Buitenland. gevaldeze heeft hoegenaamd geen voedingswaarde, evenmin als de gewone bies, die 'groeit op gronden, welke niet genoeg ontwaterd zijn. Het water in den bodem is nl. verdeeld in twee soorten: het vloeibaar water, dat men er door drukking uit kan verwijderen, en liet adheziewater, dat bij drukking overblijft. Dit laatste is voldoende voor den plantengroei, het eerste is nadeelig, omdat het de voedende stoffen afvoert uit den bodem. De klei bevat veel adheziewater, veen minder, zand heel weinig. Dat adheziewater is noodig om de in den grond aan wezige voedende stoffen voor de plant in dropvormigen toestand te brengen, in welken toestand de plant ze alleen kan opnemen. De wortels hebben een min of meer harde punt, die door den bodem en zelfs door zeer krachtige beletselen heendringt; op den wortel zitten haartjes, uit loopend in eene verdikking, die sponsje genoemd wordt; die sponsjes zuigen de voedende stoffen op. Alle stilstaand water in den bodem is nadeelig voor de planten, althans voor de voedergewassen. De in den bodem aanwezige voor het plantenleven onmisbare stoffen zijn: zwavel, pliosphorus, ijzer, mangaan; hulpstoffen zijn o. a. kiezel, chloor, magnesia. In 't geheel is er een twaalftal stoffen, dat door de planten opgenomen wordt. Die zijn allen in den grond aanwezig. Maar om ze er uit te kunnen opnemen, moet de zuurstof der lucht vrij kunnen toetreden, en daarom moet de grond ontwaterd en dus poreus zijn. Die zuurstof is een sterk werkend zuur en brengt de voedende stoffen voor de planten tot ontbinding: de sponsjes, die deze stoffen opnemen, scheiden wederkeerig een scherp zuur af; dat werkt juist op de stof, die de plant noodig heeft. Van daar, dat op een plaats, waar het eene jaar erwten, die kalk noodig hebben, goed groeiden, deze het volgende jaar niet weder zoo goed groeijen; niet omdat er geen kalk meer in den grond is, maar omdat er niet genoeg meer in opgelosten toestand is. liet is dus noodig de planten af te wisselen naar den aard der stoffen, die zij uit den grond opnemen. Om eenige orde te brengen in de rangschikking der planten, beeft men de 1,800,000, die er bekend zijn, in familiën verdeeld, waarmede elk beschaafd mensch eenigszins bekend moet zijn en de landbouwer vooral, omdat de planten van ééne familie ééne soort van stoffen aan den bodem onttrekken. Zoo behooren alle peulvruchten tot de familie der vlinderbloemige planten, die allen kalk noodig hebben; kool, radijs, mosterd tot de kruisbloemige, die pliosphorus en zwavel opnemen, enz. Plet is noodig te weten welke stoffen eene plant uit den grond opneemt, om daarnaar te kunnen bepalen, welke het beste voedsel voor mensch of dier in verschillende omstandigheden oplevert. Zoo levert het schaap niet alleen lammeren en melk, maar ook elk jaar een zware vacht, het heeft daarvoor kalk en pliosphorus noodig, het moet dus met erwten en kool gevoed worden, die kalk en pliosphorus uit den grond opnemen. Die wetenschap is ook noodig voor den huisvader, om te weten welk voedsel hij zijnen kinderen moet geven. In de planten komt veel ijzer voor, in de eene meer, in de andere minderijzer is voor den mensch noodig, maar de stedeling' gevoelt daar minder behoefte aan dan de land man, die steeds een ruime hoeveelheid zuurstof inademt; daarom verkiest de stedeling de inalsche gele andijvie, boven de ruwe groene boerenkool, die daarentegen een uitstekend voedsel is voor den bóeren-arbeider, omdat de donkere groene kleur aanduidt, dat er eene groote hoe