Onlangs kwam in de «Nijmeegsche Nieuwsbode» eene parodie voor, geschreven door mr. P. Brooshooft, welk geestig artikel wij hier laten volgen. «Nijmegen» en «reis rond de wereld in 80 dagen,» ziedaar twee uitdrukkingen, die al wonderlijk bij elkander te pas komen! Indien het twee portretten waren, dan zouden zij voorgesteld worden, elkander aanglurende met dien eigenaardigen ironischen glimlach, die men slechts bij portretten of bij den eersten komiek in het café chantant aantreft. Stel u Phileas Fogg eens voor, op zijn excentrieke reis door zijn kwaad gestarnte genoodzaakt wordende, bij sterken ijsgang over Nijmegen naar Arnhem te trekken. Dwars door de woestenijen van Amerika heen kon hij voorwaarts vliegen met een snelheid van minstens 100 Nederlandsche mijlen in het uur. Hier, in het hartje der beschaafde wereld, zou de zaak zich op de volgende wijze hebben toegedragen Phileas Fogg (naast een schipper aan de Waalkaai staande, met bonten jaskraag en opslagen, de hand uit strekkende naar de krakende en op elkander bonzende ijsschotsen)«Mijn vriend, ik wil daar overheen.» Schipper: «Dan moete maar zien hoe da-ge d'r komt; ik geef 'r de wt van.» Fogg«Mijn vriend, ik wilik geef u 500 pond, indien gij mij en mijn gezelschap naar de overzijde brengt.» Schipper: «Pond! pond! wat weerga was 'r maar een pont, dan zou ik oe wel te Lent kriegen!» Archibald Corsicon (met zijn handen in een bonten mof) «Mijn uitstekende pekbroek, deze heer bedoelt 500 Engelsche ponden, hetgeen zooveel wil zeggen als 6000 van uwe Hollandsche guldens.» Schipper: «Te deksel!» (krabt zijn hoofd). Fogg: «Dek u mijn vriend, het is koud.» Passepartout (die zich reeds een Hollandsch liederen- répertoire heeft aangeschaft,) zingt bibberend van koude: «Lieftë skipper faar nous au fer!» Schipper: «Vaar moes over! vair moes over! Jij hebt mooi 1n; 't schijnt wel dat je vaar met z'n heele femilie over mot, maar ik doe 't nie.» Fogg: «Mijn vriend, ik geef u 800 pond.» Corsicon: Negen duizend zes honderd Hollandsche guldens Schipper: Ik doei 't nie!» Fogg: «Duizend pond.» Corsicon: «Twaalf duizend Hollandsche guldens!» Aouda (kijkt in het boekje van Passepartout; klapper tandende): «I shall joe main halshnoer geven!» Hare zuster (die niet heel vlug is in het aanleeren van vreemde talen, hem een kostbaren smaragd toonende) «And this costly costly stone!» Schipper: «Hebde de duiten bij-oe!» Fogg: «Passepartout betaal.» De zaak komt in orde. Het reisgezelschap gaat bij Nuys binnen om een hartversterking te gebruiken. De Amerikaan Corsicon vraagt een glas brandy of whisky, doch krijgt ten antwoord dat er slechts bier verkocht wordt. Hij noteert dit in zijn zakboekje en geeft den heer Nuys, uit sympathie voor zijne excentriciteit, een bank- billet van 100 pond. Intusschen duikelt de schipper met veel moeite drie man op, die zich bereid verklaren hem bij den overtogt te helpen, nadat hij hun medegedeeld heeft dat hem 500 gulden belooning zijn toegezegd, waarvan hij hun ieder f 100 zal geven. De schietschouw ligt gereedhet gezelschap stapt in; alles wordt nog eens goed nagezien en men is op het punt van wal te steken, als Phileas Fogg in de verte op de kaai een dronken kerel ziet, die zijn vrouw mishandelt, en bevelend spreekt«Mijn vriend, maak het touw weder vast; ik wil die vrouw redden.» Dood bedaard stapt hij aan wal, kuijert de kaai langs met een ernst alsof hij naar de kerk ging, geeft den dronkaard met de grootste regelmatigheid