HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. 1876. N°. 23. 34 Jaargang. Woensdag 23 Februarij. Leerplichtigheid. Binnenland. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zatnrdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1 30. nu franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 103. Prijs der Advertentiën: Van 1—4 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Hlken Donderdag vertrekt de mail nnar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. Ingezonden Door het aannemen van het gewijzigd wetsontwerp van den heer mr. van Houten heeft onze Wetgevende Verga dering een eerste schrede zij het dan ook een zwakke schrede gezet op den weg die ons leiden moet tot een samenstel van wettelijke voorschriften, welke juister de verhouding regelen zullen tusschen dengenen, wien door de natuur der dingen of krachtens de wet het toezicht over het kind is opgedragen en dat kind zelve. Te betreuren is het, dat in den loop der discussie het tweede gedeelte van mr. van Houten's voorstel, «leer plichtigheid,» weg is moeten vallen. Wel is waar bevatte dat ontwerp een hoogst gebrekkige regeling van dit zoo bij uitstek gewichtig onderwerp, maar men was verder gekomen dan men nu is, men had het door bijna alle partijen zoo hoog gedragen beginsel van bescherming van kinderen tegen verwaarloozing op uitge breider gebied toegepast. En dat niet in de toekomst, misschien zelfs in niet zoo verre toekomst, leerplichtigheid een onderwerp van wetge ving zal uitmaken, wij betwijfelen het geen oogenblik. Al wie met belangstelling de handelingen der Staten- Generaal in die dagen gevolgd heeft, zal verrast geweest zijn door hoevelen in onze Tweede Kamer het beginsel «kinderen tegen lichamelijke mishandeling te beschermen» op welsprekende wijze is verdedigd, niet één bijkans heeft krachtig zijn stem tegen het nemen van maatregelen in dien geest doen hooren. Hoe toch is het mogelijk, vraagt men onwillekeurig, dat tegen de geestelijke mishandeling zoo heel weinig stemmen zich verheffen? dat van alle. kanten bestrijders zich opdoen, wanneer deze of gene leer-1 plichtigheid aanbeveelt als eenig afdoend middel om het' slechte schoolbezoek tegen te gaan, als hij aanwijst hoe die maatregel slechts op aller voordeel kan uitloopen? Leerplichtigheid, die van iederen vader of voogd eischem zal dat hij zijn kind of pupil eenig voldoend onderwijs zal doen genieten, hoe en waar is onverschillig, mits er onderwijl genoten ivorde, heet een tyrannieke maatregel, consciëntie dwang, liggende buiten de bevoegdheid van den Staat^ heft den familieband op, enz. enz. enz. Laat ons zien wat er van die bezwaren zij; wat voor leerplichtigheid pleit behoeft hier niet herhaald te worden. De voordeelen èn voor het individu èn voor de maatschappij zijn zoo duidelijk, dat nadere uiteenzetting onnoodig is. In de eerste plaats zeggen de tegenstanders, dat het niet behoort tot de bevoegdheid van den Staat. Maar dat kan immers geen ernstig beweren zijn. Het zou wel geoorloofd zijn, dat de Staatsmacht tusschenbeide trede waar het kind door de industrie lichamelijk mishandeld wordt, niet waar de vader zijn kind het noodige voedsel voor den geest onthoudt! Het kind zou wel mishandeld worden in de fabrieken, waar het, dank den overmatigen arbeid, gedoemd is een ellendig leven te slijten en vroeg te sterven, maar van mishandeling zou geen sprake zijn, wanneer het kind, straks groot geworden, niet het noodige onderwijs genoten heeft om zich zelf in het leven te onderhouden, wanneer aan het kind dan ontbreken zal een der eerste voorwaarden