Buitenland. effecten, groot ieder 100 p. st. en 2 dito, groot 50 p. st. een zwart verlakte trommel, inhoudende 5 aandeelen in de Russische Nicolaï-spoorwegmaatschappij, ieder groot 20 p. st.; 1 dito, groot 100 p. st."; 4 obl. Noord-Amerika, ieder groot 1000 dollars; 12 obl. Portugal, ieder groot 100 p. st.; 1 obl. Rusland, groot 50 p. st,benevens twee gouden ringen, een met brillanten en een met paarleneen gouden vestketting; twee juweelen oorknoppen en 7 bankbilletten, ieder van f 100. De hoofdpersoon in deze strafzaak is de 30jarige huis knecht van gemelden heer, zekere D. G. N. van Veen, op wien de beschuldiging van den diefstal rust, terwijl de winkelier in kruidenierswaren A. Quant, oud 60 jaren, voor zijn medepligtige wordt gehouden. De acte van "beschuldiging, wier voorlezing geruimen tijd vorderde, en liet verhoor van een aantal getuigen bragten de omstandigheden aan het licht, waaronder deze diefstal was bedreven. Een volksoploopje voor de woning van den tweeden beschuldigde in de Naauwebroedersteeg bragt de Rotter- damsche politie op het spoor van de daders. Dat zooge naamde standje was teweeggebragt door eene bij hem inwonende vrouw, die zich bij den surveillerenden politie— ao-ent over mishandeling door haren onwettigen man be klaagde, welke beambte, op het gezegde harerzijds: «ja mijnheer, als je alles wist, dan ging hij (wijzende op den kruidenier, in wiens woning beiden zich bevonden) voor 5 jaar naar het spinhuis,» en ook na de ontdekking van een zwart verlakt trommeltje, kwade vermoedens kreeg. Van zijne bevinding gaf de politie-agent aan een zijner chefs kennis, op wiens last de kruidenier met het trommeltje en een blikken busje naar het politiebureau werd gebragt. Aldaar is gebleken, dat de trommel met geweld was opengebroken en o. a. bevatte 7 bankbilletten ieder van f 100, benevens een stukje papier, waarop de naam van de bestolene mevr. S., die op vertoon den trommel dade lijk voor haar eigendom herkende, alsmede zes daarin gevonden coupons. Spoedig daarna werd haar huisknecht, de eerste be schuldigde, door de politie gearresteerd. De beide beschuldigden hebben reeds vroeger met de justitie kennis gemaakt. De eerste heeft reeds zeven jaren gevangenisstraf ondergaan wegens diefstal, terwijl de tweede vroeger tot eene correctioneele gevangenisstraf van twee jaren veroordeeld is geweest. Van Veen beweert geheel onschuldig te zijn aan de misdaad, hem ten laste gelegd. Volgens hem is er van de geschiedenis van het trommeltje en het ontvangen van geld in de woning van zijn medebeschuldigde niets waarslechts is hij bij dezen gekomen om sigaren te koopen. De tweede beschuldigde heeft in de instructie de feiten bekend te hebben gepleegd. Zij worden mitsdien beschul digd: de eerste van diefstal in een bewoond huis door middel van binnenbraak; de tweede beschuldigde van medepligtigheid daaraan, door het verschaffen van een werktuig, dat tot het plegen van het feit gediend heeft, met voorweten dat dit daartoe dienen moest, en het met weten helen en bergen der gestolen goederen en dit na vroegere veroordeeling. Het openbaar ministerie, waargenomen door den advo caat-generaal mr. Gregory, rekwireerde de veroordeeling van van Veen tot 20 jaar en van Quant tot 10 jaar tuchthuisstraf. Naar het Vaderland uit goede bron verneemt, zal het detachement mariniers, dat in Februarij 1875 naar Atsjin vertrok, zijn langsten tijd reeds in Indië vertoefd hebben. Tegen Junij wordt dit detachement vermoedelijk terugverwacht. Voor het tegenwoordige werd niet meer over de zaak gesproken, maar ofschoon ik bijna gerust gesteld was, scheen mij de uitdruk