot 16 jaar uit stroopen. Bij ongeluk ging liet schot van den jongste af en trof zijn makker, die reeds den volgenden nacht aan zijn wonden overleed. De justitie heeft een onderzoek ingesteld. Er heeft te Groningen eergisteren eene hoogst merkwaar dige feestelijke bijeenkomst plaats gehad. Een aantal leden der voormalige vrijwilligeFlankeur-compagnieGroninger enFra- neker studenten vierde gedachtenis van de oprigting en den uittogt der compagnie uit die stad in het jaar 1830. Hoogst merkwaardig noemt men deze bijeenkomst, omdat zij het bewijs levert, dat een tijdsverloop van vijf-en- veertig jaren den studentikozen, kameraadschappelijken geest der oud-Flankeurs, hoezeer thans ook verschillende in stand en betrekking, niet heeft kunnen uitdoovenhoogst merkwaardig ook omdat na die lange reeks van jaren nog zulk een groot aantal de bijeenkomst kon bijwonen. De compagnie telde in 1830, behalve den kapitein en den eersten luitenant, beiden militairen, en de twee tweede luitenants, beiden professoren aan de Groninger Hoogeschool, honderd vijf-en-dertig manschappen, allen studenten. Yan die honderd vijf-en-dertig zijn nog vijf-en-zeventig in leven, en van die vijf-en-zeventig hebben zich negen-en- dertig aangemeld om aan de réunie deel te nemen, terwijl daarenboven vele anderen berigt hebben gezonden, dat zij er ook gaarne aan deelgenomen zouden hebben, als zij niet door ongesteldheid of andere omstandigheden ver hinderd waren geworden. Jl. Maandag avond te 7 uur begon de compagnie aan te treden in de bovenconcertzaal van het sociëteitsgebouw de Harmonie. Eegt hartelijk was de eerste ontmoeting van zoo velen, die elkander sedert lang niet hadden weêr-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 1