veelheid ijzer in aanwezig is. Ijzer kan in vele gronden aanwezig zijn in een vorm, waarin het schadelijk is, als het namelijk in te groote hoeveelheid en niet door de zuurstof ontbonden is. Anders bevordert het den plantengroei en zou het o. a. aanbeveling verdienen in de boomgaarden, die lang gestaan en dus hun krachtigen groei verloren hebben, wat ijzer te brengen, om ze jeugdige krachten te schenken. De ontsmetting bij de veeziekte geschiedt o. a. door in een kuip oud ijzer te gooijen, waarop 10 kan ruw zwavel zuur met 40 emmers water gedaan is; het vocht nu en dan over de groep geworpen, legt de stikstof van de mest vast, en maakt den stal frischde gier, die in den gierput loopt en waarin dat ijzer aftreksel meê aanwezig is, is uitmuntend voor de boomgaarden. Ziet men tegen de 180 grassoorten op, om naar de kennis er van te zoeken, geen nood,de weg is gemakkelijk. Let meD op de aren der graansoorten, en men vergelijkt daarmede de kleinere aren der in bloei of in zaad staande grassen, dan vindt men overeenkomst, en evenals de tarwe voedzamer is dan de gerst, zijn ook de grassen, wier zaadbloem met de tarweaar overeenkomt, voedzamer dan de met de gerstaar overeenkomende. Door de aren onder ling, en met die van buurmansland te vergelijken en deskundigen te raadplegen, komt men gemakkelijk tot de kennis der soorten. Menig landman zal jaloersch zijn op den lekkeren geur van buurmans hooi, zonder een oogenblik er aan te denken, of hij dat ook zoo krijgen kan. Toch is niets gemakkelijker. De geur komt van het reukgras, dat veel langs den weg groeit. Met eenige jaren een paar pond daarvan te zaaijen, maakt men zijn hooi geuriger en aangenamer voor het vee. Ook op den tijd van maaijen behoort men te letten. De jonge grasplant bevat veel suiker en eenig planteneiwit. Gaat zij bloeijen en zaad zetten, dan heeft er eene omzet ting plaats: de suiker en het eiwit worden aan het zaad toegevoerd en de plant trekt meer kiezel uit den bodem. De stengel wordt hard, is moeijelijk te maaijen eii minder voedzaam: «de melk is er uit.» Men moet dus maaijen in den bloeitijd en vooral niet later. Den grond eigenlijk uit te putten is niet gemakkelijk, want de stoffen blijven meestal aanwezig. Echter is er van elke stof niet altijd genoeg in opgelosten toestand voorhanden. Daarom behoort men verstandig af te wis selen. Ook is het goed, door mest de ontbrekende stoffen aan te voeren of den grond daardoor op zijn normale zamenstelling te behouden. Daartoe is vooral noodig de mest, die men heeft, met zorg te behandelen. Men moet ze op een koele plaats bewaren, met veen, turfmolm of zwarte aarde dekken, om de stikstof of de ammonia er in te bewaren of vast te leggen. Zoo heeft de landman op allerlei werkingen in de natuur te letten. De melkkelder moet, evenals de mestvaalt, op het Noorden liggen en toch mogen ze niet in elkanders nabijheid zijn, omdat de melkkelder een frissche lucht noodig heeft, en die door de nabijheid der mestvaalt bedorven wordt. Zoo moet hij niet alleen de planten afwisselen naar de stoffen, die ze aan den grond ontleenen, maar ook naar de geaardheid der wortels en nu eens planten met diepgaande penwortels, en dan weer andere met wortels, die meer aan de oppervlakte blijven, op hetzelfde stuk plaatsen. Spreker had er zich aan geërgerd, dat hij op zijn reis van 's Hage naar Utrecht, zooveel kostbaren grond had gezien, die niet genoeg ontwaterd was. Onze waterbouwkundigen weten daar wel weg meê. Elk stoomgemaal is een vooruit gang