HELDERSEHE EV MKIHEUËfEI (01 RA NT. 1876. N°. 10. Zondag 23 Januarij. 34 Jaargang'. Binnenland. „W y huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zatnrdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1 30. franco per post - 1 65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. It ii r e a uM O li E ft V Si E I ft ft3. 1 Prijs der Advertentién: Van elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden i —4 regels 60 Cents, plaatsruimte berekend. Hlken 2>ondor«!ng vertrekt de mail naar Oont-lndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWEDIEP, 22 Januarij. De kapt. ter zee jhr. M. W. van Rensselaar Botvier, eervol ontheven van het commandement over Zr. Ms. wacht schip alhier, vertrok gisteren namiddag met den trein van 1 u. 55 m. Vele belangstellenden deden dezen algemeen geachten hoofdofficier uitgeleide, terwijl het stafmuziekkorps der Marine zich op het perron deed hooren. De kapt. ter zee W. Enslie aanvaardde den 20 dezer het bevel over het wachtschip. Jl. Donderdag overleed alhier in 56jarigen ouderdom de heer P. H. Polak, een man die zich in de verschillende betrekkingen, die hij bekleedde, door kunde en ijver onder scheidde. Gunstig bekend was zijne bekwaamheid als calligraaf, terwijl hij bij de Israëlitische gemeente op zeer verdienstelijke wijze de betrekking van secretaris bij het kerkbestuur bekleedde. Naar wij vernemen zijn de rederijkerskamers «Bilder dijk,» te Alkmaar en «Olympia,» alhier, onderling over eengekomen tot het geven van gast-voorstellingen. Ten gevolge hiervan zal de kamer «Bilderdijk» op Woensdag 2 Februarij a. s. alhier eene uitvoering geven voor de leden van «Olympia» met hunne dames, In de Nutsvergadering, jl. Donderdag avond in Tivoli gehouden, werd de spreekbeurt vervuld door den heer Cohen Stuart, van Alkmaar. Spreker leverde eenige losse gedachten over opvoeding en onderwijs en bragt de vraag ter sprake of wij bij het kiezen van lectuur voor onze kinderen voor- dan wel achteruit zijn gegaan. Hij kwam daarbij tot de slotsom, dat het bij de opvoeding vooral aankomt op de vorming des harten en dat er in het streven naar het hoogere eene opmerkelijke overeenkomst is op te merken onder menschen van verschillenden leeftijd en rigting. Spreker toonde dit aan uit gedichten van des Amorie v. d. Hoeven, de Genestet, Bilderdijk en Beets. In het tweede gedeelte zijner improvisatie wees spreker met nadruk er op, dat de vorming van het kinderhart in de eerste plaats moet worden behartigd en dat het groote boek der natuur daartoe een belangrijken inhoud aanbiedt. Met een gedicht van Heije op het nieuwe jaar besloot spreker zijne voordragt. Gisteren avond werd in Tivoli de vierde volksvoor- dragt in dit saizoen gehouden. Als gewoonlijk was de opkomst van het publiek zeer talrijk. De spreekbeurt werd vervuld door den heer J. F. Groen, die achtereenvolgens voordroeg1 Een nieuwjaarscadeau van de afdeeling Amster dam van Multapatiorsbond, een woord van aandrang tot het aanvaarden van 't lidmaatschap van dien bond, die strijd wil voeren tegen een magtigen vijand: den jenever. Die bond heeft ten doel bevordering van volkswelvaart, vooral door 't bestrijden der nadeelen, die uit het steeds klim mend misbruik van bedwelmenden drank voortvloeijen. Een verhaal, getiteld: "Een kale plek in een duffelsche jas strekte tot opwekking en aansporing om het aangewezen kwaad te vlieden. 