Benoeming-en, enz. STATEN-GENERAAL. Buitenland. Frankrijk. Engeland. Stoomvaart-Berig-ten. Ridderkerk willende volgen, scheen ten gevolge van dron kenschap van den regten weg gedwaald. Hij keerde, na den bewoners van een watermolen naar het pad te hebben gevraagd, terug en kwam aan een tweeden watermolen. Daar opende hij een deur, waaronder zich het zoogenaamde kamrad bevond. Onmiddellijk stortte de ongelukkige naar beneden en werd, daar de molen in werking was, tusschen het rad en den muur verpletterd. De schok, dien men in den molen waarnam, deed de bewoners naar buiten snellen, waar ze door het openstaan der deur en het vinden van den arm, die van het ligchaam gescheiden was, tot de ontdekking van het ontzettende ongeluk kwamen. Eerst den volgenden morgen werd na groote moeite het ligchaam van den ongelukkige, vreeselijk verminkt, te voorschijn gebragt. Het is thans zeker dat in Junij van het volgende jaar vanwege het Utrechtsche studentencorps eene mas kerade zal gehouden worden. Zij zal den intogt van Karei den Stoute te Zutphen voorstellen. In het Utr. Dagblad van den 25 Nov. komt onder de rubriek «verscheidenheid» een berigt voor, «dat namelijk in Zwolle bij een onderzoek van mondstukken van zuig- flesschen gebleken is, dat daarin 65 pCt. zinkwit aanwezig is.» De zaak zelve verdient zeer de aandacht, omdat het voorkomen van zinkverbindingen in de bedoelde mond stukken bijna altijd het geval is, vooral in de witte soorten, zooals bij onderzoek aldaar en te Amsterdam gebleken is. En daar nu alle zinkverbindingen min of meer vergiftig zijn en zink zelf veelal arsenicum bevat, zoo zij men voorzigtig met het gebruik van de genoemde mondstukken. Doorgaans zijn de donkere vrij van zink, bestaan enkel uit caoutchouc en verdienen dus de voorkeur boven alle anderen. Te Nieuw Amelisweerd (prov. Utrecht) is dezer dagen een arend geschoten, welke eene vlugt had van 2.34 M. Het Prov. geregtshof in Zeeland heeft jl. Dingsdag een vonnis der arrondissements-regtbank van Goe3 vernie tigd, waarbij beetwortelen als niet tiendpligtig worden beschouwd. Hei hof heeft beetwortelen wel tiendpligtig verklaard. Volgens de N. Arnh. Crt., zijn de plannen tot drooglegging der Zuiderzee gereeder behoeft nog slechts de laatste hand aan gelegd te worden. Majoor Romswinckel, uit Atsjin bekend als de «vecht- majoor,» bevindt zich tegenwoordig te YVageningen. Burgemeester en Wethouders van Harlingen hebben voor eenigen tijd besloten, ook dan de gemeente met gas te verlichten, als de officiëele tijd maanlicht aankondigt, maar het evenwel donker is. De vele sneeuw en ingevallen strenge vorst moge te Meppel een groote belemmering teweeg brengen, zij is voor de kooikers van eendvogels en ganzen, voor de wild- jagers in de velden enz. van onberekenbaar voordeel, daar deze van 's morgens vroeg tot 's avonds laat onvermoeid bezig zijn om hunne netten uit te zetten, de vogels te verstrikken en 't wild, dat thans op de boerenkoolakkers en overige groenvelden (de roggelanden niet te vergeten) aast, te bemagtigen en tegen liooge prijzen (daar alles thans op zijn best en zeer gezocht is) van de hand te zetten, 't Meest van het gevangene wordt per spoor verzonden, Yele vogeltjes komen in dit jaargetijde van gebrek en koude om. De sneeuw heeft de velden overdekt en verbergt voor hen het noodige voedsel. Ieder die wat kruimpjes brood strooit doet dus een weldaad en beschermt de diertjes, die ons in den zomer van zoovele lastige insecten bevrijden. Wat moedervlekken zijn, zal men stellig wel niemand behoeven te zeggen. Ze gelijken dikwijls op een erwt of linze, terwijl de kleur afwisselt tusschen bleek-rosé en donkerbruin. Soms heeft men er een treffende gelijkenis van aalbessen, kersen, frambozen, pruimen, druiven enz. in gevonden, terwijl ze toch niets meer zijn dan gewone uit wassen, die de kinderen meê ter wereld brengen. Domme menschen schrijven die verschijnselen toe aan de verbeel ding der moeder, terwijl kundige, ervaren geneesheeren ze als een ontaarding der huid beschouwen. Waarom dit nu juist een inbeelding der moeders moet zijn, begrijpt