twee stompen in de maag en twee op den neus, stopt hem vervolgens een billet van 1000 pond tusschen zijn boezeroen om de kosten van genezing te betalen, en voert de mishandelde vrouw met zich mede. Deze, ziende dat hij haar in het schuitje wil dragen, schreeuwt en schopt en spartelt en krabt hem in het gezigt. Phileas ziet een politie-agent, hangt hem de vrouw op den schouder alsof hij hom een eereteeken op de borst speldde, en stapt weder in de schuit. Archibald Corsicon drukt hem de hand, en Aoude ziet hem smachtend aan, lispelende: «O, generous heart, I love you, love you, love you De schietschouw steekt van wal, en de zware strijd begint. De ijsschotsen kruijen tegen de schuit op, en maken een geweld en komen in zulk een menigte van boven afzakken, alsof zij te Keulen door een handlanger van Phileas tegenpartij in ongewone hoeveelheid waren losgelaten. Men vórdert ongeveer een meter in het half uur. Intusschen verspreidt zich de mare van het ongewone voorval door de stad. De koffijhuizen en sociëteiten loopen leeg, en een steeds aangroeijende woelende menigte ver zamelt zich op de kaai. Een kind wordt in het water gedrongen. Phileas ziet het van verre en wil dwars door het ijs er naar toe rennen, maar wordt door Corsicon en Passepartout vastgehouden, tot het kind met behulp van een haak en een touw op den wal is gehaald. De spanning onder de toeschouwers neemt met ieder oogenblik toe. Reeds drie uren is de schuit op weg, de duisternis begint in te vallen en nog zijn de reizigers niet op een derde der rivierbreedte. Een man met een verrekijker ziet hoe Phileas dood bedaard zijn hoed op het hoofd van Aouda zet, wier hoedje en chignon door een buitengewoon hoog opruijende ijsschots zijn weggevoerd. Een kreet van bewondering stijgt van de kaai op. Nieuwe bijvalsbetui gingen doen zich hooren wanneer de man met den verre kijker mededeelt, dat Corsicon achter het breede hoofddeksel van Passepartout een sigaar aansteekt, alsof hij thuis bij den kagchel zat. Evenwel, al die bedaardheid en heldenmoed brengen de schuit niet verder. De toeschouwers worden door het Engelsche voorbeeld aangestoken en gaan wedding schappen aan over den uitslag wel te verstaan niet om een millioen, maar om een glas grog of hoogstens om een flesch wijn. Daar ziet men de schippers hun werk staken! Kennelijk deelen zij aan Phileas mede, dat het onmogelijk is, den overkant te bereiken. De parieurs voor de mislukking van den togt lagchen reeds in hun vuistje over het voor- uitzigt van een kostelooze hard versterking. Dochplotseling openen zich alle monden alsof zij even zoovele apothekers-gapers waren geworden van verwondering over hetgeen men ziet gebeuren. En inderdaad, het is ongelooflijk! Phileas Fogg heeft Aouda, Corsicon heeft hare zuster in de armen genomen! Met een vreeselijken sprong vliegen zij van uit de schuit op een ijsschots, terwijl Passepartout hen als een kakkerlak naspringt! De solo, indertijd door de slavin Elise uit «Uncle Tom's Cabin» gespeeld, wordt door hen voor trio gearrangeerd, en met de grootste behendigheid uitgevoerd. Van schots tot schots springende, hunne hoeden verliezende nu eens stilstaande om een aanloop te nemen, dan weder met de snelheid van den antiloop over een watermassa heenschietende, nu eens hal verlij ve wegzinkende, dan weder op een opgestapelde ijsmassa hoog in de lucht afstekende vliegen zij voort. Daar verliest Passepartout, juist voor den sprong naar een volgende