in den landbouw en bewaart de kostbare stoffen, die door het overtollige water zeewaarts worden afgevoerd en het Zuiderzeeslib bijv. zoo vruchtbaar makend, onze gronden arm maken. Men moet niet op één plekje grond, waar 50, 60 boomen kunnen staan, 50, 60 soorten plaatsen, maar bij voorkeur die soort, die daar het best groeit. Daar bekomt men de beste en de meeste vruchten, en doen allen dat, dan maakt men de beste prijzen, omdat de handel die vruchten, die in één streek bijzonder veel en bijzonder goed voorkomen, daar bijzonder komt zoeken. Men moet op de keuze van het zaaizaad letten. De invloed, die bijv. liet licht op het zaaizaad heeft, is aller- verderfelijkst: erwten, die niet aan het licht hebben bloot gestaan, zullen wanneer ze kiemen, door de kiemkracht op een vierk. M. eene plank, waarmede men ze bedekt, 116 Ned. ponden omhoog werken; erwten, die aan het licht blootgesteld zijn geweest, slechts 18 Ned. pond. Erwten, die uitmuntend in de kook waren, zijn niet gaar te krijgen als ze eenigen tijd aan 't licht zijn blootgesteld geweest. Daaruit blijkt, dat vele teleurstellingen alleen aan onkunde te wijten zijn. Wil de boter zich in de karn niet vormen, de temperatuur der melk zal niet goed zijn. Niet op 't gevoel moet men daarbij te werk gaan; 60 gr. Fahrenheit moet de thermometer aanwijzen, dat is de temperatuur voor het karnen; wil men de melk strem men voor kaas, dan moet zij 90 gr. F. zijn. Yele boeren in de Beemster hebben als ornamenten op hunne schoorsteenen maatglaasjes voor de melk; ze weten daardoor, welke koe beter melk geeft voor de boter, welke andere beter voor de kaas. Met eene warme lofrede op de wetenschap, die vooral bij den landbouw te veel wordt voorbijgezien, en eene hulde aan de Prov. Staten van Utrecht, die, om de weten schap te bevorderen, f 1000 voor landbouw-voordragten beschikbaar stelden, besloot de spreker zijne welsprekende en boeijende voordragt, waarvan het ons leed doet, zegt het U. D., slechts een dorre schets te hebben kunnen weêrgeveu, terwijl het te betreuren is, dat niet meerderen haar waren komen aanhoore'n. Omtrent de al dan niet-afschaffing van de kermis te Arnhem is in de jl. Zaturdag aldaar gehouden raadsver gadering nog niets beslist. Het voorstel met de adressen van adhesie en die om het voorstel niet aan te nemen, zullen in handen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken worden gesteld om advies. Uit Doesburg wordt aan de Amst. Crt. berigt: «Naar men verneemt, is thans de vroeger zooveel besproken kwestie over de brandspuitdienst der geestelijken door de Hooge Regering beslist. De minister van Binnenl. Zaken moet den gemeenteraad het regt hebben toegekend, de geestelijken en andere met openbare bediening belaste ambtenaren van die dienst vrij te stellen, en heeft alzoo het vroeger genomen raadsbesluit in wijde ruimte bekrachtigd.» Vóór ongeveer 14 dagen beviel des nachts in 't geheim eene dienstbode te Harderwijk van een zoon. Bij gebrek aan kleederen, wikkelde zij den jeugdigen wereld burger in haar boezelaar en verliet in alle stilte de woning. In de snerpende koude ging zij over de besneeuwde straten naar het huis van haar vrijer, doch daar hij niet op dat bezoek was voorbereid, moest zij eenigen tijd kloppen alvorens haar werd opengedaan. Niettegenstaande al deze omstandigheden zijn beiden, kraamvrouw en kleine, zeer welvarend gebleven, zoo zelfs, dat de moeder sedert een dag of vijf weder in haar vorige dienst is terug gekomen en aldaar de gewone bezigheden