om zijne bestemming, «ontwikkeling,» op te volgen? Wanneer men toegeeft en het wordt niet bestreden; gelooven wij, dat de Staat geroepen is zoo mogelijk ieder maatschappelijk kwaad uit te roeien, dan is het niet con sequent voor a de noodzakelijkheid te erkennen, voor b niet. Beiden, èn overmatige arbeid in fabrieken èn slecht school bezoek, zijn twee maatschappelijke kwalen, waarom tegen de een te velde getrokken, tegen de ander niet? Een tweede en waarlijk niet licht geacht argument is, dat door dergelijke maatregel inbreuk gemaakt wordt op de ouderlijke macht, maar ook hiervan kan het beweren niet ernstig zijn. Wie toch zullen gedwongen worden hunne kinderen naar de school te zenden of althans op eene andere wijze onderwijs te doen genieten? Immers zij, die de grootsche taak hun opgelegd zoo slecht opvatten, dat tusschenkomst weinig schaadt. Het gehalte van hen, die dezen gewichtigen plicht ver- waarloozen, is zoo laag, dat men hier wezentlijk niets te ontzien heeft. Men houde in het oog, dat niets van meer goeden Leerplichtigheid, niet schoolplichtigheid, zij ons doel. Het verschil is, dat leerplichtigheid den vader vrij laan waar en hoe hij zijn kind wil laten onderwijzen. Schoolplichtigheid, als in Pruisen, wil dat de kinderen de Staatschool bezoeken. invloed op de ontwikkeling en later welslagen in het leven is dan eene goede opvoeding, gepaard aan goed onderwijs. Het belang van het kind eischt dergelijke in het oog van sommigen misschien harde maatregel. De dronkaart zou men straffen, die zijn kind mishandelt, en niet den vader, die uit bekrompenheid of uit onnaden kendheid zijn kinderen naar school weigert te zenden. Den goede treft zulk een maatregel niet en voor den slechte niet langer consideratie! Maar er zijn er nog, die aan beide voorgaande bewe ringen weinig hechten en toch een argument tegen leer plichtigheid aanvoeren, dat zwaarwichtiger schijnt dan het inderdaad is. Het is ontleend aan onze wet op het lager onderwijs, die cle gemengde neutrale school wil. Goed, zoo redeneeren zij, gij moogt leerplichtigheid willen, toch zijn er gevallen dat zij in schoolplichtigheid ontaart. B. v. wanneer er niet meer plaats is voor een leerling op de bizondere school, dan zou deze genoodzaakt worden naar de openbare school te gaan en dan onderwijs moeten bijwonen, dat hij volgens zijn geweten niet bijwo nen kan. Maar als dat zoo is en men (niettegenstaande den grooten ijver die de anti-revolutionnairen toonen) niet voor genoeg bizondere scholen kan zorgen, dan houde men geen reken schap langer met ongemotiveerde gemoedsbezwaren tegen onze openbare school, die, een model van verdraagzaam heid, het groote beginsel van het Christendom: «gelijkheid voor alle secten,zoo hoog in haar vanen draagt. HELDER en NIEUWEDIEP, 22 Febi-uarij. Naar wij vernemen, zal op a. s. Zondag in het lokaal Tivoli alhier een concert worden gegeven door de kapel der dienstdoende schutterij te Alkmaar, onder directie van den kapelmeester, den heer Otto. Het is reeds vroeger door ons gemeld, dat door de regering maatregelen zijn genomen tot verbetering van 't lot der onderofficieren bij het leger. Het valt niet te loochenen, dat de verbetering der tractementen, inzonderheid voor hen, die reeds eenige jaren dienst hebben, hoogst wenschelijk was, en ongetwijfeld zal de ambitie bij allen daardoor aanmerkelijk toenemen. Voorzeker bragt de kennisneming van bedoelde gunstige bepalingen er veel toe bij, dat jl. Zaturdag avond in den kring der onderofficieren de verjaardag des Konings in opgewekte stemming werd gevierd. In de versierde