kelijke en meer dan rustige toestemming van mijn verloofde toch wel eenigszins in liet oog vallend. Hij had niet gesproken alsof deze zaak hem onverschillig was. maar integendeel, alsof ze zeer door hem gewenscht werd. Een heimelijke onrust kwelde mij. Nu kou ik het oogenblik, waarop Malwiue onze woning zou ver laten, nauwelijks afwachten. Toen Malwine de verandering vernam, die er door haar vertrek uit ons huisgezin zou komen, was zij door die mededeeling wel verrast, maar haar heengaan van ons scheen haar geen smart en verdriet te veroorzaken. „Tante Elisabeth heeft meerdere dochters." hoorde ik haar zeggen, „en ik weet ook dat daar in huis veel meer leven en beweging is. Tante ontvangt veel bezoek, gaarne ga ik derwaartsslechts Ik bespiedde haar met de grootste aandacht. „Slechts Malwine?" „Slechts dat ik Herman niet meer zien zal, totdat gij getrouwd zijt, nicht! En heeft dit eenmaal plaats gehad, dan blijft hij natuurlijk te huis. Hij houdt veel van mij, geloof ik./, In deze woorden lag een stille, onverklaarbare klacht. Wij beide, mijne moeder en ik, ernstige en arbeidzame vrouwen, aan wie liet leven met een wreede hand elke bloem ontnomen had, wij had den ja, dit kan niet ontveinsd worden, dat eenige, verkeerd opgevoede kind van oom niet van ganscher harte, maar meer uit nooddwang tot ons genomen. Hie oom was een kunstenaar, een lustige, dwaze kunstenaar, die in het minst de kunst niet verstond om met de zijnen huis te houden en die zijn dochter als een wilde rozenstruik liet opgroeien, zonder haar te beschaven of te leiden en die het reine maar teedere kinderhart geheel aan zich zelve overliet. Malwine had niets geleerd om op hare eigene beenen te staan en om door eigen arbeid door de wereld te komen, ja zij verstond niet eens de kunst om de kousen voor haar eigen sierlijk voetje te breiden. Om deze reden vooral verzocht de stervende aan zijn zuster, omdat hij zelf zoo zeer gevoelde, wat voor dit lieve meisje noodïg was, dat mijn moeder het tot zich zou nemen. Maar liet kind tot geregelden arbeid te brengen en het te leeren voor zichzelve te zorgen, dat ging zoo gemakkelijk niet. Tussclien het toen en het nu, tusschen het vaderlijk huis en het huis van tante was een oneindig groot onderscheid, en zoo vond liet kind van den overleden schilder in het huis harer tante wel alles wat nuttig en noodig was om voor zichzelve te leeren zorgen en door vlijt en arbeidzaamheid door de wereld te komen: maar het eenige, waarnaar het zoo smachtend uitzag en waarvan het gemis haar zoo smartelijk viel vond het er niet, namelijkliefde. Mama was niet in de kamer, daarover was ik zeer verheugd. Wat Malwine mij zeide, droeg den stempel der openhartigheid, maar het kon toch ook verkeerd begrepen worden. Tusschen: „goed zijn" en „goed zijn" is niet zelden een hemelsbreed onderscheid. Namens de familie wordt in de N. Rott. Courant van 4 Februarij geadverteerd dat mej. de wed. Barendregt geb. van Gent tc Charlois het voorregt geniet haren 87sten verjaardag te vieren, in het bezit zijnde van 18 kinderen of aanbeliuwdkinderen, 122 kleinkinderen en 118 achter kleinkinderen. Uit Rotterdam wordt gemeld, dat aldaar de mariniers uit Atsjin jl. Zondag ten half drie aankwamen en opgewacht wer den door vele autoriteiten, zooals de burgemeester en secretaris der gemeente, de bevelhebber in de militaire afdeeling, de coinm. en officieren der dd. schutterij, de cornm. der kon. scherpschutters, officieren van bet garnizoen enz., terwijl om die autoriteiten de schutterij, het garnizoen, de scherp schutters, het Metalen Kruis en verdex-e vereenigingen met muziekkorpsen van