2. Stormweer, een tafereel uit mijn zeemansleven, van C. T. van Assendelft de Coningh. Beide stukken, goed voorgedragen, werden blijkbaar niet onver deeld genoegen aangehoord. Na de pauze werd door de zangvereeniging Cecilia ten gehoore gebragt de schoone cantate: «Landelijke avondstond,» van Schmitz, met reci- tative, solo's en koren, woorden van G. H. Broekhuizen. Zeer verdienstelijk was deze uitvoering, die den aanwezigen des te meer genoegen schonk, doordien de Commissie afdrukken van den tekst gratis had doen uitreiken. Muziekuitvoeringen wisselden de verschillende werkzaam heden van dezen avond af. Wij vernemen, dat de volgende volks voordragt voor- loopig is bepaald op Woensdag 16 Februarij a. s. De heer K. Vos, van de vereenigde tooneelisten te Amsterdam, een vroegere plaatsgenoot, hoopt den 31 dezer zijn 25jarigetooneeldienstte herdenken. Hij zal bij die gelegen heid optreden in de rol van St. Pliar, in het drama Olympia. De commissie van beoordeeling, benoemd door het hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, heeft uitspraak gedaan omtrent de beantwoording der prijs vraag over kaasbereiding. De prijs, de gouden medaille der Maatschappij en f 275, is toegekend aan het antwoord, ingezonden onder het motto «Prediker X vers la.» Bij de opening van het naambriefje bleek de schrijver ie zijn dr. P. J. Hollman, te Edam. Door de Hollandsche Maatschappij van Landbouw zijn niet minder dan 367 staaltjes, proeven, monsters, of hoe men het noemen wil, van voortbrengselen van akker bouw, tuinbouw, zuivelbereiding, houtteelt, enz., verbouwd of gemaakt in de provinciën Noord- en Zuidholland, naar de internationale wereldtentoonstelling te Philadelphia ge zonden. Een met zorg vervaardigde catalogus Hollandsch en Engelsch vergezelt de zending. Bedankt voor liet beroep naar Goes door ds. E. B. Gunning, pred. te Alkmaar. - Jl. Woensdag liet le Texel een huismoeder haar kind zonder toezigt te huis en ging een boodschap doen. Terug komende vond zij haar lieveling deerlijk verbrand; het vuur in den kinderstoel had den kleertjes doen vlam vatten. De kleine was spoedig een lijk. Door den heer M. Spoor, onlangs te Broek op Langedijk overleden, is aan de algemeene armen aldaar een legaat vermaakt, groot f 2000. Een oude bekende, de raderstoomboot naar het Tol huis, in de wandeling «de Poffërt» genaamd, is aan de ligplaats aan liet Y gezonken. Te 's Hage is jl. Donderdag aanbesteed: het maken van de beveiliging en verdere bijkomende werken voor de spoorwegbrug Noordzee-kanaalZaandam. Minste inschrijver de heer van Hoogerwouw, te Boxtel, voor f 97,800. Het Vaderland wijst er zeer teregt op, hoe het groote misbruik van sterken drank in Nederland grootendeels toe te schrijven is aan de onheperkte vrijheid voor het verkoopen daarvan. De stad Gothenburg in Zweden heeft bewezen, dat reeds veel zou zijn gewonnen, zoo het tappersbedrijf niet meer werd uitgeoefend door lieden, wier verdiensten grooter zijn, naar mate er meer wordt gedronken. De drankwinkels worden daar gehouden door vrouwen, die geen percenten, maar een vast salaris hebben. In Oct. 1864 werd dit systeem ingevoerd. In 1864 werden te Gothenburg 2164 personen beboet wegens dronkenschap, in 1866, ofschoon de bevolking aanmerkelijk was vermeer derd, slechts 1415. Gevallen van delirium treinens waren er in 1861 118, in 1868 54. Daarbij komen dan nog de financiële voordeelen. Te Liverpool werd in 1861 de handel in spiritualiën vrij verklaard, 't Gevolg hiervan was, dat de als padde stoelen uit den grond opschietende tapperijen tot eene toe nemende dronkenschap, armoede, misdaad, ziekte en dood leidden. Eindelijk lieten 123 geneeskundigen hun waar schuwende stem hooren, beperkende maatregelen werden nu genomen en het drankverbruik verminderde terstond. In Nederland wordt men zelfs door ondervinding niet wijs. De verkoop van sterken drank wordt niet in het minst belemmerd. Arsenicum en andere giften mogen niet vrij verkocht worden, doch in den jenever schijnt de wet gever geen vergift te zien. De