ijsschots, de tasch, waarin al het reisgeld is geborgen. Corsicon ziet het, legt de zuster van Aouda voor een oogenblik in Pas- separtoüts armen, springt op de vorige schots terug, grijpt de tasch, en kan met een vervaarlijken aanloop nog juist zijne makkers bereiken. Vlak bij den overkant is het ijs te ver van den wal verwijderd om het vaste land te hereiken. De koene reizigers aarzelen niet. Phileas en Corsicon houden de beide dames boven hunne hoofden, evenals een zwemmer die zijn pakje kleeren droog wil houden, begeven zich evenals Passepartout te wateren na hevige inspanning stapt het vijftal behouden te Lent aan wal! Dood bedaard, alsof zij zoo met de brug waren over gekomen, kuijeren de reizigers thans naar Wildenbeest. Phileas ontwaart den corpulenten kastelein en vraagt hem een rijtuig met 2 of 4 paarden, onder conditie dat hij de dieren desverkiezende dood mag rijden. Wildenbeest oppert tegen die propositie zeer begrijpelijke bezwaren. Fogg: «Mijnheer, ik moet uwe paarden hebben; ik geef u 100 pond.» Wildenbeest: «Het spijt mij, mijnheer, maar ik kan er u niet aan helpen.» Fogg: «Dan koop ik uwe paarden voor 1000 p. st. Corsicon «12,000 Hollandsche guldens.» Wildenbeest: «Mijnheer, ik heb geen koetsier die u onder zulke omstandigheden zal willen rijden.» Fogg: «Dan zal ik rijden.» Corsicon: «Mijn waarde heer Fogg, gij zijt een echte Yankee.» Fogg: «Pardon, mijn waarde vriend, ik ben een volbloed Engelschman. Passepartoutbetaal Het vierspan wordt zoo goed en zoo kwaad als het gaat voor een vigelante gezet. Intusschen heeft Phileas van den kastelein 3 drooge mannenpakken en 2 vrouwen- pakken gekocht, die onder lie.t inspannen worden aange trokken. Alles is gereed. Fogg klimt, in het costuum van den stalkm.^'.t, op den bok; de 4 overigen stijgen binnen in. Op het oogenblik van weg te rijden zegt Phileas: «Mijnheer, ik heb vergeten u het rijtuig te betalen, dat waarschijnlijk in stukken zal breken. Passé par tout, betaal aan mijnheer nog 1000 pond.» Passepartout betaalt en het rijtuig vliegt weg als een pijl uit den boog. Hoe het gezelschap de overzijde van den Rijn bereikt, zal ik verder aan de verbeelding van den lezer overlaten. Ik meen genoegzaam bewezen te hebben, dat wij Phileas Fogg geluk mogen wenschen, op zijn reis niet in den winter over Nijmegen te hebben moeten gaan, tenzij iemand hem met den omweg over Kleef mogt bekend maken. De prijzen van de turf, die in laatste dagen van 10 tot 15 ets. per ton gedaald waren, zijn weder tot de oude hoogte gestegen, zoodat men nu van 70 tot 80 ets. per ton moet betalen; millioenen turven worden thans uit liet noorden des rijks per spoor verzonden. De almanak der Agricultural Gazette bevat een ver gelijkend overzigt der verkoopingen van shorthorns in Engeland en Amerika in 1875. De opgaven betreffen alleen die dieren die van goede afkomst zijn, d. i. de pedigree shorthorns of dezulken die in het Herdbouk zijn ingeschreven. In Amerika werden verkocht 2589 stuks a 79 p. st. dooreen; in Enge land 2599 stuks a 87 p. st. Benoeming'en, enz. Tot heemraad van den polder het Hoornder Nieuwland, op Texel, is benoemd de heer II. Bruin Jbz.tot heemraad van den polder Wieringcrwaard de heer 1). Waiboer Hz. Aan de gewezen commiesen bij de directiën der Marine alhier A. F. Sariemijn en te Amsterdam 1). M. Nolthenius is een pen sioen verleend, respeetivelijk van f 940 en f 823 's jaars. Be luit. ter zee 2de kl. A. VVerumeus Buning, laatst behoord hebbende tot de rol van het schroefstoomsehip Prinses Maria in YVest-Indië en van daar met particuliere gelegenheid den 3 dezer teruggekomen, is met dien datum op non-activiteit gesteld. De luit. ter zee 2de kl. B. de Groot, dienende aan boord van het ramschip Guinea, wordt met 20 dezer op non-activiteit gesteld en met 21 daaranvolgende vervangen door den luit. ter zee 2de kl. F. B. 