de schutterij en de weerbaai'heid stonden. Nadat de aankomenden met muziek begroet, en eenige toespraken tot hen gehouden waren, ging het in optogt naar de kazerne. Het gedrang der massa, ondanks het slechte weer op de been gekomen, maakte echter, dat die optogt nog al erg in de war liep en allerlei kleine ongelegenheden ontstonden, die van een opdringende en wanordelijk door elkander loopende inensclienmenigtc' onafscheidelijk zijn, zonder dat evenwel groote ongeregeldheden ontstonden. Slechts met veel moeite en bij kleine troepjes gelukte het den met uitbundig gejuich begroeten krijgers in de kazeime te komen, waar hun in een net versierde zaal een feestmaal werd aangeboden, waai-mede de plegtige ontvangst ten einde liep. Ook te Amsterdam zijn de teruggekeerde strijders ingehaald, maar daar was de wanorde zoo groot, zegt het Hld., als nog nooit werd aanschouwd. Te Alkmaar had zich aan het station een talrijke volks menigte verzameld om de krijgers een welkom toe te roepen. Men schrijft uit Gorinchem: Zelden was de aandrang tot de voor het publiek bestemde tribune der arrondisse- ments-regtbank te Gorinchem grooter dan op de jl. Vrijdag gehouden regtsdag en met gespannen aandacht en levendige belangstelling volgde een gx-oote menigte de behandeling der zaak van de uitdraagstersvrouw S., welke voor genoemd regterlijk college zich wegens het houden van een geheim pandjeshuis had te verantwoorden. Even talrijk en bont als de getuigen a charge, meest allen vrouwen, waren de in judicis aanwezige pandjes, waarop met ongehoorden woeker en tegen Spitzederachtige renteheffing meestal aan behoeftige huismoeders kleine geldsommen waren uitgeleend; o. a. was door een harer, die geregeld 's wekelijks het Zondagspak van haren man des Maandags voor enkele guldens verpandde en des Zaturdags weder inloste, in den loop van twee jaren op dat Zondagspak f 26 voor rente aan vrouw S. uitbetaald. Beklaagde ontkende pertinent. Haar stelsel van verdediging, ook door haren regtsgeleerden raadsman, mr. Dijckmeester, in beginsel aangenomen, luidde dat er te harent nooit iets anders dan koop en verkoop met beding tot wederinkoop bad plaats gegrepen. Het O. M., waargenomen door mr. Telders, schetste met even levendige als donkere kleuren het misdadige van het aan beklaagde ten laste gelegde, achtte een en ander bewezen en rekwireerde hare verooi'deeling tot eene cellulaire gevangenisstraf voor den tijd van 15 dagen en eene geld boete van f 50. Vrouw Schumacher, bijgenaamd «de Zweedsche dame,» eene kaartlegster van beroep, werd jl. Donderdag door het kantongeregt te Gorinchem ter zake van waarzeggen tot het maximum der hierop bedreigde geldboete, h. f 7.50, en eene subsidiaire gevangenisstraf veroordeeld. Dezer dagen had een bruiloftsgast tc Tilburg zooveel eer aan de «bruidstranen» bewezen, dat hij den volgenden morgen is overleden. In de jl. Zaturdag gehouden gemeenteraadszitting van Wageningen is besloten de gebouwen voor de Landbouw school aan te koopen voor f 40.000. Voor oprigtings- kosten moet de gemeente f 20.000 bijdragen; de overige kosten komen echter voor rekening van het Rijk. Door den veehouder Adr. van Vliet te Bergambacht, welke reeds meermalen op landbouw-tentoonstellingen voor zijne kaasprodukten bekroond werd, wordt ook thans kaas naar deinternationaletentoonstellingtePhiladelphiagezonden. Jl. Woensdag heeft te Lemmer nog eene hardrijderij op schaatsen door mannen en vrouwen op de Zuiderzee plaats gehad. Er was veel volk; alles is best afgeloopen. Een voornaam graanhandelaar te Groningen heeft zijne betalingen gestaakt. Het passief raamt men op minstens