verrigt. De grootmoeder heeft zich nu met de opvoeding van den kleine belast. Jl. Donderdag avond werd den heer I. J. Stoete in den schouwburg te Groningen, voor den aanvang van het op te voeren stuk, door het gezamenlijk personeel van zijn gezelschap eene welverdiende hulde gebragt, bij gelegen heid van zijn 60jarig tooneelleven, en hem een zilveren inktstel als cadeau aangeboden. De heer Stoete denkt er nog niet aan het tooneel te verlaten. De roggelanden staan in Drenthe en de aangrenzende gewesten, overal frisch en gezond. Op sommige akkers is de aanwas zoo ver gevorderd, dat men zich in geen jaren herinnert, iets dergelijks te hebben beleefd. Ook de vroege voorjaarsplanten, meest tot stal voedering in de lente gebezigd, staan alom naar wensch; zoodat over het geheel een gezegend voorjaar wordt te gemoet gezien. Omtrent den moord te Ansen, gemeente Ruinen, ver neemt men nader, dat de verslagene zich wèl door vlijt en spaarzaamheid onderscheidde, zoodat hem 't uitzigt geopend was, om eerlang een onafhankelijke plaats in de maat schappij te zullen innemen; maar dat hij zich daarentegen ook dikwijls had schuldig gemaakt aan 't inslaan van glazen en aan misbruik van 't mes(daér geene zeldzaamheid). Vreemd is het dat, ondanks de ijverige nasporingen van Ruinen's burgemeester en van politie en justitie, de dader tot nog toe onbekend blijft. In de afgeloopen week zijn ruim 2 millioen eijeren, voor het grootste deel afkomstig uit Savoije, naar Engeland verzonden; een betrekkelijk klein getal bleef hier te lande; algemeen zegt men, dat de Italiaansclie nog beter zijn dan de Hollandsche eijeren, in alle gevallen veel goed- kooper; de gemiddelde prijs liep van f 4 a f 4.50 de 100 stuks. Aangezien bij de nieuwe formatie, die echter nog niet bij al de te Atsjin aanwezige bataillons is ingevoerd, de sterkte van elk bataillon 500 man is, zouden in het geheel 5000 man infanterie te Atsjin onder de wapens zijn. Na aftrek der zieken en aannemende, dat de geëvacueerden steeds vervangen worden, mag men dit cijfer aannemen als het aantal dat werkelijk dïenst doet. De troepenmagt, over welke generaal Pel nu het bevel voert, zegt de Java-Bode, is hoogst belangrijk; zij vormt een legercorps, zooals nog nooit in Indië tegen een inlandschen vijand is in 't veld gebragt. Tengevolge van het verbod van invoer van vee uit Nederland in Pruissen en het verleende uitstel tot en met jl. Zondag, zijn langs Emmerik en Salzbergen Zaturdag en Zondag ruim 3000 stuks vee getransporteerd. De Schach van Perzië is voornemens om zijn troon- opvolger, Prins Muzeffer-Eddin, naar Europa te zenden om zijne opvoeding te voltooijen. Zoo wordt uit Teheran aan de Politische Correspondenz gemeld, onder bijvoeging, dat de Prins zonder groot gevolg en met zoo weinig opzien mogelijk, als een eenvoudige Pers, reizen zal, ten einde den noodigen tijd voor het opdoen van kennis te vinden. In Washington bestaat eene vereeniging ter bevordering van neutraal onderwijs, waarvan de statuten alleen en uit sluitend bij de leden bekend zijn. Zij telt daar en in de omgeving 15,000 leden. De stad Tarsus Tarsus in Cilicië, eens eene Romeinsche provinciestad, de geboorteplaats van den apostel Paulus was 26 Jan. 11. het tooneel van een verwoes tenden brand, die naar schatting eene waarde van f 1,800,000 heeft vernield. Onder de Romeinen was de plaats beroemd wegens hare beschaving en haren handel. Thans is zij verre van het standpunt afgedaald. De bestaande brandweer was niet op de hoogte