zaal van Tivoli was de onderofficiers-vereeniging «Vaderland en Oranje» vergaderd, en onder gestadige afwisseling van werkzaamheden werd deze feestavond regt genoegelijk doorgebragt. Voordragten van verschillenden aard wer den afgewisseld door het trekken op degen en stok, op schild en zwaard, terwijl daarnevens op 't programma van tijd tot tijd een dansnummer voorkwam, blijkbaar zeer ten genoegen der talrijke bezoekers. Den 27 Dec. 11. kwam te St. Thomas aan Zr. Ms. stoomschip Cornelis Dirks, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee baron van Hecckeren van Walien, welk schip een deel uitmaakt van het oefenings-escader in de West-Indi sche wateren, onder bevel van den kapt. ter zee Klis. Aan boord was alles wel. Ter reede van St. Thomas lag, naar berigt wordt, de schoener Midas, eigendom van den heer Jesurun op Cura9ao, doch sedert eenigen tijd door het Venezuelaansche gouvernement genomen en als oorlogs vaartuig gebruikt. Genoemd vaartuig schijnt zich daar veilig te achten, daar het op de reede door ons niet mag teruggenomen worden. Van Venezuela was overigens geen nieuws; de zaken schijnen in een en denzelfden toestand te verkeeren. Aan een particulier schrijven aan de Amst. Crt. wordt medegedeeld, dat de divisie oorlogschepen in de wateren van Cura9ao, een oefeningstogt in zee heeft gedaan, om schijf te schieten enz., zich den 19 Febr. te Cura9ao zou bevinden, om aldaar Zr. Ms. verjaardag plegtig te vieren. 's Konings verjaardag is alom in den lande met blijkbare belangstelling op gebruikelijke wijze gevierd. Uit Cannes wordt gemeld, dat H. M. de Koningin voortdurend in beterschap toeneemt, ofschoon hare krachten nog niet volkomen zijn hersteld. H. M. blijft bij haar voornemen, het gansche voorjaar aldaar door te brengen en zich naar geene andere plaats in het Zuiden te begeven. Het Vaderland verneemt dat bij de Tweede Kamer is ingekomen het voorstel van den heer Moens tot wijziging der onderwijswet van 1857, en dat de daarin voorgestelde wijzi gingen betrekking hebben op de opleiding en de jaarwedden der onderwijzers, de talrijkheid van het onderwijzend personeel op de scholen en de hulp, door het rijk aan de gemeenten te verleenen. Men meldt dat onlangs uit het Rijks magazijn van geneesmiddelen naar Atsjin zijn verzonden achthonderd kilogram chinine, en dat nu weder per telegraaf duizend kilogram van datzelfde geneesmiddel zijn aangevraagd. Aan den inspecteur van administratie bij de Kon. Ned. Marine, II. S. Bosschart, is door eenige officieren van administratie, gediend hebbende en nog dienende op het eskader in de wateren van Atsjin, een milieu de table aangeboden, bestaande uit een zilveren voetstuk, met eene kroon van wijnranken georneerd. Uit dit voetstuk verheft zich een fraai geslepen kristallen coupe, waaruit, eveneens in zilver, het beeld der geregtigheid verrijst, door een zilveren pedestal gedragen. De voorzijde van het voet stuk vertoont het Nederl. wapen, gedeeltelijk en vermeil, terwijl aan de keerzijde eene toepasselijke inscriptie is aan- gebragt. Het geheel, uitgevoerd in mat zilver, met vermeil en niellé gravure rijk georneerd, is vervaardigd in de fabriek van de heeren van Kempen Zonen, te Voorschoten. Zijn wij wel ingelicht, dan werd dit geschenk aangeboden als een blijk van waardeering der pogingen door genoemden hoofd-officier in het werk gesteld om de belangen van het korps, waarvan hij het oudste lid is (speciaal na het ver leenen van de decoraties op 12 Mei 1874, waarbij het korps officieren van administratie geheel werd over het hoofd gezien) bij de regering aan te bevelen. (N. R. Ct. Het weekblad «Ons Onderwijs» bevat een artikel onder 't opschrift: Spaar de oogen. De schrijver zegt daarin o. a.