men te minder, daar zoovele vrouwen aan een vreemdsoortigen eetlust en grillige verbeelding onderhevig zijn, zonder dat zulks van eenigen invloed is op het kind. Sommige kinderen toch vertoonen zoogenaamde afdruksels van vruchten, die de moeder óf niet gezien óf zelfs nooit gekend heeft. Hoe moet men voorts al die moedervlekken of merkteekenen, welke men bij allerlei dieren, alskippen, ganzen, varkens, koeijen enz. opmerkt, verklaren? Zou men soms willen beweren, dat de hoorn, de wanstaltige klaauw of de vier pooten van een kuiken, door de verbeelding der oude hen veroorzaakt zijn? Deze toch kon bij de broedende hen niet gemakkelijk door de schaal der eijeren heenwerken! Maar gesteld eens dat het mogelijk ware hoe moet ik het dan verklaren, dat eijeren, op kunstmatige wijze uitgebroeid, door middel van broeimachines, eveneens misgeboorten of kuikens met misvormde ledematen hebben voortgebragt Men toch aan de broeimachine geen verbeeldingskracht toeschrijven! De misgeboorten komen bij het redelooze vee, over 't algemeen, even veelvuldig voor als bij den mensch en als men het een aanneemt, mag men het ander niet verwerpen. (Ontleend aan de Delfts. Ct.Volksdwalingen door dr. S.) Het gebeurt dikwijls dat de heerlijkste zoetwater- visch zijn aangenamen smaak verliest door grondigheid, een eigenschap die hij dikwijls, zelfs nog lang nadat hij in stroomend water is gezet, behoudt. Men kan dien smaak wegnemen, als men een stuk broodkorst met den visch kookt. Diezelfde uitwerkselen hebben ook versche houts kolen. Ook kan men brood en kolen tegelijk gebruiken. Een andere methode, om visschen den grondigen smaak te ontnemen, bestaat hierin, dat men ze eenige malen in frisch water, waarin wat zout is opgelost, laat uitwateren. Dit moet zoolang worden herhaald, als het water er nog slijmerig uitziet. Verslag der verrigtingen door de zeemagt in de wateren van Atsjin; vervolg. Zr. Ms. stoomschepen Merapi en Palembang keerden den 13 Sept. naar hunne posten terug, terwijl Zr. Ms. stoomschip Deli den volgenden dag naar de westkust vertrok, met opdragt om regtstreeks naar Kloewang en Patty te stoomen, tot het vertoonen der vlag aldaar en om verder, nadat de Sambas te Patty zou zijn aangekomen, zijn kruisveld te beperken tusschen die plaats en Koningspunt. Laatstgenoemde stoomer verliet Atsjins reede den 16 Sept., met bestemming naar Patty. Op laatstgenoemden datum werden evenals den vorigen dag door Zr. Ms. stoomschepen Metalen Kruis en Water geus eenige granaten in het gebied van Toekoe Nanta geworpen. Zr. Ms. stoomschip Aart van Nes kwam den 17den van zijne reis langs de oostkust op Atsjins reede terug en ging te Poeloe-Bras den steenkolenvoorraad aanvullen. Zr. Ms. stoomschip Bromo, na geëindigde herstelling aan zijne machines weder beschikbaar voor de dienst, stoomde den 18den naar Pedro-punt, ter vervanging van de Merapi, die daarop naar de reede van Atsjin terugkeerde. De gouvernements-stoomer Hertog Bernard keerde den 19den van zijne reis naar Pinang terug en ging daarop te Poeloe-Bras lossen. In verband met ingekomen berigten van voorgenomen pogingen tot aanvoer van levensbehoeften enz. naar Groot- Atsjin, digt langs de kust, met kleine sampans, werd aan de Bromo opgedragen om gedurende den nacht voor de Koeala-Tjangkoel en Koeala Gighen herhaaldelijk gewapende sloepen te posteren. Zr. Ms. stoomschip Sambas keerde den 23sten Sept. van zijne zending naar de westkust terug. Omtrent de verrigtingen der schepen op de noordkust van Atsjin werden de navolgende berigten ontvangen: Zr. Ms. stoomschip Citadel van Antwerpen, gecomman deerd door den stations-commandant, lag gedurende de maand Aug. genoegzaam voortdurend ter reede van Gighen, ten einde op die plaats en Ajer-Laboe den uit- en invoer te controleren. Zr. Ms. stoomschip Sumatra, hoofdzakelijk gestationeerd voor Telok-Semawe, bezocht een paar malen Pasangan, Kloempang-Doea en Gighen. Op den 23 Aug. kwamen aldaar eenige visschers aan boord, om eene in de nabijheid zijnde praauw aan te wijzen, die eene te Telok-Semawe te huis behoorende visschers- praauw had aangevallen