's Jacob. De luits. ter zee 2de kl. J. S. van Drooge en W. H. Souman en de off. v. udm. 3de kl. J. A. Torré, laatst behoord hebbende tot het cscador in Oost-Indië en van daar den 27 Dee. terug gekomen, zijn met dien datum op non-activiteit gesteld. De off. v. gez. 2de kl. bij de zeemagt dr. A. W. van Itenterghem is met ingang van den 11 dezer bevorderd tot off. v. gez. 1ste kl. B u ite n I a n d. Frankrijk. De koude laat zich op vinnige wijze te Parijs gevoelen. De thermometer daalde in den nacht van Zaturdag op Zondag tot 10 graden beneden nul. De schaatsenrijders maken zich gereed voor een regt winterfeest op het ijsveld van het Bois de Boulogne. Ongelukkig heeft de strenge vorst reeds eenige slagtoffers gemaakt. Een zeventigjarig grijsaard, die op het plein van het Chateau d'Eau een couranten-kiosk hield, is doodgevroren. Enkele andere door de kou bevangen lijders zijn met moeite in het leven teruggeroepen. Van de ellende, die door zulk een winter in de wereldstad geleden wordt, zullen wij liefst den sluijer niet opheffen. De liefdadigheid is echter wakkerder dan ooit op haar post. Virginie Lebois was bonne bij de familie K. te Parijs. Slechts één kindje was aan haar zorg toevertrouwd en zij had^ dit kind dan ook zeer lief. Ongelukkig was dit hare eenige liefde niet; de uniform der Fransche soldaten, vooral die van een korporaal dor jagers, trok haar bijzonder aan. Jl. Woensdag ging zij met de kleine, in zijn wagentje gezeten, uit en ontmoette toen haar korporaal. Zij wandelden zamen voort, terwijl Virginie steeds het wagentje voorttrok. De avond begon weldra te vallen en na afscheid genomen te hebben van haar Kloris, ging Virginie huiswaarts. Voor de deur gekomen wilde zij het kind er uit nemen, doch tot haar schrik was het verdwenen en een pop in de plaats. De familie K. is, evenals de bonne, natuurlijk radeloos van smart. Daar zij geen personen kennen, vijandig tegen over hen gezind, moet hier aan diefstal uit speculatie-geest gedacht worden. Hen 2 dezer is te Parijs overleden Berthier, bijgenaamd «de Generaal,» hoewel hij niets met de militaire aangelegenheden had uit te staan. Hij kommandeerde nogtans een regiment en wel het schoonste van Frankrijk: hij was namelijk chef van het ballet—personeel der groote opera. Als die man gedenkschriften nalaat en als hij ze niet nalaat, dan zal een ander ze zeker wel voor hem maken zullen zij zeer pikant worden. Op zekeren dag kwam Berthier in de opera en zeide tot de danseuses «Kinderen, ik ben van morgen getrouwd. Men zegt wel eens, dat het huwelijk een loterij is; ik heb het hoogste lot getrokken; ik heb namelijk een jong meisje gehuwd, dat ik lief heb, en ik ben zeker dat ik met haar nooit zal twisten, dat ik nooit door haar geplaagd zal worden, dat zij nooit buiten mij zal kunnen en dat zij mij nooit met gebabbel zal vervelen.» «Och kom! riep het gekeele ballet-personeel als uit één mond vader Berthier, gij vertelt ons vreemde dingen.» «Kinderen, ik ben er zeker hernam de choregraaf mijn vrouw is stom.» Het is dan ook werkelijk gebleken, dat nooit een huwelijk