«In 't leerboek der opvoed- en onderwijs kunde moest het hoofdstukGezigtsvermogen en zijne verzorging, met een zwarten rand worden omlijst, want de vele goede lessen, die de theorie daarin geeft, worden in de practijk op 't schromelijkst verloochend. De oogen- moord, waardoor in de latere tijden het gymnasium sinds lang de tegenvoeter van zijn antiek model is geworden, dringt thans naar beneden, naar de lagere school, ja zelfs naar haar voorhof: de bewaarschool. Zoo moet het na- prikken van figuren a la Fröbel, waarmee men de kleinste der kleinen nuttig meent bezig te houden, ieder menschen- vriend ernstig bekommeren. Elk prikje,,waarrneê de blanke, fijne naald het flaauw geteekende voorbeeld volgt, treft met onmisbare zekerheid de gezigtszenuw. Dat moge voor het oogenblik, waarin men zich aan bewondering van het voortgebragte beeld wijdt, aan de waarneming ontsnappen, het zal niettemin, toenemend in zijne gevolgen, in latere jaren des te schrikwekkender aan den dag komen.» De Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier zal eene vergadering houden op Woensdag 1 Maart a. s., des voormiddags ten 10 ure, ten huize van den heer de Ruiter, kastelein te Wognura. Onder de punten van beschrijving komen de volgende voor: Verslag van de Vereeniging tot veredeling van het Schapenras in Hollands Noorderkwartier. Rapport van de commissie tot onderzoek der oorzaken van ongans of lever botziekte bij schapen. Voorstellen tot prijsuitlovingen. Wedstrijd met boterkarnen: a. gedreven door stoom- of paardenkracht; b. gedreven met de hand. Men schrijft ons van Oude Schild op Texel, dd. 20 dezer: «'s Konings jaarfeest werd, even als in vorige jaren, ook gisteren wéér luisterrijk gevierd op ons nederig zeedorp. Uit schier alle huizen wapperde de lieve drie kleur. Een opgewekt schoolfeest opende de rij der festi viteiten. Onder 't zingen van vaderlandsche volksliederen trok de jeugd met vlaggen en vaandels 't dorp door naar de school, om daar nu eens te toonen, dat zij niet alleen van 't onderwijs genoot, maar ook wist te profiteren van j hetgeen haar door vriendelijke handen was bereid. Allerlei versnaperingen stonden voor 't jonge volkje gereed, terwijl later door 't houden eener tombola elk der leerlingen in 't bezit van een aardig prijsje werd gesteld. Dat er vreugde onder de scholieren heerschte, zal wel geen vermelding behoeven. Door een hunner werd, onder 't houden van I een flinke toespraak, den waardigen hoofdonderwijzer, I namens alle scholieren, een prachtig geschenk in zilver vereerd, als verrassing op zijn verjaardag. Dat de onder- j wijzer zulk een blijk van waardeering wel verdient, zal I elk die hein kent en weet wat hij voor 't onderwijs en in 't maatschappelijk leven is, gaarne erkennen. 's Avonds werd in het geïllumineerde lokaal «de Zeven Provinciën» door de vereenigingen Neptunus en Amicitia feest gevierd. Op 't kleine maar nette tooneel prijkte de buste van Z. M. den Koning, omgeven van eene trophée, waarboven een transparant: «Hulde aan den Koning!» Met een toepasselijk lied ter eere van den Koning werd 't programma geopend. Vervolgens had de opvoering van een blijspel plaats, gevolgd door 't voordragen van ver schillende stukjes en 't zingen van pittige chansonnetten, waarbij zich 't publiek uitstekend amuseerde. Een prettig bal, dat bij zulke gelegenheden schier onmis baar is, besloot 't vrolijk feest.»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 1