f 400.000. Gebrek aan voedergewassen, zoo meldt men uit Veendam, en het uitzigt op slechte geldelijke resultaten hebben de veehouders teruggehouden veel mestvee op te stellen. Ook in het bebouwen der gronden staat er in de Veenkoloniën wei eenige wijziging te wachten. Men komt namelijk al meer en meer tot het inzigt, dat met meer voordeel minder aardappelen en meer hal in vruchten, vooral rogge, kan worden verbouwd, sedert de strooprijzen, tot de enorme hoogte zijn gerezen, dat men met gemak f 50 voor het deimt roggestroo kan maken. Bij een meer rati- onelen wisselbouw blijft de bodem ook in een beteren staat, wat vooral niet uit het oog mag worden verloren. Den 28 Jan. reed de voerman W., wonende te Erica, met zijn wagen tegen een der palen van de klapbrug te Zuidbarge. Ongelukkig brak de dissel, waardoor 't paard struikelde en ten laatste teregt kwam in 't kanaal. W., bevreesd zijnde, dat bet zijn paard te benaauwd zou worden, springt het na, klemt zich aan den hals van 't paard vast, meenende liet op die wijze voor verdrinken te kunnen bewaren. De omstanders echter begrepen in welk een gevaarlijken toestand W. verkeerde; zij stelden daarom alles in het werk om hem uit die positie te verlossen; doch wat men ook deed, W. was besloten 't gevaar met zijn paard te deelen, zeggende: «ik loat mien Piettien neet los, mien Piettien is mien .broodwinning, as raien Piettien dood geed, wil ik ook dood.» Eindelijk na ongeveer een kwartier wachtens, had men een weg door 't ijs gebaand en Piet en voerman werden, wonder boven wonder, onge deerd op het drooge gehaald. De gemeenteraad van Maastricht heeft besloten, aan de belastingschuldigen van den hoofdelijken omslag over dit jaar, die hun aanslag binnen 30 dagen na ontvangst van het aanslagbillet voldoen, 5 pCt. korting te verleenen. De Landb. Ct. bevat de volgende haar uit Wiesbaden toegezonden oproeping. «Bezitters van ongehoornd rundvee, mannelijke of vrouwe lijke personen in hun dienst hebbende, die zich bijzonder onderscheiden hebben door goede bezorging van dat veeras, en die als zoodanig hetzij dit jaar of een volgend jaar, in aanmerking zouden kunnen komen, om als candidaten voorgesteld te worden voor de zilveren medaille der ver- eoniging tot bescherming van dieren te Parijs, en de premie van 50 franks (stichting Dutróne,) worden beleèfdelijk uit- genoodigd, om vóór 1 Maart e. k. de namen, voornamen en woonplaatsen dier personen, zoomede die van hen zeiven (duidelijk geschreven,) te willen opgeven aan het adres: «graaf Mau in Nahuis te Wiesbaden, Deutsches Haus, Elizabethenstrasse 2.» Een erfenis van een milliard! 't Klinkt ongelooflijk en toch moet liet waar zijn. Ten minste de Evenement verzekert, dat een Fransch afgevaardigde, graaf D...t, eerlang bezitter van zulk een rijkdom zal worden. Voor honderd jaar kocht namelijk een schatri jk Amerikaan voor geringen prijs een groot stuk land. Een jaar later verkocht hij het weêr, doch maakte daarbij de conditie, dat, na negen-en-negentig jaar, het stuk land hem of zijn erfgenamen weder in eigendom zou toebehooren. Gedurende dien tijd nu is op genoemd terrein de groote stad Chicago gebouwd, terwijl jl. Zondag de negen-en— negentig jaren van het koopcontract verstreken waren. De eenig overgebleven erfgenaam van den Amerikaan is een dame, die op dit oogenblik met graaf D....t gehuwd is. Den 4 Mei van dit jaar zullen de Florentijnen, die in den laatsten tijd bijzonder feestelijk gestemd schijnen te zijn, den dag herdenken, waarop twee honderd twintig jaar geleden Bartolomeo Christofori, de uitvinder van de piano, in de stad der Medicis moet geboren