regering ziet het kwaad jaarlijks toenemen, zonder iets ter beteugeling te doen. Zij geeft zelfs een premie aan hem, die zich als drank- verkooper laat inschrijven, een testimonium van geschiktheid om meê te kiezen voor de vertegenwoordiging van staat en gemeente! Eens evenwel, zoo besluit het Vaderland, zal er een tijd komen, dat men de jenever politiek van deze dagen algemeen zal veroordeelen, als zedeloos en menschonteerend. Jl. Woensdag overleed te Utrecht de hoogleeraar dr. P. J. van Kerckhoff, vroeger hoogleeraar te Groningen. Te Vlissingen is in den nacht van den 17 dezer een schipper, die met een paar makkers «uit» was geweest, en tot wien de bedreiging werd gerigt, dat men hem «kapot j zou maken» als hij 't was 's nachts 2 uur geen i schelvisch uit zijn schip zou halen, van een hoogen dijk in zee gesprongen. Zijn «makkers» wierpen hem eenige steenen na. De schipper heeft een uur in het ijskoude water rond- gezwalkt, en is toen door den sluiswachter opgenomen, j Van het voorgevallene is procesverbaal opgemaakt wegens I «poging tot moord.» Op de jl. Dingsdag te Zwolle gehouden vergadering van 't hoofdbestuur der schippersvereniging Schuttevaer is bepaald, dat de 13de jaarlijksche algemeene vergadering aldaar zal gehouden worden op Woensdag den 2 Febr. a. s., in de Nieuwe Stadsherberg, te beginnen des morgens om 11 uur. Er zal een lid van het hoofdbestuur moeten gekozen worden in plaats van den lieer R. ten Have, te Dedemsvaart, overleden. Nieuwe afdeelingen zijn opgerigt te Edam, met 29 leden, Enkhuizen, met 99 leden, en Oosterend op Texel, met j 65 leden. De commissie, die zich belast heeft met het ontvangen van bijdragen ten behoeve der weduwe met zeven kinderen van den onlangs op treurige wijze omgekomen heer J. de Gruyter, leeraar in de gymnastiek te Kampen, heeft tot dusverre eene som van f 627 9.34 ontvangen. Nu generaal Pel weder naar Atsjin is teruggekeerd, de barisan, die te Meester-Cornelis in garnizoen lag, naar het tooneel van den oorlog is overgevoerd, en een paar bataillons gereed staan om de barisan te volgen, zegt de Java-Bode, beginnen de gebeurtenissen te Atsjin weder meer belang in te boezemen. De meesten verwachten dat generaal Pel den vijand duchtig de les zal lezen en het gebied van Toekoe Nanta zal veroveren. Waarschijnlijk zal dit vele offers kosten, vooral van hen die doorziekten 1 zullen worden weggerukt, daar de maanden Januarij en Februarij volgens de ondervinding de minst gunstige schijnen te zijn voor den algemeenen gezondheidstoestand; van den invloed van de nieuwe hospitalen op de vlakte, stellen vele bevoegden zich niet veel voor; zij rusten onmiddellijk op den beganen grond en voor ventilatie is slecht gezorgd. Treedt generaal Pel agressief op, dan zal hoogstwaarschijnlijk het werk aan den spoorweg en aan de gebouwen gestaakt worden. Wel zijn te Atsjin thans pikol-paarden, maar niet genoeg, en daarenboven is er altijd veel te transporteren dooi- koelies. En wanneer Bidal en Ketapang-doewa genomen zijn, zal men daar hetzelfde werk moeten gaan verrigten, dat bij de reeds bestaande posten zooveel menschenlevens en tijd heeft gekost: het terrein openkappen; na het nemen der kampongs zullen de kampongsranden moeten worden opgeruimd. Het plan van generaal Pel schijnt, de strook land te veroveren tot aan den voet van het hooge gebergte. Dit zal jaren vor deren bij het thans gevolgd stelsel en het is zeer de vraag, of de nu bezette landstreek niet het hoogste gedeelte is van het alluviale terrein, dat zich van de zee uitstrekt tot aan het steile gebergte, zoodat het verdere terrein laag, moerassig en ongezond zal blijven. Het zou zeer gewaagd zijn te zeggen, dat liet plan van generaal Pel niet goed