harer taak. Het vuur brak uit in een gesloten winkel, welks eigenaar reeds eenige dagen afwezig was geweest. In den winkel bevonden zich o. a. eene groote massa lucifers, en ook eene groote menigte rattende laatsten houdt men voor de brandstichters, door het verknagen der eersten. Ongelukkig is Tarsus, ofschoon nog eene plaats van 20,000 zielen, in dezen tijd des jaars zonder eenigen toevoer van water. Er stond wel eene oude fontein in het midden van den bazaar, maar die was al eenigen tijd droog, en daar de wind vrij heftig was, verspreidde de brand zich snel, zonder dat iemand eene poging deed om te blusschen. Na een poosje verscheen de gouverneur ter plaatse met de politiemagt en eene kleine brandspuit. Met prijzenswaardige energie zond hij dadelijk .twee paarden af om wat water te halen, en toen er twee wagenladingen van dit onontbeerlijk artikel waren aange komen, kwam het spuitje ook in gang. Nu schoot evenwel den gouverneur een lumineus idéé door het hoofd: zijn eerste pligt was de bescherming van een kruidmagazijn, gelegen op eene afgezonderde plek op eenigen afstand van de stad. Alzoo derwaarts gespoed, gouverneur en de politie op zijne hielen. Zonder water, zonder gouverneur en zonder politie, was natuurlijk eensdeels de brand meester van het terrein, en anderdeels de dieven, die in Tarsus nog al een talrijk gilde uitmaken. Een rijken oogst vonden zijwat voor het vuur uit de winkels enz. werd uitgedragen, viel grootendeels hun in handen. De stad was inderdaad als aan een overwinnend heir ter plundering overgegeven. Zoo de wind niet plot seling gekeerd ware, zou Tarsus ligt geheel van de aarde verdwenen zijn. Eindelijk gelukte het door neêr- iialing van eenige gebouwen het vuur te stuiten. Per soonlijke ongelukken worden niet gemeld; alleen van een man, die, om het vuur te ontgaan, niet al te welberaden in een put sprong en daar den dood vond. Benoemingen, enz. De luit. ter zee 2de kl. G. II. van Steyn, behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië en vandaar den 20 dezer terug gekomen, is met dien datum op non-activiteit gesteld. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Maandag 28 Pebruarij. De beraadslagingen over suikerconventie zijn aangevangen. De heeren Lenting en Schimmel- penninck hebben de conventie bestreden. Frankrijk. Te Parijs is eene vrouw, wier ambacht het was, jonge kinderen aan voedsters te helpen, veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, omdat het gebleken was, dat zij drie kinderen door achteloosheid had doen omkomen. Daar het schepsel 75 jaar oud is, rilt men bij de gedachte, hoevele kinderen zij in haar lang leven heeft doen sterven. Zooveel is zeker, dat maar weinige kinderen, die zij op zich nam bij minnen te besteden, in het leven zijn gebleven. Intusschen bleef zij het voedstergeld innen en deed zij alsof de kinderen leefden. De werkzaamheden tot den herbouw van het Hotel de Ville te Parijs, onlangs om de strenge vorst gestaakt, zijn weder in vollen gang en dagelijks 500 man aan den arbeid. De funderingen zijn voltooid. Men berekent, dat het werk in zijn geheel 25 millioen francs kosten en 10 jaar duren zal. Te Parijs wil men eene vereeniging voor lijkverbran ding vormen en aan Victor Hugo het eere—voorzitterschap dier vereeniging aanbieden. Op een bal in de groote wereld te Parijs is in de afgeloopen week een 19jarig meisje onder het walsen in de armen van haar cavalier dood gebleven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1876 | | pagina 2