zijn. Waarom dat feest juist nu, 220 jaar na 's mans geboorte, wordt gevierd en of de man werkelijk de piano heeft uitgevonden, zijn vragen, die de beoefenaars van de geschiedenis der muziek mogen beantwoorden. (Amst. Crt.) België. De Opinion meldt, dat de stokers aan boord van eene Antwerpsche boot, waarop zich 150 personen bevonden, in de steenkolen zeven met kruid gevulde pakketten zouden hebben gevonden. Ongeveer vier jaren geleden werd de markies Dubois de Bianco te Brussel vermoord gevonden in zijne woning, waarin tevens een begin van brand was ontstaan. De moord was onder raadselachtige omstandigheden gepleegd, zoodat de justitie en zeer moeijelijke taak bad. Zij tastte dan ook reeds eenmaal mis, toen zij verdenking liet vallen op een der bedienden, die echter later onschuldig verklaard werd. Nu rezen zware vermoedens tegen een ander persoon, zekeren Joseph Stupp, die kort na den moord naar Amerika ver trokken was en daar onder den naam van Carl Vogt met vrij ruime middelen vertoefde. Er was een kunstmiddeltje noodig om Stupp in handen te krijgen, want tusschen België en de Vereenigde Staten bestond voor dergelijke misdadigers geen uitleveringstractaat. Stupp werd nu in Amerika zoolang in verzekerde bewaring gesteld, totdat zulk een tractaat gesloten was, en daarop werd hij gevankelijk overgebragt. Bij zijne aankomst te Antwerpen werd hij door een groote, verbitterde volksmenigte opgewacht. Hij was toen zeer kalm en hoopte waarschijnlijk, dat door het lange tijdsver loop sedert de misdaad gepleegd werd, de overtuigende bewijzen voor zijne schuld mogten ontbreken. De behandeling zijner zaak voor het hof van assises in de provincie Brabant heeft echter getoond, dat het niet zoo was. Niettegenstaande zijne ontkentenis van alle schuld Stupp, Alias Vogt, dezer dagen tot de doodstraf vei-oordeeld. Merkwaardig in deze zaak is nog, dat Stupp een gewezen bediende van den markies, Viander van den moord beschul digde, en omgekeerd deze Stupp. Viander is als getuige gehoord, en niet, zooals de bedoeling was, als mede-beschul digde; de Duitsche regering toch had geweigerd dezen ver- moedelijken medepligtige, die tegenwoordig zijn militairen dienstpligt in Duitschland vervult, op voet van beschuldigde uit te leveren en dan ook nadrukkelijk zijn vrijen terug keer uit België bedongen. Engeland, Omtrent den geweldigen orkaan, welke jl. Woensdag in Noord-Amerika heeft gewoed, worden aan den Londen- schen Times uit Philadelphia nadere bijzonderheden getele grafeerd. De noord-westenwind moet eene snelheid gehad hebben van niet minder dan zeventig mijlen in het uur. Te Cohoen in New-York waaide een kerktoren van 225 voeten om, waarvan het puin den spoorweg versperde. Eene gedeeltelijk voltooide Roomsche kerk te Woonsecket op Rhode Island werd volkomen vernield. Te Webster in Massachusetts werd ook een toren omgeworpen en te Washington raakte eene 230 voeten hooge toren «ver scheidene voeten uit het lood:» deze zwaaide uren lang heen en weder, ten aanzien van eene menigte menschen. Te Fredcricksburg in Virginia werd de toren der Episco- paalsche kerk omgeworpen en een belendend gebouw er door verpletterd. Een aantal schepen leden op de kusten schipbreuk. De storm strekte zich ten oosten tot Nova Scotia, ten zuid-westen tot kaap Hatteras en ten westen tot Detroit uit. Amerika. Onder de curiositeiten op de tentoonstelling te Philadelphia zal men ook aantreffen de oorspronkelijke drukpers van Benjamin Franklin. Deze zal bij wijze van contrast geplaatst worden naast een cilinder-pers van de laatste constructie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2