en beroofd. Terstond op dat vaartuig jagt makende, gelukte het de Sumatra het te vinden en te bemagtigen, en bleek het, dat de aangewezen praauw, noch handelsartikelen, noch vischtuig aan boord had; alleen werd eene meer dan gewone hoeveelheid wapenen aan boord gevonden. Daar de gezag voerder, die ontkende zich aan eenige gewelddadigheid te hebben schuldig gemaakt, voorgaf verwant te zijn aan Toekoe Moeda Angkasa van Pasei, werd hij met zijne praauw en verdere bemanning overgegeven aan den stations commandant ter oostkust, ten einde ter plaatse, waar zij te huis behoorden, omtrent hunne identiteit onderzoek te doen. Zr. Ms. stoomschip Schouwen, belast met de bekruisin? der kust tusschen Endjoeng en Oedjoeng-Rajah, verdreef van tijd tot tijd de visschersvaartuigen van Sambilangan en Merdoe, waarbij uit eerstgenoemde plaats van tijd tot tijd een schot op het stoomschip gelost werd, zonder echter nadeel toe te brengen. Zr. Ms. stoomschip Riouw bekruiste gedurende de maand Aug. bijna onafgebroken de kusten van Pedir en Sawang. Zr. Ms. stoomschip Palembang bekruiste het gedeelte der kust tusschen Pedro-punt en Oedjong-Legoe. Na van 12 tot 16 Aug. ter reede van Gighen vertoefd en aldaar den steenkolenvoorraad aangevuld te hebben, hield dat stoomschip zich meer speciaal op in de Krung-Rijah- baai en op de hoogte van Batoe-Poetih, om aldaar het oog te houden op voorbijtrekkende hulpbenden voor Groot-Atsjin, wier nadering door spionnen berigt was. Van dergelijke benden werd echter niets bespeurd, terwijl het ook niet mogt gelukken daaromtrent nadere berigten te verkrijgen. Van de station op de oostkust werden geene nadere berigten ontvangen. De off. van adm. 1ste kl. F. Wolfson, dienende aan boord van het wachtschip alhier, wordt met den 25 dezer op non-activiteit gesteld en met 26 daaraanvolgende door den off. van adm. 1ste kl. G. H. C. van Nuijs vervangen. De off. v. gez. 2de kl. J. van Lith Harrebomé, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië en wegens langdurig verblijf aldaar den 22 dezer teruggekomen, is met dat tijdstip op non activiteit gesteld. Aan den gewezen hoofdingenieur der Marine P. P. Jansen en den gewezen adj.-comm. bij het departement van Marine A. W. C. Domis is een pensioen verleend, respectivelijk ten bedrage van f 2130 en f 512, met ingang van 1 Nov. 1875, onder intrekking van het door hen genoten wachtgeld; aan den gewezen opzigter bij 's Rijks kustverlichting te Kijkduin C. Kwant en den gewezen binnenloods op het Groot Noordh. Kanaal C. F. Ellmer, respec tivelijk ten bedrage van f 535 en f 506, met ingang van 1 Oct. 1875. Eerste Kamer. Zitting van Dingsdag 30 November. Het ingekomen eind verslag over de Indische begrooting zal gedrukt en rondgedeeld worden. De beraadslaging is bepaald op heden ten elf ure. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag 30 November. Hoofdstuk II der staats- begrooting (hooge collegiën) is met algemeene stemmen aangenomen, na een kort debat over de organisatie van het ambtenaarspersoneel, bezoldiging, leges, enz. Daarna is op voorstel van den heer Cremers besloten, om de voortzetting der interpellatie van 11 Oct. over onze verwikkelingen met Venezuela, welke nu aan de orde was, in comité-generaal te houden, en de zitting voortgezet met gesloten deuren. Zitting van Woensdag 1 December. De beraadslagingen in comité-generaal over de interpellatie betrekkelijk Venezuela zijn voortgezet en hebben tot half vier geduurd. Heden te 11 uren is de behandeling van het hoofdstuk Buitenl. Zaken, aan de orde. Prins Alexander der Nederlanden heeft gisteren een bezoek afgelegd bij maarschalk de Mac-Mahon. In eene circulaire, door den directeur der Suez-Kanaal- Maatschappij, den heer de Lesseps, tot zijne correspondenten gerigt, zegt hij, dat de 177,000 aandeelen, die Engeland thans in bezit heeft gekregen, juist het aandeel vormen, dat Engeland bij het begin der onderneming werd aange boden. De heer de Lesseps beschouwt dien aankoop als een heugelijk feit, omdat daardoor de solidariteit tusschen de Fransche en Engelsche kapitalen zal hersteld worden ten