gelukkiger is geweest dan dat van den danser en zijn sprakelooze wederhelft. Hoogst pittoreske beschrijvingen zijn weer gegeven van de rozen, welke gedurende den winter in zoo grooten overvloed te zien zijn in de bloemwinkels te Parijs en in de kiosken op de boulevards. Men verhaalde ons met hoe groote zorg ze moesten verpakt worden, om zoo keurig en fleurig het verre transport te kunnen verdragen van de kanten der Middellandsche zee naar de hoofdstad. Zelfs heeft men ons rondgeleid door de tuinen waar het boeren- volkje en hunne gezinnen bezig waren de bloemen te lezen voor de rijkere natuurgenooten, bloemen, van wier geur zij om hunne karige middelen zeiven geen genot mogten hebben. Alles zeer mooi en roerend zelfs; maar 't is niet waar. Genoeg, al die bloemen, welke de bezoekers van Parijs zoo zeer bewonderen en soms koopen, groeijen niet in 't zuiden, maar te Parijs zelf, en wel in een der meest smerige en havelooze zijner straten, de rue Lorraine. Daar huist een groote firma, wier etablissementen alleen het bezoek waard zijn. Daar, door warmte en mest, worden al die rozen gekweekt van November tot Mei. De kunst heeft het zoover gebragt, dat er altijd, voort durend, telken ure als 't ware, nieuwe rozen ontluiken en de voorraad nooit is uitgeput, en zes maanden lang, altijd geurig, maar nooit te veel, zoodat de prijs steeds als «gesouteneerd» op de markt mag genoteerd worden. Op het eiland Réunion, heeft den 11 Dec. jl. in het district Salazie, in het rotsachtig gebergte, over eene uit gestrektheid van bijna twee kilometer, eene aardstorting plaats gehad, waardoor 62 personen onder een laag zand en steen, ter hoogte van 50 meter, bedolven zijn. De auto riteiten waren zoo spoedig mogelijk op de plaats des onheils; maar zij moesten van elke poging om hulp te bieden afzien. Zij konden slechts constateeren wat er gebeurd was. Engelaiid, Voor den Prins van Wales hebben te Bankipore niet minder dan 400 olifanten gedefileerd. Men kent de wet op de strenge Zondagsviering; in Engeland laat zij niet met zich spotten. Men leere het op nieuw uit het volgende feit. Te Melenhall in Staffordshire is een goddeloos barbier ontdekt, die op Zon- en Kersdag een klant den hardos durfde korten. Hij werd ontdekt in flugant dêtit met de noodlottige schaar in de hand. De politieman zwoer dat hij het met eigen oog zóó had gezien. In Mansion-House te Londen werd dezer dagen een gemaskerd kinderbal gehouden, een der zoogenaamde «katoenballen.» Ieder die er aan deelnam, moest in katoen gekleed zijn. Het woord «katoen» is ondertusschen nog al elastisch en beteekent volstrekt niet hetzelfde als goedkoop. De lord-mayor Cotton deed op het kinderfeest 11 perso- naadjes verschijnen in verschillende kleeding, als«Mane schijn,» «Feeënkoningin,» «Rozenkoningin,» «Romeo,» «de Schach van Perzië,» enz. Er was keur van gewaden. Onder de dametjes waren de herderinnetjes a la Wattau zeer talrijk. Onder de knapen krioelde het van matrozen en hansworsten. Een driejarig jongentje debuteerde als «Porzia.» Voor de kleine gasten was het stedelijk paleis niets minder schitterend ingerigt dan voor wethouders en ministers. De lord-mayor presideerde in ambtsgewaad, gevolgd door de teekenen zijner waardigheid, zwaard, scepter, enz., die hem achterna gedragen werden. Mschland. De Berlijnsche vereeniging tot inzameling van sigaren- puntjes deelde uit de opbrengst daarvan op den 27 Dec. jl.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2