is. Die generaal is door generaal van Swieten in eene aller- liagchelijkste positie te Atsjin achtergelaten en heeft zich meesterlijk door de grootste moeijelijkheden lieengewerkt, hetgeen op zichzelf reeds voldoende is om groot vertrouwen in zijn verder beleid op te wekken. Daarenboven staat men in de Atsjinkwestie voor zooveel onbekenden, dat het maken van een plan tot de moeijelijkste en meest inge wikkelde problemen behoort. Toch worden dezerzijds eenige opmerkingen gemaakt betreffende dat plan als be schouwingen, ter wille van het algemeen belang, waarachter de Javaan zelve een vraagteeken plaatst. Het is noodig ambtenaren aan te stellen in de (voornaamste der) staatjes, die onze souvereiniteit hebben erkend, om door een kalme, waardige en moedige houding die staatjes tot het besef te brengen van hetgeen de Nederlandsch-Iudische regering met hen voorheeft, en hun de voordeelen duidelijk te maken van een vast verbond met ons gouvernement. Men heeft er op gewezen, dat het welligt moeijelijk zou zijn een aantal ambtenaren te vinden, geschikt voor zulk een zending, doch de Java-Bode twijfelt er niet aan of ze zullen worden gevonden. Evenzoo zou het doelmatig zijn, eenige kuststaatjes op militaire wijze te bezetten en andere staatjes, nabij die welke onze souvereiniteit nog niet hebben erkend, weder te blokkeren, totdat zij de weêrspannigen hebben overgehaald. Lieten de beschikbare middelen het toe, dan ware eene zeer strenge blokkade van de geheele kust op den duur een krachtig middel om tot onderwerping te dwingen. De Java-Bode herhaalt den reeds vroeger gebezigden aandrang tot een krachtig optreden tegen Simping Olim, een der trouwste bondgenooten van Groot-Atsjin, en zag van lieverlede hier de schuilplaats van ontevredenen, en liet brandpunt van zamenzweringen tegen ons gezag. Zich te verdiepen in idealen heeft weinig nut. Een idylle om Atsjin te vlechten; zich nu reeds Olëh-leh inde toekomst voor te stellen als een haven, als een handelsplaats die Singapore en Penaug in de schaduw plaatst; zich Oleh-leh als de stapelplaats te denken van de steenkolen uit het Oinbilien-veld, de kolen van welk veld (wij bedoelen voor namelijk het Soengei-Doerian-veld aan den regter-oever der Ombilien) onder de gunstigste omstandigheden eerst over tien jaren de Brandewijnsbaai kunnen bereiken, schijnt bijzonder practisch. Wij weten van Atsjin nog zoo weinig; wij zijn nog zoo slecht bekend met het land zelf, met de hulpbronnen en met de middelen tér beschikking, dat het hoogst onvoor- zigtig zou zijn nu reeds dergelijke grootsche plannen te ontwikkelen, en met het ideale zich zoo te vermaken, dat men werkelijk zelf begint te gelooven niet ver meer te zijn van de verwezenlijking. Den vijand van tijd tot tijd eens een duchtig pak te geven wanneer de gelegenheid zich voordoet; hem op een eerbiedigen afstand te houden van den door ons getrokken verboden kring; met elk der staatjes, die onze souvereiniteit erkend hebben, in meer dere aanraking te komen, en een geschikt ambtenaar daar te plaatsen; eenige kuststaatjes door militairen te doen bezetten: een strenge blokkade te handhaven tegenover de weerspannige staten, en tegenover de staatjes, die in de nabijheid dier weerspannigen gelegen zijn; onze positie in Groot-Atsjin te consolideren; de leer der hygiëne daar in den ruimsten zin toe te passen, de noodige werken aan te leggen, en ons langzamerhand zoo sterk daar te maken, dat orde, regel en veiligheid daar heerschen; daarna te trachten eenige handelaars over te halen zich te vestigen en met de staatjes, die onze souvereiniteit hebben erkend, handelsbetrekkingen aan te knoopen; een haven aan te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1