behoeve van de zuiver industriële en noodwendig vrede lievende exploitatie van het wereldkanaal. De heer de Lesseps heeft jl. Maandag in de academie van wetenschappen te Parijs medegedeeld, dat de grondbo ringen en peilingen in het departement Pas de Calais in alle opzigten de vermoedens bevestigd hebben van de inge nieurs van den waterstaat en van de geologen omtrent de gesteldheid van de onderzeesche lagen tusschen Frankrijk en Engeland. Reeds zijn 1500 peilingen gedaan. De werken zullen in de lente hervat worden. Over den koop door de Engelsche regering gedaan van bijna de helft van het geheele aantal der aandeelen van de Suez-maatschappij zegt John Lemoinne in het «Journal des Débats» o. a.«Engeland verandert niet alleen van politiek, maar ook van économie politiek. Het bewandelt een voor hem revolutionairen weg. De Staat wordt actionair de regering bankier, koopman, speculant. Dat is geheel in strijd met de tradities en de financiëele gebruiken van het land. De wijze waarop de operatie heeft plaats gehad, zonder het parlement voor te bereiden, te raadplegen, en in een tijd waarin het niet bijeenkomt, verraadt de tegen woordigheid in het ministerie van een man, die eertijds uit het Oosten gekomen, in de City van Londen zijn Jeruzalem teruggevonden heeft. Men vertelt ons dat de Pacha van Egypte, dien wij nu een plaats mogen geven onder de Indische vorsten die door Engeland worden onder houden, op het punt stond om te failleeren als een gewoon beursman; 't zou deze week met hem gedaan zijn. Nu heeft de Pacha 177,000 aandeelen in het Suez-kanaal in zijn bezit; min of meer bezwaard, daar weten wij niets van. Hij was in onderhandeling om ze op de Fransche markt te verkoopen, maar men zou hem al te harde voorwaarden gesteld hebben. Toen is het Engelsche gouvernement tusschen beide gekomen en heeft 100 millioen franken geboden. Daar het aantal aandeelen in 't geheel 400,000 is, is Engeland op 't oogenblik eigenaar van bijna de helft van 't Kanaal, en daarom zal het in de algemeene ver gaderingen meester zijn. Engeland is welgesteld genoeg om ook de rest te kunnen koopen als het er toe in de gelegenheid is, en dan is het meester van het geheele Kanaal. Duitschland. Het Pruissisch staatsgeregtshof heeft besloten, tegen graaf Arnim eene vervolging wegens landverraad in te stellen, op grond van art. 92 van het strafwetboek. Dit artikel bedreigt met minstens twee jaren tuchthuisstraf, of bij ver zachtende omstandigheden met minstens zes maanden vesting- arrest, «ieder die met voorbedachten rade hetzij staatsge heimen of vestingplannen, hetzij zoodanige oorkonden, documenten of berigten, die hij weet dat, voor het welzijn van het Duitsche Rijk, voor eene andere regering moeten worden geheim gehouden, aan die regering mededeelt, of ze openlijk bekend maakt. «Voorts wordt gezegd, dat er bij de Zwitsersche of andere buitenlandsche regering op wier grondgebied graaf Arnim zich bevindt, geene aanvraag om uitlevering zal worden gedaan, maar dat hij eenvoudig gedagvaard en, daaraan niet voldoende, bij verstek ver oordeeld zal worden. Eindelijk wordt nog aangenomen, dat ook art. 93 van het strafwetboek op hem zal worden toegepast, volgens hetwelk, ingeval hij na dagvaarding niet verschijnt, beslag op zijn vermogen kan worden gelegd. In den omtrek van Berlijn zijn in den laatsten tijd eiken nacht zoovele diefstallen voorgekomen, dat de bewoners zich genoopt hebben gezien om wakers aan te stellen. Sedert het nemen van dezen maatregel heeft men geene dieven meer bespeurd. STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ NEDERLAND. Prins Hendrik. 30 Oct. van hier vertrokken. 18 Nov. Suez aangek, en vertrokk. Prinses Amalia. 2 Oct. van hier vertrokken. 18 Nov. te Batavia aangekomen. Prins van Oranje. 19 Oct. van Batavia vertrokken. 27 Nov. Kaap Roca gepasseerd. C o n r a d. 15 Nov. van Batavia vertrokken. 23 Nov. Point de Galle gepasseerd. Koning der Nederlanden. 27 Nov. van hier vertrokken. 1 Dec. van Southampton vertr. Voorwaarts. 12 Nov. alhier aangekomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1875 | | pagina 2